Kerntekst DNA-verwantschapsonderzoek in DNA-databank voor strafzaken (NFI)

Vergroot afbeelding
Onderzoeker van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Bron: Nederlands Forensisch Instituut

Actief forensisch DNA-verwantschapsonderzoek

Sinds april 2012 kan DNA-verwantschapsonderzoek worden ingezet bij ernstige strafzaken. Het wordt dan wettelijk mogelijk om in zaken gericht een kleinschalig DNA-verwantschapsonderzoek uit te voeren, of een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek in de DNA-databank voor strafzaken uit te voeren. Dit laatste noemt men ‘familial searching'. Men spreekt in beide gevallen ook wel van ‘actief DNA-verwantschapsonderzoek', omdat actief en doelgericht wordt gezocht naar DNA-profielen die duiden op een mogelijke verwantschap.

Criteria

Actief DNA-verwantschapsonderzoek is, onder specifieke voorwaarden, alleen toegestaan voor misdrijven waarop een maximale strafbedreiging van acht jaar of meer staat, en voor een aantal specifiek benoemde ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.

Voor verwantschapsonderzoek is, afhankelijk van de omvang van het onderzoek, toestemming nodig van het Openbaar Ministerie of de rechter-commissaris. Wordt er gezocht naar verwantschap in één zaak, dan is toestemming van de officier van justitie voldoende. Is de databank nodig voor vergelijking (familial searching), dan is op zijn minst ook toestemming nodig van de rechter-commissaris.

In alle gevallen geldt dat de kwaliteit van het (dader)spoor waarmee gezocht wordt erg goed moet zijn, een onvolledig of mengprofiel is niet geschikt voor verwantschapsonderzoek

Familial searching

Bij familial searching wordt in de DNA-databank gezocht naar DNA-profielen van personen die kunnen duiden op een mogelijke verwantschap met diegene van wie het daderspoor afkomstig is. Hierbij wordt het DNA-profiel van het daderspoor vergeleken met al de DNA-profielen van verdachten, veroordeelden en overleden slachtoffers van niet opgeloste misdrijven die zich in de DNA-databank bevinden. Leidt een familial searching uiteindelijk tot een zeer wel mogelijke verwant van de dader, dan onderzoekt de politie of deze mogelijke verwant bijvoorbeeld ook daadwerkelijk een broer heeft die de dader van het delict kan zijn.

Aanvullend DNA-onderzoek

Hoeveel mogelijke verwanten een familial searching zal opleveren hangt af van de zeldzaamheid van de DNA-kenmerken van het DNA-profiel van het daderspoor. De verwachting is dat dit al snel kan oplopen tot enkele honderden mogelijke verwanten. Dit komt omdat van de personen in de DNA-databank maar van een aantal plaatsen op het DNA de DNA-kenmerken zijn bepaald. Dit is onderscheidend genoeg voor het standaard vergelijkend DNA-onderzoek waarbij, om van een match te kunnen spreken, alle DNA-kenmerken van het DNA-profiel van de spoor en van het DNA-profiel van de persoon overeen moeten komen. Bij het zoeken naar mogelijke verwanten kijkt men niet naar matchende DNA-profielen, maar naar DNA-profielen die een hoge mate van overeenkomst vertonen. De meeste geselecteerde personen (mogelijke verwanten) na een familial search in de DNA-databank zullen echter per toeval overeenkomsten vertonen met het DNA-profiel van het daderspoor. Daarom worden de DNA-profielen van de personen op de selectielijst (‘longlist') onderworpen aan aanvullend DNA-onderzoek.

Mogelijkheden aanvullend onderzoek

  • bepalen van extra autosomale DNA-kenmerken (autosomale kenmerken zijn alle kenmerken die niets met het geslacht te maken hebben)
  • Y-chromosomaal DNA-onderzoek, als het gaat om mogelijke verwanten in de mannelijke lijn
  • mitochondriaal DNA-onderzoek, als het gaat om mogelijke verwanten in moederlijke lijn

Lijst van potentiële verwanten ('shortlist')

Na dit aanvullende DNA-onderzoek is de selectielijst teruggebracht tot een lijst van potentiële verwanten, de shortlist. De shortlist bevat die personen die ook na het aanvullende DNA-onderzoek nog steeds mogelijke verwant van de dader kunnen zijn. Deze lijst wordt aan de opsporingsinstantie verstrekt.