Repliek 17 mei

Uitgesproken op de zitting van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag.

4.3 Bewijsvraag 2: afvuurlocatie nabij Pervomaiskyi

4.3.1 Inleiding

Dan komen we nu bij de tweede bewijsvraag die uw rechtbank moet beantwoorden: of de Buk-raket waarmee MH17 is neergehaald is afgevuurd nabij Pervomaiskyi. Volgens de verdediging bestaat ook hiervoor onvoldoende bewijs. Kort gezegd stelt de verdediging dat de tapgesprekken waaruit blijkt dat verdachten de Buk naar en van deze locatie hebben aan- en afgevoerd anders moeten worden uitgelegd. Verder heeft de verdediging aangevoerd dat het overige bewijs voor deze afvuurlocatie onbetrouwbaar is en dat bewijs dat je voor deze afvuurlocatie volgens de verdediging zou mogen verwachten, ontbreekt. Ook zou uit het schadebeeld van MH17 volgen dat Pervomaiskyi niet de afvuurlocatie is. Tot slot heeft zij een alternatief scenario opgevoerd, waarin MH17 vanaf een andere locatie zou zijn neergeschoten. Wij zullen deze verweren nu bespreken.

4.3.2. Alternatieve lezing tapgesprekken

We beginnen met de uitleg van de tapgesprekken. Bij pleidooi heeft de verdediging verschillende alternatieve lezingen gegeven voor de interpretatie van tapgesprekken. [1] Ook Pulatov heeft zich in zijn verklaringen uitgelaten over de tapgesprekken. Uit zijn verklaringen en het betoog van de verdediging zijn de volgende elkaar uitsluitende theorieën te halen. Ten eerste: er is gesproken over een niet bestaande Buk-TELAR. Ten tweede: het ging over een wel bestaande, maar niet-functionerende Buk-TELAR als onderdeel van militaire deceptie. En ten derde: er was een functionerende Buk-TELAR, maar die heeft geen raket afgevuurd. Wij gaan nu in op deze standpunten van Pulatov en de verdediging. Hierbij komt ook de deceptiestrategie van Pulatov over de Strela-10 aan de orde. We staan eerst stil bij de interpretatie van tapgesprekken in het algemeen. Daarna zullen wij de aangevoerde alternatieve lezingen bespreken.

4.3.2.1. Interpretatie tapgesprekken

4.3.2.1.1. Deskundigheid

De omstandigheid dat door strijdende partijen in een conflict desinformatie en versluierd taalgebruik kan worden gebezigd, [2] betekent niet dat dit in elk door Pulatov of de medeverdachten gevoerd gesprek ook het geval is. De praktijk is weerbarstiger. Uit open bronnen blijkt dat het in de Russische Federatie tegenwoordig nog steeds ontbreekt aan voldoende beveiligde communicatiemiddelen en dat gevoelige militaire informatie ook nu nog via onbeveiligde lijnen wordt gedeeld. [3] Lang niet alle communicatie via open lijnen betreft dus desinformatie. Dat hebben we eerder ook al besproken in deze strafzaak.

Anders dan de verdediging stelt, [4] hoeft geen deskundige ingeschakeld te worden om versluierde taal te decoderen. Strafzaken zijn doorspekt van versluierde en gecodeerde taal om te verhullen dat over criminele activiteiten wordt gesproken. Zo werd in een drugszaak het woord ‘auto’ in afgeluisterde telefoongesprekken gebruikt, terwijl ‘vliegtuig’ werd bedoeld. Een ‘garage’ was een ‘vliegtuighangar’. En een ‘boek’ stond voor ‘cocaïne’. [5] Ook dat is bewuste misleiding waarbij de politie – om in de termen van Pulatov te blijven - de te misleiden ‘vijand’ is. In een strafproces krijgen woorden betekenis door de inhoud van het volledige gesprek en door dat gesprek te beoordelen in samenhang met andere bewijsmiddelen. Zoals met chronologisch of inhoudelijk verwante tapgesprekken. Dat onderkent Pulatov ook als hij in zijn video-verklaring zegt dat telefoongesprekken in onderlinge samenhang bekeken moeten worden.

4.3.2.1.2. Validatie

Het Openbaar Ministerie heeft in deze zaak veel aandacht besteed aan de validatie van het bewijs. We hebben al vaker aangekaart dat het onderzoek in deze zaak zorgvuldig en breed is geweest. Check en dubbelcheck is het devies. Validatie is belangrijk voor de bewijskracht. Er is steeds onderzocht wie de gebruiker is van een bepaald telefoonnummer. Er is onderzocht of gebeurtenissen die over de telefoon worden besproken ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Ook specifieke gesprekken over de Buk-TELAR zijn gevalideerd. [6] En keer op keer is gebleken dat heel veel verkregen informatie uit tapgesprekken bevestiging vindt in andere bronnen. Verdachten spreken in juli 2014 dus niet over fictieve gebeurtenissen. Het gaat in de gesprekken over de rauwe realiteit van de gewapende strijd.

Gezien de uitkomst van het validatie-onderzoek moet Pulatov met aantoonbaar bewijs komen om uw rechtbank te overtuigen dat hij niks met een Buk-TELAR te maken heeft. Hij slaagt daar niet in.

4.3.2.2. Beoordeling alternatief scenario

Zoals gezegd werpt de verdediging diverse alternatieve lezingen op voor de interpretatie van tapgesprekken. Beoordeeld moet worden of hiermee een reëel alternatief scenario wordt aangevoerd. Voor de beoordeling van een alternatief scenario is het volgende van belang.

Om tot een oordeel over de tenlastelegging te komen, toetst een rechter de onderzoeksresultaten in onderling verband en samenhang. Passen die resultaten aanzienlijk beter bij het tenlastegelegde dan bij een ander scenario, dan volgt een veroordeling. Bij gerede twijfel wordt vrijgesproken. Het is voor een veroordeling niet nodig dat alle alternatieve scenario’s kunnen worden uitgesloten. Wel moet een door de verdediging opgeworpen alternatief scenario door de rechter worden weerlegd om tot een veroordeling te kunnen komen. Dat kan de rechter doen door te wijzen op bewijsmiddelen of daaraan ontleende feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing uitsluiten. Maar dat hoeft niet. Een alternatieve lezing kan ook worden verworpen door aan te geven, waarom deze niet aannemelijk is geworden of als ongeloofwaardig terzijde kan worden geschoven. Onwaarschijnlijke alternatieve scenario’s mogen zonder veel woorden (uitdrukkelijke weerlegging) opzij worden gezet. [7]

De vraag is dus of de alternatieve lezing van Pulatov en de verdediging over de tapgesprekken aannemelijk is. Het antwoord daarop is wat het Openbaar Ministerie betreft: nee. We gaan nader in op de verklaringen van Pulatov en de eerste deceptie-theorie.

4.3.2.3. Verklaringen Pulatov

4.3.2.3.1. Geen verdachtenverhoor

We stellen voorop dat verdachte Pulatov zich nooit rechtstreeks heeft laten bevragen. Hij heeft geen verklaring afgelegd tegenover het JIT of tegenover de Russische autoriteiten. Ook uw rechtbank, de rechter-commissaris of het Openbaar Ministerie hebben Pulatov nooit rechtstreeks vragen kunnen stellen. Terwijl dat bij een verdachtenverhoor wel gebruikelijk is in een strafproces. Dat alleen al is voldoende reden om aan zijn geregisseerde videoverklaringen niet dezelfde bewijskracht te hechten als aan een verklaring van een verdachte die is afgelegd tijdens een kritisch verhoor. Als we vervolgens kijken naar de inhoud van de verklaringen, dan blijken die ook om inhoudelijke redenen ongeloofwaardig.

Zo geeft Pulatov in zijn verklaring van oktober 2020 geen openheid van zaken. Anders dan de verdediging stelt [8] zijn niet alle schriftelijke vragen van het Openbaar Ministerie aan Pulatov gesteld en beantwoord. Vragen die volgens de verdediging te privacygevoelig waren zijn niet aan Pulatov gesteld. Ook ten aanzien van een aantal vragen dat betrekking heeft op andere verdachten, vond de verdediging het ongepast om deze aan Pulatov voor te leggen omdat hij geen getuige is in de zaken van de medeverdachten. Slechts één van die vragen is hem gesteld.Van de mogelijkheid om vragen te beantwoorden in de door uw rechtbank aangegeven setting heeft Pulatov geen gebruik gemaakt. [9] Pulatov laat dus niet het achterste van zijn tong zien.

4.3.2.3.2. Pulatov verklaart niet consistent

En als hij verklaart is hij niet consistent. In zijn eerste video-verklaring van februari 2020 zegt Pulatov dat hij niks te maken heeft gehad met een Buk-systeem en daar nooit over heeft gesproken. Deze verklaring wordt acht maanden later door Pulatov zelf onderuitgehaald. In zijn verklaring van oktober 2020 erkent Pulatov ineens wel dat in telefoongesprekken over een Buk wordt gesproken. Dit betreft volgens hem echter desinformatie. Hij weet niets over het gebruik van een Buk-TELAR in de Donbass. Pulatov verklaart dat hij in juli 2014 ook desinformatie over de Strela-10 in de wereld brengt.

Anders dan de verdediging meent, is deze tweede verklaring van Pulatov evident strijdig met de eerste. Het eerste standpunt dat er niet en het tweede standpunt dat er wel in tapgesprekken over een Buk wordt gesproken, staan lijnrecht tegenover elkaar en sluiten elkaar uit. Op het moment van de eerste verklaring van februari 2020 wist verdachte al waarvan hij werd verdacht. Er was geen enkele belemmering voor Pulatov om direct te erkennen dat er wel was gesproken over een Buk-systeem, maar dat dit in het kader van desinformatie was. Sterker nog, gezien de ernst van de verdenking is het logischer om die uitleg gelijk op tafel te leggen. Dat verdachte hier pas na acht maanden mee komt, als hij en zijn raadslieden kennis hebben genomen van het hele dossier, ondergraaft zijn geloofwaardigheid.

4.3.2.3.3. Pulatov onderbouwt niet

Verdachte onderbouwt zijn latere desinformatie-lezing ook niet. Pulatov bespreekt in oktober 2020 met zijn raadslieden slechts één beweerdelijk desinformatie-gesprek. In het pleidooi komt dit gesprek ook weer naar voren. [10] Het gaat om het in ons requisitoir genoemde gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur tussen Pulatov en Dubinskiy over een kapotte Strela, behoefte aan luchtverdedigingswapens met een groter bereik en geleden verliezen aan de kant van de separatisten. Wij handhaven ons standpunt uit het requisitoir dat dit geen desinformatie-gesprek is. [11] Wij hebben dit uitgebreid onderbouwd onder verwijzing naar veel meer bronnen dan de verdediging aanhaalt in het pleidooi. [12] Daar doet de verklaring van Pulatov niets aan af.

4.3.2.3.2. Pulatov spreekt over Buk na neerschieten MH17

Naast het gebrek aan onderbouwing is er nog een reden om te twijfelen aan deze deceptie-theorie. Namelijk het feit dat Pulatov zelf over een ‘Buk’ spreekt, nadat MH17 is neergeschoten. Te weten in het tapgesprek van 17 juli 2014 om 18:44 uur dat hij met Kharchenko voert. Pulatov heeft het over ‘onze Buk’. In het gesprek van 19:52 uur met Dubinskiy zegt Pulatov op de vraag ‘heeft onze Buk geschoten of niet?’ dat ‘de buk een Sushka [heeft] neergehaald nadat de Sushka de Boeing heeft neergeschoten.’ In deze gesprekken wordt niemand misleid. Als Pulatov in de gesprekken na het neerschieten van MH17 over een reële Buk praat, waarom zou hij daarvoor dan over een niet-bestaande Buk hebben gesproken? Dat is onvoorstelbaar en Pulatov legt ons ook niet uit hoe wij dat zouden moeten rijmen.

4.3.2.3.2. Deelconclusie

De tapgesprekken zijn geen deceptiegesprekken. De door de verdediging als eerste opgeworpen deceptie-theorie dat gesproken werd over een niet-bestaande Buk-TELAR, is niet aannemelijk en schuift het Openbaar Ministerie opzij. Er was een Buk-TELAR en daar was ook behoefte aan.

4.3.2.4. Strela-10 versus Buk-TELAR als luchtafweer

De derde videoverklaring [13] van Pulatov van twee jaar later wordt opgevoerd om de stelling te onderbouwen dat er geen behoefte was aan een Buk-TELAR omdat hun Strela-10 voldoende luchtafweer bood. Deze videoverklaring heeft de verdediging bij pleidooi overgelegd en is niet op zitting getoond.

4.3.2.4.1. ‘Kapotte’ Strela-10 als deceptiestrategie Pulatov

Eerder hebben wij al aangegeven dat er voldoende bewijs is dat de Strela-10 waarover het in het gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur gaat, kapot was. [14] Gelet hierop is de deceptie-theorie van Pulatov dat hij slechts tegenover de vijand voorwendt dat de Strela-10 kapot is, maar dat deze in werkelijkheid wel functioneert, ongeloofwaardig. We gaan verder niet in op de Strela-10 deceptiestrategie omdat het in deze zaak niet gaat om de vraag of er al dan niet een kapotte Strela-10 was. De mogelijkheid om een Strela-10 in te zetten op 16-17 juli 2014 staat immers los van de behoefte aan de inzet van een Buk-TELAR. Uw rechtbank wees daar ook al op. [15] Er hoeft dan ook geen (ervarings)deskundige te worden geraadpleegd over het door Pulatov opgeworpen Strela-10-deceptie-scenario, zoals de verdediging voorstaat. [16]

4.3.2.4.2. Behoefte Buk-TELAR

Het Openbaar Ministerie betwist de stelling van de verdediging dat de eigen luchtafweer van de DPR voldeed. [17] In het requisitoir hebben wij aangegeven dat er in juli 2014 wel degelijk behoefte was aan een zwaarder luchtverdedigingswapen, waarmee vliegtuigen op grotere hoogte konden worden neergeschoten. [18]

De door de verdediging in het pleidooi genoemde tapgesprekken weerleggen niet de conclusie dat de separatisten op 16-17 juli 2014 behoefte hebben aan luchtafweer die op grotere hoogte vliegtuigen kan raken. Zij bevestigen het juist.

[1] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, Hoofdstuk 1.

[2] Pleitaantekeningen 7 maart 2022, randnummer 245 en rechtbank tussenuitspraak 25 november 2020, p. 45.

[3] Rferl.org, ‘Communication breakdown: How Russia’s invasion of Ukraine bogged down’, 19 maart 2022, 22:09 u. Foreignpolicy.com, ‘The Ukrainians are listening’: Russia’s military radios are getting owned’, 22 maart 2022, 17:04 u.

[4] Pleitaantekeningen deel I, 7 maart 2022, randnummers 241-246.

[5] Gerechtshof Amsterdam 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:478.

[6] Requisitoir, par 3.4.1 (Inleiding).

[7] Hoge Raad 16 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3359, Rechtbank Den Haag 16 december 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:18000, CAG Pronken 17 januari 2017, ECLI:NL:PHR:2017:157, Gerechtshof Den Bosch 30 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:242, CAG Paridaens, 18 mei 2021, ECLI:NL:PHR:2021:434, B. Lettinga, Recht doen aan alternatieve scenario’s, Proces 2015, p. 50-61. C.P.M. Cleiren & M.J. Dubelaar, De betekenis van het scenariodenken voor het bewijs op grondslag van de tenlastelegging en de rechterlijke onderzoeksplicht, Strafblad 2014, p. 439-448.

[8] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 113.

[9] Terechtzitting 10 juni 2021, deelvraag 3, deel III van III, p. 167 zittingstekst rechtbank. ‘Het aanbod van de Pulatov om nadere schriftelijke vragen van de rechtbank naar aanleiding van zijn videoboodschap op schrift via zijn advocaten te beantwoorden heeft de rechtbank afgeslagen: bevraging door de rechtbank van een verdachte vindt plaats op een openbare terechtzitting, in aanwezigheid van zijn raadslieden en het Openbaar Ministerie, en zonder bijzondere reden niet op een andere manier.’

[10] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 85 ev.

[11] Requisitoir, par 3.9.5.3.2.1 (Beweerdelijk voorbeeld van desinformatie).

[12] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 90.

[13] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 108, voetnoot 59.

[14] Proces-verbaal zitting 17 juni 2021, bijlage F, (Toelichting OM, Vraag 3- Pulatov en desinformatie),

[15] Proces-verbaal zitting 8 februari 2021, p. 21.

[16] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 117.

[17] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummers 101-103, 108.

[18] Requisitoir, par. 3.3.4.3. (16-17 juli: groeiende behoefte aan sterke luchtafweer).

Het tapgesprek van 11:43 uur op 16 juli 2014 gaat over een hoogvliegende onbereikbare Sushka die vermoedelijk een aanval op Marinovka heeft uitgevoerd. Daar voeren eenheden onder leiding van Kharchenko strijd, dus is het irrelevant dat een van de bellers blijkens de cell-ID in de Luhansk-regio zou zijn. [1] Uit de zin in het gesprek van 11:50 uur die dag met Koreets dat de Sushka van erg grote hoogte (‘very high altitude’) Saur-Mogila raakte blijkt ook voldoende dat de DPR last heeft van hoger vliegende vliegtuigen. [2] Al eerder vandaag hebben we gezegd dat het gesprek van 18:12 uur geen desinformatiegesprek is. [3] Dat betekent dat het gesprek van 18:55 uur over doden en gewonden dat de verdediging in verband daarmee noemt, dat ook niet is. [4] En uit dat gesprek van 18:55 uur en het gesprek van 19:09 uur van 16 juli 2014 is af te leiden dat Dubinskiy is geïnformeerd over aanvallen door Sushka’s van een hoogte van 5 tot 7 kilometer. Daar kan een Strela-10, als deze al werkt, met een hoogtebereik van maximaal 3.500 meter niet tegenop. Een Buk-TELAR wel. In dat laatste gesprek spreekt Dubinskiy ook zoals gezegd, uit dat het fijn zal zijn als hij het voor elkaar krijgt om ’s morgens een Buk te krijgen. Dat Pulatov niet heeft deelgenomen aan deze gesprekken maakt anders dan de verdediging zegt [5] niet uit, omdat Pulatov nauw samenwerkt met Dubinskiy en zij elkaar informeren over de stand van zaken in de strijd. In ieder geval is Pulatov bekend met de aanvallen van grote hoogte, zo blijkt uit de gesprekken van 13:26 uur en 18:12 uur. In het gesprek van 13:26 uur zegt Kharchenko tegen Pulatov dat er een Sushka beweegt en dat die hun van boven te grazen neemt. We laten dit gesprek horen omdat uit de emotie die er uit spreekt duidelijk wordt hoe ernstig de situatie is. In het gesprek van 18:12 uur wijdt Pulatov de verliezen aan luchtaanvallen en artilleriebeschietingen. De luchtaanvallen kwamen naar eigen zeggen van grote hoogte en buiten bereik van hun systemen. Vervolgens geeft Pulatov aan wat zij nodig hebben: ‘lange-afstand artillerie en een deugdelijk luchtverdedigingssysteem’. Hieruit spreekt voldoende dat verdachten, waaronder Pulatov, luchtaanvallen van grote hoogte onvoldoende kunnen pareren. Er is dus anders dan de verdediging stelt wel degelijk een feitelijke grondslag voor deze conclusie van het Openbaar Ministerie. [6] En geen enkele grondslag voor de stelling van Pulatov dat geen behoefte zou bestaan aan een Buk-TELAR.

Wat betreft het door de verdediging genoemde vliegtuig (SU-26M1) dat op 6200 meter zou zijn neergehaald, [7] merken we op dat deze minimale informatie onvoldoende grondslag biedt voor de conclusie dat er geen Buk nodig zou zijn. Uit de taps is immers duidelijk dat de separatisten te kampen hebben met meerdere luchtaanvallen van grotere hoogte.

De verdediging beroept zich er op dat genoemde tapgesprekken alleen bewijswaarde hebben als we de uitleg van de gespreksdeelnemers meenemen in de beoordeling. [8] Zoals hiervoor uiteengezet zijn de verklaringen van Pulatov geen stenen waarop je kunt bouwen. En voor het overige zijn de tapgesprekken in onderling verband en in samenhang met andere onderzoeksresultaten meer dan duidelijk.

Ook uit andere bronnen blijkt van verliezen aan de kant van de DPR en luchtaanvallen. Girkin, die aan het front is, spreekt in een interview aan LifeNews over doden en gewonden aan de kant van de DPR. In een andere reportage van LifeNews, met een interview met Gilazov, waarin het gaat over de inname van Marinovka door de DPR, is een brandend infanterievoertuig te zien waarover wordt gesproken in verschillende tapgesprekken. In de video wordt door de verslaggever gesproken over voortdurend overvliegende Sushka’s. Girkin spreekt in een interview van 20 november 2014 uit dat zij destijds de corridor naar de Russische Federatie gehouden hebben maar met grote verliezen die voornamelijk door luchtaanvallen en artillerievuur werden veroorzaakt.

4.3.2.4.3 Deelconclusie

Er is op 16 juli 2014 behoefte aan zwaarder luchtafweergeschut. Logisch of niet, op 17 juli 2014 staat er daadwerkelijk een Buk-TELAR in Donetsk.

Gelet hierop kunnen de andere door de verdediging opgeworpen theorieën al terzijde worden geschoven. We gaan er toch inhoudelijk op in om duidelijk te maken dat zij echt geen hout snijden.

4.3.2.5 Niet-functionerende Buk-TELAR als onderdeel van militaire deceptie

Op de zitting van 18 maart 2022 komt de verdediging met de lezing dat Pulatov denkt dat de telefoongesprekken van 17 juli 2014 van met name Dubinskiy en Kharchenko die over het vervoer van een Buk lijken te gaan, onderdeel zijn van een militair strategisch plan. Een strategie van militaire deceptie van Dubinskiy en Kharchenko om de Oekraïense strijdkrachten te laten denken dat er een functionerende Buk-TELAR is, terwijl die er in werkelijkheid niet is. Met als doel het afschrikken van de Oekraïense strijdkrachten. [9]

4.3.2.5.1 Geen verklaring van Pulatov

Het Openbaar Ministerie ziet nog geen begin van aannemelijkheid voor deze tweede deceptie-theorie. Deze theorie wordt opgeworpen door de verdediging en is niet door Pulatov zelf naar voren gebracht in een video-verklaring. Gemachtigde raadslieden treden niet op als vertegenwoordigers van de verdachte, zodat hun verklaringen niet kunnen gelden als verklaringen van de verdachte. [10] Door deze regel is gewaarborgd dat de verklaringen en mededelingen van een raadsman niet ten nadele van de verdachte kunnen strekken, bijvoorbeeld door ze als bewijsmiddel tegen de verdachte te gebruiken. [11] Deze regel brengt ook mee dat de raadslieden niet als verklaring van Pulatov naar voren kunnen brengen hoe zij hebben begrepen wat Pulatov denkt of wat hij aan hen heeft uitgelegd. De mogelijkheid dat er een niet-functionerende Buk rondreed is dus slechts een door de verdediging geopperde theoretische mogelijkheid die niet is gebaseerd op een verklaring van verdachte Pulatov. Dit alleen is al voldoende reden om deze theorie als ongeloofwaardig te verwerpen.

4.3.2.5.2 Geen onderbouwing

Ook overigens wordt deze lezing van de tapgesprekken onvoldoende onderbouwd.

Het Openbaar Ministerie ziet geen onderbouwing in de inhoud van door de verdediging in de voetnoot [12] van de pleitaantekeningen genoemde beweerdelijke ‘deceptie’-telefoongesprekken. [13] Zelfs als deze gesprekken van 2 en 13 juli 2014 met woorden als ‘toys’ en ‘boxes’ desinformatie zouden bevatten, dan kan hieruit niet worden afgeleid dat de andere door de verdediging genoemde drie gesprekken van 17 juli 2014 [14] waarin het woord Buk voorkomt, deze tweede deceptie-theorie over een niet-functionerende Buk-TELAR ondersteunen. Enig verband ontbreekt.

Ook zien wij niet hoe het door de verdediging aangehaalde gesprek van 17 juli 2014 om 16:30 uur deze theorie zou kunnen ondersteunen. [15] Dit is het gesprek waaruit blijkt dat ‘Kim’ wacht op een aanval, dat het rustig is en ze klaar zijn en de andere spreker reageert met ‘Well, thank God. Maybe simply intercepted the conversations’. Hieruit is geen ‘militaire deceptie’ te halen.

Het door de verdediging in hun pleidooi aangehaalde deel van het interview van Dubinskiy [16] ondersteunt de tweede deceptie-theorie evenmin. Hieruit blijkt hoogstens in het algemeen dat in tapgesprekken desinformatie wordt verspreid. Dat desinformatie wordt verspreid in tijden van oorlog is echter een punt dat niet ter discussie staat.

De verdediging ziet in de verklaring van getuige V54, die bij het zien van de Buk dacht dat deze was gehaald om indruk te maken, in de afschrikwekkende karakteristieken van de Buk

en in de uitleg van getuigen G9462 en RC02 over de ‘protect’-taak van een Buk-TELAR, aanwijzingen die de mogelijkheid ondersteunen dat een niet-functionerende TELAR werd ingezet in het kader van de militaire deceptie-strategie van Dubinskiy en Kharchenko om de vijand af te schrikken. Niet werkend materieel werd vaker als afschrikmiddel ingezet, ook op initiatief van Kharchenko. Aldus de verdediging. [17]

Het feit dat de verdediging zelf over een ‘mogelijkheid’ spreekt geeft al aan dat dit een loze suggestie is. Het zijn niet eens aanwijzingen, laat staan dat hetgeen is aangevoerd een concrete onderbouwing vormt voor de suggestie dat op en rond 17 juli 2014 als plan van Dubinskiy en Kharchenko een niet-functionerende Buk-TELAR in de DPR zou rondrijden ter afschrikking van de vijand.

Inderdaad zijn Kharchenko en Dubinskiy niet gehoord na verzoek daartoe door de verdediging. [18] De deceptie-theorie over een niet-functionerende Buk-TELAR lag overigens ook niet ten grondslag aan de getuigenverzoeken. Die theorie is pas opgeworpen tijdens het pleidooi. Pas nadat het hele dossier is bestudeerd. En dat is in een zodanig laat stadium dat hieraan geen geloof kan worden gehecht. Los daarvan past het ook niet bij de overige bewijsmiddelen in het dossier die wijzen op een daadwerkelijk ingezette Buk-TELAR.

De verdediging voert verder nog aan dat uit het beeldvergelijkend-onderzoek naar de herkomst van de TELAR niet blijkt dat de TELAR een Russische TELAR is van de 53e Brigade en dat op basis van het onderzoek niet kan worden uitgesloten dat het een niet-functionerende andere TELAR, bijvoorbeeld een Oekraïense, was. [19]

Vooropgesteld wordt dat de enkele aanwezigheid in Oekraïne van al dan niet functionerende TELARs of TELLs op geen enkele wijze kan bijdragen aan de aannemelijkheid van de deceptie-theorie dat verdachten beschikten over een niet-functionerende Buk-TELAR. Het Openbaar Ministerie heeft in het requisitoir uitgebreid uiteengezet via welke stappen de Buk-TELAR is geïdentificeerd. [20] Veel relevanter is dat uit andere bewijsmiddelen dan die voor de identificatie zijn gebruikt, blijkt dat de TELAR waarover verdachten beschikten uit de Russische Federatie kwam, dat deze is gebruikt om een vliegtuig neer te halen en na dat neerhalen weer naar de Russische Federatie werd afgevoerd. [21] Er is dus voldoende bewijs dat MH17 is neergehaald door een Russische Buk-TELAR en dat die Buk-TELAR is te zien op de video’s van 17 en 18 juli 2014. Er is daarentegen geen enkel concreet bewijs dat een andere Buk-TELAR is gebruikt of vervoerd, laat staan een niet-functionerende TELAR.

4.3.2.5.3 Deelconclusie

De tweede door de verdediging opgeworpen theorie van een niet-functionerende Buk-TELAR dient als volstrekt ongeloofwaardig opzij geschoven te worden.

4.3.2.6 Functionerende TELAR is niet gebruikt

Dan de laatste door de verdediging over de Buk-TELAR op zitting naar voren gebrachte theorie. [22] De verdediging schetst een scenario over de gang van zaken op en rond 17 juli 2014 en eindigt met de vraag of het misschien wel zo kan zijn gegaan dat er wellicht een (functionerende) Buk-TELAR was in de omgeving Snizhne-Saur Mogila, maar dat die weer is vertrokken, zonder te zijn gebruikt. [23]

4.3.2.6.1 Pulatov vind het zelf ‘absurd’

Zoals gezegd kan een advocaat niet namens een verdachte verklaren. Met deze derde theorie dat de Buk-TELAR niet zou zijn gebruikt, vliegt de verdediging nog verder uit de bocht. De raadslieden schetsen een theorie die hun cliënt “absurd” vindt. [24] Een theorie van de verdediging die verdachte zelf, met al zijn door de verdediging toegeschreven militaire expertise, volstrekt ongeloofwaardig vindt kan nooit een aannemelijk alternatief scenario opleveren. Daarnaast is ook deze theorie in strijd met een overdaad aan bewijs voor de lancering van een raket door de Buk-TELAR van verdachten, zoals bij requisitoir naar voren is gebracht.

4.3.2.6.2 Deelconclusie

De derde theorie van de verdediging dat de Buk-TELAR van verdachten geen raket heeft afgevuurd dient te worden verworpen.

4.3.2.7 Conclusie alternatieve lezing tapgesprekken

De verdediging heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gesprekken die het Openbaar Ministerie relevant vindt voor het bewijs, desinformatie bevatten. De verdediging is er niet in geslaagd de diverse, onderling strijdige alternatieve theorieën over de Buk-TELAR aannemelijk te maken. Dit betekent dat het hoofdscenario van het Openbaar Ministerie dat de Buk-TELAR op 17 juli 2014 een Buk-raket heeft afgevuurd waarmee MH17 is geraakt ook na dit deel van het pleidooi overeind blijft.

4.3.3 Overig bewijs voor afvuurlocatie

Tot zover Pulatovs uitleg van de tapgesprekken. Daarnaast heeft de verdediging vijf dagen lang bepleit dat ook het overige bewijs voor de ten laste gelegde afvuurlocatie tekort schiet. [25] Dit standpunt leunt op vier pijlers. De eerste is dat al het tactische bewijs voor een lancering vanuit de omgeving van Pervomaiskyi onbetrouwbaar is en van het bewijs moet worden uitgesloten. [26] De tweede is dat het schadebeeld van MH17 niet verenigbaar is met een lancering vanuit de omgeving Pervomaiskyi. Oftewel: dat het landbouwveld bij Pervomaiskyi niet de afvuurlocatie kán zijn. [27] De derde pijler is dat bewijs dat je zou verwachten, ontbreekt. En de laatste dat een ander scenario aannemelijk is en niet door het beschikbare bewijs zou worden uitgesloten, namelijk het scenario dat vanuit de omgeving van Zaroshchenske door een Oekraïense TELAR een Buk-raket is afgevuurd op Air India, waarna MH17 is geraakt. [28]

Uit onze reactie zal blijken dat alle vierde pijlers op drijfzand zijn gebouwd en geen stand kunnen houden. Wij zullen de in dit verband gevoerde verweren bespreken en beginnen met het bewijs dat volgens de verdediging moet worden uitgesloten omdat het onbetrouwbaar zou zijn.

4.3.3.1 Betrouwbaarheid belastend bewijs voor afvuurgebied

We beginnen met de stelling van de verdediging dat het belastend bewijs voor een lancering vanaf een landbouwveld bij Pervomaiskyi onbetrouwbaar zou zijn. Daarvoor zouden verschillende redenen zijn, die elkaar ondersteunen en versterken.

4.3.3.1.1 M58

Eén daarvan is de verklaring van ooggetuige M58. M58 is een Russisch staatsburger. In september 2018 wendt hij zich per email tot het JIT met de mededeling dat hij getuige is geweest van het neerhalen van ‘Boeing MH17’ door een Buk. Daarna is hij verschillende keren gehoord: door het onderzoeksteam, door de rechter-commissaris in het kader van het vooronderzoek en daarna nogmaals door de rechter-commissaris in bijzijn van de verdediging en het Openbaar Ministerie. Dit laatste verhoor besloeg maar liefst vier dagen.

Kort samengevat verklaart M58 dat hij medio juli 2014 meevocht aan de zijde van de DPR. Daags voordat MH17 wordt neergehaald, arriveert hij met andere strijders bij het landbouwveld bij Pervomaiskyi. Op de dag dat MH17 wordt neergehaald ziet hij dat vanaf dit veld een groot vliegtuig wordt neergehaald door een Buk-TELAR. In eerste instantie is iedereen blij, omdat men denkt een vliegtuig van de vijand te hebben neergehaald. Dit verandert wanneer duidelijk wordt dat het neergehaald vliegtuig een burgervliegtuig is.

Volgens de verdediging zijn de verklaringen van M58 onbetrouwbaar en kunnen zij om die reden niet voor het bewijs worden gebruikt. [29] De verdediging stelt dat zijn verklaringen ongeloofwaardig, innerlijk tegenstrijdig, aantoonbaar onjuist of onmogelijk juist en oncontroleerbaar zijn. Of dat zij juist zijn ingegeven door de vragen van verhoorders of door verstrekte informatie tijdens verhoren, persconferenties of uit andere bronnen. [30] Daarbij beroept de verdediging zich op een rapport van een Nederlandse rechtspsycholoog die de verklaringen van M58 heeft beoordeeld. [31]

Wij zullen eerst ingaan op het rapport van de rechtspsycholoog. Daarna staan wij nogmaals stil bij onze eigen beoordeling van de betrouwbaarheid van M58, waarin wij ook ingaan op enkele stellingen van de verdediging.

4.3.3.1.1.1 Rapport rechtspsycholoog

De verdediging heeft aan de rechtspsycholoog gevraagd of hij de kwaliteit van de verhoren kon beoordelen, alsmede ‘de uitkomsten van die verhoren in termen van consistentie en validiteit’. [32] Dit verzoek heeft geleid tot een lijvig rapport. De conclusie van dit rapport luidt dat de rechtspsycholoog meer aanwijzingen heeft gevonden dat M58 op andere gronden dan zijn geheugen heeft verklaard, dan dat diens verklaring een waarheidsgetrouwe weergave is van wat hij heeft gezien en gehoord. [33]

Deze rechtspsycholoog is geen onbekende. Hij heeft in verschillende strafzaken als deskundige gerapporteerd en is werkzaam voor een instituut (de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken) dat adviezen uitbrengt aan de politie en het Openbaar Ministerie. Er was dus alle reden om zijn rapport serieus te nemen.

Een deel daarvan is ook zeker dienstig bij de beoordeling van de verklaring van M58. Dat betreft het algemeen deel, waarin de rechtspsycholoog een overzicht geeft van de beschikbare wetenschappelijke literatuur. [34] Zo is zijn bespreking van de wijze waarop herinneringen worden gevormd zonder meer van belang. Daarin benoemt de rechtspsycholoog dat gaten tussen waarnemingen vaak worden opgevuld om een verhaal te vertellen. Dat gebeurt door zelf logische conclusies te trekken (‘logische inferenties’) en eigen interpretatie. [35] Verder wijst de rechtspsycholoog erop dat inconsistenties in opeenvolgende verklaringen de regel zijn en op zichzelf geen aanwijzing voor een onjuiste verklaring. Juist als een getuige telkens hetzelfde verhaal vertelt, kan dat een aanwijzing zijn dat hij liegt. Alleen bij grotere inconsistenties is er reden voor zorg over het waarheidsgehalte van de verklaringen. [36] Zulke fenomenen zijn algemeen bekend en worden door strafrechters betrokken bij de beoordeling van getuigenverklaringen. [37]

Op dit algemene beoordelingskader van de rechtspsycholoog hebben wij dus niets aan te merken. Anders ligt dat voor zijn eigen onderzoek van de verklaringen van M58. Bij nadere bestudering daarvan hebben wij moeten vaststellen dat de rapporteur het vooral tot zijn taak heeft gezien om aan te tonen dat de politie zijn werk niet goed zou hebben gedaan, in plaats van het verloop van de verhoren met open en onbevangen blik te beoordelen. Ook lijkt de rechtspsycholoog er meer op uit te zijn om de onbetrouwbaarheid van de verklaringen van M58 vast te stellen dan de herinnering van de getuige overeenkomstig zijn eigen beoordelingskader en naar menselijke maat te toetsen. Daarbij geeft de rechtspsycholoog een onjuiste weergave van de gang van zaken tijdens de verhoren én van de door M58 gegeven antwoorden of door hem verstrekte informatie. Verder meet de rapporteur zichzelf in zijn eindconclusie een oordeel aan over de geloofwaardigheid van de verklaringen van M58, [38] terwijl hij in de inleiding van zijn rapport uitdrukkelijk stelt dat hij daar niet in kan treden, omdat dit aan de rechter moet worden gelaten. [39]

Het is niet de eerste keer dat deze rechtspsycholoog blijk geeft van vooringenomenheid jegens de politie en een verkeerde weergave van de stukken waarop hij zijn rapport baseert. In 2017 heeft hij een rapport uitgebracht over de verklaringen van een moordverdachte. Voor zijn aanhouding had deze verdachte tegenover anderen bekend dat hij iemand vermoord had en dat hij hierover in gewetensnood zat. Later is hij aangehouden voor die moord en heeft hij tijdens verschillende politieverhoren ontkend. Vervolgens is de verdachte in vrijheid gesteld. Enige tijd na zijn vrijlating heeft hij zichzelf bij de politie gemeld en gelijk verklaard dat hij het slachtoffer wel degelijk had doodgeschoten. Volgens de rechtspsycholoog zou die bekentenis zijn ingegeven door de politie. Met die conclusie maakt gerechtshof Den Bosch korte metten: volgens het hof blijkt dat niet uit de verhoren waarop de deskundige zijn conclusie baseert. Verder overweegt het gerechtshof in deze zaak dat het “erop [lijkt] dat de deskundige zich gaandeweg het rapport meer tot zijn taak heeft gezien aan te tonen dat de politie in het onderzoek van deze zaak broddelwerk heeft verricht, dan zich te concentreren op de vraagstelling van het gevraagde onderzoek”. In de uitspraak geeft het gerechtshof verschillende voorbeelden van vooringenomenheid van de rechtspsycholoog jegens de politie en feitelijke onjuistheiden in zijn rapport. Daarbij merkt het hof op dat dit overzicht “niet uitputtend” is. [40] In cassatie heeft de Hoge Raad deze beoordeling in stand gelaten. [41]

Hetzelfde zien wij terug in het rapport van deze rechtspsycholoog over de verklaringen van M58. Net als gerechtshof Den Bosch in die andere zaak zullen wij hier enkele voorbeelden van geven. Ook wij merken hierbij op dat dit overzicht niet uitputtend is.

Ten eerste noemen wij de onvolledige en zelfs suggestieve weergave van de inhoud van de email waarmee M58 voor de eerste keer contact legt met het onderzoeksteam. Volgens de rechtspsycholoog schrijft M58 hierin dat “hij in de buurt [was] van het dorp Snizhne bij een checkpoint, waar niet geschoten werd, toen het vliegtuig werd neergehaald. ‘In de schaduw van de bomen stond een voertuig, zoals later bleek, was dat een Buk’”. [42] Tot zover de samenvatting van het eerste bericht van M58. In werkelijkheid beschreef M58 in zijn eerste contact met de politie dat hij naar andere posities werd geleid, waar het rustig was en waar niet geschoten werd. Nadat hij heeft benoemd dat in de schaduw van de bomen een Buk stond, schrijft hij dat ze in de buurt van Snizhne verbleven, dat daar een checkpoint was, dat daar een vliegtuig over vloog en de Buk dat vliegtuig neerschoot. Ook schrijft hij dat werd gezegd dat ‘onze mensen van de FSB’ in die Buk zaten en dat zij een militair vliegtuig hadden neergehaald, maar dat na een aantal uren bleek dat het om een burgervliegtuig ging. Kortom: de rechtspsycholoog laat de belangrijkste informatie uit de email van M58 onbenoemd – zijn waarneming van het neerschieten van een vliegtuig met een Buk dat later een burgervliegtuig bleek - en wekt de indruk dat M58 geschreven heeft dat er niet geschoten is op de plek waar hij zich bevond.

Naar aanleiding van zijn email wordt M58 gehoord. Over dat eerste verhoor stelt de rechtspsycholoog dat de verhoorder M58 niet heeft gevraagd naar het vrije verhaal, maar dat hij meteen begon met het stellen van directe vragen. [43] Dit is niet waar. De eerste inhoudelijke vraag in dit verhoor luidt: “Misschien kunt u dan in uw eigen woorden vertellen waar u was, wat u gezien hebt, wat u gehoord hebt, dus bij deze kunt u uw eigen verhaal beginnen. En mede aan de hand van uw verhaal kan het dan zijn dat ik wat verduidelijkingsvragen ga stellen.” [44]

De rechtspsycholoog stelt verder dat de verhoorder tijdens dit verhoor dingen heeft aangenomen, die de getuige niet gezegd zou hebben. Zo schrijft hij dat de verhoorder aannam dat de getuige in het veld stond van waar de raket zou zijn afgeschoten. [45] Dit heeft de getuige niet verteld en dit heeft de verhoorder ook niet aangenomen. In het verhoor heeft de getuige het over de plaats waar hij een Buk zag. “Het was onder de stad. Het was in het veld.” En dit wordt door de verhoorder geverifieerd: “OK. Begrijp ik het goed dat het, als u zegt, stond in het veld (…)?”Met ‘het’ bedoelde de verhoorder dus de eerder door M58 genoemde Buk.

Over het tweede verhoor van M58 schrijft de rechtspsycholoog dat dit aanvangt met een onjuiste samenvatting van het eerste verhoor. De rechtspsycholoog citeert de samenvatting van de verhoorder en schrijft vervolgens dat niet kan worden uitgesloten dat dit is gezegd door M58, maar dat daar dan niets van op papier terecht is gekomen. [46] Als voorbeeld benoemt de psycholoog onder meer dat de naam Dixon niet in het eerste verhoor zou voorkomen. In antwoord op de vraag wie zijn leidinggevende was, antwoordde M58 in het eerste verhoor echter: “De leidinggevende van onze verkenningsgroep was Dikson/Dixon, dat is zijn callsign.” In een voetnoot hebben wij de volledige samenvatting van het eerste verhoor opgenomen, inclusief de vindplaatsen voor de verschillende elementen uit die samenvatting. Wie stelt dat niets van wat in die samenvatting is te lezen op papier is gekomen, heeft die eerste verklaring niet gelezen. De suggestie van de rechtspsycholoog dat de samenvatting veelal nieuwe informatie bevat die door verhoorder aan M58 is verstrekt, [47] vindt geen steun in de onderliggende stukken.

Vervolgens stelt de rechtspsycholoog dat het derde verhoor begint met een spontane aanpassing van het verhaal van de getuige. Die verklaring zou ‘drastisch verschillen’ van de eerdere verklaring. Later spreekt de psycholoog over ‘druppelsgewijze aanpassingen’. Onbekend zou zijn waarom getuige met deze aanvullingen is gekomen en naar de reden zou niet zijn gevraagd.Ook deze zienswijze volgen wij niet. In het tweede verhoor is aan M58 duidelijk gemaakt dat het noodzakelijk is om zijn verklaring te kunnen toetsen. Hem is gevraagd nadere informatie te verstrekken, zoals namen, telefoonnummers en/of contactgegevens van medestrijders, zijn eigen telefoonnummers, foto’s enzovoorts. M58 is dus aan het denken gezet. Dit heeft ertoe geleid dat M58 tussen het tweede en derde verhoor (en ook nadien) aanvullende informatie aan het JIT heeft verstrekt. Informatie waarom verzocht was, zoals contactgegevens van medestrijders en zijn eigen telefoonnummer uit 2014. Ook is hem gevraagd om aanvullende antwoorden te geven op tijdens het verhoor gestelde vragen en dingen die M58 zich alsnog herinnerde. De stelling van de rechtspsycholoog dat onbekend zou zijn waarom getuige met deze aanvullingen is gekomen, kunnen wij dus niet volgen. Wij zien in de berichten juist dat M58, naar aanleiding van vragen tijdens het verhoor, steeds verder graaft in zijn geheugen en zich daarbij steeds meer herinnert. Dit leidt inderdaad tot aanvullingen op de eerdere verklaringen; het plaatje wordt steeds helderder en het verschaft ons steeds meer inzicht in de gedragingen en verplaatsingen van M58 in de tijd dat hij in de DPR verbleef.

De rechtspsycholoog lijkt het zicht op wat aan M58 gevraagd is en wat in reactie daarop door hem is verklaard, echter volledig kwijt. Aan het einde van het vierde verhoor zegt de verhoorder: “Het zal mij wel wat waard zijn als u voor zichzelf nog een keertje zoveel mogelijk bijzonderheden opschrijft van wat u die dag gedaan hebt. Ook details (…) Misschien dat u zoveel mogelijk erover kunt nadenken en dat voor uzelf op kunt schrijven, want voor ons kan alles van belang zijn.” De rechtspsycholoog schrijft op meerdere plekken in zijn rapport dat M58 al eerder zou hebben verklaard aantekeningen te hebben gemaakt en dat afgesproken zou zijn dat M58 foto’s van die aantekeningen zou maken en zou opsturen. [48] In de eerste drie verklaringen komt het woord ‘aantekeningen’ niet één keer voor. Er staat ook niets in de verklaringen waaruit kan worden opgemaakt dat M58 is verzocht om van die reeds gemaakte aantekeningen foto’s te maken. Wél refereert M58 in zijn derde verklaring aan details die hij zich nog herinnert, die hij heeft opgeschreven en aan foto’s die hij naar het onderzoeksteam heeft gestuurd. Hij verwijst hier dus naar de informatie die hij buiten de verhoren om (via email of chats) aan het onderzoeksteam heeft verzonden en waarover de psycholoog beschikt.

De psycholoog schrijft desondanks dat hij de ‘aantekeningen’ van M58 niet heeft aangetroffen, [49] daarmee op zijn minst suggererend dat M58 zijn afspraken niet nakomt. Later schrijft hij zelfs dat dit ‘de eerste van twee grote tegenstrijdigheden in de verklaringen van M58’ is: eerst verklaren over aantekeningen en later ontkennen dat die überhaupt zijn gemaakt. [50] Terwijl dit laatste ziet op het ontkennende antwoord op de vraag van de rechter-commissaris of M58 een dagboek heeft bijgehouden. Het beeld dat hier van M58 wordt geschetst, doet geen recht aan de feitelijke gang van zaken tijdens de verhoren.

De tweede beweerdelijke grote tegenstrijdigheid in de verklaringen van M58 zou zijn dat hij zou hebben ontkend andere bronnen van wetenschap te hebben dan zijn geheugen. Zo zou hij in zijn derde verhoor hebben gezegd dat hij geen informatie heeft opgezocht en niet wist van Bellingcat of het JIT. [51] Maar dit heeft M58 helemaal niet gezegd. Aan M58 is gevraagd of alles wat hij nu heeft verteld zijn eigen herinneringen zijn, of dat hij bijvoorbeeld wel eens op internet heeft gekeken of ooit rapportages van bijvoorbeeld Bellingcat, Novaya Gazeta of The Insider heeft gelezen? Het letterlijke antwoord van M58 luidt: “Nee, ik heb het niet gelezen. Ik wist niet eens dat het ergens stond. Ik weet van uw onderzoek naar deze zaak in Nederland. M58 zegt dus dat hij geen reportages heeft gelezen van Bellingcat, Novaya Gazeta en The Insider, maar weet van het bestaan van het Nederlandse onderzoek. En anders dan de psycholoog stelt, heeft M58 er nooit een geheim van gemaakt dat hij in relatie tot MH17 ook publicaties en video’s op internet heeft gezien. Hij heeft dat niet alleen benoemd in verhoren, maar heeft ook tijdens verhoren gezocht naar video’s en informatie die hij eerder heeft gezien. Hij is dus juist heel open geweest over hetgeen hij op internet heeft gezien en gelezen. Van een ‘tweede grote tegenstrijdigheid’ zoals de rechtspsycholoog stelt is dus geen sprake.

In relatie tot een ander verhoor (Primo-14140) schrijft de rechtspsycholoog dat M58 sprak over ‘het kruispunt en de gebeurtenissen daar op 14 juli, toen hij aankwam’. De verhoorder zou telkens geprobeerd hebben M58 te laten verklaren over dat kruispunt op 17 juli 2014. [52] Ook hier slaat de psycholoog de plank mis. In niet één van de vele verklaringen zegt M58 dat hij op 14 juli 2014 bij het kruispunt was. Als hij over 14 juli verklaart, heeft M58 het over Marinovka.

En als M58 het over een bus met locals heeft, is dat in relatie tot ‘de dag waarop MH17 is neergeschoten’ en ‘het kruispunt’. Hij tekent deze bus ook bij het kruispunt. Dat de rechtspsycholoog zich afvraagt of de bus met locals op 14 of 17 juli 2014 is aangekomen en daarbij opmerkt dat op dit punt niet is doorgevraagd, [53] zegt meer over de psycholoog dan over de verhoorders of M58.

De rechtspsycholoog heeft het verder nog over ergernissen bij de verhoorders. [54] Waar de psycholoog vandaan haalt dat sprake was van ergernissen, is ons onbekend.

Ook stelt de rechtspsycholoog dat de verhoorders zouden twijfelen aan de geloofwaardigheid van M58. M58 zou zich vaak pas dingen herinneren nadat hem informatie is voorgehouden. Als voorbeeld benoemt hij dat een van de verhoorders heeft gezegd dat het hem zorgen baart dat ze nu zelf met informatie moeten komen en dat M58 het zich dan pas herinnert. M58 reageert hierop met de opmerking: “Ziet u, als u iets zegt, dan komt er weer iets of iemand in mijn herinnering terug.” [55] Deze passage gaat over de inhoud van een chat die M58 vier jaar eerder heeft gevoerd met DPR-strijder Ryazan. Een chat waar M58 überhaupt geen levendige herinneringen aan had, zo blijkt als de hele verklaring wordt gelezen. Zeven pagina’s eerder is namelijk aan M58 gevraagd of hij contact heeft gehad met Ryazan. M58 beaamt dat hij contact heeft gehad met Ryazan, mogelijk via VK: hij kon hem vinden op VK. Misschien heeft er een berichtenwisseling plaatsgevonden. Maar zeker weten doet hij dit dus niet. Vervolgens wordt M58 geconfronteerd met een chat die hij (inderdaad) via VK heeft gevoerd en worden hem vragen gesteld over de inhoud van die chat, die hij vervolgens beantwoordt. De opmerking van de verhoorders komt dus helemaal niet voort uit twijfels over de geloofwaardigheid van M58, maar uit de wens om liever geen informatie te geven zodat de getuige uit eigen wetenschap verklaart. De rechtspsycholoog leest dingen in de verklaring, die er niet zijn.

En hij leest dingen, die er niet staan. Zo schrijft de rechtspsycholoog dat hem de volgende opmerking van de teamleider opviel: “De afgelopen dagen werd je door [zwart gemaakt] geld geboden of anderszins iets toegezegd om die verklaring af te leggen?” [56] Terwijl in het verhoor wordt gezegd: “De afgelopen dagen werd je door [zwart gemaakt] verhoord. Hebben ze ooit beloften gedaan of geld geboden of anderszins u iets toegezegd om deze verklaring af te leggen?” Een vraag die M58 met ‘nee’ beantwoordt, maar daar gaat het nu niet om. Waar het wel om gaat, is dat de rechtspsycholoog met dit volgens hem ‘opvallende’, maar onvolledige citaat ruimte laat voor de interpretatie dat getuige vóór zijn verhoor geld is geboden of een toezegging is gedaan om een verklaring af te leggen. Wat er volgens de rechtspsycholoog dan verder zo ‘opvallend’ zou zijn aan deze opmerking van de teamleider, die juist controleert óf M58 wel in volledige vrijheid en op eigen initiatief verklaart, wordt in het rapport niet uitgelegd. Maar daarmee wordt wel de suggestie van onvolkomenheden voorafgaand aan dit verhoor versterkt.

En dit is niet de laatste slordigheid die wij hebben aangetroffen. Het rapport bevat meer feitelijke onjuistheden en aannames, die geen grondslag vinden in de onderliggende stukken. Wij hebben deze opgenomen in bijlage I.

Vanwege de vele geconstateerde feitelijke onjuistheden en aannames kan het rapport op geen enkele wijze steun bieden aan het standpunt van de verdediging dat de verklaringen van M58 onbetrouwbaar zouden zijn.

4.3.3.1.1.2 Betrouwbaarheid M58

Als wij vervolgens zelf, mede op basis van de door de rechtspsycholoog aangehaalde wetenschappelijke literatuur en in relatie tot de overige informatie in het strafdossier, naar de verklaringen van M58 kijken, kunnen wij die alleen maar als betrouwbaar aanmerken.

Ten eerste kijken wij – in lijn met het toetsingskader van uw rechtbank [57] - naar de persoon van de getuige. Dan stellen wij vast dat M58 aan de zijde vocht van de DPR en ook tijdens zijn verhoren onverminderd pro-Russisch is gebleven. Hij is nog steeds bevriend met andere DPR-strijders. M58 verklaart dat hij Oekraïne niet vertrouwt, maar dat hij wil dat mensen de waarheid weten. Verder ondervindt hij grote gevolgen van het afleggen van zijn verklaring. Zijn eigen vrouw beschouwde hem als een landverrader en zijn huwelijk is nu voorbij. M58 zit in getuigenbescherming en moet vrezen voor zijn veiligheid. Hij heeft, kortom, geen enkel belang bij het afleggen van zijn verklaring. Sterker nog, daarbij had M58 niets te winnen en alles te verliezen.

Ten tweede is er de totstandkoming van zijn verklaring. Daarvan is zijn eerste email aan het onderzoeksteam het vertrekpunt. Daarin noemt M58 al de belangrijkste elementen van zijn waarnemingen: dat hij bij een checkpoint in de buurt van Snizhne heeft gezien hoe een Buk een vliegtuig neerschoot, dat eerst gezegd werd dat ‘hun mensen’ een militair vliegtuig hadden neergehaald, maar enkele uren later bleek dat het om een burgervliegtuig ging. Over die elementen is hij uitgebreid doorgevraagd. Het verloop van de verhoren is gedetailleerd vastgelegd. Van onoverkomelijke vertaal- of communicatieproblemen is niet gebleken. In sommige verhoren zijn meer gesloten vragen gesteld, maar daarmee werd M58 niet in een nieuwe richting gestuurd. Die vragen waren vaak ingegeven door de wens van de verhoorder om M58 niet onnodig te laten uitweiden en sloten aan bij wat hij zelf al eerder had verklaard. Daarbij moet bedacht worden dat de eerste contacten met M58 via een telefoonverbinding moesten plaatsvinden, die omwille van de veiligheid niet te lang konden duren en soms onderbroken werden door technische problemen.

Met de verdediging stellen wij vast dat M58 nog vóór het opstellen van zijn email aan het onderzoeksteam en afleggen van zijn verklaring kennis kan hebben genomen van open bronnen over de toedracht van het neerschieten van MH17. Ondanks die mogelijkheid van voorafgaande beïnvloeding, zien wij hiervoor toch vooral contra-indicaties. Daarvoor bevat de verklaring van M58 nu eenmaal teveel opmerkelijke en (van die open bronnen) afwijkende details, die alleen maar als authentiek kunnen worden aangemerkt. Bijvoorbeeld zijn verklaring dat hij net als de andere DPR-strijders eerst blij was dat ze een militair vliegtuig hadden neergeschoten en een aantal van hen is weggereden naar de plek waar het vliegtuig was neergekomen, maar dat zij een paar uur later somber terugkwamen, dat één van hen aan M58 vertelde dat er allerlei kinderspeelgoed lag en dat iedereen daar kapot van was. Tijdens de verhoren werd M58 nog steeds emotioneel als hij over dat kinderspoelgoed sprak. Verder valt op dat M58, ondanks alle nieuwsberichten over MH17, verklaart dat dit in zijn herinnering op 16 juli 2014 is gebeurd en dat hij moeite heeft om de afvuurlocatie duidelijk in te tekenen. Ook dat zijn contra-indicaties voor beïnvloeding. M58 was voordat hij zich aansloot bij de DPR nog nooit in dit betreffende gebied in Oost-Oekraine geweest en heeft aangegeven moeite te hebben met richtingen. In zijn herinnering was het in elk geval ten zuiden van Snizhne. Die plaats noemde hij al in zijn email en in zijn eerste verhoren vertelt hij verder: “Ik weet niet hoe dat gebied heet waar wij ons toen bevonden, maar het was onder het stadje Snizhne. Daar stond een blockpost.” Hier spreekt een zelfkritische getuige die niet meer wil verklaren dan hij zich kan herinneren. Verder is het opmerkelijk dat M58 blijft volhouden dat hij zelf heeft gezien dat de raket het vliegtuig trof, terwijl publiek bekend is dat MH17 zich op 10 kilometer hoogte bevond en dus buiten zijn gezichtsveld. Die herinnering kan alleen maar een vergissing zijn, want waarom zou M58 hierover zo aantoonbaar liegen? Een vergissing, die mogelijk is ingegeven door het door de rechtspsycholoog genoemde fenomeen van logische invulling: M58 zag dat er een Buk-raket werd afgevuurd en werd geconfronteerd met de gevolgen van het neergeschoten toestel. Het gat tussen die waarnemingen – dat MH17 op 10 kilometer hoogte getroffen werd – heeft M58 in zijn geheugen zelf ingekleurd. Dat is een volstrekt menselijk, en wetenschappelijk onderkend, fenomeen. Een aanwijzing voor een “valse herinnering”, zoals de verdediging het noemt, [58] is het nu juist niet. Evenmin doet het afbreuk aan de rest van zijn verklaring. Het bevestigt juist dat M58 vanuit zijn eigen, menselijk feilbare geheugen verklaart en ook dit is een contra-indicatie voor beïnvloeding.

Ten derde kan de verklaring van M58 op verschillende, specifieke onderdelen worden getoetst aan andere, objectieve bronnen. Dat levert vooral bevestiging op van zijn verklaring. Zo verklaart M58 dat hij wel eens gebruik mocht maken van de telefoons van twee medestrijders genaamd Ivan en Arthur. Het gaat om personen die geen enkele rol spelen in ons onderzoek en van wie nooit tapgesprekken op internet zijn geplaatst. M58 verstrekt de telefoonnummers en bij controle van de telecomdata blijken deze Ivan en Arthur inderdaad incidenteel als B-partij over de tap te komen.

Ten vierde zijn verklaringen van M58 op de belangrijkste onderdelen, tijdens een groot aantal verhoren, consistent. Daarin blijven de belangrijkste elementen van zijn waarnemingen hetzelfde: dat hij bij een checkpoint in de buurt van Snizhne heeft gezien hoe een Buk een vliegtuig neerschoot, dat eerst gezegd werd dat ‘hun mensen’ een militair vliegtuig hadden neergehaald, maar enkele uren later bleek dat het om een burgervliegtuig ging. Dat M58 tijdens al die verhoren met verschillende personen en over verschillende onderwerpen op ondergeschikte punten soms wisselende antwoorden geeft, is menselijk. Ook dat is een wetenschappelijk bekend fenomeen, dat geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van zijn verklaring. Tijdens het laatste verhoor, in bijzijn van de verdediging en het Openbaar Ministerie, benoemde M58 hoe hij door het tijdsverloop steeds meer vergat en kon hij niet altijd meer bevestigen wat hij zich tijdens eerdere verhoren nog wel kon herinneren. In een ander geval vroeg hij zichzelf af hij geen dingen had ingevuld. Zo verklaarde M58 tijdens zijn laatste verhoor over het landbouwveld waar hij de lancering had gezien: “Ik heb tegen de politie gezegd dat het verbrand was, geschroeid, maar ik denk dat dit eigenlijk niet zo was. Dat ik dit erbij heb bedacht.” [59] Openhartiger kan een getuige haast niet zijn. Als ergens al uit blijkt dat M58 niets wil verklaren wat hij zich niet écht kan herinneren, is het deze passage wel. Dat maakt nog eens duidelijk hoe zelfkritisch deze getuige is.

Het Openbaar Ministerie vindt, kortom, de verklaringen van M58 betrouwbaar. Er is geen enkele reden om de verklaring van M58 in twijfel te trekken. Laat staan om die verklaring, zoals de verdediging verzoekt, uit te sluiten van het bewijs. Zijn verklaring is op zichzelf al overtuigend en vindt bovendien ruim steun in andere bewijsbronnen. Uw rechtbank kán ervoor kiezen om de verklaring van M58 niet voor het bewijs te gebruiken, omdat er meer dan voldoende andere bewijsmiddelen zijn dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanaf een landbouwveld bij Pervomaiskyi, maar niet omdat die verklaring ongeloofwaardig is. Daarvoor ontbreekt namelijk iedere grond.

4.3.3.1.2 X48

Dan getuige X48. Deze getuige heeft verklaard dat hij op 17 juli 2014 zag dat er vanaf het landbouwveld bij Pervomaiskyi een vliegtuig is neergeschoten met een Buk-systeem.

4.3.3.1.2.1 Afscherming X48

Van deze getuige is de identiteit afgeschermd. Opnieuw: we spreken om praktische redenen over een ‘hij’, zonder daarmee aan te duiden of het een man of een vrouw is. Voor deze afscherming bestaat alle reden. Al vroeg in het onderzoek was duidelijk dat de Russische staat er niet voor terugdeinst om zich actief met de richting van het onderzoek te bemoeien. Verder is de afgelopen jaren in verschillende Europese landen gebleken dat de arm van de Russische veiligheidsdiensten FSB en GRU ver reikt. [60] Het is algemeen bekend dat deze diensten kunnen hacken en afluisteren en toegang hebben tot talloze informatiesystemen. Getuigen in deze zaak, die bereid zijn om over onderwerpen te verklaren die niet passen in het narratief van gewapende groepen in Oost-Oekraïne en de Russische staat, moeten vrezen voor represailles. Reden dus om ingrijpende maatregelen te nemen om de identiteit van getuigen zoals X48 af te schermen.

Die afscherming ligt in handen van de rechter-commissaris. Ook wij, zaaksofficieren van justitie, weten niet wat X48 allemaal aan de rechter-commissaris heeft verteld en welke onderdelen van de verklaring omwille van de veiligheid van de getuige moesten worden afgeschermd. Wel kunnen wij ons voorstellen waarom getuigen als X48 door de bekendmaking van bepaalde informatie in gevaar kunnen komen. Zo moest bijvoorbeeld worden afgeschermd wanneer deze getuige werd gehoord, omdat – zo kunnen wij ons voorstellen - X48 op basis van een verhoordatum eenvoudiger zou kunnen worden getraceerd en geïdentificeerd, bijvoorbeeld op basis van vervoers- en grenscontrolegegevens. Ook kunnen wij ons – zonder kennis van de ongezwarte versie van het proces-verbaal van verhoor van X48 – voorstellen waarom de rechter-commissaris nadere informatie over personen op het checkpoint (in proces-verbaal van verhoor “blokkadepost” genoemd) heeft gezwart. Denk in de Nederlandse situatie bijvoorbeeld aan een getuige van een liquidatie, die samen met vrienden op een terras zit en vanaf dat terras ziet hoe iemand op straat wordt doodgeschoten. Alleen al op basis van de naam van dat café en het aantal vrienden waarmee hij samen aan een tafel op dat terras zat, zou achterhaald kunnen worden wie deze getuige is. Hoe groter de kring van potentiële getuigen, hoe kleiner de kans op identificatie van de getuige die een verklaring heeft afgelegd. In dat geval zal de rechter-commissaris moeten beoordelen of onderdelen van de getuigenverklaring, zoals de naam en locatie van het café en de grootte van de vriendengroep van de getuige, moeten worden afgeschermd of niet. Dit lijkt ons voor iedereen begrijpelijk.

Toch valt het volgens de verdediging “met geen mogelijkheid in te zien” waarom het aantal personen dat bij X48 aanwezig was bij het checkpoint zou moeten worden afgeschermd (deel IV.III, 24 maart 2022, randnummer 357). Opnieuw is er onbegrip bij de verdediging over veiligheidsmaatregelen, die in deze zaak helaas noodzakelijk zijn. Dat onbegrip merkten wij al eerder op. De officier van justitie heeft toen aangeboden om hierover buiten de zittingzaal nog eens in bredere zin met de raadslieden van gedachten te wisselen. Op dat aanbod is de verdediging niet ingegaan. In plaats daarvan heeft zij bij pleidooi een afgeschermd onderdeel van de verklaring van X48, dat door een vergissing van de rechter-commissaris onder ogen van de raadslieden is gekomen, aan uw rechtbank aangeboden en inhoudelijk op zitting besproken. [61] Daarmee heeft de verdediging veiligheidsrisico’s genomen die het zelf, zonder kennis van de volledige verklaring, identiteit en achtergronden van X48, niet kan overzien en die het vooraf met de rechter-commissaris, die deze kennis wel heeft, had moeten bespreken.

4.3.3.1.2.2 Bewijsuitsluiting van verklaring X48?

Volgens de verdediging mag de getuigenverklaring van X48 niet voor het bewijs worden gebruikt. Daarbij beroept de verdediging zich op de wetsgeschiedenis (pleitaantekeningen, 24 maart 2022, deel IV.III, randnummers 187-189), artikel 344a lid 1 Sv (randnummers 191-197) en artikel 6 EVRM (randnummers 198-426).

Wat de wetsgeschiedenis betreft, daarin leest de verdediging meer dan er staat. Uit de aangehaalde passage (over een bedreigde getuige die gehoord is in het onderzoek naar een onbekende verdachte) kan enkel worden afgeleid dat er in beginsel gelegenheid moet worden geboden tot ondervraging door de verdediging. Zoals eerder benoemd, kunnen er echter omstandigheden zijn waardoor een dergelijk verhoor niet kan plaatsvinden. Het is vervolgens aan de zittingsrechter te oordelen of het gebruik van de verklaring van een bedreigde getuige verenigbaar is met artikel 6 EVRM, in het licht van het strafproces als geheel, en de rechter moet dat gebruik bij vonnis motiveren. De Nederlandse wet voorziet niet in een specifieke bewijsuitsluiting van verklaringen van bedreigde getuigen die de verdediging niet heeft kunnen ondervragen. De enige wettelijke voorwaarden voor het gebruik van een verklaring van een bedreigde getuige zijn vermeld in artikel 344a lid 2 Sv. Ook het beroep van de verdediging op het eerste lid van deze bepaling kan niet slagen, omdat dit voorschrift (net als het voorschrift genoemd in artikel 344a lid 3 Sv, waarin de bedreigde getuige expliciet wordt uitgesloten) niet ziet op bedreigde getuigen, zoals X48. [62]

Blijft over het beroep van de verdediging op artikel 6 EVRM. Kort gezegd draait dat om de bredere vraag of de verdediging een behoorlijke en effectieve mogelijkheid heeft gekregen om belastende getuigen in dit strafproces te ondervragen. Als een verdachte een bepaalde getuige niet heeft kunnen ondervragen, omdat dit niet op een veilige manier kon gebeuren, betekent dit nog niet dat een verdachte geen eerlijk proces meer krijgt. Daarvoor moet immers worden gekeken naar het strafproces als geheel [63] en in dat proces moet ook rekening worden gehouden met andere belangen, zoals de veiligheid van getuigen. [64] Voor de vraag of het gebruik van de verklaring van X48 voor het bewijs verenigbaar is met het recht van Pulatov op een eerlijk proces, moet bekeken worden of er (i) een goede reden was om het verhoor van X48 niet te laten plaatsvinden, (ii) wat het gewicht is van de getuigenverklaring – binnen het geheel van alle onderzoekresultaten – voor het bewijs tegen Pulatov en (iii) of er voldoende compensatie is geboden om de betrouwbaarheid van de getuige te onderzoeken. Hoewel de beoordelingsfactor van het bewijsgewicht van de verklaring een belangrijke is, moeten alle drie factoren in onderling verband worden beschouwd. [65]

Wij zullen deze factoren nalopen. Eerst de vraag of er een goede reden was om geen aanvullend verhoor te laten plaatsvinden van X48. Die reden was er zonder meer. Zoals wij hiervoor al toelichtten, bestaat er in deze zaak een ernstige dreiging tegen getuigen, waaronder X48. Ondanks die dreiging heeft de rechter-commissaris in andere gevallen, zoals bij de bedreigde getuigen S20, S40 en V7, mogelijkheden gevonden om hun op een veilige manier aanvullend te horen. In het geval van X48 is dat niet gelukt. De rechter-commissaris heeft alle opties onderzocht, maar helaas bleek het niet mogelijk om dit aanvullend verhoor op een veilige manier te laten plaatsvinden. Dit heeft de rechter-commissaris zo uitvoerig mogelijk, voor zover de veiligheid van de getuige dat toeliet, toegelicht. Kort gezegd komt het er dus op neer dat een aanvullend verhoor de veiligheid van X48 in gevaar zou kunnen brengen. De rechten van deze getuige op veiligheid en leven en de inspanningsplicht van de Nederlandse staat om die rechten te beschermen (op basis van artikelen 3 en 2 EVRM) wegen zwaarder dan het belang van de verdediging om deze getuige te bevragen. Dat lijkt ons niet alleen een goede, maar zelfs dwingende reden om van dat verhoor af te zien.

Daarmee komen we bij de tweede vraag: het gewicht van de getuigenverklaring voor het bewijs tegen Pulatov. Dat gewicht is beperkt. Het bewijs voor de betrokkenheid van Pulatov bij het neerschieten van MH17 is immers niet gebaseerd op de verklaring van X48. Wij noemden dat al bij requisitoir. Voor het bewijs dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket vanaf het veld waar X48 dat heeft gezien is meer dan voldoende ander bewijs aanwezig. Wij lieten een selectie van dit bewijs al eerder zien, bij de bespreking van vraag 1. Op dat bewijs is de verklaring van X48 niet meer dan een aanvulling. Over Pulatov zelf zegt deze getuige niets. Het bewijs voor de betrokkenheid van Pulatov bij het neerschieten van MH17 berust op tapgesprekken, zendmastgegevens en verklaringen van Pulatov zelf en zijn medeverdachten.

Tot slot de vraag of er voldoende compensatie is geboden voor de onmogelijkheid van de verdediging om de betrouwbaarheid van X48 te onderzoeken. Daarvoor bestaat een procedurele waarborg: omdat de veiligheid van bedreigde getuigen vaak dwingt tot afscherming van grote delen van de verklaring, heeft de rechter-commissaris de wettelijke taak gekregen om de betrouwbaarheid van zulke getuigen te onderzoeken. Dat gebeurt door middel van de ondervraging tijdens het verhoor, maar ook daarbuiten. Zo kan de rechter-commissaris de volledige getuigenverklaring, dus inclusief de onderdelen daarvan die om veiligheidsredenen moeten worden afgeschermd, toetsen aan andere informatie in het dossier of nadere informatie, zoals telefoongegevens, opvragen bij de politie. In dit geval heeft de rechter-commissaris verslag gedaan van (i) de wijze waarop getuige X48 zich tijdens het verhoor opstelde, (ii) de manier waarop hij de vragen heeft beantwoord, (iii) de grote mate en aard van detail waarin hij verklaard heeft, (iv) de verenigbaarheid van enkele van die details met gegevens in het dossier en uit open bronnen, (v) de omstandigheden dat X48 heeft verklaard uit zijn eigen en rechtstreekse waarneming en uitgebreid is ondervraagd over waar hij die waarneming heeft gedaan, (vi) de omstandigheid dat de getuige die waarneming ook vanaf de genoemde positie of posities heeft kunnen doen, (vii) de omstandigheid dat de getuige goed onderscheid kon maken tussen eigen wetenschap en wat hij achteraf heeft vernomen, (viii) de consistentie en coherentie van de verklaring, (ix) de omstandigheid dat de details van verschillende antwoorden ook bij doorvragen met elkaar bleken te kloppen, (x) de omstandigheid dat de verklaring geen innerlijke tegenstrijdigheden bevatte, (xi) dat X48 zichzelf niet heeft verbeterd, met uitzondering van het merk van de door de getuige genoemde oranje bus en (xii) de omstandigheid dat de contactgegevens bij onderzoek van de rechter-commissaris bleken te kloppen.

Daarnaast heeft de rechter-commissaris actief onderzoek gedaan naar persoonlijke, politieke of zakelijke belangen van X48 bij het afleggen van de verklaring. Van zulke belangen, of enige ander belang om niet de waarheid te spreken, is volgens de rechter-commissaris niet gebleken. Verder heeft de rechter-commissaris nader onderzoek laten verrichten naar het telefoongebruik waarover X48 heeft verklaard. Op basis van de later verkregen telecomgegevens heeft de rechter-commissaris vastgesteld dat de plaats en tijdstippen waarop X48 verklaart te zijn geweest op 17 juli 2014 stroken met de gegevens uit het onderzoek naar de gegevens van de telefoon van de getuige. Kortom: het onderzoek van de rechter-commissaris naar de betrouwbaarheid van de getuige was buitengewoon grondig en het verslag daarvan biedt voldoende aanknopingspunten voor een zelfstandige beoordeling door de verdediging. Daarmee is voldoende compensatie geboden voor de onmogelijkheid van de verdediging om de betrouwbaarheid van X48 te toetsen door middel van een eigen ondervraging. Daarom kan de verklaring van X48 gewoon door uw rechtbank voor het bewijs worden gebruikt.

4.3.3.1.2.3 Betrouwbaarheid verklaring X48

Die verklaring van X48 is ook overtuigend. Ten eerste heeft de rechter-commissaris zelf - na grondig onderzoek van de volledige verklaring, de omstandigheden waaronder deze is afgelegd en telecomgegevens - geen enkele omstandigheid gevonden op grond waarvan er aan de betrouwbaarheid van de getuige getwijfeld zou moeten worden. Ten tweede vindt deze verklaring, ook in de verkorte, afgeschermde vorm, ruim steun in andere bewijsbronnen.

Wat de verdediging hier tegenin brengt, snijdt geen hout. Daarin wordt een karikatuur gemaakt van het zorgvuldige betrouwbaarheidsonderzoek van de rechter-commissaris. Zo stelt de verdediging op basis van de afgeschermde, verkorte verklaring dat de rechter-commissaris “niet eens gevraagd [heeft] wat zijn reden van wetenschap [van de locatie van het afvuurveld] is” (pleitaantekeningen, deel IV.III, randnummer 324), terwijl diezelfde rechter-commissaris in het proces-verbaal heeft uitgelegd op welke manier die redenen van wetenschap zijn onderzocht. Hier vergeet de verdediging dat het verhoor van de rechter-commissaris en de verklaring van X48 veel meer om het lijf hadden dan in het proces-verbaal van het verhoor is opgenomen, omdat verschillende delen daarvan omwille van de veiligheid moesten worden afgeschermd.

Verder speelt de verdediging balletje-balletje met de verklaring van X48 over zijn waarneming van het aantal Buk-raketten. Zo wordt er gesteld dat X48 zou hebben verklaard dat er maar één raket op de Buk-TELAR lag, voordat deze MH17 neerschoot (deel IV.III, 24 maart 2022, randnummer 326), en dat er daarna geen enkele raket meer op de Buk lag (randnummer 328). Hier geeft de verdediging een verkeerde lezing van de verklaring van X48. In zijn eerste, deels afgeschermde verklaring heeft X48 gezegd dat hij een “militair voertuig met daarop een groenkleurige raket met wit uiteinde” het veld op zag rijden en dat hij “vervolgens” een “oorverdovend luide knal hoorde”, een “wit rookspoor” zag en een “fluitgeluid” hoorde. Kennelijk spreekt X48 hier over zijn waarneming van het afvuren van de Buk-raket. In deze eerste verklaring is niets vermeld over zijn waarneming van het aantal raketten vóór en na het neerschieten. Daarover heeft hij in zijn tweede verklaring bij de rechter-commissaris gezegd: “Ik merkte op dat na de explosie een raket op de BUK ontbrak.” Dat is dus heel iets anders dan wat de verdediging de getuige in de mond probeert te leggen, namelijk dat de enige raket zou ontbreken. De rechter-commissaris heeft bij proces-verbaal aangegeven dat de zin “ik merkte op dat na de explosie een raket op de BUK ontbrak” letterlijk uit de originele (bruto)-verklaring is opgenomen. Daarmee is kraakhelder dat de getuige dit zo heeft gezegd. Dit onderdeel van de verklaring is anders geformuleerd in het afgeschermde verslag van zijn verklaring (“Over de Buk kan ik opmerken dat er na de explosie geen raket meer was”). Dat is niet opmerkelijk, omdat daarin andere relevante details centraal staan. Het was ook geen onjuiste, maar hoogstens een minder duidelijke parafrase van de verklaring van X48 op dit punt. Dat de rechter-commissaris dit uit eigen beweging heeft aangescherpt, getuigt alleen maar van zorgvuldigheid. Het verwijt van de verdediging dat de rechter-commissaris hiermee een “fout” zou hebben gemaakt, waarmee afbreuk zou worden gedaan aan het vertrouwen dat in processen-verbaal moet worden gesteld, is onterecht. [66]

Naast het aantal raketten gaat de verdediging ook aan de haal met de verklaring van X48 over de aantallen personen in de omgeving van het landbouwveld. Zo stelt de verdediging dat de getuige eerst zou hebben gezegd dat hij “elf mensen bij het checkpoint” heeft gezien en dat hij later zou hebben gezegd dat het er veel minder waren. Wat er ook zij van die latere verklaring van X48 bij de rechter-commissaris, van een tegenstrijdig aantal kan moeilijk sprake zijn, omdat deze getuige in eerste instantie nooit verklaard heeft dat hij “elf mensen bij het checkpoint” heeft gezien. Volgens het proces-verbaal van zijn verklaring bevond X48 zich “samen met diverse soldaten (…) in de omgeving van dit checkpoint” en werd er “in dezelfde omgeving (…) op het land gewerkt in een combine en werden voertuigen geladen waarmee het koren vervoerd werd”. De getuige heeft het hier dus over een ruimer gebied, dat niet alleen het checkpoint, maar ook de wijdere akkergrond omvat. Vervolgens zegt X48 dat hij een militair raketvoertuig zag dat van “nabij de bomenrij aldaar het veld op” reed. Rondom dit moment waren er volgens X48 “in ieder geval elf (11) mensen nabij deze plaats aanwezig”. Kortom: volgens de verklaring van X48 heeft hij ten minste elf mensen gezien in de ruimere omgeving van het landbouwveld waar de Buk-raket is afgevuurd. Volgens dit proces-verbaal zegt X48 helemaal niet dat er “elf mensen bij het checkpoint” waren, zoals de verdediging stelt. Daarmee gaat elke vergelijking met de latere verklaring van X48 bij de rechter-commissaris over het aantal personen dat zich “op” dat checkpoint bevond op voorhand mank. Wederom geeft de verdediging een verkeerde voorstelling van zaken.

Dat klemt temeer, omdat de verdediging hieraan stevige verwijten verbindt aan het adres van de rechter-commissaris. Op basis van de ongerijmde punten van de verdediging over het door X48 genoemde aantal raketten op de Buk-TELAR en het aantal personen op het checkpoint suggereert de verdediging dat de rechter-commissaris mogelijk nog meer ontlastende informatie buiten het dossier zou hebben gehouden [67] en stelt zij dat er getwijfeld mag worden aan de juistheid van het proces-verbaal van de rechter-commissaris. [68] Ook hier houden de verwijten in het pleidooi geen gelijke tred met de feiten.

Tot slot speculeert de verdediging over verschillende redenen waarom X48 in strijd met de waarheid zou kunnen hebben verklaard. Daarbij spreekt zij over mogelijke eigen betrokkenheid van de getuige bij het afvuren van de raket en politiek gedreven blogactiviteiten voor een Oekraïense website tot marteling door de SBU. [69] Het zijn vrijblijvende theorieën waarvoor elke feitelijke onderbouwing ontbreekt. Bovendien blijkt uit het proces-verbaal van de rechter-commissaris dat onderzocht is of X48 mogelijke persoonlijke, politieke en zakelijke belangen heeft bij het afleggen van de verklaring en dat er geen enkele omstandigheid is gevonden op grond waarvan de rechter-commissaris aan de betrouwbaarheid van de getuige zou dienen te twijfelen.

4.3.3.1.2.4 Deelconclusie

Wij ronden dit onderwerp af. Het gebruik van de verklaring van getuige X48 over het afvuren van een Buk-raket vanaf het landbouwveld bij Pervomaiskyi door uw rechtbank voor het bewijs is niet in strijd met artikel 6 EVRM en die verklaring is op zichzelf, en in samenhang met andere bewijsbronnen, betrouwbaar en overtuigend.

4.3.3.1.3 Rookspoorfoto en -getuigen

Net zomin als de verklaringen van X48 en M58 van het bewijs moeten worden uitgesloten, geldt dit voor de rookspoorfoto’s, de verklaring van de maker van die foto en de verklaringen van getuigen die over dit rookspoor verklaren. [70] Anders dan de verdediging beweert kunnen zij wel degelijk als steunbewijs voor de afvuurlocatie dienen. Redenen om deze foto’s en verklaringen van het bewijs uit te sluiten zijn er niet. Wij lopen de stellingen van de verdediging nu stap voor stap na en beginnen met de rookspoorfoto’s.

4.3.3.1.3.1 Bewijsuitsluiting rookspoorfoto’s

In de eerste plaats stelt de verdediging dat de rookspoorfoto’s van het bewijs moeten worden uitgesloten omdat ze van de SBU afkomstig zouden zijn. [71] Dit is niet waar: die foto’s zijn niet van de SBU; de SBU heeft ze slechts in ontvangst genomen. De maker is bekend en door het JIT als getuige gehoord. Diens camera is ontvangen en in Nederland onderzocht. De door deze getuige gemaakte foto’s zijn eveneens onderzocht. Daarbij zijn geen aanwijzingen voor manipulatie gevonden. De rookspoorfoto’s zijn zgn. NEF-bestanden. Als NEF-bestanden worden gemanipuleerd, worden de aangepaste bestanden in een ander bestandsformaat (dan NEF) opgeslagen, terwijl de originele afbeelding als NEF-bestand bewaard blijft. Nu de rookspoorfoto’s als NEF-bestand zijn veiliggesteld, kán er dus geen twijfel bestaan over de authenticiteit van de afbeeldingen.

Toch stelt de verdediging dat ‘velen’ twijfels hebben over de authenticiteit van de rookspoorfoto’s. [72] Ter onderbouwing verwijst de verdediging naar een Nederlandse blogger, die met een Russische journaliste die voorheen bij de staatszender Russia Today werkte het media platform Bonanza Media heeft opgericht. Een media platform dat nauwe banden zou onderhouden met de Russische militaire inlichtingendienst (GRU) en dat zou worden gebruikt om desinformatie over MH17 te verspreiden. [73] Meer dan aan de opvattingen van deze blogger hecht het Openbaar Ministerie aan de bevindingen van het NFI, het KNMI en het eigen onderzoeksteam. Bevindingen die geen reden geven tot twijfel over de authenticiteit van de foto’s en die aansluiten bij de verklaring van de maker. Redenen om de rookspoorfoto’s van het bewijs uit te sluiten zijn er niet.

4.3.3.1.3.2 Bewijsuitsluiting rookspoorverklaringen

Datzelfde geldt voor de verklaringen van maar liefst acht getuigen die hebben verklaard over een rookspoor en die in verband daarmee concreet spreken over de heuvel Saur Mogila en de plaatsen Pervomaiske en Pervomaiskyi. De verdediging betoogt dat deze verklaringen van het bewijs moeten worden uitgesloten, [74] maar van een serieus onderbouwd verweer is geen sprake.

Zo stelt de verdediging dat deze verklaringen het gevolg zijn van ontoelaatbare druk of dwang door de SBU, [75] maar laat zij na deze forse aantijgingen te onderbouwen. Het doen van dit soort ongefundeerde uitspraken zonder ook maar een poging te doen deze te concreet te maken, is stemmingmakerij. Stemmingmakerij leidt in Nederland niet tot bewijsuitsluiting.

De verdediging vraagt zich verder af of het toeval is dat alle ‘rookspoorgetuigen’ (mede) door de SBU zijn gehoord. [76] Natuurlijk is dat geen toeval; als je in Oekraïne getuigen hoort, is het gebruikelijk dat de Oekraïense politie daarbij aanwezig is. Dat is in Nederland niet anders.

Ook claimt de verdediging dat sprake is van sturing van deze getuigen. [77] Ter onderbouwing van dit verweer citeert de verdediging zeer selectief een deel van een antwoord uit één verklaring van één getuige. De bedoeling van elk getuigenverhoor is om helder te krijgen wat iemand heeft gezien en gehoord. Dat na een antwoord wordt doorgevraagd, getuigt niet van sturing maar van een deugdelijke ondervraging. Dat die nadere vragen ertoe zouden leiden dat getuige zou verklaren dat hij een wit rookspoor heeft gezien, zoals de verdediging beweert [78], is evenmin juist. Getuige spreekt over ‘a white-ish something, a trail of something’. Getuige noemt dus zelf de kleur ‘wit’ en getuige gebruikt zelf het woord ‘trail’. [79] Het woord rookspoor (of smoke trail) komt in de hele verklaring niet voor. Van sturing is geen sprake.

De verdediging meent ook dat sprake is van overwegend slechte, onvolledige of vage verslaglegging van de verhoren. [80] In dit verband vraagt de verdediging zich af of het door de maker van het rookspoor genoemde tijdstip van 16:20 uur door hem zelf is genoemd, of wellicht door de verbalisanten? [81] Een werkelijk onbegrijpelijke vraag. Wij citeren uit zijn verklaring:

“V: Hoe bent u op die betreffende dag (17 juli) thuisgekomen van uw werk?

A: Ik ben om ongeveer vier uur 's middags thuisgekomen met de auto. Om 16.00 was ik al thuis.

V: Komt u gewoonlijk op dat tijdstip thuis?

A: Ja! Mijn werkdag begint om 07.00 uur en eindigt om 16.00 uur. (…)

V: Even terug naar de explosie. Wat hoorde u precies?

A: Ik hoorde twee explosies waarvan de eerste minder luid was dan de tweede. De ramen trilden bij de tweede explosie harder. (…)

V: Was u al lang thuis op dat moment?

A: Ik was net thuis. Het moet ongeveer 16.10 of 16.05 geweest zijn. En dit gebeurde ongeveer om 16.20, 16.25. Mijn vrouw was met me het balkon op gegaan.”

De getuige noemt dus zelf het tijdstip van 16:20 uur.

In relatie tot een andere getuige vraagt de verdediging zich af hoe hij kan verklaren over een spoor van een raket, terwijl hij zelf enkel dat spoor heeft gezien en geen raket. De redenen van wetenschap zouden niet uit zijn verklaring blijken. [82] Ook deze verklaring heeft de verdediging niet secuur gelezen. Getuige S04 verklaart immers dat hij op straat een bekende tegenkomt die wél een raket heeft gezien en dat aan hem vertelt.

Verder stelt de verdediging in relatie tot de ‘rookspoorverklaringen’ dat de nauwkeurigheid, de volledigheid en de begrijpelijkheid van wat is gerelateerd te wensen overlaat. [83] Ter onderbouwing van deze stelling verwijst de verdediging hier naar een proces-verbaal van uitwerking van de audio van een gesprek met getuige S36. Het betreft de schriftelijke uitwerking van wat de rechercheurs, de tolk en de getuige letterlijk hebben gezegd. Waarom een dergelijke woordelijke uitwerking van een verhoor zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting is het Openbaar Ministerie een raadsel.

Tot slot meent de verdediging dat de verklaringen niet zouden mogen worden gebruikt omdat de verdediging niet in de gelegenheid is gesteld de betrouwbaarheid van die verklaringen te toetsen. [84] De verdediging miskent hiermee dat haar eigen motivering om deze getuigen te horen aan de afwijzing van de verzoeken ten grondslag ligt. Wij volstaan hier met een verwijzing naar de tussenuitspraak van uw rechtbank van 25 november 2020. [85] Je kunt niet enerzijds als verdediging nalaten een verzoek tot het horen van een getuige deugdelijk te motiveren en anderzijds stellen dat de verklaring van die getuige niet gebruikt mag worden omdat je niet in de gelegenheid bent gesteld die getuige te horen. Het verweer dat neerkomt op een verzoek tot bewijsuitsluiting moet dan ook worden verworpen.

4.3.3.1.3.3. Bewijswaarde rookspoorfoto’s en verklaringen

Vervolgens betoogt de verdediging dat de foto’s en verklaringen over het rookspoor geen bewijswaarde hebben omdat zij onderling te veel zouden verschillen [86] en te weinig onderscheidend vermogen zouden hebben. Niet kan worden uitgesloten dat het spoor op de foto een andere oorzaak heeft dan de lancering van een Buk-raket. [87]

Terecht merkt de verdediging op dat de verklaringen onderling verschillen. Dat zien we wel vaker in strafzaken: zo veel getuigen, zo veel verklaringen. Onjuist is dat die verklaringen onderling zó veel zouden verschillen, dat ze daarmee hun bewijswaarde zouden verliezen. Daarvan is geen sprake. Als we kijken naar de eerder genoemde acht verklaringen waarin wordt gesproken over een rookspoor uit de richting van Saur Mogila of Pervomaiskyi, dan zien we dat de rode draad in al die verklaringen dezelfde is. Een rode draad die helder is als de verklaringen als geheel worden bezien. Als wordt uitgezoomd in plaats van ingezoomd op irrelevante details. De verdediging miskent dat de getuigen niet enkel verklaren over een rookspoor, maar dat zij dit spoor ook koppelen aan wat zij die 17e juli hebben gezien en gehoord: het neerhalen van een burgervliegtuig. Het neerhalen van MH17 was een immens indrukwekkende gebeurtenis. Een gebeurtenis die afweek van het reguliere strijdgeweld.

De verklaringen van de getuigen als geheel bieden geen enkele grond voor een alternatieve oorzaak. Het spoor wordt door de getuigen gekoppeld aan het neerhalen van een vliegtuig dat later MH17 blijkt te zijn. De suggestie van de verdediging dat het spoor waarover de getuigen verklaren een andere oorzaak dan de lancering van een Buk-raket zou kunnen hebben en dat dit zelfs aannemelijk zou zijn, [88] vindt geen enkele steun in het dossier. Ook nu miskent de verdediging dat het dossier en alle daarin vervatte bewijsmiddelen als geheel moet worden aanschouwd en als geheel op waarde moet worden beoordeeld. Het verweer dat aan de rookspoorfoto’s en de verklaringen over dat rookspoor geen bewijswaarde zou toekomen moet dan ook worden verworpen.

4.3 Bewijsvraag 2: afvuurlocatie nabij Pervomaiskyi

4.3.1 Inleiding

Dan komen we nu bij de tweede bewijsvraag die uw rechtbank moet beantwoorden: of de Buk-raket waarmee MH17 is neergehaald is afgevuurd nabij Pervomaiskyi. Volgens de verdediging bestaat ook hiervoor onvoldoende bewijs. Kort gezegd stelt de verdediging dat de tapgesprekken waaruit blijkt dat verdachten de Buk naar en van deze locatie hebben aan- en afgevoerd anders moeten worden uitgelegd. Verder heeft de verdediging aangevoerd dat het overige bewijs voor deze afvuurlocatie onbetrouwbaar is en dat bewijs dat je voor deze afvuurlocatie volgens de verdediging zou mogen verwachten, ontbreekt. Ook zou uit het schadebeeld van MH17 volgen dat Pervomaiskyi niet de afvuurlocatie is. Tot slot heeft zij een alternatief scenario opgevoerd, waarin MH17 vanaf een andere locatie zou zijn neergeschoten. Wij zullen deze verweren nu bespreken.

4.3.2 Alternatieve lezing tapgesprekken

We beginnen met de uitleg van de tapgesprekken. Bij pleidooi heeft de verdediging verschillende alternatieve lezingen gegeven voor de interpretatie van tapgesprekken. [1] Ook Pulatov heeft zich in zijn verklaringen uitgelaten over de tapgesprekken. Uit zijn verklaringen en het betoog van de verdediging zijn de volgende elkaar uitsluitende theorieën te halen. Ten eerste: er is gesproken over een niet bestaande Buk-TELAR. Ten tweede: het ging over een wel bestaande, maar niet-functionerende Buk-TELAR als onderdeel van militaire deceptie. En ten derde: er was een functionerende Buk-TELAR, maar die heeft geen raket afgevuurd. Wij gaan nu in op deze standpunten van Pulatov en de verdediging. Hierbij komt ook de deceptiestrategie van Pulatov over de Strela-10 aan de orde. We staan eerst stil bij de interpretatie van tapgesprekken in het algemeen. Daarna zullen wij de aangevoerde alternatieve lezingen bespreken.

4.3.2.1 Interpretatie tapgesprekken

4.3.2.1.1 Deskundigheid

De omstandigheid dat door strijdende partijen in een conflict desinformatie en versluierd taalgebruik kan worden gebezigd, [2] betekent niet dat dit in elk door Pulatov of de medeverdachten gevoerd gesprek ook het geval is. De praktijk is weerbarstiger. Uit open bronnen blijkt dat het in de Russische Federatie tegenwoordig nog steeds ontbreekt aan voldoende beveiligde communicatiemiddelen en dat gevoelige militaire informatie ook nu nog via onbeveiligde lijnen wordt gedeeld. [3] Lang niet alle communicatie via open lijnen betreft dus desinformatie. Dat hebben we eerder ook al besproken in deze strafzaak.

Anders dan de verdediging stelt, [4] hoeft geen deskundige ingeschakeld te worden om versluierde taal te decoderen. Strafzaken zijn doorspekt van versluierde en gecodeerde taal om te verhullen dat over criminele activiteiten wordt gesproken. Zo werd in een drugszaak het woord ‘auto’ in afgeluisterde telefoongesprekken gebruikt, terwijl ‘vliegtuig’ werd bedoeld. Een ‘garage’ was een ‘vliegtuighangar’. En een ‘boek’ stond voor ‘cocaïne’. [5] Ook dat is bewuste misleiding waarbij de politie – om in de termen van Pulatov te blijven - de te misleiden ‘vijand’ is. In een strafproces krijgen woorden betekenis door de inhoud van het volledige gesprek en door dat gesprek te beoordelen in samenhang met andere bewijsmiddelen. Zoals met chronologisch of inhoudelijk verwante tapgesprekken. Dat onderkent Pulatov ook als hij in zijn video-verklaring zegt dat telefoongesprekken in onderlinge samenhang bekeken moeten worden.

4.3.2.1.2 Validatie

Het Openbaar Ministerie heeft in deze zaak veel aandacht besteed aan de validatie van het bewijs. We hebben al vaker aangekaart dat het onderzoek in deze zaak zorgvuldig en breed is geweest. Check en dubbelcheck is het devies. Validatie is belangrijk voor de bewijskracht. Er is steeds onderzocht wie de gebruiker is van een bepaald telefoonnummer. Er is onderzocht of gebeurtenissen die over de telefoon worden besproken ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Ook specifieke gesprekken over de Buk-TELAR zijn gevalideerd. [6] En keer op keer is gebleken dat heel veel verkregen informatie uit tapgesprekken bevestiging vindt in andere bronnen. Verdachten spreken in juli 2014 dus niet over fictieve gebeurtenissen. Het gaat in de gesprekken over de rauwe realiteit van de gewapende strijd.

Gezien de uitkomst van het validatie-onderzoek moet Pulatov met aantoonbaar bewijs komen om uw rechtbank te overtuigen dat hij niks met een Buk-TELAR te maken heeft. Hij slaagt daar niet in.

4.3.2.2.Beoordeling alternatief scenario

Zoals gezegd werpt de verdediging diverse alternatieve lezingen op voor de interpretatie van tapgesprekken. Beoordeeld moet worden of hiermee een reëel alternatief scenario wordt aangevoerd. Voor de beoordeling van een alternatief scenario is het volgende van belang.

Om tot een oordeel over de tenlastelegging te komen, toetst een rechter de onderzoeksresultaten in onderling verband en samenhang. Passen die resultaten aanzienlijk beter bij het tenlastegelegde dan bij een ander scenario, dan volgt een veroordeling. Bij gerede twijfel wordt vrijgesproken. Het is voor een veroordeling niet nodig dat alle alternatieve scenario’s kunnen worden uitgesloten. Wel moet een door de verdediging opgeworpen alternatief scenario door de rechter worden weerlegd om tot een veroordeling te kunnen komen. Dat kan de rechter doen door te wijzen op bewijsmiddelen of daaraan ontleende feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing uitsluiten. Maar dat hoeft niet. Een alternatieve lezing kan ook worden verworpen door aan te geven, waarom deze niet aannemelijk is geworden of als ongeloofwaardig terzijde kan worden geschoven. Onwaarschijnlijke alternatieve scenario’s mogen zonder veel woorden (uitdrukkelijke weerlegging) opzij worden gezet. [7]

De vraag is dus of de alternatieve lezing van Pulatov en de verdediging over de tapgesprekken aannemelijk is. Het antwoord daarop is wat het Openbaar Ministerie betreft: nee. We gaan nader in op de verklaringen van Pulatov en de eerste deceptie-theorie.

4.3.2.3. Verklaringen Pulatov

4.3.2.3.1 Geen verdachtenverhoor

We stellen voorop dat verdachte Pulatov zich nooit rechtstreeks heeft laten bevragen. Hij heeft geen verklaring afgelegd tegenover het JIT of tegenover de Russische autoriteiten. Ook uw rechtbank, de rechter-commissaris of het Openbaar Ministerie hebben Pulatov nooit rechtstreeks vragen kunnen stellen. Terwijl dat bij een verdachtenverhoor wel gebruikelijk is in een strafproces. Dat alleen al is voldoende reden om aan zijn geregisseerde videoverklaringen niet dezelfde bewijskracht te hechten als aan een verklaring van een verdachte die is afgelegd tijdens een kritisch verhoor. Als we vervolgens kijken naar de inhoud van de verklaringen, dan blijken die ook om inhoudelijke redenen ongeloofwaardig.

Zo geeft Pulatov in zijn verklaring van oktober 2020 geen openheid van zaken. Anders dan de verdediging stelt [8] zijn niet alle schriftelijke vragen van het Openbaar Ministerie aan Pulatov gesteld en beantwoord. Vragen die volgens de verdediging te privacygevoelig waren zijn niet aan Pulatov gesteld. Ook ten aanzien van een aantal vragen dat betrekking heeft op andere verdachten, vond de verdediging het ongepast om deze aan Pulatov voor te leggen omdat hij geen getuige is in de zaken van de medeverdachten. Slechts één van die vragen is hem gesteld.Van de mogelijkheid om vragen te beantwoorden in de door uw rechtbank aangegeven setting heeft Pulatov geen gebruik gemaakt. [9] Pulatov laat dus niet het achterste van zijn tong zien.

4.3.2.3.2.Pulatov verklaart niet consistent

En als hij verklaart is hij niet consistent. In zijn eerste video-verklaring van februari 2020 zegt Pulatov dat hij niks te maken heeft gehad met een Buk-systeem en daar nooit over heeft gesproken. Deze verklaring wordt acht maanden later door Pulatov zelf onderuitgehaald. In zijn verklaring van oktober 2020 erkent Pulatov ineens wel dat in telefoongesprekken over een Buk wordt gesproken. Dit betreft volgens hem echter desinformatie. Hij weet niets over het gebruik van een Buk-TELAR in de Donbass. Pulatov verklaart dat hij in juli 2014 ook desinformatie over de Strela-10 in de wereld brengt.

Anders dan de verdediging meent, is deze tweede verklaring van Pulatov evident strijdig met de eerste. Het eerste standpunt dat er niet en het tweede standpunt dat er wel in tapgesprekken over een Buk wordt gesproken, staan lijnrecht tegenover elkaar en sluiten elkaar uit. Op het moment van de eerste verklaring van februari 2020 wist verdachte al waarvan hij werd verdacht. Er was geen enkele belemmering voor Pulatov om direct te erkennen dat er wel was gesproken over een Buk-systeem, maar dat dit in het kader van desinformatie was. Sterker nog, gezien de ernst van de verdenking is het logischer om die uitleg gelijk op tafel te leggen. Dat verdachte hier pas na acht maanden mee komt, als hij en zijn raadslieden kennis hebben genomen van het hele dossier, ondergraaft zijn geloofwaardigheid.

4.3.2.3.3 Pulatov onderbouwt niet

Verdachte onderbouwt zijn latere desinformatie-lezing ook niet. Pulatov bespreekt in oktober 2020 met zijn raadslieden slechts één beweerdelijk desinformatie-gesprek. In het pleidooi komt dit gesprek ook weer naar voren. [10] Het gaat om het in ons requisitoir genoemde gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur tussen Pulatov en Dubinskiy over een kapotte Strela, behoefte aan luchtverdedigingswapens met een groter bereik en geleden verliezen aan de kant van de separatisten. Wij handhaven ons standpunt uit het requisitoir dat dit geen desinformatie-gesprek is. [11] Wij hebben dit uitgebreid onderbouwd onder verwijzing naar veel meer bronnen dan de verdediging aanhaalt in het pleidooi. [12] Daar doet de verklaring van Pulatov niets aan af.

4.3.2.3.4.Pulatov spreekt over Buk na neerschieten MH17

Naast het gebrek aan onderbouwing is er nog een reden om te twijfelen aan deze deceptie-theorie. Namelijk het feit dat Pulatov zelf over een ‘Buk’ spreekt, nadat MH17 is neergeschoten. Te weten in het tapgesprek van 17 juli 2014 om 18:44 uur dat hij met Kharchenko voert. Pulatov heeft het over ‘onze Buk’. In het gesprek van 19:52 uur met Dubinskiy zegt Pulatov op de vraag ‘heeft onze Buk geschoten of niet?’ dat ‘de buk een Sushka [heeft] neergehaald nadat de Sushka de Boeing heeft neergeschoten.’ In deze gesprekken wordt niemand misleid. Als Pulatov in de gesprekken na het neerschieten van MH17 over een reële Buk praat, waarom zou hij daarvoor dan over een niet-bestaande Buk hebben gesproken? Dat is onvoorstelbaar en Pulatov legt ons ook niet uit hoe wij dat zouden moeten rijmen.

4.3.2.3.5 Deelconclusie

De tapgesprekken zijn geen deceptiegesprekken. De door de verdediging als eerste opgeworpen deceptie-theorie dat gesproken werd over een niet-bestaande Buk-TELAR, is niet aannemelijk en schuift het Openbaar Ministerie opzij. Er was een Buk-TELAR en daar was ook behoefte aan.

4.3.2.4 Strela-10 versus Buk-TELAR als luchtafweer

De derde videoverklaring [13] van Pulatov van twee jaar later wordt opgevoerd om de stelling te onderbouwen dat er geen behoefte was aan een Buk-TELAR omdat hun Strela-10 voldoende luchtafweer bood. Deze videoverklaring heeft de verdediging bij pleidooi overgelegd en is niet op zitting getoond.

4.3.2.4.1 ‘Kapotte’ Strela-10 als deceptiestrategie Pulatov

Eerder hebben wij al aangegeven dat er voldoende bewijs is dat de Strela-10 waarover het in het gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur gaat, kapot was. [14] Gelet hierop is de deceptie-theorie van Pulatov dat hij slechts tegenover de vijand voorwendt dat de Strela-10 kapot is, maar dat deze in werkelijkheid wel functioneert, ongeloofwaardig. We gaan verder niet in op de Strela-10 deceptiestrategie omdat het in deze zaak niet gaat om de vraag of er al dan niet een kapotte Strela-10 was. De mogelijkheid om een Strela-10 in te zetten op 16-17 juli 2014 staat immers los van de behoefte aan de inzet van een Buk-TELAR. Uw rechtbank wees daar ook al op. [15] Er hoeft dan ook geen (ervarings)deskundige te worden geraadpleegd over het door Pulatov opgeworpen Strela-10-deceptie-scenario, zoals de verdediging voorstaat. [16]

4.3.2.4.2 Behoefte Buk-TELAR

Het Openbaar Ministerie betwist de stelling van de verdediging dat de eigen luchtafweer van de DPR voldeed. [17] In het requisitoir hebben wij aangegeven dat er in juli 2014 wel degelijk behoefte was aan een zwaarder luchtverdedigingswapen, waarmee vliegtuigen op grotere hoogte konden worden neergeschoten. [18]

De door de verdediging in het pleidooi genoemde tapgesprekken weerleggen niet de conclusie dat de separatisten op 16-17 juli 2014 behoefte hebben aan luchtafweer die op grotere hoogte vliegtuigen kan raken. Zij bevestigen het juist.

[1] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, Hoofdstuk 1.

[2] Pleitaantekeningen 7 maart 2022, randnummer 245 en rechtbank tussenuitspraak 25 november 2020, p. 45.

[3] Rferl.org, ‘Communication breakdown: How Russia’s invasion of Ukraine bogged down’, 19 maart 2022, 22:09 u. Foreignpolicy.com, ‘The Ukrainians are listening’: Russia’s military radios are getting owned’, 22 maart 2022, 17:04 u.

[4] Pleitaantekeningen deel I, 7 maart 2022, randnummers 241-246.

[5] Gerechtshof Amsterdam 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:478.

[6] Requisitoir, par 3.4.1 (Inleiding).

[7] Hoge Raad 16 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3359, Rechtbank Den Haag 16 december 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:18000, CAG Pronken 17 januari 2017, ECLI:NL:PHR:2017:157, Gerechtshof Den Bosch 30 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:242, CAG Paridaens, 18 mei 2021, ECLI:NL:PHR:2021:434, B. Lettinga, Recht doen aan alternatieve scenario’s, Proces 2015, p. 50-61. C.P.M. Cleiren & M.J. Dubelaar, De betekenis van het scenariodenken voor het bewijs op grondslag van de tenlastelegging en de rechterlijke onderzoeksplicht, Strafblad 2014, p. 439-448.

[8] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 113.

[9] Terechtzitting 10 juni 2021, deelvraag 3, deel III van III, p. 167 zittingstekst rechtbank. ‘Het aanbod van de Pulatov om nadere schriftelijke vragen van de rechtbank naar aanleiding van zijn videoboodschap op schrift via zijn advocaten te beantwoorden heeft de rechtbank afgeslagen: bevraging door de rechtbank van een verdachte vindt plaats op een openbare terechtzitting, in aanwezigheid van zijn raadslieden en het Openbaar Ministerie, en zonder bijzondere reden niet op een andere manier.’

[10] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 85 ev.

[11] Requisitoir, par 3.9.5.3.2.1 (Beweerdelijk voorbeeld van desinformatie).

[12] Pleitaantekeningen deel IV.I., 18 maart 2022, randnummer 90.

[13] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 108, voetnoot 59.

[14] Proces-verbaal zitting 17 juni 2021, bijlage F, (Toelichting OM, Vraag 3- Pulatov en desinformatie),

[15] Proces-verbaal zitting 8 februari 2021, p. 21.

[16] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 117.

[17] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummers 101-103, 108.

[18] Requisitoir, par. 3.3.4.3. (16-17 juli: groeiende behoefte aan sterke luchtafweer).

4.3.3.1.4 Tracksporen, ploegsporen en witte plekken

Dan komen we op het punt van de tracksporen op en rondom de afvuurlocatie.

De verdediging stelt zich op het standpunt dat de sporen die het veld inlopen niet ondersteunend zouden zijn aan de verklaring van X48. [1] Wij delen dat standpunt niet.

4.3.3.1.4.1 Trackspoor nabij het lanceerpunt

Als eerste wijst de verdediging erop dat onbekend zou zijn hoe breed het betreffende trackspoor zou zijn. De verbalisant zou weliswaar hebben aangegeven dat het een spoor van meer dan 3 meter betreft, maar zou niet hebben vermeld of hij de lengte of de breedte bedoelt. [2] Deze stelling getuigt van een onjuiste lezing van het betreffende proces-verbaal. Op pagina 2 staat namelijk: “De sporen waarvan in dit proces-verbaal wordt vermeld dat het om rupsbanden gaat, hebben, zo is gebleken na opmeten ervan, een spoorbreedte van meer dan 3 meter…”. Het gaat dus om de breedte en niet om de lengte van het spoor.

Vervolgens wordt gesteld dat het spoor nabij het lanceerpunt niet van een Buk-TELAR kan zijn geweest, omdat de afmetingen van het onderstel van de Buk-TELAR niet overeenkomen met de afmetingen van het trackspoor in het veld. [3] “Sporen van ongeveer 3 meter breed kunnen eenvoudigweg niet door een TELAR van 3,4 meter breed zijn veroorzaakt.”, aldus de verdediging. [4]

[1] Pleitaantekeningen, deel IV.I, 18 maart 2022, randnummers 422-423.

[2] Pleitaantekeningen, deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 387.

[3] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 391.

[4] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 392

In onze inleiding benoemden we al dat de afmetingen van de diverse onderdelen van een Buk-TELAR duidelijker hadden kunnen worden vermeld in het procesdossier. Inmiddels is opgehelderd dat het breedste deel van het onderstel van de TELAR 3,4 meter is en de breedte van de rupsbanden 3,25 meter. Tel daarbij op dat de sporen in het veld niet ‘ongeveer 3 meter’ maar ‘meer dan 3 meter’ zijn en het verweer dat de tracksporen in het landbouwveld niet van een Buk-TELAR kunnen zijn is van tafel. Daarmee blijft overeind, zoals het Openbaar Ministerie al eerder heeft gesteld, dat de tracksporen in het landbouwveld passen bij de sporen van een Buk-TELAR. Nogmaals, dit spoor is niet zichtbaar op de satellietbeelden van 16 juli 2014, maar wel op die van 20 juli 2014.

De verdediging stelt verder dat omdat deze sporen identiek zouden zijn aan andere sporen die al op 16 juli 2014 in de omgeving te zien zouden zijn, deze niet van een Buk-TELAR zouden kunnen zijn. [1] Een onderbouwing voor deze stelling ontbreekt. Waarom de sporen in het landbouwveld van hetzelfde rupsvoertuig zouden moeten zijn als de andere sporen die op de 16e juli op andere locaties zichtbaar zijn, ontgaat ons.

[1] Pleitaantekeningen, deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 393.

4.3.3.1.5 De tactische locatie van de Buk-TELAR

Dan stelt de verdediging ook nog dat de Buk-TELAR niet vanaf de afvuurlocatie kan zijn afgevuurd omdat de afstand tot de bomenrij te kort zou zijn. [1] Geen bemanning zou zo gek zijn om op deze locatie een raket af te vuren, aldus de verdediging. [2] De afstand tot de bomenrij is inderdaad korter dan die in een ideale lanceeropstelling zou zijn. Maar in een ideale opstelling staat de TELAR ook in verbinding met een ander Buk-radarvoertuig (TAR) en de Commando Post. Waarmee wij maar bedoelen te zeggen dat de omstandigheden in tijden van chaos en oorlog niet altijd ideaal of optimaal zullen of kunnen zijn.

[1] Pleitaantekeningen, deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 398 t/m 411.

[2] Pleitaantekeningen, deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 411.

Ideaal of niet, het landbouwveld is als lanceerlocatie in elk geval geschikt. Het veld is zo goed als het hoogste punt in de omgeving, er zijn geen elektriciteitskabels in de omgeving én - heel belangrijk - de omgeving is onder controle van de DPR. De bomenrij in kwestie draagt bovendien bij aan de veiligheid van de TELAR; die kan immers voorafgaand aan en direct na het afvuren veilig uit het zicht van de vijand worden gezet. Dat is van belang in een strijd waarin je veel te lijden hebt onder luchtaanvallen.

De afstand tot de bomenrij is inderdaad kort: zo’n 30 meter als je uitgaat van de kortste afstand tot de bomen en veel meer als je er vanuit gaat dat de TELAR gericht staat in noordwestelijke richting. Dat zien we hier. De afstand tot de bomen is niet té kort. Volgens alle deskundigen zal een Buk-raket bij een relatief statisch doel als MH17 in een (zo goed als) rechte baan naar dat doel vliegen. De lanceerhoek - dus de hoek van de raket ten opzichte van de TELAR - wordt bepaald door de TELAR, die het onderscheppingspunt van zijn doel berekent en dan de raket zodanig draait dat die richting dat punt wijst. Of de raket de bomen zal raken - zoals door de verdediging wordt gesuggereerd [1] - hangt dus af van de hoek waaronder de raket wordt afgevuurd. We kennen de hoogte van MH17 en we kennen de afstand van het lanceerpunt tot het punt waar MH17 is geraakt. Daarmee kan - uitgaande van een rechte baan naar het doel - de lanceerhoek worden gemeten. Dat zien we hier. Die geschatte hoek is 22 graden. [2] Almaz-Antey stelt dat de raket nooit direct in de richting van het onderscheppingspunt zal worden afgevuurd, maar in een iets hogere hoek. We kunnen er dus vanuit gaan dat de lanceerhoek ten minste 22 Graden is.

[1] Pleitaantekeningen deel IV.I, 18 maart 2022, randnummer 409.

[2] (A)2 + (B)2 = (C)2. -> A = hoogte = 10. C = vluchtafstand = 26,6. à (10)2 + (B)2 = (26,5)2 à B = 24,5. Als met deze grootheden een driehoek wordt getekend waarbij hoek A-B 90 graden is, dan kan hoek B-C worden gemeten.

We keren terug naar de tracksporen op de grond. Bij de vraag of een raket vanaf deze locatie de bomen zal raken, moeten we rekening houden met de hoogte van de TELAR: die is 3,7 meter. De raket wordt dus vanaf een hoogte van 3,7 meter afgevuurd. Zelfs als de raket in noordelijke in plaats van noordwestelijke richting (en dus recht op de bomen) wordt afgevuurd onder de minimale hoek, zelfs dan raakt die raket de boomtoppen niet. Dat zien we hier. Wordt de raket in noordwestelijke richting afgevuurd, dan is de afstand tot de bomenrij langer en zal de raket nóg hoger over de bomen vliegen. Een lang verhaal kort: de afstand tot de bomenrij is niet te kort om een raket te kunnen lanceren vanaf het punt dat gemarkeerd wordt door de tracksporen in het veld. Ook dit verweer faalt.

4.3.3.1.6 De ploegsporen op het veld.

Op de satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014 is om de zwarte plek een zwarte rand te zien. Dat zien we op de rechter afbeelding. X48 heeft verklaard dat het veld na de brand werd geploegd. De verdediging ziet in dit beeldmateriaal geen steun voor de verklaring van X48. Anders dan de verdediging, zien wij op het satellietbeeld van 20 juli 2014 wel degelijk sporen van bewerking die niet te zien zijn op 16 juli 2014. We kunnen inderdaad niet met zekerheid stellen dat de zwarte rand een ploegvoor is of een andersoortige afgraving van aarde, maar het is wel een voor iedereen zichtbare bewerking van het veld die er op 16 juli 2014 niet was. Een bewerking die wat het Openbaar Ministerie betreft past bij de verklaring van X48 dat het veld na de brand is geploegd.

Het verweer dat de situatie op en rond het landbouwveld zoals te zien op de satellietbeelden van 20 en 21 juli 2014 geen steun zou bieden aan de verklaring van X48 kunnen wij dan ook niet volgen.

4.3.3.1.7 Witte plekken in linker bovenhoek kruispunt

Zoals wij de verdediging ook niet kunnen volgen in haar verweer dat op het satellietbeeld van 20 juli 2014 geen witte plekken in de linker bovenhoek van het kruispunt te zien zouden zijn die passen bij de tekening die M58 van die situatie heeft gemaakt. [1] Ja, M58 verklaart wisselend of er één of twee tenten zijn opgezet. Hij schrijft eerst dat er twee tenten zijn opgezet, tekent een paar dagen later de situatie en tekent dan nog steeds twee tenten, maar twijfelt dan al en meent in latere verhoren dat het maar om één tent ging. De wijziging van zijn verklaringen op dit punt hebben wij bij requisitoir benoemd. Het verandert echter niets aan wat wij op de satellietbeelden zien. En dat zijn witte vlekken die wat ons betreft passen bij de twee tenten die M58 (in eerste instantie) heeft genoemd en getekend. Wij laten dit nog eenmaal zien.

4.3.3.1.8 Brandplek

Eenzelfde verweer voert de verdediging in relatie tot de satellietbeelden van het landbouwveld nabij Pervomaiskyi van 20 en 21 juli 2014, waarop duidelijk sporen van brand zichtbaar zijn. Volgens de verdediging draagt deze brandplek op de afvuurlocatie niet bij aan het bewijs, omdat onbekend is óf sprake is van een brandplek en als dit het geval is, onbekend zou zijn wanneer en waardoor die brandplek is ontstaan. [2] Wij delen deze twijfels over de betekenis van de brandplek niet.

In de eerste plaats bevat het procesdossier voldoende bewijs waaruit volgt dat de zwarte plek in het landbouwveld nabij Pervomaiskyi een brandplek is. Wij noemen er slechts enkelen. X48 verklaart expliciet over brand op het landbouwveld nabij Pervomaiskyi. Ook de Britse journalist die enkele dagen na de lancering op het betreffende landbouwveld is geweest, verklaart hierover. Hij vertelt over een ontmoeting met een boer, die hem - in antwoord op de vraag of hij een raketlancering heeft gezien - vertelt dat even verderop brand is geweest. Over hetgeen hij ‘even verderop’ aantreft verklaart de journalist: ‘Daar was een stuk graan dat geblakerd was. Het leek erop dat er een uitbarsting van vuur was geweest waarna het graan in brand was gevlogen.’ En ook in de rapportage van ESA wordt melding gemaakt van een ‘significant degration to the soil including burning.’ Er zijn dus geen redenen om te betwijfelen dát sprake is van een brandplek.

Evenmin zijn er op basis van het dossier redenen om te twijfelen aan de oorzaak van die brand en het moment waarop die brand is ontstaan. Vaststaat dat een lancering van een raket middels een Buk-TELAR brand kan veroorzaken. Meerdere bewijsmiddelen wijzen erop dat dit ook daadwerkelijk ís gebeurd. Wij noemden al X48, die de brand koppelt aan de lancering van een raket. De brand waarover X48 verklaart, lijkt ook zichtbaar op de eerder besproken foto van het rookspoor. Zoals eerder op zitting besproken, heeft het KNMI onderzoek gedaan naar de rookspoor foto. Daarbij is die foto bewerkt om het contrast te vergroten. Door dit contrast is niet alleen het verticale rookspoor beter zichtbaar, maar is links van dat witte rookspoor - bij de grond - duidelijk rook met een andere kleur dan het verticale rookspoor te zien. Uw rechtbank kan deze donkergekleurde rook met eigen ogen waarnemen. Deze rook is - evenals het witte rookspoor - op 17 juli 2014 om 16:25 uur vastgelegd op beeld. Wij zien dat hier.

Tegenover deze concrete aanwijzingen voor het ontstaan van de brandplek stelt de verdediging theoretische mogelijkheden die het ontstaan van die brandplek óók zouden kunnen verklaren. [3] Theoretische mogelijkheden zijn echter geen contra-indicaties, ook niet als die in beeld worden gebracht met heel veel foto’s van internet. Welke concrete feiten en omstandigheden zouden kunnen wijzen op een andere oorzaak voor het ontstaan van brand op dit specifieke landbouwveld dan de lancering van een Buk-raket, is het Openbaar Ministerie niet duidelijk geworden.

Het verweer dat de op satellietbeelden zichtbare brandplek geen steun zou leveren voor de conclusie dat het betreffende landbouwveld nabij Pervomaiskyi de afvuurlocatie is, mist feitelijke grondslag en moet dus worden verworpen.

[1] Pleitaantekeningen IV.I, 18 maart 2022, randnummer 438.

[2] Pleitaantekeningen Deel IV.I, 18 maart 2022, randnummers 335, 358 en 359.

[3] Pleitaantekeningen Deel IV.I, 18 maart 2022, randnummers 337 t/m 358.

4.3.3.2 Pervomaiskyi als mogelijke afvuurlocatie

De verdediging stelt verder dat de Buk-raket waarmee MH17 is neergehaald niet afgevuurd kan zijn vanaf het landbouwveld nabij Pervomaiskiy, omdat Almaz-Antey op basis van het schadebeeld stelt dat dit vanuit de omgeving Zaroshchenske moet zijn gebeurd. De verdediging schaart zich volledig achter de bevindingen van de Russische Buk-fabrikant en betoogt dat Almaz-Antey een enorme kennisvoorsprong zou hebben ten opzichte van de RMA en het NLR. [1] Deze kennisvoorsprong zou resulteren in een ‘meer integrale aanpak waarbij onder meer alle beschikbare wrakstukken zijn betrokken om tot een zo volledig mogelijke beoordeling te komen’. [2] De RMA en NLR zouden volgens de verdediging voor een ‘minder vergaande aanpak’ hebben gekozen als het gaat om de interpretatie van het schadebeeld van MH17. [3] Uiteindelijk neemt de verdediging als ‘uitdrukkelijk onderbouwd standpunt’ in dat alleen bij een lancering vanaf het door Almaz-Antey aangewezen gebied het schadebeeld op MH17 zou kunnen ontstaan. [4] Tot slot heeft de verdediging op basis van het door Almaz-Antey aangewezen afvuurgebied geconcludeerd tot vrijspraak. [5]

[1] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 2.

[2] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 384.

[3] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 384.

[4] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 385.

[5] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 23 maart 2022, randnummer 636.

De stelligheid waarmee de verdediging Almaz-Antey als ‘alwetende’ op het schild hijst, is opmerkelijk. Zowel op de veronderstelde ‘deskundigheid’ van Almaz-Antey, als op hun ‘stellingen’ valt het nodige af te dingen. Wij zeggen nadrukkelijk ‘stellingen’, omdat Almaz-Antey vooral heel veel stelt, maar heel weinig tot niets onderbouwt. Wij staan nu eerst stil bij de ‘deskundigheid’ van Almaz-Antey en zullen daarna ingaan op een aantal stellingen.

4.3.3.2.1.1 Deskundigheid Almaz-Antey

Eerst de beweerdelijke deskundigheid. Wij stellen voorop dat Almaz-Antey, als fabrikant van de Buk-raket, over de nodige kennis beschikt.

De vraag is echter, of Almaz-Antey die beschikbare kennis in deze zaak ook op de juiste, deskundige wijze heeft aangewend. Het Openbaar Ministerie meent van niet.

Ten eerste is er het punt van begrijpelijkheid en inzichtelijkheid. Een deskundige moet in staat zijn om een begrijpelijk antwoord te geven op vragen van de rechter en inzicht te geven in toegepaste onderzoeksmethoden. Almaz-Antey heeft er voor gekozen om niet, zoals gevraagd door de rechter-commissaris, eerder opgestelde rapporten te verstrekken over de berekening van het afvuurgebied, maar nieuwe stukken waarin het eigen onderzoek niet werd verantwoord. Verder is de vertegenwoordiger van Almaz-Antey niet in staat gebleken om tijdens zeven verhoordagen alsnog helder inzicht te geven in de door Almaz-Antey gebruikte data en methoden, op grond waarvan de betrouwbaarheid van gestelde resultaten kunnen worden getoetst. Zo is bijvoorbeeld onbegrijpelijk hoe de identificatie van het type wapen op basis van een feitelijk schadebeeld afhankelijk kan worden gesteld van de naderingshoek van dat wapen, hoe een nauwkeurige 3D-representatie van het schadebeeld van MH17 kan worden gemaakt op basis van 2D-weergaven in foto’s en bouwtekeningen, hoe er rechte lijnen kunnen worden getrokken in platte figuren, terwijl die figuren zien op driedimensionale objecten, of hoe de resultaten van een statische detonatietest met een Ilyushin-86 eerst in de rapporten als dwingend wetenschappelijk bewijs worden opgevoerd en na gegronde kritiek van de RMA worden afgedaan als van “demonstratieve, in plaats van onderzoekende aard”. Verder is Almaz-Antey tijdens het verhoor niet in staat gebleken om uit te leggen op welke manier het de feitelijke schade aan MH17 vergeleken heeft met de gesimuleerde schade door een Buk-raket. Dat is toch de kern van de berekening van het afvuurgebied. Na geduldig en vasthoudend doorvragen van twee rechters-commissaris kwam Almaz-Antey uiteindelijk tot het antwoord dat de vergelijking is gemaakt door middel van een computerberekening. Hoe die berekening dan in elkaar stak, kon de fabrikant echter niet vertellen.

Over diezelfde schadevergelijking heeft Almaz-Antey voor het eerst in het gezamenlijk verhoor verklaard dat hierin ook een warhead van het oudere type 9N314 is betrokken. In de rapporten van Almaz-Antey staat daar niets over vermeld. Daarin wordt alleen het gebruik van de 9N314M genoemd. Toch heeft de vertegenwoordiger tijdens zijn verhoor volgehouden dat dit wél in zijn rapporten stond en verwezen naar pagina’s waar dit niet was terug te vinden, ook nadat hij tijdens een pauze in de gelegenheid was gesteld om dit nog eens rustig na te zoeken. Niet alleen bleek zijn rapport dus onvolledig, de auteur las daarin ook dingen die er niet stonden. Van een deskundige mag worden verlangd dat hij in twee rapporten en nadere schriftelijke antwoorden van honderden pagina’s en tijdens zeven dagen verhoor op een begrijpelijke manier kan uitleggen waarop hij zijn conclusies baseert. Dat is de vertegenwoordiger van Almaz-Antey niet gelukt. De fabrikant heeft een technisch mistgordijn opgetrokken waarvan niemand wijzer wordt. Wij komen hier straks nog op terug, maar stellen nu al vast dat de rapporten en verhoren onvoldoende informatie bevatten over de toegepaste methoden en de nodige vragen oproepen over de deugdelijkheid van het onderzoek van Almaz-Antey en de bekwaamheid van de vertegenwoordiger die als deskundige is gehoord.

Ook over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van Almaz-Antey zijn vooral twijfels gerezen. [1] Zoals het Europees Hof van Justitie heeft vastgesteld, is Almaz-Antey in bezit van de Russische staat, heeft het een zeer beperkte vrijheid van handelen en is het voor zijn activiteiten grotendeels afhankelijk van de Russische overheid. Volgens de eigen website van het concern zien de Russische president en regering zelf toe op de prioritering van wetenschappelijke activiteiten. [2] Toch bleek de vertegenwoordiger van Almaz-Antey tijdens zijn verhoor niet in staat om antwoord te geven op de eenvoudige vraag of Almaz-Antey een staatsbedrijf was.

Verder heeft Almaz-Antey in zijn rapport vermeld [3] en tijdens het verhoor bevestigd dat de eerdere persconferenties van Almaz-Antey over MH17 in belangrijke mate zijn ingegeven door de sancties die door de EU aan het bedrijf waren opgelegd. Hieruit volgt een commercieel belang van Almaz-Antey bij de uitkomst van zijn onderzoek in deze zaak. [4] Dat Almaz-Antey hier bepaald niet onbevangen in staat, blijkt ook uit het interview dat de gehoorde vertegenwoordiger in 2016 heeft gegeven aan de Komsolskaya Pravda. Daarin beschuldigt hij ‘Nederland’ van ‘fraude’ in het onderzoek naar MH17, zegt hij dat Rusland de schuld krijgt en dat er sprake is van een ‘informatie-oorlog’. Dat geeft weinig vertrouwen in een onpartijdig onderzoek.

Dezelfde rapporteur van Almaz-Antey bleek in bezit van een Russische vertaling van een samenvattend proces-verbaal over de loop van het onderzoek, die alleen aan Pulatov was verstrekt. Toen de rapporteur gevraagd werd hoe hij aan dit processtuk gekomen is, heeft hij tot tweemaal toe - ook nadat hij nog een de week tijd had gekregen om het uit te zoeken - geantwoord dat hij de inhoud van dit stuk op internet had teruggevonden. Dat is eenvoudigweg onjuist. Ook hierover, de verkrijging van de Russische vertaling van een processtuk die alleen aan Pulatov was verstrekt, heeft de rapporteur van Almaz-Antey dus geen openheid van zaken gegeven, maar feitelijk onjuiste informatie verstrekt. Dat alles brengt ons tot de conclusie dat wij er niet op kunnen vertrouwen dat Almaz-Antey zijn onderzoek naar het afvuurgebied met de vereiste bekwaamheid, begrijpelijkheid, inzichtelijkheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid heeft verricht. Er is, kortom, geen sprake van deskundig onderzoek in strafvorderlijke zin.

4.3.3.2.1.2. Inhoudelijke beoordeling Almaz-Antey

Dan de inhoudelijke kant van het onderzoek van Almaz-Antey.

De fabrikant stelt dat áls het schadebeeld van MH17 is veroorzaakt door een Buk-raket, dit alleen mogelijk is als deze raket MH17 is genaderd via een kruiselingse koers (collision course) en is afgevuurd vanuit een gebied in de buurt van Zaroshchenske. De verdediging neemt als ‘uitdrukkelijk onderbouwd standpunt’ in dat alleen bij een lancering vanaf het door Almaz-Antey aangewezen gebied het schadebeeld op MH17 zou kunnen ontstaan. [5] Die ‘uitdrukkelijke onderbouwing’ komt feitelijk neer op knippen en plakken uit de vele rapporten die Almaz-Antey in de loop der jaren heeft opgesteld en waar het nodige op af te dingen valt. Zo staan de rapporten bol van kritiek op de resultaten van de onderzoeken van de OvV, NLR en RMA, maar geven ze geen enkel inzicht in de door Almaz-Antey gebruikte onderzoeksmethoden of data. Wij komen daar zo meteen op terug.

4.3.3.2.1.2.1 Arenatesten van het JIT

Ook de verdediging heeft kritiek op NLR en RMA en dat mag en kan natuurlijk, al is vervolgens wel de vraag gerechtvaardigd of die kritiek terecht is. Wij menen van niet. Anders dan de verdediging suggereert [6] en in haar slotwoord zelfs keihard stelt [7], zijn de in 2016 door het JIT verrichte arenatesten - twee stuks, dus niet één, zoals de verdediging in haar slotwoord meermalen ten onrechte stelt [8]- goed uitgevoerd. De vertegenwoordiger van Almaz-Antey verklaart hierover bij de rechter-commissaris: “De Belgische deskundigen hebben een uitmuntende arenatest uitgevoerd.”

Die testen hebben bovendien resultaten opgeleverd, die volledig overeenkomen met de data van Almaz-Antey. Wij citeren opnieuw de deskundige van Almaz-Antey: “Zoals u kunt lezen in het verslag van de deskundige van de RMA is er een arenatest uitgevoerd in de Oekraïne en zijn de uitkomsten gedeeld. En daaruit blijkt dat de resultaten hiervan volledig overeenstemmen met de technische kenmerken van het BUK-wapensysteem, die eerder door het concern Almaz-Antey aan de deskundigen van de Onderzoeksraad ter beschikking waren gesteld.

Uitmuntende arenatesten dus, met resultaten die overeenkomen met de data die Almaz-Antey aan de OvV heeft verstrekt, aldus de deskundige van Almaz-Antey. En toch beweert de verdediging op zitting dat het werken met data van deze testen getuigt van een ‘onwetenschappelijke benadering’ en ‘een onbegrensd heilig geloof in eigen kunnen’. [9]

Almaz-Antey benoemt slechts twee verschillen tussen de resultaten van de arenatesten van de RMA en NLR en de door Almaz-Antey aan de OvV verstrekte technische kenmerken van het BUK-systeem: er zou geen aparte registratie hebben plaatsgevonden van de primaire fragmenten van de warhead en er zou onvoldoende aandacht zijn geweest voor het doorborend vermogen van die primaire fragmenten.

In reactie daarop hebben de deskundigen van NLR en RMA aangegeven dat het eerstgenoemde punt niet juist is. Er is immers zowel een arenatest met enkel een warhead uitgevoerd, als een arenatest met een complete raket. Die eerste test levert vanzelfsprekend data op betreffende de primaire fragmenten, terwijl de tweede test een gecombineerd beeld geeft van de primaire fragmenten uit de warhead én de secundaire fragmentatie van de raket. Hierbij is bovendien opgemerkt dat enkel de resultaten van de tweede test zijn betrokken in de latere berekeningen omdat het ook een complete raket was die bij de Boeing is ontploft en niet enkel een warhead.

Het tweede ‘verschil’ dat Almaz-Antey benoemt, is dat de RMA en NLR onvoldoende rekening zouden hebben gehouden met het doorborend vermogen van de primaire fragmenten. In reactie daarop melden de deskundigen van RMA en NLR dat bij de arenatesten wel degelijk onderzoek is verricht naar het doorborend vermogen van deze fragmenten. Dit volgt ook uit het proces-verbaal dat van de arenatesten is opgemaakt. Tegelijkertijd benoemen de deskundigen dat die resultaten niet van belang zijn voor de uiteindelijke berekening van het afvuurgebied, omdat enkel is gekeken naar het schadebeeld aan de buitenzijde van de romp van MH17.

De deskundige van de RMA verwoordt dit als volgt: “Ik denk dat ‘verschil’ daarom niet het juiste woord is. Almaz-Antey heeft aanvullende data die voor ons niet van belang waren.

RC2: En waarvoor waren ze niet van belang? Zodat we weten in welk kader we dit moeten zien.

FC: Aangezien we alleen keken naar impacten op de buitenzijde van MH17 en niet keken naar waar een fragment na doorboring van de huid van MH17 heengaat.”

Met andere woorden: voor NLR en RMA is slechts relevant óf de primaire en secundaire fragmenten de huid van een Boeing kunnen doorboren, terwijl volgens Almaz-Antey óók relevant is welke schade die primaire en secundaire fragmenten na het doorboren van die huid aanrichten. Concreet doelt Almaz-Antey dan op beschadigingen van het interieur en de zgn. framing members alsook op zogenaamde doorboringschade.

4.3.3.2.1.2.2. De Field Test met Ilyushin-86

Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst Almaz-Antey naar de zgn. Field Test met de Ilyushin-86, waaruit onder andere zou volgen dat bij een detonatie aan de linker bovenzijde van de cockpit heel veel uitschotschade aan de rechterzijde van die cockpit te zien zou moeten zijn. [10]

De verdediging gaat hier in mee en heeft op zitting maar liefst tien sheets (sheet 27 t/m 34 en 36) laten zien, waarop uitschotgaten en niet doorborende schade aan de rechterzijde van de Ilyushin-86 te zien zijn, terwijl de verdediging er - net als Almaz-Antey - tegelijk op wijst dat deze uitschotgaten niet in deze mate zichtbaar zijn aan de rechterzijde van MH17. [11]

Net als Almaz-Antey, vergelijkt de verdediging hier appels met peren. Een Ilyusin-86 is geen Boeing 777 en de verdediging weet dit. Zij stelt in navolging van de deskundige van Almaz-Antey dat het belangrijkste verschil is dat de bemanning uit vier personen bestaat, [12] maar zwijgt over alle andere verschillen. Terwijl die verschillen legio zijn. De deskundige van NLR wijst erop dat de llyushin een ‘ouderwets’ viermotorig toestel uit 1976 is, terwijl de Boeing 777 een modern vliegtuig uit 1994 is met een heel andere constructie. Het voorste onderstel is bijvoorbeeld een heel stevig onderdeel, dat bij de Boeing recht onder de cockpit zit. Bij de Ilyushin zit dit deel veel verder naar achteren. Daarnaast is de llyushin veel spitser is. De diameter van de cockpit is dus veel kleiner dan die van de Boeing. Bij een Ilyushin tref je dus eerder uitschotschade aan dan bij de Boeing. Bovendien was de cockpit van de Boeing bemand ten tijde van de ramp en zijn in de lichamen van die bemanning fragmenten aangetroffen. En de Boeing vloog onder druk, terwijl de Ilyusin aan de achterkant open was. Je kunt dus niet zeggen dat de schade aan de Boeing hetzelfde had moeten zijn als die aan de Ilyushin, aldus de deskundige van het NLR.

De deskundige van RMA bevestigt dat de resultaten van de test met de Ilyushin niet zonder meer kunnen worden ‘getransporteerd’ op een Boeing. Hij vult aan dat bepaalde omgevingsfactoren of omgevingscondities met geen enkele test te reproduceren zijn; niet met de arenatesten, maar ook niet met de test met de Ilyushin. Hij noemt als voorbeelden de temperatuur en de druk in de cabine, maar ook de bijkomende snelheidsvectoren van de raket en het vliegtuig. Als je deze bijkomende factoren of vectoren optelt bij de opgemeten snelheden van de fragmenten, dan kom je in wat men in de wereld van de ballistiek het hydrodynamisch domein noemt.”

Wij merken hierbij op dat ballistiek bij uitstek de expertise van de deskundige van de RMA is en niet van de deskundigen van NLR of Almaz-Antey. Op verzoek van de rechter-commissaris legt de deskundige van RMA uit wat hij hier precies mee bedoelt, namelijk dat een vast fragment zich bij dit soort snelheden meer als een vloeistof gaat gedragen, waardoor het doorborend vermogen zoals gemeten tijdens een statische arenatest significant zal afnemen. Dit fenomeen valt op geen enkele manier te reproduceren tijdens een statische test, aldus de deskundige van de RMA. En dit betekent dat de resultaten van een statische test vooral indicatief zijn, maar dat heel goed moet worden opgelet met het trekken van kwantitatieve conclusies op het vlak van doorborend vermogen.

Gevraagd om een reactie op deze kritische kanttekeningen bij de relevantie van de test met de Ilyusin-86, reageert de deskundige van Almaz-Antey als volgt: “Ik ben het wel grondig eens met meneer [naam] over het feit dat het experiment met de Ilyushin vooral een demonstratieve aard had in plaats van een onderzoekende aard. Het was voor ons niet noodzakelijk een klassieke arenatest uit te voeren (…).”

Volgens Almaz-Antey is de test met de Ilyusin-86 dus vooral demonstratief van aard en niet zo zeer ‘onderzoekend’. Met de keuze voor een test met een ander toestel dan een Boeing 777, met andere afmetingen, een heel andere constructie en onder andere omstandigheden uitgevoerd, stond op voorhand al vast dat het schadebeeld na afloop van deze test niet representatief zou zijn voor het schadebeeld dat je kunt verwachten op de huid van een Boeing. Daarmee is dit schadebeeld dus waardeloos voor het onderzoek naar de vraag of MH17 is neergehaald door een Buk-raket en of die raket is afgevuurd vanuit Pervomaiskyi. Toch wordt dít schadebeeld door Almaz-Antey in oktober 2015 gebruikt tijdens een persconferentie en wordt dít schadebeeld door Almaz-Antey aangehaald in haar rapporten om haar stellingen te onderbouwen en te concluderen dat de koers van de raket zoals berekend door NLR en RMA niet kan kloppen. En de verdediging neemt dit net zo makkelijk over.

Wat het Openbaar Ministerie betreft, is evident dat het schadebeeld zoals te zien op de Ilyusin-86 geen enkele waarde heeft voor de berekening van het afvuurgebied. Net zoals de rapporten van Almaz-Antey geen enkele waarde hebben voor de vraag die uw rechtbank dient te beantwoorden, namelijk of de Buk-raket is afgevuurd vanuit Pervomaiskyi. Wij leggen dit uit.

4.3.3.2.1.2.3. Vergelijken reële schadebeeld MH17 met gesimuleerde schade

Alle deskundigen zijn het erover eens dat de berekening van het afvuurgebied - heel simpel gesteld - neerkomt op de vergelijking van het echte schadebeeld aan MH17 met het door middel van een computermodel gesimuleerde schadebeeld na een gesimuleerde lancering van een Buk-raket vanaf een bepaalde locatie. Voor alle partijen geldt dat de vastgestelde reële schade van MH17 in een computermodel is verwerkt, teneinde deze met de gesimuleerde schade te kunnen vergelijken. Je vergelijkt dus twee grootheden: de echte schade aan MH17 en gesimuleerde schade. Waarbij evident is: als een van die twee grootheden niet klopt, zegt het resultaat van de schadevergelijking niets.

Met de verdediging zijn wij eens dat de vaststelling van het juiste schadebeeld van MH17 cruciaal is. Wij hebben dus gekeken hoe de reële schade van MH17 is vastgesteld door alle deskundigen en met welk type schade zij rekening hebben gehouden.

De manier waarop NLR en RMA dit hebben gedaan en met welk type schade rekening is gehouden, is beschreven in hun rapporten. Het komt er op neer dat elke relevante perforatie en ricochet op de reconstructie 3D is ingescand, dat de coördinaten ervan zijn bepaald en dat deze vervolgens zijn teruggebracht op een 3D model van een Boeing 777.

De rapporten van Almaz-Antey bieden geen enkel inzicht in de toegepaste methode. Pas tijdens het gezamenlijke verhoor bij de rechter-commissaris is duidelijk geworden op welke manier de schade aan MH17 in kaart is gebracht en dat Almaz-Antey een soortgelijke manier van matchen met gesimuleerde schade heeft toegepast. at was nog niet zo eenvoudig om achter te komen. Het volgende citaat maakt dit duidelijk:

RC1: ‘Als ik even terugkeer naar helemaal het begin van uw antwoord, meneer [naam]. Onze vraag was: ‘Op welke manier is de schade gematcht, welke methode is er gehanteerd?’ Toen was een vraag van de RC ook: ‘heeft u hier een model voor gebruikt?’ Toen zei u: ‘ja’. Toen werd gevraagd: ‘Kunt u uitleggen hoe dit model in elkaar steekt?’ We proberen nu te achterhalen, te begrijpen, hoe het model in elkaar steekt. Ik moet u eerlijk gezegd zeggen dat het voor mij nog niet heel veel helderder is. Misschien kunt u de toelichting op het model geven op een manier dat het minst genomen voor de andere deskundigen helder is.

MM: Ik zal het proberen. Door gebruik te maken van foto’s en de bouwtekeningen van het Boeing toestel zijn uiteindelijk voor ongeveer 350 perforaties de coördinaten vastgesteld. Deze schade is aangebracht op een aantal basisoppervlakten waaruit het 3D-model is opgesteld en deze elementaire vlakken bevatten het aantal beschadigingen en hun coördinaten. En aangezien voor elk van deze elementaire vlakken ook de oppervlakte bekend is, bevat het model drie markers, drie maatstaven voor vergelijking. In de eerste plaats is dat de begrenzing van het fragmentverspreidings-gebied, de relatieve dichtheid van de fragmentverspreiding en het reële aantal toegebrachte inslagen. En bij vergelijken van deze schade met de resultaten van computerdetonaties hebben we gekeken naar de mate van overeenstemming op het gebied van de begrenzing van het fragmentverspreidingsgebied en hebben we gekeken naar overeenstemming op het niveau van de relatieve dichtheid, en om preciezer te zijn hebben we gekeken naar de verdeling van de relatieve dichtheid over de romp van het vliegtuig. Ik hoop dat ik het zo iets begrijpelijker heb kunnen maken.’

Kort samengevat: na lang doorvragen vertelt Almaz-Antey uiteindelijk pas in de staart van het verhoor op welke wijze het echte schadebeeld van MH17 is vastgesteld en dat deze is vergeleken met de resultaten van computerdetonaties. Deze methode komt erop neer dat op basis van 2D foto’s en 2D bouwtekeningen de coördinaten van ongeveer 350 perforaties zijn bepaald. Die informatie is vervolgens in een 3D model opgenomen als reële schade, die weer is gebruikt voor de vergelijking met de gesimuleerde schade.

Zoals gezegd: in de rapporten van Almaz-Antey is niets terug te vinden over deze (kennelijk ook door Almaz-Antey) gevolgde methode van het matchen van schade, noch over de resultaten van die vergelijking. Die enkele vaststelling maakt dat de juistheid van de stellingen in deze rapporten op geen enkele wijze kan worden getoetst, reden waarom deze rapporten niet bruikbaar zijn voor uw rechtbank.

[1] Zie art. 51k lid 2 Sv jo. art. 12 lid 2, onder i, Besluit register deskundigen in strafzaken en de brief van het OM aan de rechter-commissaris d.d. 24 maart 2021, p. 3-5 over het verschil tussen beëdiging en benoeming van een deskundige .

[2] Zie almaz-antey.ru/en/nauchno-tekhnicheskaya-deyatelnost/ (geraadpleegd op 26 maart 2021), waarop in het hoofdstuk over ‘scientific and technical activity’ wordt gesteld: “Prioritiy of the directions of scientific and technical activity is determined by their importance and is confirmed by decisions (decrees, orders, resolutions) adopted at the level of the President and the Government of the Russian Federation.”

[3] Explanatory Note, p. 3: “One of the main objectives of the first presentation by Almaz – Antey was to state its position within the framework of filing a lawsuit in the European Court in May 2015 in connection with the unjustified imposition of sanctions against Almaz – Antey Corporation in relation to the tragedy with the passenger aircraft shot down in the southeast of Ukraine.”

[4] HvJEU 25 januari 2017, ECLI:EU:T:2017:25, r.o. 130-131 en HvJEU 13 september 2018, ECLI:EU:T:2018:545, r.o. 128.

[5] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 385.

[6] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 36 en Pleitaantekeningen, Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 23 maart 2022, randnummer 473 t/m 476.

[7] Pleitaantekeningen Deel VIII. Ten Slotte, randnummers 47 en 80.

[8] Pleitaantekeningen Deel VIII. Ten Slotte, randnummers 47 en 80

[9] Pleitaantekeningen 21 maart 2022, Deel IV.II, randnummer 97.

[10] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 146 en 147.

[11] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummers 144 t/m 152.

[12] Pleitaantekeningen Deel IV.II Bewijsdeelvraag 2, 21 maart 2022, randnummer 173.

Het antwoord van de deskundige van Almaz-Antey maakt tevens duidelijk dat het schadebeeld aan de Ilyushin-86 geen enkele rol heeft gespeeld bij de berekening van de afvuurlocatie. In het kader van de schadevergelijking heeft Almaz-Antey immers haar versie van het schadebeeld van MH17 vergeleken met ‘resultaten van computerdetonaties’. De test met de Ilyushin was geen ‘computerdetonatie’, maar een fysieke detonatietest.


Dit klinkt verwarrend en dat is het ook: de deskundige van Almaz-Antey zegt bij de rechter-commissaris het één, maar schrijft in zijn rapport iets anders. Als in verband met de berekening van het afvuurgebied gevraagd wordt naar de schadevergelijking, dan zegt hij dat de schade aan MH17 is vergeleken met gesimuleerde schade die het resultaat is van computerdetonaties. Maar in zijn hoofdrapport schrijft hij dat het afvuurgebied gebaseerd is op de resultaten van de zgn. full scale experiment uit oktober 2015, waarmee volgens de voetnoot de test met de Ilyushin-86 wordt bedoeld.Toch staat in de samenvatting van het Report of Research het volgende: “In this case, the launch area could be the area shown in the presentation at the press conference of Almaz - Antey Corporation held in October 2015 based on the full-scale experiment results (Figure 4.1).” Waarbij in de voetnoot in het rapport dus wordt verwezen naar de test met de Ilyushin die in oktober 2015 is uitgevoerd.

En dat zien we wel vaker terug bij de deskundige van Almaz-Antey: hij zegt het één, maar schrijft in zijn rapporten iets anders.

Discrepanties schriftelijke en mondelinge uitlatingen Almaz-Antey

Zo is één van de voornaamste punten van kritiek op het NLR en de RMA dat zij bij hun berekeningen van het afvuurgebied zijn uitgegaan van een te beperkt schadebeeld van MH17. In de Summary beschrijft Almaz-Antey het door NLR in kaart gebrachte schadebeeld als volgt: ‘A new model ("reference") takes into account only damage to fragments of the outer skin of the nose section of the aircraft fuselage that were mounted for 3D reconstruction in August 2015. Damages to framing members and internal equipment are not taken into account.’

In het Report on Research wijst Almaz-Antey ook nog op andere vormen van schade die ‘the Dutch’ niet hebben betrokken bij de vaststelling van het schadebeeld: the aircraft nose section, the left wing console and left engine.

De rapporten suggereren dus dat Almaz-Antey uitgaat van een ruimer schadebeeld. En in het individuele verhoor bij de rechter-commissaris wordt dit ook door de deskundige van Almaz-Antey bevestigd:

D: (…) “Het enige is dat we in aanvulling op de gemeten schade op de buitenzijde van het vliegtuig ook metingen hebben verricht in de dragende constructie in het vliegtuig, van de vloer van de cockpit en van de belangrijkste apparatuur in de cockpit. Ook hebben we afbeeldingen gemaakt van die wrakstukken die van buitengewoon belang waren voor het onderzoek, maar die niet op de 3D-reconstructie aanwezig waren.”

Op basis van deze opmerking en de opgemaakte rapporten zou je dus verwachten dat Almaz-Antey deze door ‘the Dutch’ niet betrokken schade wél heeft meegenomen bij het vaststellen van het feitelijke schadebeeld van MH17. Maar niets blijkt minder waar. Tijdens het gezamenlijk verhoor wordt besproken op welke wijze de deskundigen het feitelijke schadebeeld van MH17 hebben vastgesteld met het oog op berekening van het afvuurgebied. De rechter-commissaris vat samen wat de deskundige van Almaz-Antey in het individuele verhoor heeft verklaard en vraagt of die samenvatting klopt. Ik citeer nu de rechter-commissaris:

 “U heeft een schema gekregen waarin alle wrakstukken van de MH17 werden gekoppeld aan de constructiedelen van het vliegtuig. Daarnaast beschikte u over de bouwtekening van sectie 41, dat is het neusdeel van Boeing 777. Aan de hand van die materialen zijn er foto’s gemaakt, ook met behulp van een liniaal. En daarmee heeft u de coördinaten van alle beschadigingen kunnen opnemen. Op deze wijze zijn alle beschadigingen zonder uitzonderingen aangebracht op wat u noemt het 3D-model van het vliegtuig. (…) In aanvulling op de gemeten schade op de buitenzijde van het vliegtuig heeft u ook metingen verricht in de dragende constructie in het vliegtuig, van de vloer van de cockpit en van de belangrijkste apparatuur in de cockpit. Ook heeft u afbeeldingen gemaakt van die wrakstukken die van buitengewoon belang waren voor het onderzoek, maar die niet op de 3D-reconstructie aanwezig waren. Is dit een correcte samenvatting (naam verwijderd)?”

De deskundige van Almaz-Antey reageert als volgt: “Vrijwel ja. We hebben niet helemaal alle schade kunnen aanbrengen in het model. We hebben ongeveer 350 beschadigingen kunnen aanbrengen aan de hand van dat deel van het vliegtuig waar wij bouwtekeningen van hadden. Dat zijn 350 beschadigingen uitsluitend van de romp van het vliegtuig, de schade aan de dragende constructie en vloer is een verhaal apart.”

Anders dan Almaz-Antey in zijn rapporten suggereert en anders dan de deskundige tijdens zijn individuele verhoor heeft verklaard, heeft ook Almaz-Antey dus enkel de schade aan de romp van MH17 betrokken in het schadebeeld dat in het 3D-model is opgenomen en dus niet de schade aan de dragende constructie (de zgn. framing members), de schade aan de vloer van de cockpit of de schade aan de belangrijkste apparatuur. En ook niet de schade aan de linkervleugel en de linker motorring. Deze mondelinge uitleg raakt direct aan de betrouwbaarheid van de rapporten: de daarin opgenomen suggesties over de eigen werkwijze blijken niet te kloppen.

Dat geldt ook voor hetgeen in de rapporten is te lezen over de richting van de beschadigingen, de zgn. direction of damage. Zo lezen we in het Report on Research: ‘Direction of damages objectively observed on the fragments of the Boeing 777 airliner fuselage (outer skin and framing members) is fundamentally different from the "reference" ones.’ En ook in het na de gezamenlijke verhoren van de deskundigen opgestelde ‘aanvullende rapport’ wijst Almaz-Antey op het belang van het betrekken van de richting van de schade, oftewel de ricochetschade, bij de vergelijking van de gesimuleerde schade met de daadwerkelijke schade. Ook nu veronderstellen de rapporten dat deze ricochetschade door Almaz-Antey is betrokken bij de vergelijking van de feitelijke schade van MH17 met de gesimuleerde schade van de gesimuleerde detonaties. Maar ook nu blijkt dit niet het geval.

Wij brengen in herinnering dat de deskundige van Almaz-Antey heeft verklaard dat hij 350 beschadigingen heeft opgenomen in het ‘computermodel’ als feitelijke schade van MH17. Op de vraag van het Openbaar Ministerie of Almaz-Antey een rapport heeft opgemaakt van deze 350 beschadigingen, antwoordt de deskundige ontkennend: de resultaten van de metingen zijn (enkel) in het computermodel opgenomen als eentjes en nullen. Wij weten dus niet om welke 350 beschadigingen het gaat. Als de deskundige van NLR vraagt of ook de richtingen van de ricochetschade zijn meegenomen, antwoordt de deskundige van Almaz-Antey: ”Uiteraard, want met de richting van de ricochetschade zijn wij vanaf februari 2015 begonnen met het onderzoek naar de schade aan het vliegtuig.” Hierop vraagt de deskundige van NLR of die richtingen ook in het digitale model van de schade zitten. Hierop antwoordt de deskundige van Almaz-Antey: “Nee, die zijn niet opgenomen in het computermodel. We hebben een video gebruikt tijdens het proces van de verificatie van de uitkomsten van het model.”

Oftewel: daar waar Almaz-Antey in haar rapporten stelt dat de richting van ricochetschade moet worden betrokken in de vergelijking van gesimuleerde en daadwerkelijke schade, doet zij dat zelf kennelijk niet. Terwijl NLR en RMA dit wél hebben gedaan.

4.3.2.4.3. Almaz-Antey versie van schade onvolledig en onnauwkeurig

Van RMA en NLR is bekend welke schade zij in hun berekeningen hebben betrokken: 271 perforaties en ricochets, die met stickers op de wrakdelen zijn gemarkeerd en vervolgens 3D zijn ingescand. Anders dan de verdediging op zitting stelt, [1] is óók schade op het dak van de cockpit ingescand: zowel perforaties als ricochets. U heeft tijdens de schouw zelf kunnen waarnemen om welke beschadigingen het gaat en dit is ook zichtbaar op een tweetal afbeeldingen in het rapport van de NLR.


[1] Pleitaantekeningen 23 maart 2022, deel IV.II, randnummer 557.Voor de ‘ongeveer 350’ door Almaz-Antey betrokken perforaties (zonder ricochets) ligt dit anders. Wij weten niet welke perforaties zijn meegenomen en wij kunnen dit met geen mogelijkheid controleren; we kunnen er slechts naar gissen. We weten inmiddels wel dat het grootste gedeelte van die 350 perforaties zich bevindt op wrakdelen die niet zijn veiliggesteld. De verdediging heeft deze wrakdelen uitgebreid besproken en getoond bij pleidooi. [2] Wij laten één van de afbeeldingen van de verdediging nu nog een keer zien. [3] Tijdens het verhoor hebben wij aan de deskundige van Almaz-Antey gevraagd of Almaz-Antey alle perforaties zelf met een liniaal heeft opgemeten. Dit deel van het verhoor houden wij letterlijk voor, omdat het illustratief is voor de wijze waarop Almaz-Antey telkens probeert om vragen die inzicht geven in de werkwijze van Almaz-Antey niet te beantwoorden.

[2] Pleitaantekeningen 21 maart 2022, deel IV.II, randnummers 249 en 254 t/m 295.

[3] Pleitaantekeningen 21 maart 2022, deel IV.II, sheet 87 na randnummer 292.

OvJ: Ik heb een simpele ja of nee vraag. Heeft Almaz-Antey alle perforaties op de wrakstukken van MHI7 zelf opgemeten?

D: Als de vraag naar ik aanneem gaat over de opstelling die wij gezien hebben? Wij hebben daarbij gebruik gemaakt van de afmetingen van de perforaties die vermeld staan in het verslag van het NLR.

0vJ: Dus het antwoord is nee?

D: Als u inderdaad duidt op alle perforaties zonder uitzondering, dan is het antwoord nee.

0vJ: Hoeveel perforaties heeft u wel opgemeten van het vliegtuig?

D: Wij hebben rekening gehouden met ongeveer 350 perforaties.

OvJ: Heeft u van die ongeveer 350 perforaties alle afmetingen met een liniaal opgemeten?

D: Nee.

Ovj: Hoeveel dan wel, want dat was de vraag?

D: Van ongeveer 40.

Het antwoord op deze vraag is om meerdere redenen ontluisterend. Almaz-Antey heeft slechts 40 perforaties opgemeten vanaf de reconstructie. Dit is nog geen 12% van het totaal aantal perforaties dat Almaz-Antey stelt te hebben gebruikt als ‘reëel schadebeeld’ van MH17. Nog geen 12% van dat zogenaamde reële schadebeeld is dus afkomstig van de reconstructie. Terwijl toch niemand kan ontkennen dat de reële schade op die reconstructie uit veel meer dan 40 perforaties bestaat? De 310 andere perforaties die Almaz-Antey in haar schadebeeld heeft betrokken bevinden zich dus op niet veiliggestelde en niet in de reconstructie opgenomen wrakdelen. Oftewel in de door de verdediging rood omcirkelde wrakdelen.

Dit betekent niet - zoals de verdediging en Almaz-Antey ons willen doen geloven - dat Almaz-Antey uitgaat van een ruimer schadebeeld. Het betekent dat Almaz-Antey op zijn minst 231 perforaties en ricochets [1] die door NLR en RMA wél in het schadebeeld zijn betrokken, niet betrekt in haar reële schadebeeld. [2] Dat zien we nu. Verreweg de meeste van de op de reconstructie aanwezige perforaties en ricochets - hier geel omcirkeld – heeft Almaz-Antey dus niet betrokken in haar versie van de schade van MH17. Het gaat hier om 231 perforaties en ricochets waarvan door de deskundige NLR - met de fragmenten van een 9N314M-warhead in de hand - is vastgesteld dat deze veroorzaakt kunnen zijn door primaire fragmenten van die warhead en die dus meegenomen moeten worden bij de bepaling van het schadebeeld. Deze 231 perforaties en ricochets, die voor een ieder zichtbaar zijn op de reconstructie, zijn door Almaz-Antey niet betrokken in hun versie van het schadebeeld van MH17. Deze perforaties en ricochets zijn dus ook niet opgenomen in hun computermodel en spelen dus geen enkele rol in de schadevergelijking van Almaz-Antey.

In plaats hiervan gebruikt Almaz-Antey 310 andere, ons onbekende perforaties, waarvan de “exacte” locaties zijn bepaald vanaf plaatjes op internet. Plaatjes die onmogelijk een reëel beeld kunnen geven van de driedimensionale vorm en vervormingen van de wrakdelen, laat staan dat vanaf die afbeeldingen de exacte locaties van die perforaties zouden kunnen worden herleid. Om nog maar te zwijgen van de exacte grootte van die perforaties, terwijl die grootte relevant is om te bepalen of sprake zou kunnen zijn van een perforatie ten gevolge van een primair fragment. Wat het Openbaar Ministerie betreft kan deze methode van bepalen van het schadebeeld van MH17 onmogelijk als een deugdelijke methode worden aangemerkt. Laat staan als betrouwbare methode.

[1] Er van uitgaande dat de 40 perforaties die Almaz-Antey met de liniaal heeft opgemeten overeenkomen met 40 door NLR gestickerde perforaties. Als dit niet het geval is, zou het aantal niet bij het schadebeeld betrokken perforaties en ricochets dus maximaal 271 zijn.

[2] Almaz-Antey beschikt(e?) immers niet over de 3D-scan van ETVR.

De versie van Almaz-Antey van het schadebeeld kan onmogelijk als een reële weergave van het schadebeeld van MH17 worden aangemerkt. Het is onvolledig omdat een aanzienlijk deel van de schade op de reconstructie niet is meegenomen en onnauwkeurig door de manier waarop de locatie van de wel meegenomen perforaties is bepaald. Daarmee zijn de uitkomsten van de berekeningen van het afvuurgebied door Almaz-Antey, waarbij hun versie van het schadebeeld van MH17 de grootheid is waarmee gesimuleerde schade is vergeleken, waardeloos.

4.3.3.2.1.3. Deelconclusie

Wij komen voor wat betreft de berekeningen van het lanceergebied tot een afronding. Voor het Openbaar Ministerie is duidelijk dat de rapporten van Almaz-Antey volstrekt onbruikbaar zijn. Niet alleen is Almaz-Antey in deze zaak niet onafhankelijk en onpartijdig, ook inhoudelijk is het onderzoek onder de maat. De rapporten bevatten geen enkele uitleg over het zelf verrichte onderzoek of de gebruikte methodologie. Evenmin geven zij inzicht in de gebruikte data. We moeten het doen met de tijdens de diverse verhoren verstrekte mondelinge informatie. Die is op zeer veel punten tegenstrijdig aan de inhoud van de rapporten en geeft blijk van een onverantwoord onnauwkeurige manier van vaststellen van het schadebeeld van MH17 en het negeren van een aanzienlijk deel van de échte reële schade aan MH17. Terwijl de kern van de berekening van het afvuurgebied neerkomt op de vergelijking van die reële schade op MH17 met gesimuleerde schade. Als de schade die als ‘reële schade’ in dat computermodel wordt gestopt onvolledig, niet nauwkeurig en volstrekt oncontroleerbaar is, dan is de uitkomst van die vergelijking per definitie onbetrouwbaar, oncontroleerbaar en dus onbruikbaar.

Inmiddels is duidelijk dat Almaz-Antey bij de vaststelling van het reële schadebeeld van MH17 geen rekening heeft gehouden met een aanzienlijk deel van de door NLR gestickerde en door ETVR 3D ingemeten perforaties en ricochets. Daarmee laat Almaz-Antey een groot deel van het schadebeeld dat uw rechtbank zelf heeft kunnen aanschouwen buiten beschouwing. De verdediging vindt dit kennelijk geen bezwaar, maar voor het Openbaar Ministerie staat hiermee vast dat het schadebeeld van Almaz-Antey niet als reëel schadebeeld kan worden aangemerkt. Daarmee staat óók vast dat de uitkomst van de schadematch van Almaz-Antey geen betrouwbare uitkomst kán zijn. Het verweer dat op basis van het onderzoek van Almaz-Antey niet bewezen zou kunnen worden dat op 17 juli 2014 vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi een Buk-raket is afgevuurd, [1] kan niet slagen en moet worden verworpen.

4.3.3.2.2. Peer review Observation of the Joint Investigation Team, Question #2 Launch Location

In verband met de bewijsvraag naar de afvuurlocatie beroept de verdediging zich ook nog op een tweede rapport van de Amerikaanse consultants. De verdediging schrijft in haar pleitnota: “Volgens deze experts is het zeker waarschijnlijk dat de verantwoordelijke raket is afgevuurd vanaf het door Almaz-Antey berekende gebied. Dat ondersteunt ons uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat als een BUK-raket zou zijn afgevuurd op 17 juli 2014 dat alleen kan zijn gebeurd vanaf een gebied nabij Zaroschenske en niet Pervomaiskyi.”

Wat het Openbaar Ministerie betreft geeft dit rapport geen enkele reden om aan de vastgestelde afvuurlocatie te twijfelen. De Amerikaanse consultants gaan even kritiekloos mee in de stellingen van Almaz-Antey als de verdediging. Wie zich na lezing van de rapporten van Almaz-Antey niet realiseert dat het gros van de stellingen niet wordt onderbouwd en dat deze op geen enkele wijze te controleren zijn, geeft er blijk van die rapporten slecht te hebben gelezen. En wie na lezing van het proces-verbaal van het gezamenlijk verhoor van de deskundigen van NLR, RMA en Almaz-Antey nog steeds stelt dat NLR en RMA uitgaan van een veel te beperkt schadebeeld van MH17 verliest wat het Openbaar Ministerie betreft elke geloofwaardigheid.

Het Openbaar Ministerie volgt de verdediging dus niet in haar stelling dat mede uit dit rapport zou volgen dat Pervomaiskyi niet de afvuurlocatie kan zijn. Ook dit verweer moet worden verworpen.

4.3.3.3. Ontbrekend belastend bewijs

De verdediging heeft verder gesteld dat allerlei bewijs zou ontbreken, dat je wel zou verwachten als de Buk-raket zou zijn afgevuurd vanaf Pervomaiskyi. [2] Gelet op de inhoud van het dossier zijn de verwachtingen van de verdediging weinig realistisch. Dat begint al met het eerste bewijs dat de verdediging wel zou verwachten: verbrandingsresten in de grond. [3]

4.3.3.3.1 Verbrandingsresten

De verdediging benoemt dat grondmonsters zijn genomen, maar dat deze niet zouden zijn onderzocht. [4] Dit is niet waar. Het JIT heeft op 24 april 2015 grondmonsters ontvangen van een Duitse journalist en het JIT heeft van 19 t/m 22 juni 2015 op 3 verschillende locaties in Oost Oekraïne grondmonsters genomen. De locatie waar de Duitse journalist naar eigen zeggen grondmonsters heeft genomen betreft niet het landbouwveld nabij Pervomaiskyi, maar een landbouwveld nabij een spoorweg ten noorden van Snizhne. Voor de duidelijkheid: het gaat dus niet om de grondmonsters die een Britse journalist vier dagen na de crash vanaf het landbouwveld bij Pervomaiskyi zou hebben genomen; deze grondmonsters heeft het JIT nooit ontvangen.

De verdediging stelt bij pleidooi: ”En natuurlijk kan er van alles worden gezegd over de monsters van de journalist(-en). Die monsters zijn niet door een deskundig instituut genomen. En het is maar de vraag op welke locatie die monsters precies zijn genomen.” [5] Precies om die reden heeft het NFI eerst getracht de herkomst van de wel ontvangen grondmonsters te verifiëren door de samenstelling van de grond te vergelijken met de samenstelling van de grond die door het JIT in 2015 is veilig gesteld. Uit dit onderzoek blijkt dat de samenstelling van die grond gelijkenissen vertoont met twee van de drie JIT-locaties én dat aannemelijk is dat deze grond op meerdere locaties voorkomt. De herkomst van de grondmonsters is dus niet bevestigd en daarmee is de grond van de Duitse journalist als onderzoeksmateriaal nagenoeg niets waard.

Dan het verwijt van de verdediging dat geen onderzoek is verricht naar verbrandingsresten. [6] Wij halen in herinnering dat dergelijk onderzoek wel is verricht aan gericht genomen grondmonsters uit Kramatorsk, waarvan zeker was dat daar een Buk-lancering had plaatsgevonden. In deze grondmonsters zijn geen verbrandingsresten aangetroffen. Anders dan de verdediging suggereert, verklaart het NFI dit resultaat niet enkel door tijdverloop. Sterker nog, het is überhaupt niet bekend óf verbrandingsresten in de grond achterblijven, laat staan na een bepaald tijdsverloop. Het NFI achtte onderzoek aan de grondmonsters van het JIT daarom niet kansrijk en niet veelzeggend. Dit betreft louter een forensische beoordeling. Als wij met juridische bril naar de grondmonsters kijken, dan constateren wij dat resultaten van onderzoek aan deze monsters nietszeggend zouden zijn. Als geen verbrandingsresten zouden worden aangetroffen, zou dat niet betekenen dat geen lancering heeft plaatsgevonden: dat volgt immers uit het onderzoek aan de grondmonsters van Kramatorsk. Als wél verbrandingsresten zouden worden aangetroffen, zou nooit kunnen worden gesteld dat deze afkomstig zijn van een lancering op 17 juli 2014: de grondmonsters zijn immers 11 maanden na die datum genomen in een gebied waar al die tijd een oorlog heeft gewoed. Linksom of rechtsom zouden de resultaten dus niets zeggen over een lancering op 17 juli 2014.

[1] Pleitaantekeningen 23 maart 2022, deel IV.II, randnummer 636.

[2] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummers 434 t/m 473.

[3] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 437.

[4] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 438.

[5] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 443.

[6] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummers 439 t/m 446.

4.3.3.2. Resten Buk-raket

Wat ook niet op het landbouwveld is aangetroffen, is een dop van een Buk-raket. Deze had - zo begrijpen wij de verdediging - het JIT kunnen vinden tijdens het grondmonsteronderzoek op deze locatie in juni 2015. De verdediging stelt dat het ontbreken van zo’n dop niet betekent dat er geen raket is gelanceerd, maar dat het aantreffen ervan wel een sterke indicatie zou zijn geweest voor zo’n lancering. [1] Dat is opmerkelijk. In relatie tot wél los op de crashsite aangetroffen raketdelen betoogt de verdediging dat geen causaal verband met het neerhalen van MH17 kan worden vastgesteld. De niet aangetroffen losse dop daarentegen zou wél een ‘sterke indicatie’ voor een lancering kunnen zijn. Dat is meten met twee maten. Zoals het Openbaar Ministerie al vaker heeft gezegd: van losse items is de relatie met MH17 niet gegeven. Daar komt bij dat het niet aantreffen van deze dop helemaal niet vreemd is. Dit soort doppen wordt, naar wij begrijpen, door de bemanning wel aangemerkt als een trofee en wordt na de lancering door hen gezocht. Los daarvan kan die dop ook door anderen dan de bemanning zijn meegenomen. Bovendien blijkt uit het dossier dat het betreffende landbouwveld na 17 juli 2014 gewoon weer als landbouwveld in gebruik is genomen. Dat zien we hier. Het land is duidelijk bewerkt, de grond omgeploegd, nieuwe gewassen geplant. Dat elf maanden na dato geen dop is aangetroffen, zegt dus helemaal niets.

4.3.3.3.3 Satellietbeelden en radarbeelden

Dat geen satellietbeelden beschikbaar zijn waarop het moment van de lancering te zien is, [2] zegt evenmin iets over de vraag of wel of geen lancering heeft plaatsgevonden. Datzelfde geldt voor radarbeelden. [3] Anders dan de verdediging stelt, hebben wij ons niet in bochten hoeven wringen om de afwezigheid van een Buk-raket op civiele radarbeelden te verklaren. Wij hebben in juni 2020 uitgelegd waarom dit volgens deskundigen verklaarbaar is [4] en wij constateren dat de verdediging de bevindingen van die deskundigen niet betwist. Mocht dit bij dupliek alsnog gebeuren dan is dat tardief.

4.3.3.3.4 Radardetectie TELAR en drones

Het volgende beweerdelijke ontbrekend bewijs zijn data van niet nader omschreven ‘radar tracking devices’ die de radaractiviteit van de radar van de TELAR zouden hebben geregistreerd. Wij weten niet waar de verdediging uit afleidt dat dit soort data zou moeten bestaan. Uit de verklaring van RC02, waar de verdediging naar verwijst, volgt dit in ieder geval niet. RC02 bevestigt slechts dat de radar van de TELAR gedetecteerd kán worden – iets dat niemand betwist. Dat die radar ook daadwerkelijk gedetecteerd ís of zou moeten zijn, verklaart RC02 niet. Aanwijzingen dat deze data wél bestaan, ontbreken. De afwezigheid van registraties van de radar van de TELAR op data die we niet hebben en die we niet kennen, kan onmogelijk een contra-indicatie opleveren voor de afvuurlocatie.

Datzelfde geldt voor de beweerdelijke dronebeelden. Uit niets blijkt dat dit soort beelden überhaupt bestaan. Toch vindt de verdediging de afwezigheid van deze beelden ‘opvallend’. [5] De enige drone die in het hele onderzoek naar voren is gekomen, is een object dat waarneembaar is op de Russische primaire radardata en dat door de Russische Federatie als een ‘Russische drone’ van het type Orlan-10 is herkend. [6] Dit object - want of het écht een drone is weten we niet – cirkelde op 17 juli 2014 rondom het tijdstip dat MH17 werd neergehaald boven Russisch grondgebied. Áls er al aanwijzingen bestaan voor een drone die de lancering had kunnen filmen, dan zou het dit object in het Russische luchtruim zijn. Met de verdediging constateren wij dat áls hier daadwerkelijk sprake was van een drone die beeldopnamen heeft gemaakt van de lancering, wij deze beelden niet hebben ontvangen. Ondanks een ruim geformuleerd rechtshulpverzoek aan de Russische Federatie om alle relevante informatie aan ons te verstrekken. Maar anders dan de verdediging wenst het Openbaar Ministerie hier niet over te speculeren.

4.3.3.3.5 Tapgesprekken

Tot slot de door de verdediging gesuggereerde ontbrekende tapgesprekken. Het klopt dat we niet beschikken over tapgesprekken waarin wordt gezegd dat de Buk-raket afgevuurd moet worden of waarin het bevel tot vuren wordt gegeven. Dat is niet vreemd en het is zeker geen bewijs dat er geen Buk-raket is afgevuurd vanuit Pervomaiskyi. [7] In de eerste plaats merken wij op dat er verschillende manieren van communicatie met de bemanning van een TELAR bestaan. Bellen met een mobiele telefoon is slechts één van die manieren en ook nog eens de minst voor de hand liggende. Daar komt bij dat als een TELAR alléén opereert, dat wil zeggen: zonder directe verbinding met de Commando Post of het Buk-radarvoertuig (TAR), informatie over het doel doorgaans op twee manieren wordt verstrekt aan de bemanning. Dit gebeurt voorafgaand aan de inzet tijdens een briefing of tijdens de inzet door middel van het delen van inlichtingen, bijvoorbeeld via een spotter. Waarbij meteen wordt opgemerkt dat RC02 die laatste optie niet heel waarschijnlijk acht. Het is dus niet eens aannemelijk dát er telefonisch contact met de bemanning plaatsvindt voorafgaand aan het vuren. Maar zelfs als dit wel het geval zou zijn, dan nog kan niet worden gesteld dat niet gebeld is naar de bemanning. De bemanning werd immers niet getapt op 17 juli 2014. Zoals ook andere telefoonnummers, waaronder die van Pulatov, niet getapt werden.

Kortom: dat gesprekken voorafgaand aan het moment van afvuren ontbreken, betekent niet dat er geen Buk-raket is afgevuurd. Zeker niet nu wij wel beschikken over gesprekken waaruit volgt dat de Buk-TELAR wel degelijk heeft afgevuurd. Ik citeer nogmaals Pulatov, die in antwoord op de vraag van Dubinskiy of de Buk wel gevuurd heeft zegt: Buk hit Sushka … which Sushka hit Boeing before that. Hetzelfde zien we overigens op 16 juli 2014: er zijn géén gesprekken over het feit dát er afgevuurd moet of zal worden en evenmin horen we over de tap bevelen tot afvuren van raketten op Sushka’s. Wel horen we - nadat die Sushka’s zijn neergehaald - gesprekken waarin wordt besproken dát Sushka’s zijn neergehaald.

4.3.3.3.6. Getuigen

Tot slot stelt de verdediging dat er behoudens X48 en M58 geen andere getuigen zijn gehoord die specifiek verwijzen naar het landbouwveld nabij Pervomaiskyi als afvuurlocatie. [8] Dat klopt. Wel zijn er heel veel getuigen die hebben verklaard dat zij die middag een rookspoor of een vliegend object of raket hebben gezien en/of gehoord. Sommigen koppelen aan die raket of dat object een licht rookspoor, anderen doen dat niet. Eén van hen verklaart dat hij op de dag van de crash rond 16.15 uur het geluid van een raket heeft gehoord. Dat geluid kwam uit de richting van Saur Mogila en ging in de richting van Hrabove. Wanneer wordt verklaard over het ontstaan van het rookspoor wijzen maar liefst acht getuigen op een plaats ten zuiden van Snizhne. Concreet wordt gesproken over de heuvel van Saur Mogila en de plaatsen Pervomaiske en Pervomaiskyi. Eerder benoemden wij al dat er geen reden is deze verklaringen van het bewijs uit te sluiten en anders dan de verdediging betoogt, zijn dit wel degelijk getuigen wiens verklaringen steun geven aan de overtuiging dat op 17 juli 2014 vanaf het landbouwveld nabij Pervomaiskyi een Buk-raket is afgevuurd.

4.3.3.3.7 Deelconclusie

Het verweer van de verdediging dat erop neerkomt dat bewijs ontbreekt dat je wel zou verwachten als Pervomaiskyi de afvuurlocatie is, mist feitelijke grondslag en kan dus niet slagen.

4.3.3.4. Alternatief scenario: lock over

Tot slot het door de verdediging aangevoerde alternatieve scenario voor een lancering vanuit een ander gebied dan de omgeving van Pervomaiskyi. Eerder benoemden wij al dat de verdediging en hun Amerikaanse consultants Almaz Antey ten onrechte op het schild hebben gehesen als bron voor een alternatieve afvuurlocatie bij Zaroshchenske. Wij hebben uitgelegd waarom dat onderzoek van Almaz Antey onbetrouwbaar is en niets af kan doen aan het ruime bewijs voor het afvuren van de Buk-raket vanaf het landbouwveld bij Pervomaiskyi. Nu zullen wij ingaan op de verdere inkleuring van de theorie van Almaz Antey door de Amerikaanse consultants. Door de verdediging omschreven als het ‘lock on lock over’-scenario. [9] Volgens deze theorie zou er vanuit de omgeving van het door Almaz Antey berekende afvuurgebied een Oekraïense Buk-raket zijn afgevuurd op een passagiersvliegtuig van Air India en zou het doelwit van deze raket na afvuren zijn overgesprongen op MH17. [10] De verdediging zegt zelf dat dit scenario “op het eerste gezicht misschien moeilijk te geloven klinkt”. [11] Daar sluit het Openbaar Ministerie zich bij aan. Wij voegen daaraan toe dat de voorgestelde gang van zaken niet alleen ongeloofwaardig is, maar ook feitelijk onmogelijk en onverenigbaar met het bewijs in het dossier.

Aan deze theorie ligt een aantal veronderstellingen ten grondslag, namelijk:

  • er stond een Oekraïense Buk-opstelling in een afvuurgebied bij Zaroshchenske;
  • Air India vloog binnen het bereik van de Buk-raket die uiteindelijk MH17 raakte;
  • problemen bij de identificatie van Air India zorgden voor de selectie van dat doelwit; en
  • er vond een lock over plaats van Air India naar MH17.


Wij brengen nu twee van deze veronderstellingen in beeld. Alleen op basis daarvan blijkt al dat

het plaatsvinden van het lock over scenario met het oog op de informatie uit het dossier niet alleen ‘moeilijk te geloven’ is, maar ronduit uitgesloten. De overige aannames van de verdediging en de consultants behandelen wij in bijlage II.

4.3.3.4.1.Onvoldoende bereik Buk-raket

We beginnen met de aanname dat Air India binnen het bereik zou zijn geweest van de Buk-raket die MH17 raakte. Volgens de Amerikaanse consultants zou een Oekraïens target acquisition radar-voertuig (of TAR) Air India hebben opgemerkt vlak nadat die het Oekraïense luchtruim in kwam. Hierna zou vanaf het gebied ten zuiden van Zaroshchenske een raket op dat doel zijn afgevuurd en om 16:20 uur lokale tijd zou die raket MH17 hebben geraakt

Dit is feitelijk onmogelijk. Op basis van bewijs uit het dossier, waaronder de verklaring van getuige RC02 die door de verdediging in het pleidooi is aangehaald, [12] kan de raket die MH17 neerhaalde Air India niet als oorspronkelijk doelwit hebben gehad. Zeker niet wanneer die raket zou zijn afgevuurd vanuit Zaroshchenske. Als er een Oekraïense Buk-TELAR bij Zaroshchenske had kunnen staan, en als deze de raket had afgevuurd die om 16:20 uur MH17 raakte, vloog Air India op dat moment ver buiten het bereik van die raket. Rekening houdend met Buk-raketten van zowel type 9M38 als type 9M38M1, verklaart RC02 over een maximaal functioneel bereik van 45 kilometer. Toen MH17 werd geraakt vloog Air India echter nog op 69,5 kilometer afstand Dit is dus veel te ver om geraakt te kunnen worden door een Buk-raket vanuit Zaroshchenske. We laten dat nu zien op een kaart. U ziet de door Almaz Antey als afvuurlocatie aangemerkte plaats Zaroshchenske, het maximaal bereik van een Buk-raket van 45 kilometer en de passagierstoestellen MH17 en AIC113 van Air India. Dat laatste toestel vloog ver buiten het raketbereik.

[1] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummers 448 – 449.

[2] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 450.

[3] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 453.

[4] Toelichting OM, onderzoek radargegevens, juni 2020.

[5] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 460.

[6] Toelichting OM juni 2020, onderzoek radargegevens, p. 14.

[7] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 461.

[8] Pleitaantekeningen 24 maart 2022, deel IV.III, randnummer 465.

[9] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 133 e.v.

[10] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 125.

[11] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 126.

[12] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 135. De verdediging verwijst naar deze getuige als RC02.

4.3.3.4.2. Onmogelijkheid lock over

Naast het feit dat Air India ver buiten het bereik vloog van de Buk-raket die MH17 raakte, is in deze situatie op basis van het dossier een lock over niet mogelijk. De verdediging verwijst hiervoor naar getuige G9081, maar uit zijn verklaring blijkt nu juist dat er geen lock over kan hebben plaatsgevonden van MH17 naar Air India. Volgens deze wapenspecialist is een lock over “in theorie wel mogelijk”, maar komt het “in de praktijk (…) eigenlijk niet voor”. Volgens hem zou het alleen kunnen gebeuren:

“(…) wanneer het oorspronkelijk doel (vliegtuig) in één lijn is met een ander, hoger vliegend vliegtuig en in één lijn is met de radarstraal van de Buk-M1, terwijl het hoogteverschil tussen de twee vliegtuigen dusdanig gering is, dat de radar dat niet ziet. Daarbij dient de snelheid van de twee vliegtuigen ook hetzelfde te zijn.”

Daarnaast beroept de verdediging zich nog op getuige RC02. [1] Volgens deze Buk-specialist kan een lock over alleen plaatsvinden als de afstand tussen twee vliegtuigen klein is. Hij verklaart dat de vliegtuigen “echt heel kort op elkaar [moeten] vliegen, met een afstand van hooguit een paar honderd meter tussen beide” of vanuit dezelfde richting “op dezelfde optische as” moeten vliegen.

Kortom: volgens de door de verdediging aangehaalde specialisten G9081 en RC02 kan een lock over alleen plaatsvinden als vliegtuigen vlak bij elkaar of optisch op dezelfde lijn vliegen.


Bovendien gaat de verdediging eraan voorbij dat de zojuist genoemde getuigen verklaren over de mogelijkheid van het plaatsvinden van een lock over doordat de aansturende radarstraal vanuit de Buk-TELAR overspringt naar een ander doelwit. Voor de mogelijkheid van het door de consultants en de verdediging geschetste scenario, waarbij de Buk-raket na afvuren op eigen houtje via een ‘onboard radar’ een nieuw doelwit zoekt, is in het dossier geen enkele onderbouwing te vinden.In de door de verdediging overgelegde video die de beweringen van de Amerikaanse consultants visueel weergeven, is te zien hoe de Buk-raket na het afvuren afbuigt richting MH17. [2] Dit ziet er zo uit. In het scenario van de verdediging vindt de beweerdelijke lock over dus plaats wanneer Air India en MH17, ook blijkens de afstanden die zijn weergegeven op de kaart, tientallen kilometers van elkaar verwijderd zijn en vanuit tegengestelde richting komen. Ook vliegt Air India 7000 voet hoger dan MH17. Onder die omstandigheden kan er volgens de specialisten geen lock over plaatsvinden.

Kortom: wie begrijpt wat een lock over precies is, begrijpt ook dat het nooit zo gegaan kan zijn als door de verdediging wordt gesuggereerd.

4.3.3.4.3. Deelconclusie lock over

Wij komen tot een afronding en verwijzen voor de overige aannames van de verdediging en de consultants naar bijlage II. De opstellers van het Amerikaanse rapport suggereren zonder deugdelijke onderbouwing een compleet nieuwe gang van zaken die ter zitting is aangevuld door de verdediging en volgens hen een antwoord zou moeten geven op de vragen ‘waarom de raket zou zijn gelanceerd en hoe het mogelijk is dat zo’n vergissing zou zijn gemaakt’. [3] De opstellers van het rapport en de verdediging nemen deze nieuwe gang van zaken als uitgangspunt en leggen passages van dossierstukken naast de aannames uit het rapport. Uiteindelijk komt het erop neer dat de verdediging met het rapport onder de arm de suggestie doet dat een lock over de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn van het neerhalen van MH17. Hoe dit zou zijn gebeurd wordt in een scenario uitgeschreven, maar niet onderbouwd. De speculatie van de verdediging is bovendien pijnlijk omdat het een antwoord suggereert op die ene vraag die zoveel nabestaanden al zo lang bezig houdt: waarom is er op de knop gedrukt?

Het plaatsvinden van het lock over scenario is met het oog op de informatie uit het dossier niet alleen ‘moeilijk te geloven’, maar ronduit uitgesloten. Als wij onszelf - net als de Amerikaanse onderzoekers - afvragen ‘what would make sense’, [4] dan is het in ieder geval niet dit scenario.

4.3.3.Conclusie bewijsvraag 2

Wij sluiten de bespreking van de tweede bewijsvraag af. Anders dan de verdediging stelt, bestaat er ruim en overtuigend bewijs dat MH17 is neergeschoten met een Buk-raket uit de omgeving van Pervomaiskyi. De door de verdediging voorgestelde alternatieve uitleg van de tapgesprekken over de inzet van Buk snijdt geen hout. Aan de betrouwbaarheid van het overige bewijs voor de afvuurlocatie heeft de verdediging niets kunnen afdoen en het door haar opgeworpen alternatieve scenario van een Oekraïense poging om Air India neer te schieten is speculatief en evident onmogelijk.

4.4. Bewijsvraag 3: deelneming Pulatov

4.4.1. Inleiding

Dan komen we nu bij de derde en laatste bewijsvraag: de betrokkenheid van verdachte Pulatov bij de hem ten laste gelegde feiten. We lopen eerst de verweren langs die betrekking hebben op de feitelijke gedragingen van Pulatov. [5] Daarbij gaan wij ook in op de feitelijke gedragingen van de andere drie verdachten: Girkin, Dubinskiy en Kharchenko. Daarna zullen wij bespreken hoe die feitelijke gedragingen van verdachten strafrechtelijk gekwalificeerd moeten worden.

4.4.2. Feitelijke gedragingen verdachten

Bij de bespreking daarvan komen aan de orde de positie van Pulatov in de hiërarchie in de DPR, zijn rol bij het offensief richting het zuiden en bij het organiseren van luchtafweer en tot slot de betrokkenheid van verdachte bij de Buk-TELAR. Uiteraard passeren in ons betoog ook de andere verdachten (Girkin, Dubinskiy en Kharchenko) de revue. Herhaling van hetgeen bij requisitoir naar voren is gebracht proberen we te voorkomen, maar is onvermijdelijk en noodzakelijk om een coherent chronologisch verhaal te kunnen schetsen.

4.4.2.1. De positie van verdachte Pulatov in de hiërarchie in de DPR

In het kader van de onderlinge hiërarchie tussen de verdachten heeft de verdediging aangevoerd dat Kharchenko niet ondergeschikt is aan Pulatov, maar dat zij elkaars gelijken zijn. [6] De verdediging voert dit aan in verband met het strafrechtelijk verwijt dat verdachten, door gebruik te maken van hun gezaghebbende positie, de Buk-TELAR hebben (laten) bewaken en/of verbergen. [7]

In ons requisitoir hebben wij aangegeven dat de DPR in april 2014 is opgericht en dat de verdachten tot deze gewapende groep behoren en met elkaar samenwerken. [8] Binnen de DPR heeft Girkin als minister van Defensie een hoge leidinggevende rol. Onder het bevel van Girkin valt onder meer het zogenoemde verkenningsbataljon, dat het hoofdkwartier heeft in Donetsk. Dubinskiy geeft leiding aan dit bataljon en is tevens aangemerkt als Girkin’s plaatsvervanger. Pulatov en Kharchenko vallen weer onder Dubinskiy.

Pulatov is plaatsvervanger van Dubinskiy. Hij krijgt bevelen van Dubinskiy, maar ook direct van Girkin. Pulatov stuurt op zijn beurt andere DPR-commandanten aan. Zoals Piton, commandant van de eerste compagnie onder Pulatov. En Tskhe (call sign Koreets), de commandant van een luchtafweereenheid. Naar eigen zeggen voert Pulatov na zijn toevoeging aan de inlichtingenstaf bevel over zo’n 1150 man.

Kharchenko krijgt bevelen van Girkin, Dubinskiy en Pulatov. Kharchenko stuurt zelf ook commandanten aan. In verschillende tapgesprekken van juli 2014 wordt Kharchenko door onder andere Gilazov (call sign Ryazan) en Sharpov (call sign Zmey), aangesproken als commandant (‘commander’) en geeft hij hen opdrachten. Kharchenko heeft in juli 2014 zo’n 350 personen in zijn eenheid.

Het Openbaar Ministerie meent dat juist de, ook door de verdediging genoemde, coördinerende rol van Pulatov [9] maakt dat sprake is van een ondergeschiktheidsrelatie tussen Pulatov en Kharchenko. Dat verdachten ook samenwerken doet daaraan niet af. Het gaat echter niet primair om de onderlinge hiërarchie. Zoals bij requisitoir gezegd, is voor de bewijsvraag uiteindelijk de aard en intensiteit van de feitelijke samenwerking tussen de vier verdachten belangrijker. [10] Zij vormen al voor 17 juli 2014 een hecht samenwerkende dadergroep die gepland en georganiseerd onder meer luchtvaartuigen neerhaalt. [11] Daarom dienen de feitelijke gedragingen van de vier verdachten, en dus ook van Pulatov, nadrukkelijk beoordeeld te worden in het licht van hun gezamenlijk plan om een vliegtuig neer te schieten. [12] Bij de bespreking van de feitelijke gedragingen van Pulatov moet dus goed voor ogen worden gehouden dat het wel relevant is wat hij heeft gedaan, maar dat niet tot in detail zijn individuele bijdrage aan de strafbare feiten vastgesteld hoeft te worden. Zijn gedragingen dienen uitdrukkelijk te worden bezien in het licht van de gemeenschappelijke intentie van de groep en de samenwerking met Girkin, Dubinskiy en Kharchenko. [13] We bespreken straks wat dit betekent voor de kwalificatie van hun gedragingen.

Geconcludeerd kan worden dat Pulatov in juli 2014 een belangrijke positie binnen de DPR heeft. Hij opereert direct onder Girkin en Dubinskiy en behoort tot de militaire top. [14] Zij vormen een planmatig opererende en hecht samenwerkende groep die zich dagelijks bezig houdt met geweld, waaronder het neerschieten van vliegtuigen. Hoe dat er in de praktijk uitziet blijkt uit het navolgende waarbij we ingaan op de context waarin de handelingen van verdachten plaatsvinden.

4.4.2.2. Offensief richting het zuiden

4.4.2.2.1. Inleiding

De verdediging heeft aangevoerd dat de voorverkenningen door Pulatov ten zuiden van Snizhne en zijn rol als coördinator van de DPR troepenbewegingen niet in relatie staan tot de inzet van de Buk-TELAR op 17 juli 2014. [15] De verdediging heeft er in de visie van het Openbaar Ministerie dan te weinig oog voor dat de activiteiten van Pulatov in de periode van 6 tot en met 17 juli 2014, niet los gezien kunnen worden van die inzet. De ontwikkeling van de strijd tegen de Oekraïense strijdkrachten is de opmaat naar die inzet. Gezien het verweer van de verdediging gaan we dieper in op het offensief richting het zuiden, de essentiële rol van Pulatov daarbij en zijn samenwerking met Girkin, Dubinskiy en Kharchenko.

[1] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 135.

[2] Video 1 - Alternate Scenario. Door verdediging overlegd op USB-stick op 30 maart 2022.

[3] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 127.

[4] Pleitaantekeningen deel V, 25 maart 2022, randnr. 122.

[5] Pleitaantekeningen deel VI.I. (Bewijsdeelvraag 3, Feitelijke gedragingen) 25 maart 2022, middag en 28 maart 2022 ochtend.

[6] Pleitaantekeningen, deel VI.I., 25 maart 2022, onder 1.4.

[7] Pleitaantekeningen, deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 30.

[8] Requisitoir, par. 3.3.2.1 (April 2014: oprichting DPR).

[9] Pleitaantekeningen, deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 24.

[10] Requisitoir, par. 3.3.3.1 (Samenwerkingsverband verdachten; verkenningsbataljon in Donetsk).

[11] Requisitoir, par. 7.2.4 (Planmatig geweld).

[12] Requisitoir, par. 3.10.4.1 (Hecht samenwerkende dadergroep).

[13] PHR 10 december 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1286, randnummer 16. Requisitoir, par. 3.10.4.3 (Eigenaarschap en beschikkingsmacht Buk-TELAR).

[14] Requisitoir, par. 3.3.3.1 (Samenwerkingsverband verdachten: verkenningsbataljon in Donetsk), ‘In het gebied van waaruit MH17 wordt neergeschoten zijn de verdachten in juli 2014 die ‘hoge bomen’. En ‘In het gebied van waaruit MH17 wordt neergeschoten hebben de verdachten het in juli 2014 voor het zeggen’.

[15] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummers 46-53.

4.4.2.2.2. 6 en 7 juli 2014

Begin juli 2014 vinden hevige gevechten plaats aan het zuidelijk front rond de heuvel Saur Mogila. Mede in verband met bevoorrading van materieel vanuit de Russische Federatie is het van strategisch belang dat er controle is over het zuiden van het DPR-gebied. Dat omvat naast Donetsk de plaatsen ten zuidoosten hiervan, zoals Snizhne, Pervomaiske, Dmitrovka, Stepanovka, Marinovka en Tarany. [1] U ziet dat hier. Vanaf 6 juli 2014 treft de DPR aan het zuidelijk front voorbereidingen voor het creëren van een corridor naar Russisch grondgebied. Pulatov en zijn medeverdachten spelen een belangrijke leidinggevende rol bij dit offensief dat nog steeds voortduurt op 17 juli 2014. [2]

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.2 (Gebiedscontroles en transportroutes DPR).

[2] Requisitoir, par. 3.3.3.3 (Het DPR offensief aan het zuidelijk front).

Wij gaan nader in op het telefoongesprek dat Dubinskiy op 6 juli 2014 om 17:13 uur heeft met Pulatov. Zij voeren dit gesprek een aantal uur nadat Dubinskiy en Girkin elkaar begin van de middag in Donetsk hebben ontmoet. Pulatov en Dubinskiy zien elkaar vervolgens ook in Donetsk. [1] Pulatov moet komen omdat Dubinskiy een dringende opdracht voor hem heeft. Nadat Pulatov in het gebouw de weg heeft gevraagd aan Dubinskiy, is het gesprek feitelijk afgerond, maar blijft de telefoonlijn open via de telefoon van Dubinskiy. Daardoor zijn we getuige van hetgeen wordt besproken als Dubinskiy, Pulatov en enkele andere personen elkaar in persoon treffen. Te horen is dat Dubinskiy uitleg geeft over de te realiseren corridor. Dubinskiy beschrijft een bepaald gebied. Dubinskiy noemt de grens met de Russische Federatie, de grens met de Luhansk regio en de plaatsen Dmitrovka en Dibrovka en lijkt een en ander op een kaart aan te wijzen. Pulatov krijgt de opdracht om met de mannen van Piton, een commandant onder Pulatov, naar Snizhne te gaan en contact te leggen met Prapor, een commandant. Die zal hen naar Dmitrovka brengen. Pulatov en de mannen van Piton krijgen als taak een aanvullende voorverkenning te doen van vier hoger gelegen gebieden. Uit de locatiegegevens en een tapgesprek van 7 juli 2014 blijkt dat Pulatov inderdaad is gegaan en de volgende dag terug is in Donetsk. Hij meldt telefonisch aan Dubinskiy dat hij informatie zal verschaffen. We laten een deel van het gesprek van 6 juli om 17.13 uur horen.

Pulatov bevestigt in zijn videoverklaring [1] dat hij op 6 juli 2014 een ontmoeting heeft met Dubinskiy en de opdracht krijgt om naar het gebied Dmitrovka-Dibrovka te gaan. De voorverkenningen zijn in het belang van aanstaande gevechtsoperaties zodat de volksweer een doorgang kan forceren in de richting van de oosterburen. Aldus Pulatov.

Het Openbaar Ministerie wil best van Pulatov aannemen dat op dát moment die voorverkenning niet specifiek ging om de plaats Pervomaiskyi of te maken had met de plaatsing van een Buk-TELAR. Deze voorverkenning kan echter niet los gezien worden van het offensief richting het zuiden waarin op een later moment de Buk-TELAR werd ingezet. Uit deze voorverkenning blijkt dat verdachten niet alleen in de lijn met elkaar communiceren maar ook rechtstreeks contact hebben en hun militaire plannen bespreken. Daarnaast blijkt hieruit dat Pulatov letterlijk in de frontlinie van de strijdkrachten van de DPR opereert.

4.4.2.2.3. 15 juli 2014

De samenwerking tussen verdachten en het opereren aan de frontlinie blijkt ook uit diverse tapgesprekken van 15 juli 2014. Ter herinnering: in de nacht van 14 op 15 juli 2014 is Stepanovka ingenomen. Pulatov en Kharchenko krijgen op 15 juli ’s middags een opdracht van Dubinskiy. Girkin is de feitelijke opdrachtgever. Dit is af te leiden uit het contact eerder op de dag tussen Girkin en Dubinskiy waarbij Girkin zegt dat hij een dringende opdracht voor Dubinskiy heeft. En uit een gesprek later op de dag tussen Kharchenko en de assistent van Girkin waarin Kharchenko aangeeft dat Girkin degene is die de opdracht heeft gegeven.

Nadat zij beiden Dubinskiy hebben gesproken, blijkt uit een tapgesprek tussen Pulatov en Kharchenko dat Pulatov bepaalt hoe laat zij vertrekken en hoe laat hij zijn orders wil uitdelen. Dat het hier om orders gaat met betrekking tot eenheden die zich richting Snizhne verplaatsen valt af te leiden uit een tapgesprek tussen Pulatov en Kharchenko van diezelfde avond om 23:29 uur. Kharchenko is in Snizhne. Hij moet in opdracht van Pulatov naar Prapor gaan en zeggen dat zij de eersten zijn die zijn aangekomen en dat de hoofdmacht achter ligt. Pulatov is nog onderweg.

Pulatov heeft dus duidelijk de operationele leiding over Kharchenko en de eenheden die zich in de loop van de avond naar Snizhne verplaatsen. Hij wordt ook in een tapgesprek tussen twee commandanten van die avond aangeduid als degene die alle DPR troepenbewegingen coördineert. We laten dit gesprek horen.

[1] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 48.

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.1 (Offensief richting het zuiden vanaf 6 juli 2014).

Pulatov heeft dus een prominente rol. Dat het om Pulatov gaat, in dit gesprek aangeduid met zijn bijnaam Giurza, blijkt uit het feit dat dit gesprek plaatsvindt op het moment dat Pulatov bezig is met de troepenverplaatsing naar Snizhne. In het gesprek gaat het ook over die plaats. Verder zijn de gespreksdeelnemers Oplot-commandanten. Het Oplot-bataljon neemt in juli deel aan de gewapende strijd rond Snizhne en de twee commandanten kennen dus de spelers in dat strijdveld.

4.4.2.2.4.16 juli 2014

Ook op 16 juli 2014 als Marinovka wordt aangevallen door de DPR is er sprake van samenwerking tussen verdachten en heeft Pulatov een substantiële rol. Dat blijkt uit de volgende gesprekken. Kharchenko is samen met Girkin als hij ‘s nachts om 03:33 uur wordt gebeld door Pulatov die wil weten welke hoger gelegen grond is bereikt. Kharchenko weet dat niet. In een gesprek van 04:37 uur geeft Pulatov aan Kharchenko de opdracht om aan Girkin te rapporteren dat hij de ‘boxes’, een veelgebruikt codewoord voor zwaar materieel, naar het eerste ‘landmark’ heeft gereden en dat hij (Pulatov) teruggaat. Pulatov straalt dan een mast aan in Snizhne. Om 07:34 uur rapporteert Pulatov aan Dubinskiy dat er nog geen doorbraak is, omdat zij te maken hebben met teveel versterkingen en lange afstandsvuur vanaf twee locaties. Als ondergeschikte Gilazov (callsign Ryazan) om 08:59 uur aan Kharchenko meldt dat hij in het net ingenomen Marinovka onder vuur ligt, geeft Kharchenko aan dat Pulatov naar het dorp onderweg is. Als een NN-man (‘Taran’), die op een hoger gelegen gebied (‘high ground’) is, om 12.30 uur aan Kharchenko vraagt of deze contact heeft met iemand die het bevel heeft over deze operatie zegt Kharchenko dat hij met niemand contact kan krijgen, maar dat Averyanov (‘Tor’) en Pulatov (‘Giurza’) naar hem (‘Taran’) komen. Girkin zelf is ook aan de frontlinie en voert in de ochtend in persoon bevel aan het front bij Marinovka. [1]

Uit deze gesprekken wordt duidelijk dat al vanaf vroeg in de ochtend contact is tussen de vier verdachten, dat de lijntjes kort zijn en dat Pulatov een centrale, coördinerende rol in het veld heeft. Dat zet zich ’s middags voort.

Kharchenko informeert Pulatov in een tapgesprek van 13:26 uur over de stand van zaken van zijn troepen. Kharchenko heeft te kampen met doden en gewonden en met luchtaanvallen door een Sushka. Kort daarna (om 13.33 uur) geeft Pulatov aan Kharchenko het bevel dat de ‘mensen van Tor’ het hoger gelegen gebied onder dekking moeten nemen en dat de tanks daarheen moeten gaan. Kharchenko moet Tor informeren want Pulatov heeft geen verbinding met hem. Om 13:39 uur is er weer contact. Pulatov geeft Kharchenko dan de opdracht om de verdediging te organiseren en de lijn die ze hebben veroverd te behouden. Ook moet hij doden en gewonden tellen en aan Pulatov doorgeven. Om 17:11 uur is er contact tussen Kharchenko en Dubinskiy waarin de eerste uitlegt dat hij in opdracht van Pulatov (‘Giurza’) het dorp Marinovka moet verdedigen (‘to hold the ground here in the village’) en constant onder vuur ligt. Pulatov is weggegaan. Dubinskiy geeft aan dat Girkin (‘Pervyi’) onderweg is en zodra hij er is zal Dubinskiy hem vragen het bevel tot terugtrekking van Kharchenko, die veel verliezen lijdt, te geven. Later op de dag (om 17:54 uur) wil Pulatov weer van Kharchenko weten hoeveel doden en gewonden er zijn omdat die cijfers besproken moeten worden met de hogere leiding (‘senior staff’). [2]

Ook hier fungeert Pulatov dus als spil tussen de eenheden in het gevecht en de hogere leiding.

Hierna, om 18:12 uur, rapporteert Pulatov inderdaad aan Dubinskiy wat de stand van zaken is na een dag vechten. In dit gesprek vertelt hij dat bataljonscommandant Averyanov (‘Tor’) en Kharchenko (‘Krot’) personele verliezen hebben geleden en noemt daarbij dezelfde aantallen doden en gewonden die hij eerder van Kharchenko heeft doorgekregen. Verder benoemt hij dat twee tanks en de ‘Strela’ luchtafweer zijn uitgeschakeld. De informatie over de Strela heeft Pulatov begin van de middag al van Kharchenko gekregen. Pulatov geeft aan dat hij de twee ‘boxes’ en de Strela probeert mee te nemen ter reparatie of verdere evacuatie. Zij bespreken samen nieuwe doelwitten en Dubinskiy geeft aan dat ‘Pervyi’ bezig is deze door te geven aan Moskou. Ook bespreekt Pulatov met Dubinskiy dat het belangrijk is een brug te behouden in Marinovka en geeft hij aan dat de heuvels waar Dubinskiy op heeft ingezet geen doorslaggevende rol spelen. Hij bevestigt desgevraagd aan Dubinskiy dat de oostelijke kant dus helemaal niet relevant is.

Er is ook bemoeienis van Girkin. Als hij eind van de dag (op 16 juli) terug is in Donetsk, zorgt hij ervoor dat het verkenningsbataljon versterking krijgt van twee compagnieën van Kep. ‘Kep’ of ‘Cap’ is een call sign van Velikorodnyy, een DPR-commandant in de omgeving van Snizhne die onder feitelijke aansturing van Girkin staat. [3] In genoemd gesprek van 18:12 uur informeert Dubinskiy Pulatov over de versterking door Kep. [4] In dit gesprek van 18:12 uur wordt ook de behoefte besproken aan een deugdelijk luchtverdedigingssysteem. Daar komen we op terug.

Twee uur later (20:11 uur) wordt Pulatov gebeld door Dubinskiy. Deze deelt hem mee wat hij daarvoor ook aan Kharchenko heeft meegedeeld, namelijk dat zowel Kharchenko als Pulatov in ‘reserve’ moeten gaan in Stepanovka. Piton gaat met Pulatov mee. De in te nemen posities van Kep/Cap en Tor bij Marinovka en Stepanovka worden besproken. We komen straks nog terug op het feit dat in dit gesprek ook over de BUK wordt gesproken.

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014).

[2] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014); Z-tap 16 juli 2014, 17:54:42u.

[3] Requisitoir, par. 3.9.2.3 (Betrokkenheid Girkin).

[4] Requisitoir, par 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014).

Samengevat blijkt uit de gesprekken op 16 juli 2014 nogmaals dat de vier verdachten ieder vanuit hun rol in de onderlinge hiërarchie, die dag samen optrekken bij het offensief richting het zuiden. Ze bespreken doelwitten, verlies van materieel en manschappen en bepalen de locaties van diverse DPR-eenheden. Pulatov heeft de leiding en coördinatie over de troepen ten zuiden van Snizhne. Hij stuurt Kharchenko aan, legt verantwoording af aan Dubinskiy die op zijn beurt Pulatov en Kharchenko op afstand aanstuurt, waarbij Pulatov mede de tactiek bepaalt. Girkin wordt over de gang van zaken geïnformeerd door Dubinskiy en bemoeit zich vanuit zijn hoogste positie ook zelf actief met de gang van zaken die dag.

4.4.2.2.5. 17 juli 2014

Dan komt 17 juli 2014, de dag van het neerhalen van MH17. Er wordt die dag opnieuw hevig gevochten in het gebied rond Saur-Mogila, Stepanovka en Marinovka richting de Russische grens. U ziet dat gebied hier. Uit hetgeen we hiervoor hebben geschetst blijkt dat de lijnen tussen verdachten kort zijn en dat zij goed op elkaar zijn ingespeeld. Deze voor verdachten vanzelfsprekende wijze van samenwerking, waarbij zij zich richten op hetzelfde doel, zet zich voort op 17 juli 2014. Dit gezamenlijke doel betreft het realiseren van een corridor richting het zuiden tot de grens met de Russische Federatie. Om dit doel te bereiken voeren verdachten op land en in de lucht hun eigen gewapende strijd tegen de Oekraïense strijdkrachten.

Als we inzoomen op de rol van Pulatov dan zien we dat hij ook op 17 juli 2014 een belangrijke speler in het veld is. [1] Zo geeft hij bevelen aan anderen, waaronder Kharchenko. Deze laatste is in de ochtend in het SBU-gebouw in Donetsk, waar ook Girkin en Dubinskiy zijn, en gaat daarna op pad om de Buk-TELAR te begeleiden. Pulatov spreekt Kharchenko voorafgaand aan die ontmoeting om 07:05 uur telefonisch, als Kharchenko al in Donetsk is. Uit dit gesprek blijkt dat Pulatov is “assigned to be a man in charge”. Dit gesprek laten we nu gedeeltelijk horen.

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.3, (Het zuidelijk front op 17 juli 2014).

Pulatov neemt naar eigen zeggen op 17 juli 2014 om tien uur ’s ochtends deel aan een stafvergadering van commandanten in Snizhne. [1] Rond dat tijdstip belt Girkin met de al genoemde commandant met de callsign ‘Tor’. In dat gesprek bevestigt Girkin dat Pulatov als commandant de leiding heeft zolang hij die leiding nog niet heeft overgedragen aan Kep/Cap. Girkin geeft aan dat hij alle instructies aan Pulatov heeft gegeven en draagt Tor op aan Pulatov te rapporteren.

Pulatov heeft in de ochtend overleg met Dubinskiy over het in positie brengen van wapens (tanks) en het in stand houden van een corridor. [2] Meer specifiek blijkt uit een tapgesprek van 09:31 uur dat Dubinskiy aan Pulatov meldt dat er drie tanks van ‘Vostok’ onderweg zijn. Pulatov’s telefoon peilt dan uit in Snizhne. Uit een telefoongesprek van 09:55 uur blijkt dat Dubinskiy de opdrachten geeft en Pulatov weet wat hij moet doen. Zo zegt Pulatov “ik ga nu dit alles regelen. Ja, ik ga eerst mijn (…) ‘spuwers’ [dit is vermoedelijk artillerie-OM] naar hun positie brengen. (…) Plus houd ik hier de corridor vrij om onbelemmerd te kunnen leveren aan Thor”. In dit gesprek wordt ook duidelijk dat Pulatov een korte lijn heeft met Girkin, want hij vertelt Dubinskiy nadat deze hem vertelt dat er drie tanks van Vostok naar Kep gaan, dat hij net met ‘Pervy’ heeft gesproken. Hierbij doelt hij op het zojuist besproken gesprek tussen Girkin en Tor waarin Girkin aangeeft dat hij Pulatov instructies heeft gegeven en dat Tor aan Pulatov moet rapporteren.

Pulatov houdt zich naar eigen zeggen in de middag bezig met het overbrengen en opstellen van tanks in de omgeving van Saurovka en in de richting van Stepanovka. [3] Hij gaf volgens zijn eerste videoverklaring vanuit zijn commandopost leiding aan diverse verkenningseenheden die opereren in het gebied onder Snizhne, nabij Stepanovka. [4]

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.3 (Het zuidelijk front op 17 juli 2014).

[2] Requisitoir, par. 3.3.3.3.3 (Het zuidelijk front op 17 juli 2014).

[3] Requisitoir, par. 3.3.3.3.3 (Het zuidelijk front op 17 juli 2014).

[4] Requisitoir, par. 3.3.3.3.3 (Het zuidelijk front op 17 juli 2014).

Uit een tapgesprek blijkt dat Pulatov ’s middags contact heeft met een man over een Oekraïense operatie in Dmitrovka nabij een ‘white house’. De man stelt voor om luchtafweer (ZU) op te stellen achter een brug. Pulatov maakt hem duidelijk dat hij zich niet moet bemoeien met de tactiek. Pulatov claimt hier dus zijn leidinggevende positie. We laten dat gesprek gedeeltelijk horen.

4.4.2.2.6. Deelconclusie

Uit het voorgaande blijkt dat verdachten gezamenlijk strijd voeren tegen de Oekraïense strijdkrachten en dat Pulatov hierin een belangrijke leidinggevende en coördinerende rol speelt wat betreft de troepen in het veld tijdens het offensief richting het zuiden. Deze rol volgt ook uit de bemoeienis van Pulatov bij de luchtafweer van de DPR in het gebied, eveneens een onderdeel waarbij de verdachten ook ruim voor 15, 16 en 17 juli 2014 gezamenlijk optrekken. We gaan hier nu nader op in.

4.4.2.3 Luchtafweer

In ons requisitoir [1] hebben we uiteengezet dat het gebied onder controle van de DPR geregeld wordt gebombardeerd waardoor de separatisten zware verliezen lijden. De separatisten hebben zelf geen luchtmacht om Oekraïense vliegtuigen neer te halen. Dit lukt wel met luchtafweerwapens. In de periode van april 2014 tot juli 2014 zijn boven het DPR-gebied minstens 12 helikopters en 4 vliegtuigen beschoten, waarbij meerdere inzittenden worden gedood. [2] Tussen 1 en 17 juli 2014 worden nog zes andere luchtvaartuigen aangevallen door de separatisten. [3] Verdachten werken dus al ruim voor de fatale dag van 17 juli 2014 samen om vijandelijke vliegtuigen neer te halen.

Anders dan de verdediging suggereert hoeft niet vast te staan dat Pulatov persoonlijk betrokken is bij elk van deze schietincidenten. [4] Pulatov heeft een belangrijke positie in de DPR. Hij werkt nauw samen met de medeverdachten, ook bij het neerhalen van vliegtuigen. Zij zetten andere DPR-strijders in en sturen hen aan om hun plannen uit te voeren. We gaan nader in op de rol van Pulatov bij de luchtafweer.

4.4.2.3. Verklaring Pulatov

Pulatov verklaart in zijn videoverklaringen over de luchtafweer van de DPR. Hij spreekt in de ‘wij’-vorm over de luchtverdediging en geeft aan dat zij de beschikking hadden over ‘manpads van het type Strela-3’ en een ‘Strela-10-installatie’. [5] Voor de dekking van zijn commandopost bood het Strela-10 systeem waarover zij beschikten ‘op tactisch niveau ruim voldoende luchtafweer’, aldus Pulatov. [6] Ook verklaart hij dat zijn werkzaamheden, naast ‘het organiseren van de vergaring, verwerking en analyse van informatie’ bestaat uit ‘het verzorgen van de planning en gevechtstraining, de besluitvorming van gevechtsmissies en derhalve toezicht op de uitvoering, en het organiseren van de interactie met andere structuren.’ [7] En in zijn bij pleidooi overgelegde verklaringen [8] presenteert Pulatov zich als iemand met veel verstand van de strategische inzet van luchtafweergeschut. [9] Het is dan ook logisch dat Pulatov, samen met zijn medeverdachten, betrokken is bij het neerhalen van vliegtuigen.

[1] Requisitoir, par. 3.3.4 (Aanvallen DPR op luchtvaartuigen vóór de middag van 17 juli 2014).

[2] Requisitoir, par. 3.3.4.1 (april tot juli 2014).

[3] Requisitoir, par. 3.3.4.2 (Juli 2014).

[4] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 45.

[5] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 13 en 15.

[6] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 16 en 42.

[7] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 97.

[8] Pleidooi zitting 18 en 25 maart 2022.

[9] Zie gehele video 1 ‘Geen behoefte aan BUK telar’. En video 3 ‘Voorverkenning’, vanaf 05.56 minuten: “Nu ten tweede iets over het Buk-systeem. Wat voor zin had het om dit hier op te stellen zo dichtbij de grens als we aan de hand van dit voorbeeld kunnen zien dat het voor de Russische Federatie volstond om vlakbij de eigen grens tussen Takmak en Uspenka, een Buk Telar op te stellen; dat zou de volksweer een veel betere luchtafweer hebben geboden. Maar u kunt zien dat niemand dat heeft gedaan; er was geen noodzaak voor… dit is helemaal niet het niveau van gevechtshandelingen… waarbij je dit type luchtafweer nodig zou hebben.”

4.4.2.3.2. Koreets

De bemoeienis met gevechtsmissies en met de luchtafweer in het algemeen is te zien in de contacten met DPR-pelotonscommandant Tskhe (callsign ‘Koreets’), die leiding geeft aan een luchtafweereenheid. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een gesprek van 15 juli 2014. Kharchenko heeft twee trucks nodig en mag er van Dubinskiy één van Koreets meenemen, mits hij Koreets en de bemanning meeneemt. Er moet wel afgestemd worden met Pulatov.

Op 16 juli 2014 heeft Pulatov om 08:47 uur contact met Koreets. Hij (Koreets) is dan ongeveer 300 meter van de eerste ‘hoger gelegen grond’, de plek waar ‘zushka and boxes’ zijn. Zushka is ZU-23 luchtafweergeschut. [1] Koreets zit zonder brandstof. Pulatov geeft de opdracht dat hij zijn werk vanaf die locatie moet doen. Hij geeft aan dat Koreets voordat hij iemand ‘neerhaalt’ moet vaststellen wie er vliegt want het kan een ‘friendly’ zijn vanuit het zuiden. ’s Middags is er om 13:22 uur weer contact met Koreets. Diens Zushka heeft - zoals gezegd - geen brandstof. Pulatov zorgt ervoor dat Koreets met het luchtafweergeschut (‘Zushka’) en zijn bemanning naar Stepanovka wordt gebracht. Als hij daar is krijgt Koreets om 15:28 uur van Pulatov de opdracht om de lucht in de gaten te houden omdat daar een kennelijk vijandig vliegtuig  (‘motherfucker’) vliegt. [1] We laten dit gesprek gedeeltelijk zien.

Gelet hierop is de stelling van de verdediging dat Pulatov alleen een inlichtingentaak heeft en dat hij niet betrokken is bij het taakgebied luchtafweer niet houdbaar. [2] Zijn bemoeienis gaat veel verder dan het vergaren van informatie en inlichtingen. [3] Pulatov heeft ook zeggenschap over Koreets. Het is anders dan de verdediging opwerpt niet zozeer relevant of Koreets direct betrokken is bij het neerhalen van twee Sushka’s (SU-25) op 16 juli 2014. [4] Het gaat er om dat uit het voorgaande blijkt dat Pulatov actieve bemoeienis heeft met de luchtafweer van de DPR. Hij werkt hierin samen met zijn medeverdachten.

[1] Proces-verbaal zitting 17 juni 2021, Bijlage E (Toelichting OM, Vraag 3-rol verdachten), p. 16.

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014). Z-tap 16 juli 2014, 15:28:24u.

[2] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 32 en 28 maart, randnummer 149.

[3] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 40.

[4] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014). Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummers 41-43.

Stepanovka wordt gebracht. Als hij daar is krijgt Koreets om 15:28 uur van Pulatov de opdracht om de lucht in de gaten te houden omdat daar een kennelijk vijandig vliegtuig  (‘motherfucker’) vliegt. [1] We laten dit gesprek gedeeltelijk zien.

Gelet hierop is de stelling van de verdediging dat Pulatov alleen een inlichtingentaak heeft en dat hij niet betrokken is bij het taakgebied luchtafweer niet houdbaar. [2] Zijn bemoeienis gaat veel verder dan het vergaren van informatie en inlichtingen. [3] Pulatov heeft ook zeggenschap over Koreets. Het is anders dan de verdediging opwerpt niet zozeer relevant of Koreets direct betrokken is bij het neerhalen van twee Sushka’s (SU-25) op 16 juli 2014. [4] Het gaat er om dat uit het voorgaande blijkt dat Pulatov actieve bemoeienis heeft met de luchtafweer van de DPR. Hij werkt hierin samen met zijn medeverdachten.

[1] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014). Z-tap 16 juli 2014, 15:28:24u.

[2] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 32 en 28 maart, randnummer 149.

[3] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 40.

[4] Requisitoir, par. 3.3.3.3.2 (Het zuidelijk front op 16 juli 2014). Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummers 41-43.

4.4.2.3.3. Hun luchtafweer

Het verkenningsbataljon hield zich dus nadrukkelijk bezig met luchtafweer. Dubinskiy zelf spreekt in verschillende tapgesprekken ook over het neerschieten van vliegtuigen. Zo is in een tapgesprek van 13 juli 2014 te horen dat Dubinskiy tegen Bezler zegt dat zij (‘we’) vandaag ‘two motherfucking jets’ hebben neergehaald. Dubinskiy zegt daarbij dat eentje is neergeschoten met de ‘Desiatka’ en dat de ander was geraakt door ‘ack-ack fire’.

In een gesprek van 16 juli 2014 zegt Dubinskiy even na middernacht tegen Khodakovskiy dat ‘my guys’ die dag twee ‘Sushkas’ hebben neergehaald.

Op 16 juli 2014 spreekt Dubinskiy ook met Pulatov over het neerschieten van vliegtuigen. Pulatov rapporteert op 16 juli 2014 om 20:49 uur aan Dubinskiy dat hun luchtafweergeschut (‘our ack-ackers’), een MANPAD, een Sushka heeft neergehaald. We laten dat deel van het gesprek zien. Binnen 10 minuten (om 20:57 uur) informeert Pulatov Dubinskiy dat het vliegtuig niet met een MANPAD, maar met luchtafweergeschut van het type ZU-23 is neergehaald. Hieruit blijkt van samenwerking tussen verdachten.

Eerder op de dag hebben Pulatov en Dubinskiy het ook al over hun luchtafweer. In het al eerdergenoemde gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur geeft Pulatov aan Dubinskiy aan dat er verliezen zijn geleden door een luchtaanval en artilleriebeschietingen. Dubinskiy vraagt dan ‘what are our air defense doing?!’ waarop Pulatov aangeeft dat de Strela kapot is. Oftewel: de luchtafweer van verdachten doet niet zo veel meer.

Verder blijkt uit dit gesprek dat met name de inzet van langeafstand artillerie Pulatov koppijn bezorgt. Hij geeft aan dat tanks die Dubinskiy hem aanbiedt, niet nodig zijn. Wat nodig is, is langeafstand artillerie en een deugdelijk luchtverdedigingssysteem omdat een vliegtuig van grote hoogte bezig is geweest en praktisch geen enkel systeem hem kon raken. Ook de Igla’s (een draagbaar luchtdoelraketsysteem) die twee keer in aanwezigheid van Pulatov zijn afgevuurd, hebben niks geraakt. Aldus Pulatov in het gesprek. Dubinskiy geeft vervolgens aan al bezig te zijn met de locaties nabij Grigorovka vanwaar de DPR-eenheden met artillerie worden bestookt. Hij zegt: ‘(…) I've put the targets on the map. Now Pervyi is sending it there, to Moscow.’

4.4.2.3.4 Pulatov bespreekt behoefte aan sterke luchtafweer

Dit gesprek van 18:12 uur is belangrijk omdat Pulatov hier de behoefte aan zwaarder luchtafweergeschut aangeeft. Dubinskiy geeft aan dat Girkin contact heeft met Moskou. Dubinskiy geeft een uur later (om 19:09 uur) in een gesprek met Semenov, de plaatsvervangend commandant van het Vostok bataljon, aan dat hij behoefte heeft aan een Buk in de ochtend, omdat er geen weerwoord is tegen de Sushka’s. Dubinskiy zegt dat hij kan dealen met de ‘grads’, maar als de Sushka’s in de ochtend toeslaan, zal het misgaan. Nadat een uur later Semenov aan Dubinskiy laat weten dat ‘dat ene ding’ waar Dubinskiy over vertelde ‘in twee eenheden’ naar hem toekomt, belt Dubinskiy direct naar Pulatov om hem het goede nieuws te vertellen. In dat gesprek van 20:11 uur deelt Dubinskiy aan Pulatov mee dat als een BUK-M die nacht gebracht wordt, deze direct naar Pulatov gaat. Die Buk is onze enige hoop zegt Dubinskiy. ‘We hebben geen andere optie’. De telefoon waarmee Pulatov belt peilt tijdens dit gesprek uit in Snizhne.

Hoe belangrijk de komst van de Buk is blijkt ook uit een gesprek dat vlak na middennacht plaatsvindt tussen Dubinskiy en Khodakovsky. Volgens Dubinskiy nam zijn eenheid Marinovka in met slechts een aantal gewonden, maar daarna begonnen Sushka’s te werken en had hij tien doden. Khodakovsky wil dan iets zeggen maar Dubinskiy onderbreekt hem en zegt: “maar vannacht arriveert een Buk en alle problemen worden dan opgelost”.

Uit het voorgaande blijkt dat Pulatov in de aanloop naar het neerhalen van MH17 ook op het gebied van de luchtverdediging een belangrijke rol speelt. Hij bemoeit zich actief met de inzet van luchtafweer en - het belangrijkste - hij geeft op 16 juli 2014 actief aan Dubinskiy aan behoefte te hebben aan zwaardere luchtverdedigingswapens.

Om de betrokkenheid van Pulatov te betwisten heeft de verdediging aangevoerd dat in dat gesprek van 18:12 uur het woord Buk niet wordt gebruikt en dat de Buk op dat moment al is aangevraagd. Het is juist dat Pulatov in dat gesprek op 16 juli 2014 het niet letterlijk over een Buk heeft en dat Dubinskiy eerder die dag overleg heeft met Chernykh van de logistieke eenheid die mede verantwoordelijk is voor de aanvoer van de Buk-TELAR. [1] Dit gesprek (van 18:12 uur) is wel degelijk van belang voor de conclusie dat Pulatov betrokken is bij de organisatie van de luchtafweer en de aanvraag voor versterking daarvan. Dat in dit gesprek niet wordt gesproken over een Buk is irrelevant, nu Pulatov nog geen twee uur na dit gesprek van Dubinskiy te horen krijgt dat als de Buk de volgende ochtend arriveert, deze direct naar Pulatov zal gaan. Dit gesprek sluit inhoudelijk aan op het gesprek van 18:12 uur en maakt duidelijk dat Pulatov betrokken is bij het plan van verdachten om de Buk-TELAR ook daadwerkelijk in te zetten. Een plan dat de opmaat is naar die inzet op 17 juli 2014. [2]

Het is, anders dan de verdediging aanvoert, irrelevant dat Pulatov niet direct kan worden gerelateerd aan eerdere aanvragen van militair materieel. [3] Daarvoor is Girkin de aangewezen persoon. Al sinds zijn komst naar de DPR onderhoudt Girkin nauwe contacten met Rusland over militaire ondersteuning van de DPR. Girkin geeft bijvoorbeeld artilleriedoelen door aan Moskou, maar hij overlegt ook over wapenleveranties. Zo spreekt Girkin op 8 juni 2014 via Aksyonov, de door de Russische Federatie aangestelde leider op de Krim, zijn behoefte uit aan Russische steun, waaronder ‘deugdelijk luchtafweergeschut met getrainde bemanning’. Daarnaast is Girkin betrokken bij het militair transport dat op 15 juli 2014 plaatsvindt vanaf de grensovergang met de Russische Federatie bij Severny naar Donetsk. Dit konvooi bestaat uit onder meer vier tanks, drie artillerievoertuigen, een pantserinfanterievoertuig (BTR) en een witte vrachtwagen met een witte trailer. Dit konvooi wordt begeleid door de logistieke eenheid van de DPR waarvan Vlokh en Chernykh deel uitmaken. Zij worden daarbij aangestuurd door Girkin en Dubinskiy. Uit het gesprek van 16 juli 2014 om 18:12 uur blijkt ook dat Girkin de link met ‘Moskou’ is.

Omdat het militair materieel dat wordt aangevoerd vervolgens wordt ingezet in de strijd die de DPR voert is Pulatov wel te linken aan dit soort transporten. Dat is net zo belangrijk om te constateren en bevestigt de betrokkenheid van Pulatov.

4.4.2.3.5. Deelconclusie luchtafweer

Door in dat gesprek van 18:12 uur bij Dubinskiy aan te geven dat hij dringend behoefte heeft aan zwaardere luchtafweer bewerkstelligt Pulatov dat de Buk-TELAR zijn kant op komt. Het gezamenlijk belang dat Pulatov en zijn medeverdachten hebben bij de inzet van een Buk-TELAR is evident. Alleen een deugdelijk luchtverdedigingssysteem is voldoende om de luchtaanvallen van de Oekraïense gevechtsvliegtuigen te pareren. Dat de DPR zelf ook successen boekt laat onverlet dat het verdachten niet lukt om volledig de overhand te krijgen in de strijd tegen de Oekraïense strijdkrachten. Anders dan de verdediging aanvoert is er dus wel degelijk behoefte aan andersoortige luchtafweer om vliegtuigen op grotere hoogte te raken. [4] Dat hebben we eerder ook uitgelegd. [5] De sterkere luchtafweer waarom is verzocht komt er in de vorm van een Buk-TELAR.

4.4.2.4. De betrokkenheid van Pulatov bij de Buk-TELAR

Eerder in de repliek hebben wij een selectie van het bewijs besproken waaruit blijkt dat de vier verdachten op 17 juli 2014 verantwoordelijk zijn voor het afvuren van een Buk-raket met een Buk-TELAR vanaf een landbouwveld nabij Pervomaiskyi. [6] We zoomen nu in op de betrokkenheid van Pulatov bij de Buk-TELAR.

4.4.2.4.1. Aanvoer Buk-TELAR

4.4.2.4.1.1.Buk-TELAR in opdracht van Dubinskiy met Kharchenko naar Pulatov

Als gezegd meldt Dubinskiy in de avond van 16 juli 2014 (om 20:11 uur) dat zodra de Buk er is, deze direct naar Pulatov gaat. Als de Buk met bemanning in de ochtend van 17 juli 2014 in Donetsk is gearriveerd vindt er rond 09.20 uur in het hoofdkwartier van Girkin een ontmoeting plaats. Dubinskiy is bij Girkin en Kharchenko voegt zich bij hem. [7] Aangezien Pulatov heeft verklaard dat belangrijke informatie face to face wordt gedeeld, is dit een cruciale ontmoeting. Hij is hier weliswaar niet bij, maar heeft voorafgaand aan dit overleg telefonisch contact gehad met Kharchenko en wordt meteen na het overleg gebeld door Dubinskiy. Deze communiceert ook met anderen over de inzet van de Buk-TELAR.

Zo heeft Dubinskiy nauw contact met Chernykh die zorgt voor de aanvoer van de Buk-TELAR en de opdracht krijgt om op Kharchenko te wachten in Donetsk. Ook onderhoudt Dubinskiy contact met leidinggevenden van het Vostok-bataljon. [8] In deze fase spreekt Dubinskiy nadrukkelijk over zijn Buk. Zo is in een gesprek van 17 juli 2014 om 09:23 uur te horen dat Dubinskiy het heeft over ‘mijn Buk’ die mee moet met het Vostok-konvooi. Uiteindelijk is het Dubinskiy die de knoop doorhakt dat het Vostok konvooi vast moet vertrekken en later door het konvooi met de Buk-TELAR zal worden ingehaald.

[1] Requisitoir, par. 3.4.2. (Transport Buk-TELAR van grensregio naar Donetsk).

[2] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummers 81-82.

[3] Pleitaantekeningen deel VI.I., 28 maart 2022, randnummer 146.

[4] Pleitaantekeningen VI.I., 25 maart 2022, randnummers 54-64.

[5] Zie ook requisitoir, par. 3.3.4.3 (16-17 juli: groeiende behoefte aan sterke luchtafweer).

[6] Zie ook Requisitoir, par 3.4 (Aanvoer van de Buk-TELAR) t/m 3.7 (Afvoer van de Buk-TELAR).

[7] Requisitoir, par. 3.4.3.1 (Dubinskiy is bij Girkin in het hoofdkwartier).

[8] Zie requisitoir, par. 3.4 (aanvoer van de Buk-TELAR).

dia 12

Om iets na half tien deelt Dubinskiy aan Pulatov mee dat Kharchenko een Buk-M naar hem toe zal brengen en dat deze in de buurt van ‘Pervomaisk’ moet worden geplaatst. Pulatov zegt dat hij het heeft begrepen. Pulatov’s telefoon peilt uit in Snizhne. Eerder lieten wij dit gesprek al horen. U ziet nu een deel van het gesprek.

Hieruit blijkt dus dat Pulatov de verantwoordelijkheid krijgt voor de Buk-TELAR en hij daarom als mede-eigenaar daarvan moet worden gezien. De betwisting daarvan door de verdediging snijdt dus geen hout. [1] Dat geldt ook voor de stelling dat Pulatov niet bij de start van de gebeurtenissen betrokken zou zijn. [2]

Twintig minuten later (om 09:54 uur) belt Dubinskiy met Kharchenko en valt direct met de deur in huis. Dubinskiy zegt: “So, now, behind the Motel ring road, call Bibliotekar, there will stay you know what? Yes?” Kharchenko reageert hier kort en bondig op: ‘yes’. Kharchenko stelt geen vragen en heeft kennelijk geen uitleg nodig over het feit dat de Buk achter de motel rotonde staat en hij Chernykh (callsign Bibliothekar) moet bellen. Gezien de ontmoeting in de ochtend met Dubinskiy bij Girkin is het ook logisch dat hij op de hoogte is van de plannen. Verder geeft Dubinskiy hem opdracht om met ‘dat dingetje dat je nu gaat begeleiden’ naar Pervomaiskyi te gaan en dat Pulatov (‘Gyurza’) daar ook naar toe zal komen. Kharchenko heeft tot taak: reserve plus bewaking.

Dat met ‘Gyurza’ in dit gesprek Pulatov wordt bedoeld blijkt uit het gesprek van 09:55 uur meteen daarna waarin Dubinskiy weer met Pulatov belt. Pulatov geeft daarin aan dat hij weet wat hij met de Vostok-tanks bestemd voor Kep/Cap moet doen, omdat hij zojuist met Girkin heeft gesproken.

Zoals ook in het requisitoir gezegd [3] weten we niet precies welke instructies Girkin aan Pulatov heeft gegeven. Wat we wel uit dit samenstel van gesprekken weten is dat verdachten binnen een uur na genoemde ontmoeting in het hoofdkwartier van Girkin onderling communiceren over de Vostok-tanks én over het transport van de Buk-TELAR.

[1] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 89-90.

[2] Pleitaantekeningen deel VI.I., 28 maart 2022, randnummer 191-192 en 195.

[3] Requisitoir, par. 3.10.4.3 (Eigenaarschap en beschikkingsmacht Buk-TELAR).

Vervolgens zegt Dubinskiy namelijk in het gesprek van 09:55 uur dat Pulatov op Kharchenko moet wachten die op dat moment de Buk begeleidt en krijgt Pulatov de opdracht de plaats Pervomaiskyi te zoeken en in die omgeving in reserve te gaan. Zijn taak is de bewaking van de Buk en de organisatie van dit alles. Dit gesprek hebben we ook al eerder laten horen. U ziet nu een deel van het gesprek.

Dat Kep/Cap zoals de verdediging aanhaalt [1] op enig moment op 17 juli 2014 de bevelvoering overneemt van Pulatov, staat er dus niet aan in de weg dat Pulatov zich actief bezig houdt met de Buk-TELAR. Sterker nog: omgekeerd zou je zelfs kunnen betogen dat juist omdat Kep de bevelvoering overneemt, Pulatov ruimte heeft om zich actief met de TELAR bezig te houden.

[1] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummers 110.

Zoals geïnstrueerd door Dubinskiy, sluit Kharchenko in Donetsk aan bij het konvooi met de Buk-TELAR en neemt de begeleiding over van Chernykh. Het konvooi verplaatst zich naar Snizhne. [1] Dat ziet u hier in beeld.

De gebeurtenissen ontwikkelen zich daarna volgens het plan zoals dat door Dubinskiy in de verschillende telefoongesprekken is geschetst. Kharchenko zorgt voor de begeleiding van het konvooi met de Buk van Donetsk naar Snizhne waar Pulatov op hem wacht en hem ontmoet. Na deze ontmoeting zorgt Kharchenko ervoor dat de Buk-TELAR de vooraf besproken locatie in Pervomaiskyi bereikt. Pulatov tracht ondertussen contact te onderhouden met de bemanning van de Buk-TELAR. We gaan daar nader op in.

[1] Requisitoir, par. 3.4.4 (Transport Buk-TELAR van Donetsk naar Snizhne).

4.4.2.4.1.2. Furshet-supermarkt in Snizhne

Om 12:42 uur belt Kharchenko met Pulatov en zegt dat hij met ‘het speelgoed’ (‘toy’) in Snizhne staat, naast de supermarkt de Furshet. We tonen een deel van dat gesprek nu. Pulatov vraagt hem daar te wachten en zegt dat hij naar hem toe komt. Pulatov betwist niet aan dit gesprek deelgenomen te hebben. Hij geeft er zelfs een uitleg over. [1] Die uitleg is overigens ongeloofwaardig omdat uit de context blijkt dat met ‘speelgoed’ niet draagbaar materieel wordt bedoeld, maar de Buk-TELAR. [2]

Tien minuten later treffen Pulatov en Kharchenko met de Buk-TELAR elkaar bij de Furshet supermarkt. Het letterlijk van zich sprekend bewijs daarvan is de harde toeter in het tapgesprek van 17 juli 2014 om 12:51 uur. Gezien de samenhang met het vorige gesprek is Pulatov volgens het Openbaar Ministerie ook hier gespreksdeelnemer. Uit dit gesprek blijkt dat Pulatov is gearriveerd bij de Furshet maar Kharchenko niet kan vinden. Kharchenko vraagt of hij geen trailer (‘lowboy’) ziet. Zoals we weten is de Buk-TELAR op een dieplader van een witte Volvo-Truck naar Snizhne vervoerd. [3] Dat ziet er zo uit.

Nadat er getoeterd wordt en nog wat route-uitleg over de rotonde bij de supermarkt volgt, zegt Pulatov dat hij Kharchenko ziet. We tonen u een deel van dat gesprek. Dit is het moment dat Pulatov zich bij het konvooi met de Buk-TELAR voegt. [4] En de opdracht van Dubinskiy aan Kharchenko om een ‘BUK-M’ naar Pulatov te brengen is volbracht.

Wij gaan dus voorbij aan de bewering van de verdediging dat Pulatov gezien de door de verdediging gereconstrueerde tijdlijn van de route van Donetsk naar Snizhne (hier in beeld), het Buk-konvooi niet zou hebben ontmoet. [5] Dat uit de diverse bewijsbronnen verschillende tijdstippen gedestilleerd kunnen worden maakt deze nog niet onbetrouwbaar. Dit heeft namelijk diverse plausibele verklaringen. Bij waarnemingen van getuigen bijvoorbeeld zijn tijdstippen niet altijd hard vast te stellen omdat het gaat om een reconstructie van een waarneming waarbij geput moet worden uit het menselijk geheugen. Ook kunnen tijdstippen uit veiligheidsoverwegingen niet zonder meer gedeeld worden, zoals met de video in Torez die de Buk-TELAR vastlegt. Ook wordt de tijdsduur van een af te leggen afstand, zoals van Torez naar Snizhne, door een samenstel van factoren bepaald en is niet exact vast te stellen aan de hand van louter afstand en een fictieve snelheid. De diverse bewijsmiddelen moeten in onderling verband en samenhang worden beschouwd en zij bevestigen in de visie van het Openbaar Ministerie dat de Buk-TELAR naar Snizhne is gereden. Daar is die TELAR bovendien niet alleen door getuigen waargenomen, maar ook meermalen op beeld vastgelegd. Kharchenko is zoals gezegd belast met de begeleiding van het Buk-transport. In de tapgesprekken van 12.42 uur en 12.51 uur bevestigen Pulatov en Kharchenko vervolgens zelf dat zij in Snizhne bij de ‘Furshet’ supermarkt zijn en de mastlocaties van hun telefoons bevestigen die uitlatingen. De vraag van Kharchenko aan Pulatov of hij de ‘lowboy’ ziet bevestigt dat daar ook het Buk-konvooi is. Aangezien Kharchenko de Buk-TELAR verder begeleidt naar de afvuurlocatie, was deze bij Kharchenko op het moment dat hij Pulatov ontmoet bij de Furshet.

[1] Proces-verbaal vertaling van de in het dossier gevoegde video’s van Pulatov en Dubinskiy, p. 48.

[2] Zie ook requisitoir, par. 3.9.5.3.1 (Codewoorden).

[3] Requisitoir, par. 3.1 (Aanvoer van de Buk-TELAR).

[4] Requisitoir, par. 3.4.5.1 (Pulatov voegt zich bij konvooi Snizhne).

[5] Pleitaantekeningen deel VI.I., 28 maart 2022, randnummer 123-137.

4.4.2.4.1.3. Afvuurlocatie

Vanaf Snizhne rijdt de Buk onder begeleiding van een personenauto op eigen kracht verder naar de afvuurlocatie. [1] U ziet dat hier. De telefoon van Kharchenko beweegt met de Buk mee en straalt uit in Snizhne (13:09 uur) en Pervomaiske, vlakbij Pervomaiskyi (13:39 uur). Zoals gezegd moet Pulatov - in opdracht van Dubinskiy - ook naar Pervomaiskyi. De Buk komt rond 14:00 uur op de afvuurlocatie aan. Kharchenko geeft om 14:07 uur aan een ondergeschikte, die de telefoon van Sharpov beantwoordt, opdracht de Buk die dan in een veld bij Pervomaiskyi is gestopt, te bewaken. Met Sharpov voert Kharchenko overigens het gesprek van 13:09 uur over de te volgen route naar Pervomaiskyi. Dit is dus evident een andere ‘Oleg’ dan verdachte Pulatov. [2] En anders dan de verdediging bij pleidooi stelt, zit dit gesprek al vanaf het eerste moment in het dossier. [3]

Ook geeft Kharchenko aan dat hij Gilazov (callsign ‘Ryazan’) een andere ondergeschikte van Kharchenko, zal ophalen en dan ook ‘naar daar’ zal komen. Daarna zullen zij ‘de gebeurtenissen verder laten ontwikkelen’. Gilazov wordt vervolgens inderdaad opgehaald door Kharchenko. [4] En Gilazov was - zoals we eerder al hebben laten zien - in de omgeving van de afvuurlocatie toen MH17 werd neergeschoten. [5]

4.4.2.4.1.4. Deelconclusie aanvoer

Gezien geschetste gang van zaken is het evident dat Pulatov net als de andere verdachten vooraf wetenschap heeft over de inzet van de Buk-TELAR en dat hij in de aanloop naar het daadwerkelijke afvuren een essentiële bijdrage levert. [6] Gezien de ontmoeting bij de Furshet voldoen Pulatov en Kharchenko aan de opdracht van Dubinskiy om de operatie te organiseren en de Buk-TELAR bij Pervomaiskyi op te stellen en te bewaken. Zij ontfermen zich dus direct over de inzet van de Buk-TELAR op de afvuurlocatie. Dat Kharchenko eenmaal ter plaatse tijdelijk aan zijn ondergeschikten de opdracht geeft tot bewaking van de Buk-TELAR staat anders dan de verdediging aanvoert [7] niet in de weg aan strafrechtelijke betrokkenheid van Pulatov. Hij was immers belast met de algehele organisatie en was net als Kharchenko belast met de bewaking van de Buk-TELAR. [8] En die hele organisatie door Pulatov omvat dan dus ook de begeleiding van de Buk-TELAR door Kharchenko naar de afvuurlocatie.

4.4.2.4.2. Rondom afvuren

Anders dan de verdediging meent het Openbaar Ministerie dat er geen gat zit in de bewijsvoering in de periode van ongeveer 14:10 uur tot 16:30 uur. [9] Om 16:20 uur is vlucht MH17 neergehaald. In ons betoog tot nu, dat wil zeggen tot en met het moment dat de Buk-TELAR op de afvuurlocatie is aangekomen, gaat het om gedragingen van Pulatov voorafgaand aan de strafbare feiten van het neerhalen van vlucht MH17 en de moord op 298 inzittenden. Het is zonneklaar dat verdachte Pulatov niet alleen deel uitmaakt van een hecht samenwerkende, planmatig opererende dadergroep die tot doel heeft het neerschieten van een vliegtuig, maar in deze periode ook individueel een actieve rol speelt. De uitvoeringshandelingen die op 17 juli 2014 leiden tot het neerhalen van vlucht MH17, het feitelijke afvuren, spelen zich af in de periode van 14:07 uur tot en met 16:20 uur. Het is aannemelijk dat Pulatov niet op de afvuurlocatie is als de Buk-raket wordt afgevuurd, maar dat hij nabij Marinovka is. Dit mag zo zijn. Pulatov kan wel door telecomgegevens daadwerkelijk aan de afvuurlocatie en het afvuren van de Buk-raket worden gelinkt. We gaan daar op in.

4.4.2.4.2.1. Verstrekken telefoon met Oekraïens telefoonnummer

Eerst merken we op dat er inderdaad zoals de verdediging aangeeft [10] geen bewijs is dat Pulatov of de medeverdachten de bemanning, begeleiders of vervoerders hebben voorzien van een telefoon met een Oekraïens telefoonnummer. [11] Wij hebben al eerder op zitting benoemd dat hiervoor onvoldoende bewijs bestaat. [12] Omdat wij veroordeling hebben gevorderd voor het primair tenlastegelegde kwamen wij niet toe aan het expliciet vorderen van vrijspraak voor dit onderdeel van de tenlastelegging. Dit laat onverlet dat Pulatov anders dan de verdediging aanvoert, wél de schakel is naar de bemanning.

[1] Requisitoir, par. 3.4.5 (Buk-TELAR rijdt zelfstandig van Snizhne naar afvuurlocatie).

[2] Pleitaantekeningen deel VI.I., 28 maart 2022, randnummer 130 en bijlage 6.

[3] Het gesprek is opgenomen in het bijlagendossier tapgesprekken van de eerste aanlevering van het dossier.

[4] Requisitoir, par. 3.4.6.2. (Gilazov en Kharchenko naar de afvuurlocatie).

[5] Requisitoir, par. 3.4.6.3. (Gilazov in de omgeving van de afvuurlocatie).

[6] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 100.

[7] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2002, randnummer 116-121.

[8] Requisitoir, par. 3.4.3.8 (Kharchenko moet naar Pervomaiskyi voor bewaking Buk)

[9] Pleitaantekeningen deel I, 7 maart 2022, randnummer 248 en Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 7.

[10] Pleitaantekeningen deel VI.I., 28 maart 2022, randnummer 153.

[11] Dat betreft het vierde gedachtestreepje van het meer subsidiair en het derde gedachtestreepje van het onder meest subsidiair onder feit 1 en 2 ten laste gelegde.

[12] Zitting 9 juni 2020, Bijlage J (Toelichting OM, Onderzoek naar het hoofdscenario), p. 28.

19 en 21

4.4.2.4.2.2.Contact bemanning vóór lanceren Buk-raket

Pulatov (-511) zoekt namelijk contact met telefoonnummer -6335, dat het Openbaar Ministerie toeschrijft aan een bemanningslid van de Buk-TELAR of aan iemand die met de bemanning in contact staat. [1] Hierna noemen we dit het nummer van de bemanning. Dit nummer is alleen actief op 17 juli 2014. Uit een video blijkt dat de Buk-TELAR tussen 13:11 en 13:58 uur op landweg T0522 richting de afvuurlocatie rijdt. [2] Pulatov en het nummer -6335 zoeken in die periode tussen 13:35 uur en 13:52 uur over en weer contact met elkaar. [3] Het is dus niet alleen Pulatov die heeft gebeld zoals de verdediging stelt. [4] Het nummer -6335 heeft ook tweemaal contact met hem gezocht.

Om 13:52 uur straalt nummer -6335 een zendmast aan in Snizhne. Deze zendmast bestrijkt een gebied dat de afvuurlocatie omvat. [5] Om 13:52 uur straalt Pulatov eveneens genoemde zendmast aan. We weten niet exact wie waar is. Dat hoeft ook niet. Waar het om gaat is dat Pulatov geen uitleg geeft over de reden van de drie pogingen tot het leggen van contact tussen hem en de bemanning op 17 juli 2014.

[1] Requisitoir, par. 3.4.5.5 (Pulatov zoekt contact met de bemanning) en par. 3.7.3.2 (Bemanningslid Buk-TELAR kwijtgeraakt voor Snizhne).

[2] Requisitoir, par. 3.4.5.2.4 (Video Snizhne).

[3] Requisitoir, par. 3.4.5.5 (Pulatov zoekt contact met bemanning Buk-TELAR).

[4] Pleitaantekeningen deel VI.I., 25 maart 2022, randnummer 17.

[5] Requisitoir, par. 3.4.5.5 (Pulatov zoekt contact met bemanning Buk-TELAR). Zie ook Primo-14588 (bijlagendossier, proces-verbaal van bevindingen nulcontacten).

dia 20

4.4.2.4.2.3. Contact inlichtingendienst en vliegtuigspotters

Het nummer -6335 heeft die dag om 14.00 uur een gesprek van 60 seconden met een telefoonnummer dat eindigt op -2501. Dit is dus rond de tijd dat de Buk-TELAR de afvuurlocatie bereikt en enkele minuten nadat Pulatov en de gebruiker van het nummer -6335 ook contact met elkaar proberen te zoeken. Dit nummer -2501 is van Aleksandr Dudnichenko, een kolonel, oudste officier op het gebied van analyse, werkzaam bij de eerste afdeling van de inlichtingdienst van de DPR, met de call sign ‘14th’. Hij valt onder Dubinskiy. Hij ontvangt in juli 2014 inlichtingen over vliegbewegingen van de Oekraïense strijdkrachten. Deze informatie is afkomstig van spotters.

Deze Dudnichenko (‘14th’) heeft ook rechtstreeks contact met Pulatov om dergelijke informatie aan hem door te geven, zo blijkt uit een gesprek van 15 juli 2014.

Opvallend is dat ongeveer een half uur na het 60-seconden gesprek tussen de bemanning (met nummer -6335) en Dudnichenko, die laatste om 14:34 uur belt naar een inlichtingenbron Zhuk, met de bijnaam ‘Taiga’. ‘Taiga’ is een inlichtingenbron die toegang heeft tot informatie over vliegbewegingen vanaf verschillende vliegvelden. Vijandelijke vliegtuigen worden ‘guests’ genoemd.

In een gesprek tussen Dudnichenko en een onbekend persoon van een minuut daarvoor (14:33 uur) laat Dudnichenko weten dat het belangrijk is dat de lijntjes tussen hem en ‘Taiga’ zo kort mogelijk moeten zijn voor wat betreft informatie over ‘guests’.

In genoemd telefoongesprek van 14:34 uur heeft Dudnichenko vervolgens rechtstreeks contact met ‘Taiga’ de bijnaam van Zuhk. Dudnichenko verzoekt ‘Taiga’ om hem direct te informeren als er nieuwe ‘gasten’ komen omdat zij al ‘aan het wachten zijn’. Zhuk geeft aan dat er voorlopig geen ‘guests’ worden verwacht. De telefoon van Zhuk straalt ten tijde van dit gesprek een zendmast aan in de buurt van een militair en een civiel vliegveld in Poltava. De plaats Poltava (Kashubivka) ligt hemelsbreed ongeveer 180 kilometer ten noordwesten van Donetsk. De vluchtlijn van MH17 lag ongeveer 50 kilometer ten zuiden van de aangestraalde zendmast. De rest van de dag is de telefoon van Zhuk niet meer actief.

4.4.2.4.3. Afvoer

Om de gang van zaken met de Buk-TELAR volledig af te ronden gaan we kort in op de afvoer van de TELAR. [1] Dat is de rode route die u ziet.

Girkin instrueert Dubinskiy rond half negen ’s avonds om de Buk-TELAR af te voeren en laat weten dat de begeleiding in LPR-gebied zal worden overgenomen. Daar zal een groep komen met een dieplader en een kraan. Dubinskiy meldt dat Kharchenko de Buk op dat moment bewaakt en BTR’s heeft. Girkin zegt dat hij het probleem met het vliegtuig verder moet regelen.

Dubinskiy geeft de instructies van Girkin door aan Kharchenko en zegt hem dat er een dieplader zal komen voor de Buk-TELAR en dat die naar de grens met de LPR moet worden begeleid.

Als Kharchenko drie kwartier later aan Dubinskiy meldt dat de Buk al op eigen kracht naar Snizhne is vertrokken, zegt Dubinskiy dat hij aan Girkin zal vragen wat te doen. In deze periode zoekt Pulatov zoals gezegd op verzoek van Kharchenko contact met de bemanning omdat een bemanningslid de rest kwijt is. Uiteindelijk vertrekt de Buk-TELAR in de late avond van 17 juli 2014 vanuit Snizhne, nadat Dubinskiy nadere instructies aan Kharchenko heeft gegeven.

Conform die instructies vindt de verdere afvoer plaats door ondergeschikten van Kharchenko en onder zijn aansturing. Als de verdere afvoer niet volgens plan verloopt, grijpt Girkin in en blijft hij Dubinskiy op de huid zitten, totdat het bericht komt dat de Buk-TELAR in de Russische Federatie is.

Uit deze korte samenvatting van de afvoer blijkt dat alle verdachten zich actief bemoeien met de afvoer van de Buk-TELAR en diens bemanning.

[1] Requisitoir, par. 3.7 (Afvoer van de Buk-TELAR).

 4.4.2.5. Conclusie feitelijke gedragingen Pulatov

We komen tot een afronding over de feitelijke gedragingen van Pulatov. Hij heeft in 2014 een prominente positie in de DPR. Hij trekt in de gewapende strijd nauw op met zijn medeverdachten Girkin, Dubinskiy en Kharchenko. Pulatov opereert letterlijk in de voorhoede om een corridor te realiseren naar de grens met de Russische Federatie. Terwijl de corridor wordt bewerkstelligd, stuiten zij op grote tegenstand. Verdachten doen vervolgens wat de separatisten al vaker hebben gedaan. Namelijk hun luchtafweer inzetten om vijandelijke vliegtuigen neer te halen. Omdat de DPR strijders niet zijn opgewassen tegen de luchtaanvallen van de Oekraïense luchtmacht, moet een andere strategie worden bedacht. Het is in het belang van verdachten dat er zwaarder luchtafweergeschut komt. Pulatov geeft op 16 juli 2014 actief aan Dubinskiy aan dat er behoefte is aan zwaarder luchtafweergeschut. Als deze arriveert uit de Russische Federatie is weer te zien dat verdachten gezamenlijk optrekken. In de ochtend van 17 juli 2014 is er een ontmoeting in het hoofdkwartier van Girkin. Dubinskiy is bij Girkin en Kharchenko voegt zich bij hem. Kharchenko gaat daarna op pad om de Buk-TELAR te begeleiden en te bewaken. Pulatov krijgt de belangrijke taak van organisator en bewaker. Zijn coördinerende rol blijkt uit zijn gedrag gedurende het traject van het transport van de BUK-TELAR naar de afvuurlocatie tot en met na het afvuren van de Buk-raket. Hij ontmoet immers Kharchenko met het Buk-konvooi bij de Furshet in Snizhne, onderhoudt voor en na het afvuren van de Buk-raket telefonisch contact met de bemanning of met iemand die met de bemanning in contact staat, heeft ongedefinieerde contacten met de inlichtingentak en hij heeft na het afvuren contact met zijn medeverdachten Dubinskiy en Kharchenko over het neerhalen van een vliegtuig door hun Buk.

Pulatov heeft dus anders dan de verdediging stelt wel degelijk wetenschap vóóraf over de inzet van de Buk-TELAR. [1] Hij werkt immers van begin tot eind actief mee aan de daadwerkelijke inzet van de Buk-TELAR dat resulteert in het neerhalen van MH17. Zoals gezegd hoeft gezien de nauwe samenwerking met de medeverdachten niet exact vastgesteld te worden welke individuele handelingen Pulatov precies heeft verricht.

4.4 .2.6. Conclusie feitelijke gedragingen Girkin, Dubinskiy en Kharchenko

Omdat ook de andere verdachten de revue zijn gepasseerd vatten we hun betrokkenheid ook nog samen.

4.4.2.6.1. Girkin

Girkin is de opperbevelhebber en geeft leiding op afstand. Hij is de schakel met de Russische Federatie als het gaat om het regelen van militaire ondersteuning voor de DPR. Hij wordt voortdurend geïnformeerd over de gewapende strijd. Girkin bemoeit zich op momenten ook actief daarmee. Vaak loopt het contact via Dubinskiy, maar ook geeft hij direct orders aan Pulatov en Kharchenko. Op 17 juli 2014 in de ochtend is er in zijn hoofdkwartier in Donetsk een ontmoeting. Hierna wordt het verdere transport van de Buk-TELAR verder in gang gezet. Die ochtend geeft hij ook instructies aan Pulatov. Na het neerhalen van MH17 wordt Girkin direct geïnformeerd dat de DPR een vliegtuig heeft neergehaald. Tevens heeft hij telefonisch contact met Dubinskiy over het neerhalen van een vliegtuig door hun Buk-TELAR. Girkin bemoeit zich tot slot intensief met het transport van de Buk-TELAR terug naar de Russische Federatie.

4.4.2.6.2. Dubinskiy

Dubinskiy geeft als hoofd inlichtingen en leidinggevende van het verkenningsbataljon, ook leiding op afstand. Hij is merendeels de schakel tussen Girkin enerzijds en Pulatov en Kharchenko anderzijds. Zoals gezegd hebben zij ook direct contact met Girkin.

Dubinskiy heeft op 16 en 17 juli 2014 actieve bemoeienis met de aanvoer van de Buk-TELAR naar de afvuurlocatie in Pervomaiskyi. Hij geeft in dit verband na de ontmoeting op 17 juli 2014 in het hoofdkwartier van Girkin, instructies aan Pulatov en Kharchenko die hij verantwoordelijk maakt voor de begeleiding en bewaking van de Buk-TELAR. Hij heeft na het neerhalen van MH17 contact met Girkin en Pulatov over het neerhalen van een vliegtuig door hun Buk-TELAR. Ook heeft hij actieve bemoeienis met de afvoer van de Buk-TELAR naar de Russische Federatie. Hij krijgt instructies van Girkin en stuurt op zijn beurt Kharchenko aan bij die afvoer.

4.4.2.6.1.3 Kharchenko

Kharchenko is leidinggevende in de DPR en is met Pulatov meer uitvoerend commandant ter plaatse. Hij is aanwezig bij de ontmoeting op 17 juli 2014 in het hoofdkwartier van Girkin. Kharchenko is daarna op instructie van Dubinskiy verantwoordelijk voor het bewaken en begeleiden van de Buk-TELAR naar de afvuurlocatie. Kharchenko stuurt in dat verband zijn ondergeschikten aan. Ook heeft hij een ontmoeting bij de Furshet in Snizhne met Pulatov die het geheel moet coördineren. Na het afvuren van de Buk-raket heeft hij overleg met Dubinskiy en Pulatov over het succes dat een vliegtuig is neergehaald. Kharchenko zorgt op instructie van Dubinskiy dat de Buk-TELAR terug wordt gebracht naar de Russische Federatie. Op zijn beurt stuurt Kharchenko daarbij zijn manschappen

[1] Pleitaantekeningen 25 maart 2022, deel VI.I., randnummer 100.