Gevangenisstraffen tot 48 maanden geëist voor beleggingsfraude Noordenwind en Hollandsche Wind
Vandaag heeft het Openbaar Ministerie (OM) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tot 48 maanden geëist tegen 7 verdachten van beleggingsfraude in de beleggingsvehikels Noordenwind en Hollandsche Wind. Het ging om een fraudebedrag van ruim 8,7 miljoen euro en 295 gedupeerde beleggers. Het OM verwijt verdachten oplichting, verduistering en witwassen.
Windenergie en vastgoed
Verdachten deden zich, met hun opgetuigde vennootschapsstructuur, informatiememorandum, website, brochures en villa in Oosterbeek, voor als bonafide partij. Er zou worden belegd in windenergie en vastgoed. Inleggers verklaarden dat het project solide overkwam, er werd een goed verhaal verteld, de brochures en ook de telefonische en persoonlijke contacten kwamen professioneel over en gaven vertrouwen. En zo stapten 295 beleggers in, waarvan 180 in Noordenwind, 76 in Hollandsche Wind en 39 in beide beleggingsvehikels, met inlegbedragen tussen de 2.500 euro en 300.000 euro. Echter, het ingelegde geld werd door verdachten anders besteed dan beloofd en de gedupeerde beleggers bleven zitten met tonnen of tienduizenden euro's schade en gevoelens van schaamte. Hoofdverdachten S. en De G. hadden volgens het OM de leiding en werkten op hun beurt samen met de andere verdachten.
Luxe leven, auto’s, vakantiehuizen en collegegeld
Uit onderzoek bleek dat onmiddellijk nadat de eerste inleggelden waren binnengekomen, deze door verdachten werden aangewend voor geheel andere doeleinden dan voorgehouden, namelijk voor onder andere privé uitgaven. Er werd goed van geleefd, er werden auto’s en vakantiehuizen gekocht en er werd collegegeld van de kinderen betaald.
Doelbewust beleggers misleid
Verdachten hebben hierbij nauw en bewust met elkaar en met andere natuurlijke personen en rechtspersonen samengewerkt. Zij hebben doelbewust beleggers verleid om in te leggen in projecten die niet bestonden. Verdachten wisten dat de terugbetaling van de ingelegde gelden niet was gegarandeerd en de inleggelden niet zouden gaan renderen, zoals voorgespiegeld.
Noemenswaardig is dat de zaak binnen 2 jaar na de inval inhoudelijk op zitting staat, na voortvarend onderzoek van de FIOD en een uitgebreide regiefase met vele onderzoekswensen van de verdediging.
Strafeisen
Ondanks dat hoofdverdachte S. heeft aangegeven spijt en verdriet te hebben neemt hij, in de ogen van het OM, niet de volle verantwoordelijkheid voor zijn handelen terwijl hij exact wist waar hij mee bezig was. Zo heeft hij bijna 7 miljoen euro en onroerend goed witgewassen om zijn schulden af te lossen en om met plezier van te leven. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek voorarrest en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar vindt de officier voor hem op zijn plaats.
Hoofdverdachte De G. heeft vele beleggers opgelicht en meer dan 3,6 miljoen euro, onroerend goed en auto’s witgewassen. Ook voor hem is het relevant in hoeverre hij zich rekenschap geeft van zijn daden en dat doet hij niet volgens de officier. Ter zitting heeft De G. een beroep gedaan op zijn zwijgrecht en tijdens het bespreken van de persoonlijke omstandigheden heeft hij geen enkel berouw getoond en geen spijt betuigd richting de beleggers. Hij heeft een luxe leven geleid en de miljoenen gespendeerd aan onder meer zijn vakantiewoning, onroerend goed op de Filipijnen, een verbouwing, collegegeld voor zijn kinderen, auto’s en reizen. Tegen hem eist de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek voorarrest en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar.
Voor verdachte Van O. meent de officier dat een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar op zijn plaats is. Opmerkelijk is dat verdachte in 2014 heeft gewerkt bij Centurion, waar in 2015 drie personen werden aangehouden door de FIOD. Dat heeft voor Van O. geen enkele aanleiding gegeven kritisch te zijn ten aanzien van Noordenwind en Hollandsche Wind. Ook heeft hij op geen enkele wijze inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen.
Uit hetgeen verdachte A.B. heeft verklaard blijkt dat hij wist dat er geen projecten bij Hollandsche Wind waren gerealiseerd. Ook heeft hij verklaard dat alles wat op de website stond niet waar was. Ondanks dat heeft A.B. deze fraude gepleegd met het excuus dat hij in geldnood zat. Gezien zijn strafblad had verdachte beter moeten weten en beseffen welke gevolgen dit met zich mee zou kunnen brengen. Ook hij blijkt onvoldoende zicht te hebben op het kwalijke van zijn handelswijze en ook richting de benadeelden heeft hij geen spijt betuigd. Daarom eist de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar.
Het OM is van mening dat de intenties van verdachte Van der H. niet goed waren en dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen, hoewel hij daar, volgens het OM, wel toe in staat was. Van der H. heeft geen rekenschap gegeven van de impact en gevolgen van zijn handelen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar is volgens de officier hier op zijn plaats.
Voor wat betreft verdachte Van der N., het is volgens de officier ieders verantwoordelijkheid om zelf de juiste keuzes te maken. Dat betekent dat je niet mee moet gaan in de plannen van anderen om je bedrijf ter beschikking te stellen, bankrekeningen te openen en geld weg te sluizen. Verdachte zat er, volgens de officier, vanaf het begin in. Van der N. is op dit moment niet detentiegeschikt en daarmee houdt het OM uiteraard rekening. Een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden en een taakstraf van 240 uur (te vervangen door 120 dagen hechtenis) en een beroepsverbod voor het aanbieden van beleggingsproducten voor de duur van 5 jaar vindt de officier op zijn plaats.
Verdachte B. lijkt onvoldoende inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelswijze en blijft zich zelfs ter zitting verdedigen. Hij heeft een aanzienlijk bedrag witgewassen. Ook voor hem geldt dat de aard van de hem verweten handelingen volgens de officier dienen te worden bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden.
Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
De officier verzoekt de rechtbank aan verdachten S., De G., Van O., A.B., Van der H. en Van der N. de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen en een schadevergoedingsmaatregel op te leggen ten aanzien van alle beleggers, met vervangende hechtenis en wettelijke rente.
Uitspraak
De rechtbank doet op 28 juni 2019 uitspraak.