Onderzoek naar spookbewoning Ypenburg leidt tot mega-strafzaak
Tweeëntwintig doorzochte appartementen en achttien aanhoudingen. Miljoenen euro’s aan contanten en vijfentwintig (merendeels luxe) auto’s in beslag genomen. Plus vijf vuurwapens en verdovende middelen. De politie-actie tegen spookbewoning die dinsdagochtend 5 maart 2019 plaatsvond in de Haagse wijk Ypenburg, was er een van overtreffende trappen. Deze en volgende week staan de zeven hoofdverdachten voor de rechter.
De zaak startte als een witwasonderzoek rond een 44-jarige Nootdorper. Hij zou zijn twee bedrijven gebruiken om woningen en auto’s aan criminelen te verhuren. Bovendien zou hij aan mensen salaris hebben uitbetaald zonder dat ze werkzaamheden hadden verricht.
Bij veel van zijn woningen stond volgens de gemeente niemand ingeschreven. In de gevallen waarin dat wel bekend was, ging het vaak om mensen met een strafblad of connecties in het criminele milieu. Verder hadden de appartementen een relatief hoge huurprijs (zo’n 1.100 euro of meer per maand), terwijl geen van de veronderstelde bewoners op papier de inkomsten had om die huur te kunnen betalen.
Het onderzoek leidde al snel naar twee andere verdachten, een 58-jarige Zoetermeerder en een 37-jarige Rijswijker. Beiden waren mede-bestuurders in het bedrijf van de Nootdorper. De Rijswijker was daarnaast politieman.
Omdat niet precies bekend was wie er in de Ypenburgse appartementen woonden en wat er aangetroffen zou worden, zette de politie op 5 maart 2019 groot in. En met resultaat. Er werden achttien aanhoudingen verricht. De zeven hoofdverdachten staan deze en volgende week op zitting.
Maandag 3 februari is er geëist tegen een 59-jarige Hagenaar en een 56-jarige Rotterdamse. Dinsdag 4 februari volgden een 41-jarige Hagenaar en een 60-jarige Leidschendamse. De strafeisen tegen de Nootdorper, Zoetermeerder en Rijswijker werden vrijdag 7 februari uitgesproken.
Eisen maandag 3 februari
In het Ypenburgse appartement waar de 56-jarige Rotterdamse verbleef, vond de politie ruim zes miljoen euro aan contanten. Het was verpakt in pakketten en verstopt in het hoofdeinde van het bed waarin zij op het moment van de inval lag te slapen.
De vrouw stond niet ingeschreven op het adres, maar betaalde al bijna een jaar gas, water en licht. Zij stelt niets te weten van het geld in haar bed. Maar de officier van justitie gelooft daar niets van. Ook als het geld niet van haar is, dan nog leg je een dergelijk bedrag niet in bewaring bij iemand die je niet kent en die daar niets vanaf weet, aldus de officier.
De huur van het appartement werd aan de eigenaar – een vastgoedonderneming - betaald door een van de bedrijven van de Nootdorper. Maar er is door de gebruikers van het appartement geen huur overgemaakt naar het bedrijf van de Nootdorper. De conclusie van het OM is dat de huur contant betaald werd.
Op een van de geldpakketten is een vingerafdruk gevonden van de 59-jarige Hagenaar. Hij kwam regelmatig op bezoek in het appartement. En zijn verjaardag staat in de agenda van de bewoonster met de vermelding ‘lief’.
Beiden hebben ook nauwelijks legale inkomsten en toch een fors uitgavepatroon. Zo reed de Hagenaar rond in een van de in beslag genomen auto’s, een Porsche. Die was met contant geld gekocht door de Nootdorper en vervolgens door hem verhuurd aan de Hagenaar, zo blijkt uit een contract. De Hagenaar had via het bedrijf van de Nootdorper nog twee andere woningen geregeld. Daarin werd onder meer een geldtelmachine gevonden en een PGP-telefoon.
Volgens de officier van justitie is bewezen dat de 59-Hagenaar en de 56-jarige Rotterdamse zich schuldig hebben gemaakt aan (gewoonte)witwassen. Hij voegde daaraan toe dat witwassen bij uitstek een strafbaar feit is dat in verband wordt gebracht met ondermijning en georganiseerde misdaad. Hij eiste tegen de Hagenaar vijf jaar en zes maanden cel en tegen de Rotterdamse vier jaar cel.
Eisen dinsdag 4 februari
Tegen een 41-jarige Hagenaar eiste het OM op dinsdag 4 februari vier jaar cel wegens witwassen van 1,9 miljoen euro. In de zaak van zijn schoonmoeder – een 60-jarige Leidschendamse – vroeg de officier van justitie om vrijspraak. In haar geval kon witwassen uiteindelijk niet worden bewezen.
In een van de pakketten geld die op 5 maart 2019 in het hoofdeinde van het bed gevonden werd, trof de politie DNA aan van de 41-jarige Hagenaar. De pakketten waren met plastic omwikkeld en met tape gesealed. In het bewuste pakket zat minstens 80.000 euro.
Naar aanleiding hiervan startte de politie een onderzoek naar de Hagenaar dat op 15 juli 2019 resulteerde in zijn aanhouding. Bij die gelegenheid werd ook zijn woning en die van zijn schoonmoeder – de 60-jarige Leidschendamse – doorzocht.
In zijn woning trof de politie vijfduizend euro aan in een keukenrolhouder. In het huis van zijn schoonmoeder in Leidschendam vond de politie maar liefst 1,9 miljoen euro. Dat zat verstopt in een sporttas bovenop de klerenkast in haar slaapkamer. De vrouw verklaart niet te weten hoe de tas daar terecht is gekomen. Er is ook verder geen bewijs dat haar in verband brengt met het geld. Vandaar dat de officier in haar zaak om vrijspraak vraagt.
De 41-jarige Hagenaar verklaart dat hij sporttas buiten medeweten van zijn schoonmoeder in haar huis verstopt heeft. Hij stelt dat hij het geld in bewaring had gekregen van ‘een man’. Maar dat hij besloten had het geld zelf te houden en te verstoppen. Tegen ‘de man’ had hij gezegd dat het geld uit zijn schuur (waar het eerst lag) was gestolen.
De officier noemt zijn verhaal onvoldoende concreet en daarmee ook niet verifieerbaar. Dan is er volgens het OM geen andere conclusie mogelijk dan dat de Hagenaar de 1,9 miljoen uit misdrijf verkregen heeft. Dat komt juridisch neer op witwassen. Ook voor het feit dat zijn DNA in het geldpakket is aangetroffen, heeft de Hagenaar geen aannemelijke verklaring. De officier eiste dan ook vier jaar cel tegen de Hagenaar.
In de zaak van de Leidschendamse deed de rechtbank meteen uitspraak. Zij werd conform de eis van de officier vrijgesproken.
Eisen vrijdag 7 februari
In het onderzoek Abeka is de vermenging van boven- en onderwereld in zijn meest pure vorm aan het licht gekomen. "Criminelen willen onopgemerkt blijven en niet gepakt worden", zei de officier van justitie, "maar ze ontkomen er niet aan om zich in de bovenwereld te bewegen." De drie verdachten die woensdag en donderdag terecht stonden, maakten dat mogelijk.
De 44-jarige Nootdorper maakte met zijn bedrijfje mogelijk (samen met zijn medebestuursleden, de 58-jarige Zoetermeerder en de 37-jarige Rijswijker) dat crimineel geld kon worden witgewassen. Als je een mooi huis zocht waarvan je de huur contant wilde betalen, zonder dat er al te veel lastige vragen werden gesteld, kon je bij hen terecht. Wilde je een dure auto rijden zonder je eigen naam op een contract te zetten, kon je bij hen terecht. En wilde je zogenaamd salaris ontvangen zodat je criminele inkomsten kon verantwoorden, dan kon je bij hen terecht.
"Het is niet voor niets dat ik de 44-jarige verdachte zie al een ultieme facilitator van de onderwereld", zei de officier van justitie. "De verdachten hebben de onderwereld ruimschoots gefaciliteerd met bedrijfsmatige witwaspraktijken."
Bij de doorzoekingen op de actiedag in maart 2019 werden onder meer vuurwapens gevonden. Er lagen in de appartementen hoeveelheden drugs, bestemd voor de handel. Er zijn miljoenen in beslaggenomen, en ook dure merkkleding, horloges en auto's. Een concentratie van criminele activiteiten, in appartementen midden tussen onwetend publiek. Vermenging van de boven- en onderwereld pur sang.
Tegen de 44-jarige Nootdorper eist het Openbaar Ministerie 42 maanden cel. Tegen zijn 58-jarige compagnon 36 maanden. De 37-jarige Rijswijker had een kleinere rol in het bedrijf, maar maakte zich als agent dan wel weer schuldig aan schending van zijn geheimhoudingsplicht. Hij zocht in de politiesystemen naar informatie die hij voor zijn werk niet nodig had. Er is geen bewijs dat hij die informatie heeft verkocht, maar dat maakt het niet minder kwalijk. Het Openbaar Ministerie wil dat hij 6 maanden de cel in gaat en voor de duur van 2 jaar geen enkel publiek ambt meer mag bekleden.
Maandag reageren de advocaten van de verdachten op de eisen van het Openbaar Ministerie. Op 24 februari doet de rechtbank uitspraak.