KMar handelde rechtmatig bij waarschuwingsschot op Binnenhof
De militair van de Koninklijke Marechaussee (KMar) die op 5 januari 2017 bij het Haagse Binnenhof zijn dienstwapen heeft gebruikt, handelde rechtmatig. Tot die conclusie komt het Openbaar Ministerie Oost -Nederland, na een onderzoek door de Rijksrecherche. De militair zal niet vervolgd worden.
Op 5 januari 2017 kwam een man de ingang van het Tweede Kamergebouw aan de zijde van de Lange Poten binnen. De man had een rugzak bij zich en liep achterwaarts, met zijn handen in de lucht, door de draaideur. Toen hem door de beveiligers werd gevraagd wat hij kwam doen, zei de man dat hij een bom kwam neerleggen. Direct daarop zei hij dat dit een ‘geintje’ was . De beveiligers hebben de man gesommeerd om het gebouw te verlaten en hebben de KMar op de hoogte gesteld.
De man liep vervolgens naar de hoofdingang van het Tweede Kamergebouw aan het Plein, waar twee KMar medewerkers voor de beveiliging zorgden. Een KMar medewerker heeft de man vervolgens gevraagd om zijn kleding uit te trekken, zodat gecontroleerd kon worden of hij een explosief bij zich droeg. De man werkte hier aanvankelijk aan mee, maar even later volgde hij de bevelen niet meer op en begon te dreigen. Op het moment dat hij naar de KMar medewerkers toe liep, heeft één van hen een waarschuwingsschot gelost op de straat. De man is mogelijk door een afketsende kogel geraakt, maar zijn (lichte) verwonding geeft hier geen uitsluitsel over. Na zijn aanhouding bleek de man geen explosief bij zich te hebben.
Omdat hier een medewerker van de KMar betrokken is, heeft de Rijksrecherche onderzoek gedaan onder leiding van het Openbaar Ministerie Oost-Nederland. Het OM is van mening dat de KMar medewerker een beroep kan doen op (putatief) noodweer. De KMar medewerker mocht redelijkerwijs veronderstellen dat hij zichzelf en anderen moest beschermen. De man heeft een ernstige dreiging veroorzaakt, door te spreken over een explosief, bevelen van de KMar niet meer op te volgen en op de medewerkers af te lopen, terwijl hij onder schot werd gehouden. Het waarschuwingsschot is als uiterste middel ingezet, toen de man niet meer reageerde op aanroepen.
De betrokkenen zijn door het OM op de hoogte gesteld dat de militair rechtmatig gehandeld heeft en dus niet vervolgd wordt.