In hoger beroep zes jaar cel geëist voor gedwongen webcamseks
De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek van het voorarrest geëist tegen een 35 -jarige man uit Amersfoort. Ook moet de man wat het OM betreft nog 300 dagen van een eerdere veroordeling uitzitten. De man wordt ervan verdacht een buitenlandse vrouw gedurende een jaar stelselmatig en met grof geweld te hebben gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen voor de webcam.
Eind juni 2015 klopt het slachtoffer na een levensgevaarlijke klimpartij over balkons aan bij de buren van de verdachte. De verdachte zou haar dan op zeer agressieve wijze hebben bedreigd en de politie wordt ingeschakeld. Het slachtoffer verklaart vervolgens over een jaar vol bedreigingen, mishandelingen en seksuele uitbuiting. De verdachte zou haar regelmatig hebben geslagen, onder meer met een honkbalknuppel, en drukte zijn smeulende sigaretten op het slachtoffer uit hetgeen tot blijvend letsel leidde. Ook na de mishandelingen moest het slachtoffer direct doorwerken. Het merendeel van de verdiensten werd door de verdachte in beslaggenomen: uit het onderzoek blijkt dat de man grotendeels leefde van de inkomsten van het slachtoffer.
De rechtbank achtte de bedreigingen, uitbuiting, mensenhandel en de mishandelingen bewezen en veroordeelde de verdachte op 21 januari 2016 tot een gevangenisstraf van 30 maanden. Tevens herriep de rechtbank de voorlopige invrijheidstelling van de verdachte, die kort daarvoor was veroordeeld voor soortgelijke feiten, voor 300 dagen. Het OM had een gevangenisstraf van zes jaar geëist en ging tegen de uitspraak in beroep op grond van de, in de ogen van het OM, te lage en onvoldoende gemotiveerde straf. Het OM meent dat de rechtbank in haar vonnis onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat de beelden van de webcamseks via het internet zijn verspreid en daar voor anderen beschikbaar blijven. “Daarop heeft [het slachtoffer] geen enkele controle en zij kan tot in de verre toekomst met de beelden worden geconfronteerd”, lichtte de advocaat-generaal toe op zitting. “De verdachte hoort tot de selecte groep van zeer gewelddadige mensenhandelaren met recidive”. De advocaat-generaal verwijst daarbij naar de OM-richtlijnen voor straffen bij mensenhandel en komt zo opnieuw tot de eis van zes jaar cel en herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Het hof doet uitspraak op 14 februari a.s. om 14.00 uur.