Eis: drie jaar cel voor mensenhandel in Haagse prostitutie
Naar zijn eigen idee vormden een 44-jarige Hongaar en ‘zijn meisjes’ samen “een groot gezin”. Zo ziet de verdachte het althans zelf. Het OM denkt daar anders over. Vandaag eiste de officier van justitie voor de Haagse rechtbank drie jaar cel voor mensenhandel en uitbuiting. Dat zou zich in 2012 in Den Haag hebben afgespeeld.
De verklaringen van de vier jonge Hongaarse vrouwen vertonen veel overeenkomsten. Zij verklaarden onder andere dat ze lange dagen moesten maken achter het raam, ook als zij ongesteld waren. Ook verstrekte de verdachte een telefoon waarmee na elke klant gebeld moest worden om te melden hoeveel er verdiend was. En in de straat liepen handlangers van de verdachte die in de gaten hielden hoeveel klandizie de meisjes hadden. Als er politiecontrole was, moesten ze zeggen dat zij familie waren van verdachte.
Een aanzienlijk deel van het verdiende geld leverden de meisjes ’s avonds gedwongen in bij de verdachte. Was er te weinig verdiend, dan volgden er soms klappen. De meisjes verbleven ook in het huis van verdachte, in een vreemd land, waar ze niemand kenden en de taal niet spraken. Volgens één slachtoffer verstrekte de verdachte ook drugs. Contact met haar familie in Hongarije had zij nauwelijks. Sporadisch mocht ze in het bijzijn van de verdachte of zijn vrouw even bellen.
De slachtoffers blijken zeer kwetsbare jonge vrouwen te zijn. Twee hebben in Hongarije in een tehuis gezeten. Een daarvan was nog geen 18 jaar oud toen ze door verdachte in Den Haag achter het raam werd gezet. De ander heeft vermoedelijk een verstandelijke beperking.
De verdachte erkende dat de meeste meisjes – volgens hem op fifty-fifty-basis – voor hem in de Haagse prostitutie werkten. Hij probeerde het beeld te schetsen van zelfstandige vrouwen die daar bewust voor hebben gekozen. Maar de officier van justitie maakte daar korte metten mee, wijzend naar de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de meisjes die bovendien nauwelijks iets van het geld hebben teruggezien.
De officier van justitie eiste daarom drie jaar cel voor mensenhandel, een schadevergoeding van in totaal ruim 87.000 euro voor de meisjes en een afpakvordering (van het crimineel verdiende geld) van bijna 70.000 euro.