Drie jaar cel geëist voor fraude met persoonsgebonden budgetten
Het Openbaar Ministerie Midden-Nederland heeft vandaag voor de rechtbank in Lelystad drie jaar gevangenisstraf geëist tegen een 61-jarige verdachte uit Almere. De man wordt ervan verdacht zich door het plegen van valsheid in geschrifte en identiteitsfraude te hebben verrijkt met ruim 128.000 euro aan PGB-gelden.
Een persoonsgebonden budget (PGB) is een door de Sociale Verzekeringsbank verstrekte financiële vergoeding waarmee hulpbehoevende personen zorg of huishoudelijke hulp kunnen inkopen. De verdachte fungeerde voor een aantal mensen in zijn omgeving als boekhouder en beheerde voor hen de PGB-budgetten. De officier verdenkt hem ervan in 2015 en 2016 bij het beheer van deze budgetten gefraudeerd te hebben of dat te hebben geprobeerd.
Met behulp van de digitale inloggegevens van zijn cliënten voerde de verdachte online via ‘Mijn PGB’ niet-bestaande zorgverleners op en vulde hij onjuiste adressen en rekeningnummers in. De betalingen aan deze zorgverleners sluisde hij door naar zijn eigen rekening en rekeningen waar hij de beschikking over had. Ook liet hij zogenaamde verantwoordingsvrije bedragen aan zichzelf uitkeren door handtekeningen van de PGB-houders te vervalsen.
De zaak kwam aan het licht nadat een argwanende cliënt van de man de politie inlichtte. De verdachte heeft na zijn aanhouding in maart 2016 vijfenhalve maand in voorlopige hechtenis gezeten.
Door te frauderen benadeelde de verdachte de Sociale Verzekeringsbank en zijn eigen cliënten. Behalve de celstraf vordert het Openbaar Ministerie daarom de terugbetaling van het onrechtmatig verkregen bedrag van ruim 128.000 euro.
De strafeis van drie jaar cel is mede gebaseerd op het feit dat de man al eerder is veroordeeld voor fraude. De officier van justitie rekent het hem aan dat hij opnieuw de fout in is gegaan. Door te frauderen benadeelde de verdachte niet alleen de direct betrokken partijen. Organisaties die het slachtoffer worden van fraude zien zich genoodzaakt veiligheidsprocedures en controlemechanismen aan te scherpen. Hierdoor is verdachte indirect medeverantwoordelijk voor verhoogde administratieve barrières voor rechtmatige gebruikers, vaak kwetsbare groepen in de samenleving.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.