Straffen en boete geëist in zaak PGB-fraude
In het proces naar pgb-fraude door zorgaanbieder ‘Fundament, dragers in de zorg’ heeft het Openbaar Ministerie vandaag straffen en een geldboete euro geëist. Tegen de twee verdachten die leiding gaven aan de zorgaanbieder zijn deels voorwaardelijke celstraffen en een werkstraf geëist. Ook moeten zij worden ontzet uit hun beroep. Tegen de rechtspersoon, de zorgaanbieder Fundament, een geldboete van 82.000 euro. Daarnaast zal er op een latere datum een zitting komen om het crimineel verdiende geld te ontnemen.
Een 64-jarige man uit Utrecht, vennoot van de onderneming, wordt verdacht van valsheid in geschrifte in het voeren van de financiële administratie van de onderneming in de periode 2012 – 2014. Twee landelijke ziektekostenverzekeraars hebben hiervan aangifte gedaan. In het onderzoek is de cliënten- en bedrijfsadministratie in beslag genomen. Een aantal dossiers is geselecteerd en onderzocht en er is een financiële analyse gemaakt van de aanvragen, de ontvangst, het beheer en de verantwoording van persoonsgebonden budgetten.
Op basis van de onderzoeksbevindingen wordt de man ervan verdacht verantwoordingsformulieren, facturen en andere documenten te hebben vervalst. De urenregistratie was dermate onvolledig dat de opgevoerde zorg daarmee onmogelijk verantwoord kon worden. Met het deel waarvoor geen zorg kon zijn geleverd, is een bedrag van ruim 2,5 miljoen euro gemoeid. Gevolg van de gepleegde valsheid was dat de vennoot van Fundament budgetten zou hebben doorgestort naar zijn eigen rekening. Dit betrof budgetten van cliënten van wie hij niet alleen de zorgaanbieder was maar voor wie hij ook als bewindvoerder optrad. De medeverdachte, een 40-jarige vrouw uit Vleuten, die bij Fundament werkte als zorgbegeleider en later als teammanager, wordt verdacht van medeplegen van de valsheid in geschrifte. De organisatie zelf wordt ook verdacht van valsheid in geschrift.
Het geld werd onder andere besteed aan de aankoop van onroerend goed. In totaal werden vijf panden in Nederland en één in Duitsland aangekocht. Grote bedragen uit de bedrijfsvoering werden onttrokken en gebruikt voor het verbouwen en aflossen van deze panden die op naam stonden van de hoofdverdachte. Ook leefde de verdachte in luxe, een “schrijnend contrast met de zorgsector, waar bezuinigingen onvermijdelijk zijn om de stijgende zorgkosten een halt toe te roepen”, aldus de officier van justitie.
“Door zorgfraude te plegen wordt het geld dat voor zorg bestemd is, hier niet aan besteed. Zo ondermijnen de verdachten het sociale zorgsysteem dat we in Nederland kennen. Cliënten, verzekerden en de belastingbetaler zijn gedupeerd. Cliënten zijn door verdachte dubbel gedupeerd omdat ze niet de zorg kregen waar ze recht op hadden, omdat ze aansprakelijk werden voor het terugbetalen van het geld en de gevolgen ondervonden doordat het zorgkantoor de geldkraan dichtdraaide. Door ingrijpen van de staatssecretaris zijn deze budgethouders uiteindelijk niet ten onder gegaan”. Gelukkig zijn er stappen gezet om fraude met PGB’s moeilijker te maken. Maar “weer moeten horen dat er lieden zijn die een slaatje slaan uit een mooi, sociaal stelsel, roept woede en onbegrip op”.
Alles overwegende eiste de officier van justitie tegen de 64-jarige hoofdverdachte een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan acht voorwaardelijk en ontzetting uit zijn beroep als zorgaanbieder en curator. De 40-jarige medeverdachte hoorde een werkstraf van 240 uur tegen zich eisen en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. Ook zij moet uit haar beroep van zorgverlener worden gezet. Tenslotte werd er een geldboete van 82.000 euro geëist tegen zorgaanbieder Fundament. De rechtszaak wordt vandaag en morgen voortgezet.