MH17-voorwerpen terecht in beslag genomen
Het forensisch onderzoek naar mogelijk van vlucht MH17 afkomstige voorwerpen, die door de Nederlandse journalist M. Spekkers zijn meegenomen uit Oekraïne, heeft uitgewezen dat in een geval sprake is van een stukje menselijk bot. De andere voorwerpen zijn beoordeeld en niet relevant voor het strafrechtelijk onderzoek.
In DNA-onderzoek door het NFI is vastgesteld dat het bot afkomstig is van een passagier van wie de identiteit in 2014 is achterhaald. De nabestaanden van het slachtoffer zijn op de hoogte gebracht.
Vrijwillig
De politie nam zaterdagavond na aankomst van de journalist op Schiphol een aantal voorwerpen in beslag. De journalist had eerder aangekondigd dat hij de voorwerpen van de crashsite vrijwillig zou overhandigen aan de politie. Het tegendeel bleek het geval. Een medereiziger had een rugzak van Spekkers met de voorwerpen uit Oekraïne onder zijn eigen naam ingecheckt en liep er mee naar de uitgang. Deze medereiziger werd tegengehouden en aangesproken door de aanwezige politiemensen.
De journalist weigerde ook iedere vorm van medewerking aan het beschikbaar stellen van foto- en filmmateriaal van de crashsite. Dat materiaal is van belang met het oog op het terugvinden van de precieze locatie waar de voorwerpen hebben gelegen. Door de weigerachtige houding van de journalist had de politie met toestemming van het Openbaar Ministerie geen andere keuze dan beslag te leggen op alle gegevensdragers. In tegenstelling tot berichten in de Russische media zijn de journalist en zijn medereiziger daarbij niet aangehouden.
Rechtmatig
De zaak is deze week voorgelegd aan de rechter-commissaris aan wie is gevraagd een oordeel te geven over de toelaatbaarheid van de inbeslagneming. Dat is gebeurd omdat sprake is van het toepassen van een dwangmiddel tegen journalisten van wie de persvrijheid en bronbescherming in acht moeten worden genomen. De gegevensdragers zijn niet onderzocht, maar verzegeld, in afwachting van de beslissing van de rechter-commissaris.
De rechter-commissaris oordeelde dat gelet op de omstandigheden, waarbij de journalist de gemaakte afspraken niet nakwam, de politie terecht beslag had gelegd op de meegebrachte voorwerpen uit Oekraïne en op de gegevensdragers met onder meer foto- en filmmateriaal. Voor wat betreft verder onderzoek aan de in beslag genomen gegevensdragers worden de journalist en zijn medereiziger uitgenodigd om bij de politie vrijwillig aan te geven welk relevant materiaal kan worden gekopieerd en welke delen niet vanwege bronbescherming.
In de afgelopen dagen is vooral op social media veel bericht over de handelwijze van de journalist en ook van de politie. De indruk is wel gewekt dat het gebied in Oost-Oekraïne waar vlucht MH17 is neergehaald vrij toegankelijk zou zijn voor het joint investigation team (JIT). Dat is niet het geval, en heeft te maken met de (inter)nationale regelgeving voor rechtshulp in strafzaken. Immers, de zelfverklaarde republieken DPR en LPR worden niet als autonome staten erkend.
De repatriëringsmissie MH17 is in april 2015 afgerond met een laatste schouw op de crashsite om persoonlijke bezittingen en wrakstukken op te halen bij bewoners. Op de crashsite zouden nog altijd overblijfselen van de ramp kunnen worden gevonden. Nu de oorzaak van het neerhalen van het vliegtuig onomstotelijk is vastgesteld, dient het actief zoeken naar wrakdelen geen redelijk strafrechtelijk doel meer.
Met contactpersonen in de regio is wel afgesproken dat mogelijk daar gevonden materiaal (waaronder bijvoorbeeld stoffelijke resten van passagiers) kunnen worden ingeleverd. De stand van zaken op dat vlak wordt regelmatig bij hen geïnventariseerd. Naar aanleiding van de vondst van Spekkers is extra navraag gedaan.