Maatschappelijk herbestemmen
Een stevige aanpak van het verdienmodel van criminelen is een belangrijk onderdeel van de bestrijding van (georganiseerde) criminaliteit. Daarom eist het OM niet alleen een celstraf of boete, maar pakt het ook bezittingen af. Die bezittingen worden nu vernietigd of, als ze van grote waarde zijn, verkocht. De opbrengsten van de verkoop gaan naar de staatskas. Het venietigen van goederen die nog hergebruikt zouden kunnen worden is niet heel duurzaam. Hoe mooi zou het zijn als crimineel bezit direct en zichtbaar wordt teruggegeven aan de samenleving, bijvoorbeeld via projecten in kwetsbare wijken die te lijden hebben (gehad) onder criminaliteit? Dat noemen we maatschappelijk herbestemmen. Zo laten we zien: misdaad loont niet! Het OM startte met een aantal pilots, naar Italiaans voorbeeld.
Waar hebben we het al gedaan?
Er wordt sinds enkele jaren geëxperimenteerd. De eerste herbestemming was een drugsschip dat werd omgebouwd tot opleidingsschip voor een scheepvaartschool. Daarna doneerde het OM in Rotterdam slaapzakken aan daklozen. Ook loopt er een pilot waarbij het OM samen met het Rijksvastgoedbedrijf en het ministerie van Justitie en Veiligheid een in beslag genomen pand verkoopt en dat geld investeert in de wijk. Lees hier meer over een deze voorbeelden:
-
Drugsschip
-
Slaapzakken
-
Verkoop van pand (in gemeente Schiedam)
-
Pilot Schenken
-
Algemeen
Waar lopen we tegen aan?
Er is nog weinig ervaring met maatschappelijke herbestemming in Nederland en onze wetten zijn er nog niet op ingericht. Met de experimenten doen we die ervaring op. De best practices uit deze pilots zijn input om toe te werken naar specifieke wetgeving op dit onderwerp. Dit is uiteindelijk aan de wetgever.
Welke partners zijn er nodig om maatschappelijk te herbestemmen?
Herbestemmen begint bij het OM met de vraag of wat er in beslag genomen is, interessant en geschikt is voor maatschappelijk herbestemmen. Om het ook daadwerkelijk te herbestemmen is een belangrijke rol voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en bij onroerende zaken ook voor het Rijksvastgoedbedrijf en de betreffende gemeente, weggelegd.