Bij demonstraties of protestacties treedt het OM bij strafbare feiten met inachtneming van onderstaande uitgangspunten op:
Vooropgesteld: misdrijven zoals vernielingen en brandstichtingen tijdens protestacties hebben niets met het recht op demonstreren te maken. Opsporing en vervolging van dit soort misdrijven vindt plaats onder gezag van het OM. Daarbij staat maatwerk centraal. Bij geweld tegen personen en misdrijven zoals vernielingen, bedreigingen, (groeps)belediging en discriminatie, vindt in beginsel strafvervolging plaats. Bij geweld tegen personen die een publieke taak uitoefenen (politie, hulpverleners) geldt daarnaast als uitgangspunt een tweehonderd procent hogere strafeis.
Grondrecht
Demonstreren is een grondrecht dat bescherming verdient. Het lokale gezag bekijkt en besluit per geval wat nodig en mogelijk is. De burgemeester heeft de bevoegdheid om een demonstratie indien nodig te beperken, te verbieden of te beëindigen. Het strafrecht wordt bij demonstraties ingezet ter beëindiging van strafbare feiten en beperkt zich tot de daarvoor noodzakelijke handelingen. Het uitgangspunt is dat geen strafvervolging wordt ingesteld voor één enkelvoudige overtreding van de Wet openbare manifestaties (Wom) die niet gepaard gaat met andere strafbare feiten. De rechter komt dan namelijk meestal tot ontslag van alle rechtsvervolging of een schuldigverklaring zonder oplegging van een straf. Zie bijvoorbeeld deze en deze uitspraak.
Strafbare feiten
Het Openbaar Ministerie is samen met de politie verantwoordelijk voor het ingrijpen bij mogelijke strafbare uitingen tijdens een demonstratie. Of er (direct) ingegrepen kan worden om strafbare feiten te beëindigen, hangt af van de context waarbinnen overtredingen of strafbare feiten plaatsvinden en of bijvoorbeeld de veiligheid van politie en handhaving bij ingrijpen voldoende kan worden gegarandeerd. Of strafrechtelijke vervolging opportuun is, hangt af van de vraag hoe de rechtspraak in jurisprudentie eerder heeft geoordeeld bij vergelijkbare strafbare feiten (zoals overtredingen van de Wom) binnen de context van het demonstratierecht. Als het OM besluit tot vervolging, is het aan de rechter om te beoordelen of een gepleegd strafbaar feit of overtreding begaan tijdens een demonstratie leidt tot strafoplegging, gelet op de vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstreren.