OM eist dat voormalige Rotterdamse bedrijvendokter 105 miljoen euro betaalt aan staat
“In de regel is het zo dat ‘misdaad moet niet lonen’ zo wordt geïnterpreteerd dat het niet de bedoeling is dat mensen van het geld dat wordt verdiend met strafbare feiten een luxe leven leiden. Maar het verkrijgen van luxe is niet alleen het kopen van dure spullen, maar is veel breder dan dat. Iemand die met 1000 euro afgeperst geld naar het casino gaat en verliest, heeft niet in ‘luxe’ geleefd, maar wel het voordeel genoten.” Dit zeiden de officieren vandaag in het requistoir van een ontnemingszaak die vandaag werd behandeld in de rechtbank in Rotterdam. En dat voordeel wil het Openbaar Ministerie (OM) ontnemen, ook al is het geld inmiddels door risicovolle investeringen verdampt. Het OM eist daarom dat een Rotterdamse zakenman ruim 105 miljoen euro betaalt aan de staat. “Hij verkreeg het geld door omkoping van een ambtenaar, waarvoor hij veroordeeld is. Hij heeft gespeculeerd met geld dat niet van hem was en dat was risicovol. Wat hij destijds onrechtmatig verkreeg ziet het OM als het wederrechtelijk verkregen voordeel dat hij moet betalen aan de staat.”
Het OM heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend aan de hand van de transactiemethode. Deze methode is gebaseerd op het transactieresultaat: per transactie of feit, waarvoor is veroordeeld of waarvoor voldoende aanwijzingen bestaan, worden de opbrengsten minus de direct met de voltooiing van de feiten samenhangende kosten bepaald. Het feit waarop de ontnemingsberekening is gebaseerd in deze zaak is omkoping van een ambtenaar, waarvoor de zakenman op 11 april 2017 onherroepelijk is veroordeeld door het Hof. Als tegenprestatie ontving de zakenman bankgaranties, waarmee hij voor ruim 106 miljoen euro leningen los kreeg van banken. Zonder de garanties had hij de leningen niet gekregen. Het OM ziet het geld van de leningen die hij kreeg dankzij de garanties als wederrechtelijk verkregen voordeel.
Deze gelden zijn -in een vrij korte periode- na ontvangst in het concern, en door de zakenman in privé aangewend. Het OM stelt dat het geld is gebruikt om financiële gaten te dichten in het concern waarbij de kredieten de pan uit rezen. De ondernemingen zijn opgedoekt. Het geld grotendeels weg. Het merendeel van de ontvangen gelden is nooit terugbetaald aan de geldverstrekkers.
Toerekening van het voordeel
Het geld is in eerste instantie naar de ondernemingen gegaan. “Het OM dient dus ook de vraag te beantwoorden waarom de zakenman in persoon daarvoor verantwoordelijk moet worden gehouden. Dat komt omdat hij naar de mening van het OM in feite aan de touwtjes trok.” Het OM gaat er vanuit dat betrokkene een voordeel van 105.581.788,72 euro heeft genoten door de omkoping: “Een voordeel dat op een ingenieuze wijze is verkregen en grotendeels helaas is verdwenen in faillissementen. Betrokkene heeft in privé wellicht niet 100 miljoen euro kunnen uitgeven na de omkoping. Hij heeft dit wel grotendeels in zijn ondernemingen kunnen stoppen. Of hij er persoonlijk rijk van geworden is staat los van de vraag of hij dit voordeel heeft genoten. Want dat is wel degelijk gebeurd. Dat hij zelf geen 100 miljoen op zijn bankrekening heeft staan maakt dit niet anders. Hetzelfde geldt immers voor degene die met geld gestolen van een ander risicovol gaat beleggen. Dan is er wellicht aan het einde van de rit niets meer van over, maar dat betekent niet dat er geen voordeel is. Dat voordeel is al behaald op het moment van de diefstal,” zeiden de officieren op zitting.
Het OM verzocht de rechtbank om het totale wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op 105.581.788,72 euro met een betalingsverplichting ter hoogte van voornoemd bedrag.
De rechtbank doet uitspraak op 17 november.