OM eist 12 jaar gevangenisstraf tegen Turkse broers vanwege grootschalige drugshandel vanuit Rotterdams café

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag tegen twee van oorsprong Turkse broers gevangenisstraffen van 12 jaar geëist vanwege hun leidende rol in een drugsmultinational. De broers uit Barendrecht runden tot in 2013 de criminele organisatie vanuit een café in Rotterdam–Zuid.

Bij de rechtbank Rotterdam eisten de officieren van het Landelijk Parket tegen vier medeverdachten gevangenisstraffen oplopend van 30 maanden tot drie, vijf en negen jaar. Voor een zevende verdachte is vandaag vrijspraak gevraagd omdat het strafdossier onvoldoende bewijs tegen hem bevatte.

Het onderzoek begon in 2012 met informatie dat de Turkse broers heroïnetransporten vanuit Turkije naar Nederland organiseerden. Het recherchewerk gaf zicht op een breed palet aan criminele activiteiten. De verdachten staan in dit megaproces ook terecht vanwege cocaïnetransporten, synthetische drugs, hennepkwekerijen, bezit van zware vuurwapens en munitie, witwassen van crimineel vermogen en het deelnemen aan een criminele organisatie.

Kelderbox

In een kelderbox van een woning in Rotterdam trof de politie in februari 2013 24 dozen met 226 kilo cocaïne en een contant geldbedrag van meer dan 500.000 euro aan. In april van dat jaar eindigt een transport van twee sporttassen met 60 pakketten cocaïne bij een bedrijf in Essen, waar de drugs in beslag konden worden genomen. De verdachten waren dagenlang driftig op zoek geweest naar de container die via de haven van Antwerpen was binnen gekomen.

Een reeks bijzondere opsporingsbevoegdheden was noodzakelijk, waaronder het afluisteren van gesprekken in het Rotterdamse café. Alleen zo kon zicht worden gekregen op de criminele handel en wandel van de verdachten. Het café diende als handelskantoor, waar de broers contact- en tussenpersonen ontvingen, hun eigen mensen aanstuurden en in- en uitgaande drugstransporten onder controle hielden. In oktober 2013 werden nog eens twee koffers met 27 kilo cocaïne onderschept op Schiphol.

Om uit handen van de opsporingsdiensten te blijven gebruikten de verdachten geraffineerd telefoons en telefoonnummers. Met zogenoemde ‘1 op 1’ lijnen onderhielden de broers contact met een of slechts enkele personen. Bij de doorzoeking van het café trof de politie 22 mobiele telefoons aan, ingeschakeld en voorzien van stroom. Sommige nummers werden bewust weggegooid en de verdachten gebruikten ook wel versleutelde telefoons. Voor zover contacten  niet werden afgeschermd spraken de verdachten in versluierde taal en gebruikten bijnamen en codes.

Winstbejag

Het winstbejag gaf de verdachten dollartekens in de ogen. Zij maakten volgens de officieren van justitie geen onderscheid tussen cocaïne, heroïne en synthetische drugs. De officieren onderstreepten de gretigheid waarmee de drugshandelaren actief waren in een even grootschalige als internationale drugshandel. Gedreven door hebzucht trokken zij zich niets aan van de gevaren en gevolgen van het gebruik van harddrugs.

Het OM neemt het bovendien hoog op dat de verdachten zich zwaar hadden bewapend. Bij de doorzoeking van hun woningen in oktober 2013 trof de politie geladen revolvers en pistolen aan in ene ouderslaapkamer, een schoenenkast en een keukenla. In een verborgen ruimte in een washok van een woning  werden destijds twee automatische vuurwapens en vijf semiautomatische pistolen aangetroffen. Op de bank in de woonkamer lag onder handbereik van een van de verdachten nog een automatisch pistool.

Liquidaties

“Ons land en ook deze regio zijn in de afgelopen jaren geconfronteerd met een fors aantal schietpartijen en liquidaties die in veel gevallen in rechtstreeks verband staan met drugscriminaliteit”, zo hielden de officieren de rechtbank voor in hun requisitoir. “De financiële belangen in die wereld zijn groot en de onderlinge concurrentie letterlijk moordend. Daarbij wordt steeds vaker op de koop toe genomen dat kogels willekeurige woningen binnenschieten of mensen raken die aan drugshandel part noch deel hebben.

“Als drugscriminelen zichzelf gaan bewapenen, een washok als wapenkamer inrichten en lachend vertellen over iemand een vuurwapen in zijn mond steken, getuigt dat van een uitdrukkelijke bereidheid om ook op een moment over te gaan tot het gebruik van potentieel dodelijk vuurwapengeweld. Alle reden dus voor het OM om zwaar in te zetten op de bestrijding van illegaal vuurwapenbezit. Alleen forse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen zijn daarbij in een geval als dit passend.”

Het strafproces wordt deze week voortgezet met de pleidooien van de advocaten van de verdachten. De uitspraak van de rechtbank wordt over twee weken verwacht.