Celstraffen geëist tegen vader en dochter voor grootschalige drugshandel en wapenbezit
Tegen een 57-jarige man en zijn 26-jarige dochter uit IJsselstein, verdacht van wapenbezit en drugshandel, heeft de officier van justitie vandaag celstraffen geëist van respectievelijk 48 maanden waarvan één jaar voorwaardelijk en 18 maanden waarvan 6 voorwaardelijk. Vader en dochter handelden in Diazepam onder de valse merknaam Sandoz.
Het politieonderzoek was op 5 april 2016 nog in volle gang toen er informatie binnenkwam dat er op dat moment drugs zouden worden geleverd. De politie greep gelijk in: de verdachte werd aangehouden en de woningen in Rotterdam en IJsselstein doorzocht. De vader had een wapen in zijn binnenzak en munitie in zijn auto; in zijn woning werden 77.000 pillen Diazepam, 153.000 BZP-pillen en 5000 MDMA-pillen aangetroffen. De Diazepam-pillen waren verpakt in potjes met zelfgemaakte stickers van het merk Sandoz. Verder werden bij hem aangetroffen versnijdingsmiddelen, informatie over bereidingswijzen, stempels om pillen mee te slaan, etiketten, nog een vuurwapen, een grote hoeveelheid patronen, een vilmes, pepperspray en drie stroomstootwapens. In de woning van de dochter werd een vuurwapen, pepperspray en een stroomstootwapen aangetroffen; ook vond de politie grote hoeveelheden stoffen die gebruikt worden om drugs te maken en te versnijden. Zij wordt verdacht van het medeplegen van de handel in vervalste Diazepampillen en van voorbereidingshandelingen voor het maken van harddrugs.
De zaak wordt nu pas op zitting behandeld omdat de 57-jarige verdachte diverse psychische klachten had. Het verhoor met hen op de zitting vandaag verliep moeizaam: de dochter beriep zich geregeld op haar zwijgrecht en de vader gaf evenmin echte openheid van zaken. De deskundigen die de man hebben onderzocht komen tot verschillende conclusies. Een psychiater die de man op verzoek van de verdediging heeft onderzocht, heeft hem depressief en detentieongeschikt verklaard. De afdeling psychiatrie waar de verdachte na de schorsing in september 2016 is behandeld, kan geen depressie of PTSS vaststellen en twijfelt aan de verhalen van de verdachte. De reclassering schat het recidiverisico laag in. De psycholoog van het NIFP vindt de informatie te beperkt en sluit niet uit dat de verdachte zijn klachten heeft gesimuleerd of overdreven.
Gezien deze twijfel zei de officier van justitie “dat de persoonlijke omstandigheden niet zwaarder moeten wegen dan het belang van de maatschappij bij het voorkomen van herhaling door deze beroepscrimineel”. Ze vond de feiten bewezen en wees op de ernst ervan: het gevaar voor de volksgezondheid, het schaden van de naam Sandoz en het vertrouwen van de consument, het financiële gewin dat ze nastreefden en het gewelddadige milieu waarin ze verkeerden. De officier eiste tegen de vader een celstraf van 48 maanden, waarvan één jaar voorwaardelijk, en tegen de dochter een celstraf van 18 maanden waarvan zes voorwaardelijk. Ook eiste ze dat de criminele winsten zouden worden afgepakt. Dit gaat in het geval van de vader om een bedrag van 263.000 euro; in het geval van de dochter gaat het om 21.000 euro.