Werkstraffen voor faillissementsfraude
De officier van justitie eiste vandaag gevangenisstraf, werkstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen tegen verdachten van faillissementsfraude uit Friesland, Groningen en Drenthe.
In de Rechtbank in Groningen stonden vandaag zeven verdachten van faillissementsfraude terecht. Tegen één van de verdachten, een 54-jarige man uit Harlingen, eiste de officier zes maanden gevangenisstraf, waarvan twee voorwaardelijk, voor bedrieglijke bankbreuk en het bewust achterhouden van informatie over zijn failliete boedel.
De officier benadrukte ter zitting dat de administratie van een failliete onderneming van groot belang is voor de curatoren, want hieruit moeten zij kunnen opmaken of een eventuele doorstart van de onderneming nog mogelijk is. Het gevolg van een ondeugdelijke administratie is dat schuldeisers kunnen worden benadeeld omdat de curator geen volledig beeld heeft van de omvang van de boedel.
De rechter veroordeelde de 54-jarige Harlinger tot 120 uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Vijf anderen werden conform de eis van de officier veroordeeld tot werkstraffen van 30 tot 120 uur en een voorwaardelijke celstraf. Eén verdachte is vrijgesproken.