OM tevreden met hoge(re) straf in hoger beroep wegens uitbuiting jong meisje als hulp in de huishouding
Het Openbaar Ministerie (OM) is tevreden met de uitspraak van het hof Den Haag van 6 juli jl. in de zaak tegen een inmiddels 63-jarige vrouw wegens uitbuiting van een minderjarig meisje als hulp in de huishouding in haar woning in Delft en in een woning in Zoetermeer. Het hof veroordeelde de vrouw tot drie jaar cel. Die straf is een jaar hoger dan de eis van de advocaat-generaal en het vonnis van de rechtbank. Het hof komt tot een hogere straf gezien een zwaardere waardering van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd.
De zaak betreft de uitbuiting van een minderjarig meisje als hulp in de huishouding in de periode 1 januari 2005 tot 1 oktober 2012. Het meisje van destijds 6/7 jaar werd vanuit Marokko door verdachte, na de vader van het meisje daarvoor betaald te hebben, meegenomen naar Nederland om daar gedurende ruim zeven jaar te werken in de huishouding en te zorgen voor de gehandicapte dochter in het gezin. Het jonge meisje kende Nederland niet, sprak de taal niet en verkeerde daardoor in een sociaal isolement. Ze verbleef illegaal in Nederland, ging niet naar school en haar werd medische en tandheelkundige zorg ontzegd. Ze had een achtergestelde positie in het gezin, waarbij verdachte haar bang maakte voor de politie, uitschold en sloeg. Aan deze situatie wist het meisje uiteindelijk definitief een einde te maken door weg te lopen.
Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat zij geen enkele verantwoordelijkheid lijkt te nemen voor de gevolgen van het strafbare feit voor het slachtoffer. Ze heeft er op geen enkele wijze blijk van gegeven te beseffen dat haar gedrag ontoelaatbaar is geweest. Ze heeft een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de menselijke waardigheid en persoonlijke vrijheid van het meisje. Daarnaast heeft het meisje behalve een zeer grote (leer)achterstand emotionele schade opgelopen door toedoen van verdachte die deels vrijwel onherstelbaar wordt geacht.