Eisen tot 15 maanden cel voor omzetbelastingfraude, btw-fraude en witwassen
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank in Den Haag tot 15 maanden cel geëist tegen drie verdachten van valsheid in geschrifte en belastingfraude. Het OM verwijt verdachten dat zij vals opgemaakte facturen beschikbaar stelden aan derden om op te nemen in de administratie en op basis daarvan onjuiste aangiften omzetbelasting te doen.
Omzetbelastingfraude, btw-fraude en witwassen
Een van de verdachten is boekhouder en had een administratie- en adviesbureau. Veel van zijn klanten bleken negatieve aangiften omzetbelasting in te dienen. Dat betekent dat ze meer kosten maakten dan omzet hadden. De klanten factureerden elkaar en er bleken verschillende versies van deze facturen te zijn. Een van deze klanten is het bedrijf van de tweede verdachte.
Ook was aangifte gedaan tegen de eerste verdachte omdat hij de aangevers evenals anderen, met hulp van de derde verdachte, als ‘katvangers’ zou hebben gedwongen om bankrekeningen te openen om de met deze fraude verdiende gelden op te storten, contant op te nemen om vervolgens aan verdachten te overhandigen. Daarnaast waren er aanwijzingen dat verdachten zich bezighielden met btw-fraude en witwassen.
Ernst van de feiten
Alle drie de verdachten hebben zich op grote schaal en gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte en belastingfraude. Zij hebben in nauwe afstemming met elkaar gehandeld. Alle drie de verdachten hebben de strafbare feiten gepleegd om er zelf financieel beter van te worden. Zij hebben hiermee niet alleen de Staat en daarmee indirect alle belastingbetalers, maar ook de katvangers benadeeld. Die hebben de Belastingdienst achter zich aangekregen en naheffingen opgelegd gekregen.
Strafmaat
De eerste verdachte is volgens het OM de initiator, hij heeft de constructie bedacht en heeft van de valsheid in geschrift een verdienmodel gemaakt. Daarnaast heeft hij er ook voor gezorgd dat zijn klanten de belastingbetaler dupeerden. Dat valt hem zwaar aan te rekenen. Verdachte is nog steeds boekhouder en kan deze handelwijze makkelijk herhalen, het is volgens het OM dan ook beter als verdachte een tijd wordt verboden om als boekhouder te werken.
De tweede verdachte heeft een actieve rol gespeeld bij het rondpompen van geld door het opstellen van valse facturen en daar een aardige som geld mee verdiend. Daarbij heeft hij tal van personen voor zijn karretje gespannen. Hij was degene die grote sommen geld contant in handen kreeg en daar de beschikkingsmacht over had. Niet alleen hiermee heeft hij ten nadele van de belastingbetaler geld verdiend, ook met de belastingfraude die hij in zijn eigen bedrijf heeft gepleegd. Na zijn aanhouding heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verduistering. Hiervoor is hij onherroepelijk veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur. “Blijkbaar is het voor hem lastig om zich te onthouden van het plegen van vermogens- en fraudedelicten,” aldus de officier.
Ook de derde verdachte heeft een actieve rol gespeeld bij de belastingfraude en het opmaken van valse facturen. En net als de tweede verdachte heeft hij daarbij anderen onder druk gezet.
Strafeis
Vanwege de duur en de omvang van de fraude is de officier van mening dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor alle drie de verdachten passend en geboden is. Daarmee wil zij een duidelijk signaal afgeven dat frauderen met omzetbelasting een ernstig strafbaar feit is.
Een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk voor zowel de eerste als de tweede verdachte en een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden voor de derde verdachte vindt zij dan ook op zijn plaats. Daarnaast eist de officier voor de eerste verdachte ook een beroepsverbod voor de duur van twee jaar.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.