Sri Lanka

Nadat Sri Lanka in 1948 onafhankelijk werd nam de Sri Lankaanse regering, die door etnische Singalezen werd gedomineerd, een aantal maatregelen welke het Singalese deel van de bevolking bevoordeelden. Dit leidde tot etnische spanningen tussen Tamils en Singalezen. Hierdoor ontstond bij een aantal Tamil groeperingen in de jaren '70 tot het verlangen om een eigen onafhankelijke staat in het noorden en oosten van Sri Lanka te creëren. Enkele organisaties wilden dit bereiken met gewelddadige middelen. Een van die organisaties is de in 1976 opgerichte Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE). Vanaf het begin van oprichting zijn gewelddadige acties, zoals aanslagen en liquidaties toegeschreven aan de LTTE.

De LTTE verwierf vanaf 1990 een "eigen" territorium in het Noordoostelijke deel van Sri Lanka en fungeerde daar als een soort semi-overheid. De LTTE beschikte over een eigen leger, eigen politie, rechtspraak en een eigen belastingstelsel voor het financieren van de gewapende strijd tegen het Sri Lankaanse leger. Voor die financiering werd eveneens een beroep gedaan op de over de rest van de wereld verspreide Tamils. In 2006 werd de LTTE door de Europese Unie op de lijst van terroristische organisaties geplaatst. De Tamil Tijgers zijn begin 2009 verslagen door het regeringsleger op Sri Lanka. In de zomer van 2009 maakte een nieuwe leider bekend dat de afscheidingsbeweging doorgaat.

In Nederland is er één zaak geweest tegen vijf personen betreffende misdrijven in relatie tot de activiteiten van de LTTE.

De zaak tegen Thiruna E., Joseph M.J., Srirangan R., Ramachandran S. en Lingaratnam T.