Team Internationale Misdrijven
In Nederland werd naar aanleiding van de oprichting van het Joegoslavië tribunaal in 1994 het Nationaal Opsporingsteam Joegoslavische Oorlogsmisdrijven (NOJO-team) opgericht. Dat team werd in 1998 uitgebreid tot het Nationale Opsporingsteam Oorlogsmisdrijven (NOVO-team), dat zich ook richtte op andere landen dan Joegoslavië. Beide teams stonden onder leiding van het Wet Oorlogsstrafrecht-team (WOS-team) van het Openbaar Ministerie in Arnhem. Op 1 september 2002 nam het Landelijk Parket in Rotterdam het gezag over het NOVO-team over van het parket in Arnhem. Vanaf 2003 is het NOVO-team overgegaan in het Team Internationale Misdrijven van de Dienst Landelijke Recherche.
Waarom een specialistisch team?
Het opsporen en vervolgen van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan genocide, oorlogsmisdrijven, foltering, misdrijven tegen de menselijkheid of gedwongen verwijdingen is erg complex. Het zijn zaken die het best zijn te typeren als ‘cold cases op wereldformaat’. De misdrijven speelden vaak in een ver verleden, in het buitenland en tijdens een oorlogssituatie. Vandaar dat er een specifiek team is opgericht dat zich specifiek bezighoudt met de complexiteit van internationale misdrijven.
Een belangrijk deel van het onderzoek vindt ook over de grens plaats, in een door oorlog verscheurd land. Het vinden van bewijs is lastig, omdat veel documenten en forensische gegevens, bijvoorbeeld DNA-sporen, verloren zijn gegaan na verloop van tijd. Getuigenverklaringen spelen daarom een belangrijke rol in onze onderzoeken. Deze getuigen zijn vaak verspreid over de gehele wereld en dienen eerst te worden gevonden. Daarbij moeten ze zich vervolgens veilig (genoeg) voelen om hun verhaal te vertellen. Extra moeilijkheid daarbij is dat ze verklaren over gebeurtenissen die in een ver verleden hebben plaatsgevonden
In 2017 is er een documentaireserie gemaakt over het Team Internationale Misdrijven, genaamd ’De Oorlogsrecherche’.
Zie ook: