"Wij gaan voor het maximale voor het slachtoffer"
Esther van Slooten, assistent-OvJ bij parket Noord-Nederland vertelt over een betekenisvolle afdoening, waarbij de belangen van het slachtoffer een belangrijke rol hebben gespeeld.
“Van de vele zaken die je als officier voorbij ziet komen en waar je een vervolgingsbeslissing in moet nemen, zijn er altijd wel een paar die je bijblijven. Dat kan zijn vanwege de impact die de zaak heeft gehad op een slachtoffer maar soms omdat het lukt om een betekenisvolle afdoening te realiseren. Betekenisvol voor zowel het slachtoffer als de dader.
Zo ook de zaak van een stichting in gemeente Groningen die die louter draait op vrijwilligers en die met donaties en contributies probeert deze stichting in stand te houden. En dat doen zij al jarenlang.
Maar dan doet de stichting een schokkende ontdekking. Er blijkt een groot geldbedrag te zijn verduisterd en uit onderzoek blijkt dat de penningmeester daar mogelijk een rol in heeft gespeeld. De penningmeester, een meneer van dan 71 jaar oud, wordt ervan verdacht dat hij in de periode van 1 juli 2009 tot 7 maart 2018 met de bankpas van de vereniging zo’n € 30.000,-- heeft verduisterd. Van dat geld heeft de meneer geklust in zijn huis en er goed van geleefd.
Dat meneer zich schuldig maakte aan verduistering was niet eerder aan het licht gekomen, omdat de penningmeester alles nog handmatig in de boeken verwerkte. Er was geen digitaal systeem, geen bankierenapp of een andere vorm van modern bankieren.
De bestuurders, allemaal in de leeftijd van 70 en 80 jaar, stappen volledig wanhopig in maart 2018 naar het politiebureau om daar melding te doen van deze verduistering. Hun mooie stichting dreigt failliet te gaan door de daden van hun penningmeester. De aangifte was voor de politie direct aanleiding om beslag te leggen op de woning van de verdachte zodat er geld veilig was gesteld voordat het uit zicht verdween en de slachtoffers achter het net zouden vissen.
Dit proces-verbaal kreeg ik op mijn bureau en na het lezen van het dossier kwam ik al snel tot de conclusie: wat meneer heeft gedaan is strafbaar. Zoveel is wel duidelijk. Maar is een dagvaarding voor een strafzitting wel de juiste manier om deze zaak af te doen? Alle betrokkenen willen dat de stichting blijft bestaan en niet failliet gaat door de handelingen van verdachte. De verjaringstermijn voor verduistering is zes jaar. Dat betekent dat de zaak deels verjaard is en dat op zitting niet de gehele vordering benadeelde partij opgevoerd kan worden. Daar wordt de stichting dus niet beter van. En je wilt in zo'n zaak het maximale voor het slachtoffer doen. De penningmeester toont berouw en wil graag meewerken aan een oplossing voor de ontstane schade voor de stichting. Dat was voor mij het moment om te denken aan mediation.
Als eerste heb ik contact gezocht met Slachtofferhulp Nederland, een belangrijke ketenpartner als het gaat om hulp aan slachtoffers. Zij hebben vervolgens met de bestuurders van de stichting overleg gevoerd over de mogelijkheid van mediation en hen uitleg gegeven over de procedure. Daar waren de bestuurders heel blij mee en stemden in met het mediationtraject.
Nu beide partijen openstonden voor mediation heb ik de zaak aangemeld bij het mediationbureau van de rechtbank Noord-Nederland. Daar hebben verdachte en bestuur bij elkaar gezeten en een vaststellingsovereenkomst getekend. De verdachte bleek bereid te zijn om zijn huis te verkopen en de overwaarde terug te storten op de rekening van de stichting. En zo geschiedde. De woning is inmiddels met een mooie overwaarde verkocht en de stichting krijgt zijn geld terug en de dreiging van het faillissement is uit de lucht. De bestuurders van de stichting kunnen met een zucht van verlichting verder met hun mooi werk.
De verdachte kan nog wel een onderhoud met mij tegemoet zien, zodat de zaak formeel afgesloten kan worden. Wellicht met fikse waarschuwing aan het adres van de bejaarde heer om in de toekomst niet weer de fout in te gaan. Die kans lijkt mij overigens niet heel groot…
Een mooie zaak die voor de verdachte en in belangrijke mate ook voor het slachtoffer op een betekenisvolle manier is afgedaan. Het blijkt maar eens te meer hoe belangrijk het is om over grenzen heen te stappen en het belang van zowel verdachte als slachtoffer mee te wegen in je afdoeningsbeslissing.”