Rwanda

Op 6 april 1994 werd het vliegtuig met daarin de Rwandese president Juvénal Habyarimana en president van Burundi Cyprien Ntaryamira neergeschoten tijdens de voorbereiding om te landen in Kigali. Hierbij kwamen beide presidenten om het leven. In de jaren ervoor was al sprake van gewelddadige incidenten tussen de 2 belangrijkste etnische bevolkingsgroepen in Rwanda: Hutu's en Tutsi's. Het neerhalen van het vliegtuig van de president vormde het startschot van de genocide waarbij binnen 3 maanden naar schatting 800.000 mensen zijn vermoord, voornamelijk Tutsi's en gematigde Hutu's. Op grote schaal vonden gruwelijkheden plaats, openlijk aangemoedigd door de autoriteiten via oa. haatpropaganda van radio RTLM. De genocide werd in juli 1994 beëindigd door de RPF (Front Patriotique Rwandais), het Tutsi-leger van generaal Paul Kagame.

In Nederland zijn er verschillende zaken geweest betreffende genocide, oorlogsmisdrijven en foltering in Rwanda in de periode 1994: twee daarvan werden inhoudelijk door de Nederlandse rechter behandeld, in de andere gevallen betrof het uitlevering naar Rwanda of het Rwandatribunaal. 

De zaak tegen Pierre-Claver K. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Jean Baptiste N. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Joseph Mu. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Venant R. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Jean-Claude I. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Jean Baptiste M. (uitlevering Rwanda)

De zaak tegen Yvonne B., ook bekend als Yvonne N. (vervolging in Nederland)

De zaak tegen Joseph Mp. (vervolging in Nederland)

De zaak tegen Ephrem S. (uitlevering Rwandatribunaal)

De zaak tegen Michel B. (uitlevering Rwandatribunaal)

De zaak tegen Simon B. (uitlevering Rwandatribunaal)