Het OM eist drie jaar gevangenisstraf tegen voormalig bestuursvoorzitter Rotterdamse scholenkoepel
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Rotterdam een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, geëist tegen de hoofdverdachte in een fraudezaak binnen een onderwijsinstelling. De hoofdverdachte zou voor een half miljoen euro hebben gefraudeerd in zijn voormalige functie als bestuursvoorzitter van de Rotterdamse scholenkoepel LMC. Daarnaast heeft hij een bekende van hem door middel van omkoping 600.000 euro aan opdrachten gegund.
De fraude kwam aan het licht in 2012 toen het nieuwe bestuur signalen ontving over het extensieve factuurgedrag van de oud-bestuursvoorzitter. Het strafrechtelijk onderzoek is gestart naar aanleiding van een interne accountantscontrole in augustus 2013. Uit het onderzoek door de FIOD blijkt dat de oud-bestuursvoorzitter tussen 2007 en 2012 voor bijna een half miljoen euro heeft gefraudeerd bij het LMC.
‘Verrijkt met gemeenschapsgeld in sector waar salarissen onder druk staan’
Het OM vindt dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het in hem als bestuursvoorzitter gestelde vertrouwen door zich te verrijken met gemeenschapsgeld. De officier van justitie benadrukte in zijn requisitoir de ernstige wijze waarop misbruik is gemaakt van publieke gelden bestemd voor onderwijs, terwijl de hoofdverdachte toch al een riant salaris ontving van dezelfde instantie die hij heeft benadeeld.
“Aan de voorkant prediken dat je het maatschappelijk belang dient. Terwijl je aan de achterkant vooral je portemonnee dient. Een cliché, maar waar”, aldus de officier.
Gewiekste constructie
“De ernst zit daarnaast ook in de gewiekste constructie waarop de hoofdverdachte door middel van spookfacturen het LMC heeft bewogen om geldbedragen af te geven”, aldus de officier. Op basis van de spookfacturen werd geld overgemaakt aan een vennootschap. Deze vennootschap droeg vervolgens dit geldbedrag weer grotendeels af aan een andere vennootschap. Over de gelden van die vennootschap kon de hoofdverdachte beschikken. Deze constructie moest verhullen dat de oud-bestuursvoorzitter een sigaar uit eigen doos aan het nemen was.
De hoofdverdachte heeft hulp ingeroepen van personen die hij grotendeels kende uit het onderwijs. Tegen deze drie verdachten zijn werkstraffen tot 240 uur geëist. Tegen één van hen is daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden geëist.
Op zitting werd ook een ontnemingsvordering aangekondigd om het crimineel verdiende geld terug te halen, omdat misdaad niet mag lonen.