Gevangenisstraffen tot 20 maanden geëist tegen verdachten van faillissementsfraude

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Rotterdam gevangenisstraffen tot 20 maanden geëist tegen twee verdachten van fraude bij het faillissement van een vermogensbeheerder uit Den Haag. Het bedrijf gaf advies bij het opzetten van juridische constructies. Na het faillissement in maart 2014 zijn schuldeisers voor meer dan 1.000.000 euro benadeeld.

Onderzoek

Het onderzoek door de FIOD startte na een aangifte van de curator. De verdachten zijn een 66-jarige Nederlander die sinds 2013 in Servië woont en een 35-jarige Hagenaar die in 2013 het bestuur van het bedrijf in Den Haag over had genomen. Begin 2014 kregen de klanten van het bedrijf een brief waarin stond dat zij de betalingen voor diensten voortaan aan een bedrijf in Servië moesten overmaken, terwijl de diensten nog gewoon door de oude BV waren verricht. Voor de diensten bleven de klanten terecht kunnen op het vertrouwde adres van de vermogensbeheerder in Den Haag. Het bedrijf in Servië stond op naam van de 66-jarige Nederlander. In totaal is er voor meer dan 200.000 euro overgemaakt naar deze rekening. Ook zouden de verdachten nog enkele duizenden euro’s contant hebben opgenomen van bedrijfsrekeningen van de vermogensbeheerder uit Den Haag. De administratie was niet op orde, waardoor de curator bij zijn werkzaamheden werd bemoeilijkt.

Ernstige feiten

Het Openbaar Ministerie ziet het overhevelen van betalingen van klanten van de oude BV naar een nieuwe BV in Servië als vermoedelijk onrechtmatige onttrekkingen aan de boedel. Schuldeisers bleven bij de oude BV in Den Haag aankloppen, maar omdat de BV geen inkomsten meer had ging het bedrijf failliet.

Het OM vindt faillissementsfraude ernstig, want handel berust in belangrijke mate op vertrouwen. Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij schade toe. “Verdachten hebben een forse maatschappelijke schade veroorzaakt en hebben alleen oog gehad voor hun eigen portemonnee.” Daarnaast verwijt het OM de verdachten witwassen van gelden: “Hiermee hebben ze bijgedragen aan de ontwrichtende werking die het zwartgeldcircuit op de samenleving heeft. Dit alles neemt het OM de verdachten zeer kwalijk, temeer de verdachte door de strafzaak uit 2013 een gewaarschuwd (rechts)persoon was.” Mede daarom vindt het OM een gevangenisstraf van 20 maanden -waarvan 6 maanden voorwaardelijk- en een boete van 200.000 euro op de plaats voor de 66-jarige man. Daarnaast eiste de officier ook een bestuursverbod voor de duur van 5 jaar. Tegen zijn compagnon eiste het OM 15 maanden gevangenisstraf -waarvan 5 maanden voorwaardelijk- met een proeftijd van 2 jaar en ook een bestuursverbod voor de duur van 5 jaar.

De rechtbank doet op 31 juli uitspraak.