Gevangenisstraffen geëist voor fraude met geldlening van RVO voor technostarters

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Amsterdam gevangenisstraffen tot 18 maanden – waarvan zes maanden voorwaardelijk - geëist tegen twee 50-jarige mannen. Het OM verwijt hen valsheid in geschrift, oplichting van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor circa 850.000 euro en het witwassen van inkomsten hieruit. “In de kern gaat het erom dat een regeling om de startup-branche in Nederland te stimuleren voor eigen gewin is misbruikt,” zei de officier op zitting: “De staat is als pinautomaat gebruikt. De gelden zijn is strijd met de regeling gebruikt voor feesten, om een persoonlijk faillissement af te wenden en om er goed van te leven.”

Onderzoek NVWA

Uit onderzoek door de NVWA blijkt dat de verdachte uit Amsterdam een geldlening van RVO had verkregen om onder voorwaarden te investeren in zogenoemde ‘technostarters’, dat zijn innovatieve ondernemingen op technologisch gebied. Door de relatief grotere financiële risico’s met technostarters bestaat er terughoudendheid bij kapitaalverstrekkers om te investeren in dat soort ondernemingen. De RVO verstrekt daarom voor het ministerie van Economische Zaken (EZ) renteloze leningen van maximaal 4 miljoen euro aan startersfondsen die ondernemers willen helpen met investeringen om een innovatief technologisch bedrijf te starten. Eén van de voorwaarden is wel dat de investering in de technostarters vanuit het startersfonds voor de helft moet bestaan uit privaat kapitaal en voor de andere helft uit de renteloze lening. Het startersfonds dient aan de RVO verantwoording af te leggen over de gedane investeringen. Daarnaast mag er geen relatie bestaan tussen de beheerder van het startersfonds en de technostarter. Dit om belangenverstrengeling te voorkomen.

Voorwaarden geschonden

Uit onderzoek blijkt dat de twee verdachten zich niet aan de voorwaarden hebben gehouden: “In de kern is gebleken dat de aandeelhouders van het fonds maar zeer beperkt in het fonds hebben (mee) geïnvesteerd.” Uit het onderzoek blijkt dat de verdachten gezamenlijk tot drie keer toe subsidiegelden hebben aangevraagd, terwijl op voorhand al duidelijk was dat particuliere investeringen niet zouden volgen. Om de schijn hoog te houden zouden de verdachten door middel van een ‘kasrondje’ en een verhullende constructie geld door de vennootschappen hebben laten stromen. Dit is ten laste gelegd als witwassen. De verdachte uit Amsterdam zou daarnaast een vals aandeelhoudersverslag hebben gebruikt om aan de RVO aan te tonen dat er meer in de technostarters is geïnvesteerd dan in werkelijkheid het geval was. Daarnaast is er verklaard dat er geen relatie was tussen de technostarter en het investeringsfonds, terwijl dat niet klopte.

Ernst van de feiten

De maatschappelijke schade die de verdachten hebben veroorzaakt, wordt geschat op 2,3 miljoen euro. “De zaak is breder en groter dan wat uiteindelijk op de tenlastelegging is komen te staan,” zei de officier op zitting: “Bij veel meer technostarters van het TCV zijn onregelmatigheden vastgesteld.” De RVO werkt volgens een principe van 'verantwoord vertrouwen', zei de officier op zitting: “Dit betekent dat ondernemers bij het doen van een aanvraag doorgaans weinig extra administratieve lasten hebben. Wij willen allemaal het liefst zo min mogelijk bureaucratie. Verdachten hebben daar op een schaamteloze wijze misbruik van gemaakt.” Aldus de officier: “Dit is geen civiele zaak. Dit is ook geen groot misverstand of een gedraging die met een geringe betaling aan de RVO opgelost zou kunnen worden. Het gaat hier om crimineel gedrag van talentvolle mensen.”

Strafeisen

Het OM eist tegen de 50-jarige man uit Amsterdam een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Hij was de initiatiefnemer en zijn rol was volgens het OM groter dan de rol van de andere verdachte. Daarnaast zou hij 279.000 euro in zijn eigen zakken hebben gestopt, aldus de officier: “De maatschappelijke schade die verdachten de maatschappij hebben berokkend, maakt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende straf is.” De officier eiste daarnaast dat de uitspraak openbaar wordt gemaakt, zonder dat de persoonsgegevens van verdachte geanonimiseerd worden. “De verdachte lijkt in het buitenland nog actief. Dan is iedereen maar gewaarschuwd.”

Tegen zijn medeverdachte uit Aerdenhout eist het OM een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Ook hij onttrok circa 200.000 euro ten gunste van zichzelf.

Het OM verzocht de rechtbank daarnaast om een vordering van de benadeelde partij RVO van in totaal 850.000 euro toe te kennen.