Ambtelijke corruptie
Voor een goed functioneren van de democratische samenleving is het belangrijk dat burgers vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Dit vertrouwen wordt beschaamd wanneer personen die bij de overheid werkzaam zijn of een openbaar ambt bekleden, zich schuldig maken aan vormen van corruptie. Juist van deze personen mag verwacht worden dat ze integer zijn en zich inzetten voor de publieke zaak.
Het Openbaar Ministerie treedt samen met de Rijksrecherche dan ook hard op tegen corrupte ambtenaren. Ambtelijke corruptie is een fenomeen met vele verschijningsvormen dat zich vooral voordoet op het grensvlak van publiekprivate belangen. Corruptie tast de integriteit van de overheid aan en leidt in het zakenleven tot valse concurrentie.
Aangifteplicht ambtenaren
Openbare colleges, ambtenaren en zelfstandige bestuursorganen kunnen in de uitoefening van hun functie kennis krijgen van misdrijven met de opsporing waarvan zij niet zijn belast. Voor een aantal van die misdrijven geldt dat die openbare colleges en ambtenaren daarvan aangifte moeten doen. Deze (bijzondere) aangifteplicht is geregeld in art. 162 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De plicht tot het doen van aangifte geldt onder meer voor de misdrijven als omschreven in de artikelen 363, 364 en 364a van het Wetboek van Strafrecht (zie art. 162 lid 1 sub a Sv). Strikt genomen bestaat deze verplichting niet voor de omkopingsbepalingen van de artikelen 177, 178, 178a Sr, nu art. 162 Sv daar niet expliciet naar verwijst. Echter dit betreft de actieve variant van de passieve corruptie uit art. 363 e.v. Sr. Nu het niet vereist is voor het ontstaan van een aangifteplicht om te weten om welke ambtenaar het in concreto gaat, laat zich de situatie moeilijk voorstellen dat er wel kennis zou bestaan van een misdrijf als genoemd in art. 177 e.v. Sr, maar niet van art. 363 e.v. Sr.
De voorwaarde van concrete strafrechtsmacht voor de bedoelde misdrijven, die de werkingssfeer zou beperken, wordt in artikel 162 Sv niet gesteld. Dit ligt ook niet in de rede, omdat een beoordeling hiervan niet van de aangifteplichtige kan worden verlangd. Voor hem geldt slechts de redelijke veronderstelling dat zich een van de bedoelde misdrijven heeft voorgedaan.
Gedragscode Integriteit Buitenlandse Zaken
In de Gedragscode Integriteit Buitenlandse Zaken wordt deze verplichting nader uitgewerkt voor ambassadepersoneel. Ambassademedewerkers die informatie krijgen over een oude of op handen zijnde omkopingszaak waarbij Nederlanders of in Nederland gevestigde bedrijven betrokken zijn, zijn verplicht deze informatie onverwijld te melden. Ambtenaren die in de uitoefening van hun functie kennis krijgen van bepaalde misdrijven - waaronder de omkoping van (buitenlandse) ambtenaren - zijn verplicht daarvan aangifte te doen. Artikel 162 geeft aan dat het alleen gaat over gevallen waarin de ambtenaar enige redelijke veronderstelling heeft dat er sprake is van omkoping. Daarenboven moet er een verband tussen de (veronderstelde) strafbare feiten en Nederland zijn. Wanneer er sprake is van mogelijke omkoping van een ambtenaar door een bedrijf moet het dus gaan om een bedrijf met banden in Nederland. Die banden kunnen overigens bestaan uit simpele zaken als: het bedrijf in kwestie maakt bijvoorbeeld gebruik van een in Nederland gevestigde bank en/of heeft een Nederlandse tussenpersoon. Tegen een ambtenaar die dergelijke plichten verzuimt zijn maatregelen mogelijk.
Doel van het artikel is het bewaken van de integriteit van en vergroten van vertrouwen in de overheid (en dus niet dat van een integer bedrijfsleven). Aangenomen mag worden dat het hierbij geen verschil maakt of het om de Nederlandse of om een buitenlandse overheid gaat, zeker na de uitbreiding van de strafbaarheidstelling naar omkoping van buitenlandse ambtenaren middels art. 178a Sr.
Colleges en overheidsinstanties kunnen daarnaast zelf aanvullend beleid voeren, behelzende dat vermoedens van dergelijke feiten als omkoping gemeld dienen te worden aan justitie.
Een aantal wetsartikelen uitgelicht
Passieve omkoping
Artikel 363 Wetboek van Strafrecht
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft de ambtenaar:
1°. die een gift of belofte dan wel een dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten;
2°. die een gift of belofte dan wel een dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten;
3°. die een gift of belofte dan wel een dienst vraagt teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten;
4°. die een gift of belofte dan wel een dienst vraagt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten.
Actieve omkoping
Artikel 177 Wetboek van Strafrecht
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft:
1°. hij die een ambtenaar een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten;
2°. hij die een ambtenaar een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door deze in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten.
Wat is een ambtenaar?
Volgens het Wetboek van Strafrecht zijn onder anderen leden van algemeen vertegenwoordigende organen, zoals de Staten Generaal, provinciale staten en gemeenteraden, ministers, staatssecretarissen, commissarissen van de Koning, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders, rechters en leden van vertegenwoordigende organen zoals Waterschappen, allemaal ambtenaar. Volgens de Hoge Raad is ‘een ieder die door het openbaar gezag is aangesteld tot een openbare betrekking om een deel van de taak van de Staat of zijn organen te verrichten’ ook een ambtenaar. Dus ook receptiemedewerkers en beveiligers van particuliere bedrijven.