Gevangenisstraffen tot 4 jaar geëist vanwege telefonische verkoop van waardeloze beleggingsproducten
“De afgelopen zittingsdagen hebben we acht verdachten langs zien komen. Zij hadden in ieder geval één ding gemeen: geen één van hen voelt zich verantwoordelijk voor de aangerichte schade onder beleggers. Niet toen, niet nu, en – gelet op de houding van de meeste verdachten - ook niet in de toekomst. Allemaal wijzen ze naar iemand anders. Maar niemand wijst naar zichzelf.”, aldus de officieren op zitting.
Boilerrooms
Het Openbaar Ministerie (OM) eist vandaag in de rechtbank in Noord-Holland gevangenisstraffen tot vier jaar tegen acht verdachten die - in wisselende samenstelling - betrokken waren bij vier boilerrooms. Een boilerroom is een frauduleuze organisatie die gehaaide verkopers laat bellen naar potentiële beleggers om ze producten te verkopen, die minder mooi zijn dat dat ze door de verkopers worden voorgesteld. Het OM verwijt de mannen deelname aan de criminele organisatie, oplichting, valsheid in geschrift en het verlenen van beleggingsdiensten zonder vergunning van de AFM. Tientallen slachtoffers zijn vermoedelijk onder valse voorwendselen verleid om geld af te geven met een totale inleg van meer dan 7 miljoen euro.
Internationale organisatie
Uit onderzoek door de FIOD blijkt dat de leden van de vermoedelijk criminele organisatie aandelen, obligaties en emissierechten aanboden en verkochten aan beleggers. Dat gebeurde in de periode tussen 2004 en 2013. Ze handelden onder de namen Intersecurities / Pacific Continental, Icon, Teleson, Titan Invest en Quest Capital Partners. Ze waren actief in onder andere Nederland, België, Spanje, Servië, de Verenigde Staten en Hong Kong. Drie hoofdverdachten speelden een belangrijke rol in meerdere boilerrooms. De vijf mededaders waren betrokken bij één boilerroom.
“Cold calling”
De fraude zat, volgens de officieren, goed en geloofwaardig in elkaar. De rollen en taken waren duidelijk verdeeld. De leiding regelde de verkopers en bepaalde welke informatie deze aan beleggers zouden doorgeven. In alle zaken was sprake van “cold calling”, namelijk het ongevraagd direct benaderen van potentiële beleggers. De beleggers werden, volgens het OM, voorgehouden dat hun inleg grotendeels zou worden geïnvesteerd in bedrijven en emissierechten. Verdachten maakten daarbij gebruik van gelikte brochures, websites en verkooppraatjes, die de indruk moesten geven dat het om bonafide investeringen ging. Sommige aandelen zouden beursgenoteerd zijn en de ondernemingen zouden dikwijls onder toezicht staan van de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM). De verdachten spiegelden beleggers in alle zaken hoge rendementen voor. Uit de verklaringen van de inleggers blijkt dat zij in de telefoongesprekken door middel van agressieve verkoopmethoden onder tijdsdruk werden gezet om snel te beslissen. Zodra de beleggers geld hadden ingelegd en er voor de verdachten niets meer te halen viel, was er nog maar nauwelijks contact mogelijk met verdachten. De stekker werd uit de boilerroom getrokken. De organisatie zou, met dezelfde personen op een andere locatie en onder een nieuwe naam, gewoon verder gaan. De beleggers bleven achter met neppe, onverkoopbare en waardeloze producten, aldus het OM.
“Sluier van onwetendheid”
De officieren vonden dat alle verdachten willens en wetens aandelen, obligaties of emissierechten hadden verkocht aan de particuliere beleggers. Opvallend is dat de slachtoffers vaak wat oudere beleggers zijn, die belegden met geld dat bestemd was voor hun pensioen. De verdachten verschuilden zich op de zittingen, volgens het OM, achter een “sluier van onwetendheid”. Ze zouden vertrouwd hebben op de informatie die door iemand anders aan hen zou zijn verstrekt zonder eigen onderzoek gedaan te hebben naar de producten die aan particuliere beleggers verkocht.
Ernst van de feiten en strafeis
De officieren vinden het ernstig dat er door de verdachten geld werd verdiend ten koste van anderen. De door verdachten ontvangen gelden werden grotendeels gebruikt voor beloningen van onder meer zichzelf. De mannen ontvingen meer dan zeven miljoen euro van de beleggers, waarvan de helft linea recta in de zakken van de verdachten zou zijn verdwenen. “Verdachten hebben, puur gedreven door eigen financieel gewin, beleggers stelselmatig opgelicht. Van de gelden van beleggers hebben zij vorstelijk geleefd. Sommige beleggers hebben hun laatste spaar- of pensioengeld ingelegd, terwijl verdachten daarvan wisten.” zeiden de officieren. De verdachten hebben niet alleen het vertrouwen van beleggers in de medemens geschaad, maar ook het vertrouwen dat beleggers in het algemeen moeten kunnen hebben in ondernemingen waarvan zij aandelen kopen. Daarnaast hebben zij het maatschappelijk vertrouwen in het financiële handelsverkeer beschadigt.
De drie hoofdverdachten hoorden forse gevangenisstraffen tegen zich eisen. Eén van de hoofdverdachte had een bepalende en beslissende rol en wordt door het OM beschouwd als het brein achter de organisatie. Een gevangenisstraf van vier jaar vindt het OM passend. De twee andere hoofdverdachten hadden een medebepalende rol. Zij hoorden drie jaar tegen zich eisen. De officieren eisten tegen twee mededaders gevangenisstraffen van 20 en 12 maanden. De andere drie mededaders hoorden taakstraffen van 100 uur tegen zich eisen. Ook kondigden de officieren op de zitting ontnemingsvorderingen aan.
De behandeling van de strafzaak gaat in maart verder met de pleidooien. De rechtbank doet naar verwachting op 1 mei 2020 uitspraak.