Onderzoek naar getuigen

Uitgesproken op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag op 8 juni 2020.

Achterhalen getuigen

Vanaf het begin van het onderzoek was duidelijk dat het achterhalen van getuigen door de oorlogsomstandigheden in Oost-Oekraïne buitengewoon ingewikkeld zou worden. Toch heeft het JIT veel moeite gedaan om getuigen te vinden en dat heeft goede resultaten opgeleverd.

Het JIT heeft bewust verschillende methoden ingezet in de zoektocht naar getuigen, om zo iedereen met relevante informatie te kunnen bereiken.

De eerste manier waarop getuigen zijn binnengekomen, is via de Oekraïense autoriteiten. Meerdere getuigen hebben zich gemeld bij de SBU, zijn door de SBU benaderd of zijn door de SBU aangehouden in onderzoeken naar andere misdrijven in Oekraïne en vervolgens gehoord als getuigen over het neerschieten van MH17.

Een tweede wijze waarop getuigen bekend werden, was door de hulp van andere landen. Verschillende andere landen zijn bevraagd op mogelijk relevante informatie voor het onderzoek. Dat heeft verklaringen opgeleverd van getuigen die zich inmiddels bevonden in die andere landen. Zo heeft onder meer de Russische Federatie meerdere getuigenverklaringen aangeleverd. Al die verklaringen afkomstig uit andere landen zijn in het onderzoek betrokken en in het dossier gevoegd voor zover relevant. Zoals bij alle getuigenverklaringen is daarbij uiteraard wel gekeken of een getuige informatie had die kon bijdragen aan het onderzoek. Als een getuige bijvoorbeeld verklaarde alleen een knal te hebben gehoord of wel het neergeschoten vliegtuig te hebben zien vallen maar niet te hebben gezien wat daarvoor gebeurde, is zo’n verklaring niet in het dossier gevoegd.

Een derde manier waarop naar getuigen is gezocht is door middel van getuigenoproepen. In de afgelopen jaren is meermalen en op vele verschillende manieren een oproep gedaan aan getuigen om zich te melden. Er is gebruik gemaakt van algemene oproepen die zijn verspreid via meerdere internationale persconferenties, door plaatsing op websites en internetfora, via sociale media, radiospotjes, door verspreiding van gedrukte kaartjes met de getuigenoproep bij (hoger) onderwijsinstellingen in Oost-Oekraïne. Er is ook gebruik gemaakt van gerichte oproepen die zijn verstuurd via e-mails, sociale media en SMS-berichten naar duizenden personen in Oost-Oekraïne die bijvoorbeeld op grond van telecomgegevens als mogelijke getuige konden worden aangemerkt. De reacties op deze getuigenoproepen werden door de Nederlandse politie geregistreerd en verwerkt.   

Als vierde methode heeft het onderzoeksteam op basis van open bronnen en onderzoeksresultaten zelf gericht individuele personen benaderd om een getuigenverklaring af te leggen. Dit waren bijvoorbeeld mensen die door andere getuigen werden genoemd of personen die als potentiele getuigen konden worden geïdentificeerd in publicaties of via sociale media.

Op verzoek van sommige getuigen zijn hun tegenover Nederlandse politiemensen afgelegde verklaringen wel gevoegd in dit procesdossier maar worden deze niet gedeeld met de Oekraïense autoriteiten. Dat is bewilligd in een dergelijk verzoek zegt op zichzelf niets over een mogelijk risico dat die getuigen lopen, maar is simpelweg ingegeven door de wens om zoveel mogelijk getuigen die kunnen beschikken over relevante informatie een verklaring af te laten leggen.

Deze gevarieerde werkwijze heeft vele tientallen relevante getuigenverklaringen opgeleverd van personen uit heel verschillende hoeken. Getuigen zijn niet alleen gehoord in Oekraïne maar ook telefonisch, via een internetverbinding en in andere landen. Door verschillende manieren van het zoeken naar getuigen te combineren met verschillende manieren om getuigenverhoren uit te voeren kon iedere mogelijke getuige die dat wilde in het onderzoek worden betrokken.

Onder de getuigen in het dossier bevinden zich burgers uit Oekraïne en Rusland, personen die gevochten hebben aan de kant van de DPR, Oekraïense militairen, luchtverkeersleiders, journalisten, kritische volgers van het JIT-onderzoek, radartechnici en militaire deskundigen. Er zijn getuigen die verklaren dat zij zagen hoe vlucht MH17 werd neergeschoten door een gevechtsvliegtuig, getuigen die verklaren over de aanvoer van een Buk-TELAR, getuigen die zich op 17 juli 2014 op de afvuurlocatie bij Pervomaiskyi bevonden en getuigen die verklaren over hun persoonlijke betrokkenheid bij de contacten tussen de gewapende groep van de verdachten en de Russische Federatie of bij de afvoer van de Buk-TELAR naar de Russische Federatie. 

Dreiging

In het contact met getuigen is gedurende het hele onderzoek zo veilig mogelijk gewerkt.

Op de zitting in maart zijn we al ingegaan op het veiligheidsrisico voor getuigen in dit onderzoek.

Nu zullen we uitleggen op welke wijze in het onderzoek is geborgd dat de verklaringen van anonieme getuigen op een zorgvuldige en bruikbare manier tot stand zijn gekomen.

Waarborgen

Afscherming van getuigen is in dit strafproces op verschillende manieren gedaan.

Van een aantal getuigen zijn de identiteitsgegevens bij de politie bekend, maar is in het proces-verbaal van verhoor in plaats daarvan een (uniek) G-nummer vermeld.

Bij andere getuigen was dat, gelet op de risico’s, niet voldoende en is bij de rechter-commissaris op grond van de regeling in artikel 149b Wetboek van Strafvordering gevorderd toe te staan dat bepaalde informatie uit de verklaring, die bijvoorbeeld kan leiden tot de identiteit van de getuige, buiten het dossier wordt gelaten.

De rechter-commissaris heeft in die gevallen de getuige niet zelf gehoord, maar heeft het politieverhoor en eventuele andere relevante stukken gelezen en beoordeeld of verwijdering van de informatie echt noodzakelijk is, of de te verwijderen informatie niet ontlastend is, en of de verklaring zoals die uiteindelijk in het dossier komt, een eerlijke weergave is van de volledige verklaring.

Desgewenst kunnen het Openbaar Ministerie en de verdediging nog aanvullende vragen laten stellen aan deze getuigen. Ook kan de betrouwbaarheid van hun verklaring natuurlijk beoordeeld worden aan de hand van de rest van het bewijs in het dossier. Waar in het dossier een getuigencode, beginnend met de letter S is gebruikt, heeft afscherming op basis van artikel 149b Wetboek van Strafvordering plaatsgevonden. 

Daarnaast is een aantal getuigen door de rechter-commissaris afgeschermd volgens de procedure voor bedreigd anonieme getuigen (zoals opgenomen in de artikelen 226a tot en met 226f van het Wetboek van Strafvordering). Deze getuigen zijn na hun politieverhoor nog een keer door de rechter-commissaris zelf gehoord. De meeste van deze verhoren door de rechter-commissaris hebben plaatsgevonden in 2019. Dat was niet het eerste moment waarop deze getuigen in het onderzoek bekend werden. Al deze getuigen hebben eerder in het onderzoek verklaringen afgelegd bij de politie, sommigen al in 2014.

De rechter-commissaris heeft steeds eerst de identiteit van de getuige gecontroleerd en van iedere getuige vastgesteld of het werkelijk nodig was om anoniem te getuigen. Ook heeft de rechter-commissaris gecontroleerd hoe de getuige is gevonden door het onderzoeksteam, welke contacten de getuige met anderen heeft gehad en welke motieven de getuige had om te verklaren. Dat de identiteitsgegevens van deze getuigen niet in het dossier of op zitting bekend worden gemaakt, betekent dus niet een gebrek aan controle op wie zij zijn of wat zij verklaren. In het Nederlandse rechtssysteem doet een onafhankelijke onderzoeksrechter nauwgezet onderzoek naar de identiteit van anonieme bedreigde getuigen, naar de vraag of hun anonimiteit noodzakelijk is en naar de inhoud van hun verklaring. 

De rechter-commissaris heeft de bedreigd anonieme getuigen niet alleen persoonlijk gehoord, maar ook een eigen onderzoek gedaan naar hun betrouwbaarheid en daarvan een verslag opgemaakt voor het procesdossier. De rechter-commissaris heeft hierbij gecontroleerd of de door de getuige afgelegde verklaring tegenover de rechter-commissaris overeen komt met de eerdere verklaring van diezelfde getuige tegenover de politie. Ook heeft de rechter-commissaris beoordeeld of de afgelegde verklaringen coherent, logisch, plausibel, consistent en gedetailleerd waren en of de verklaringen overeenstemden met bewijsmateriaal uit het dossier en met open bronnen. Voor dat betrouwbaarheidsonderzoek kon de rechter-commissaris bijvoorbeeld gebruik maken van documenten en telecomgegevens van de getuigen, waaruit hun aanwezigheid op een bepaalde tijd en plaats bleek.

Van het vaak zeer uitgebreide verhoor van de getuige, maakt de rechter-commissaris voor het procesdossier een aparte, geanonimiseerde verklaring op. Die geanonimiseerde verklaring is samen met een verslag van het betrouwbaarheidsonderzoek door de rechter-commissaris inmiddels voor alle 226a-getuigen in het procesdossier gevoegd. Het Openbaar Ministerie en de verdediging zijn bij de verhoren door de rechter-commissaris niet aanwezig geweest maar kunnen ook aan deze getuigen nog wel aanvullende vragen laten stellen. Deze categorie van zogenaamde 226a-getuigen heeft steeds een getuigencode die begint met de letter V, met uitzondering van getuige X48.

De getuigencodes in het onderzoek zijn zo gekozen dat aan de code niet afgelezen kan worden wanneer een getuige in beeld kwam bij het onderzoek. De codes zijn daarom niet chronologisch oplopend. Er zijn bijvoorbeeld geen getuigen X1 tot en met X47.

Tegen de beslissing van de rechter-commissaris om een getuige zelf anoniem te horen kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Verdachte Pulatov heeft dat gedaan. De wet schrijft voor dat zo’n beroep wordt behandeld in een besloten raadkamerzitting, door andere rechters dan de rechters die de zaak op zitting inhoudelijk behandelen.

Na de publieke zitting in maart in deze zaak hebben die andere rechters van de rechtbank Den Haag beslist op het hoger beroep van verdachte Pulatov. Zij hebben geconcludeerd dat de rechter-commissaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de dreiging tegen de getuigen en in alle gevallen op goede gronden de status van anonieme bedreigde getuige heeft verleend. In één geval is daarbij een procedurele fout gemaakt. Om die reden is de statusverlening aan de getuige V11 in hoger beroep vernietigd.

Er is in dit proces een aanzienlijk aantal anonieme getuigen, maar er is ook een onafhankelijke onderzoeksrechter die alle beschikbare informatie heeft over die getuigen. Die onderzoeksrechter  heeft steeds gecontroleerd of de toegepaste anonimisering noodzakelijk en rechtmatig is, en onderzocht of de getuigen betrouwbaar zijn. Het werk van de onderzoeksrechter is gecontroleerd in het hoger beroep van Pulatov door drie rechters die hebben beoordeeld of de rechten van Pulatov zijn gerespecteerd.