Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten (2024R011)
Rechtskarakter | Aanwijzing in de zin van art. 130, lid 6 Wet RO |
---|---|
Van | College van procureurs-generaal |
Aan | Hoofden van parketten |
Registratienummer | 2024R011 |
Publicatie in Staatscourant | |
Vervallen | Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten (2020R001) |
Relevante beleidsregels OM | Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt (2021R001) |
Wetsbepalingen |
|
Beschrijving
Deze richtlijn ziet op vuurwerkovertredingen en -misdrijven, waaronder misdrijven met betrekking tot het zelf maken van vuurwerk (geïmproviseerd vuurwerk), gepleegd door meerderjarigen. De vuurwerkovertredingen en/of misdrijven door minderjarigen en de tabellen voor Halt staan in de richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt. De overtredingen van het Vuurwerkbesluit zijn economische delicten en zijn strafbaar gesteld via artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer in samenhang met artikelen 1a ten eerste, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten. De hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen van de Wet economische delicten zijn van toepassing in aanvulling op de relevante sanctiebepalingen van het Wetboek van Strafrecht.
Daarnaast is per 01-10-2024 de wetgeving inzake het pyro-passregister van kracht. Dit is geregeld in artikel 9.5.8 Wet milieubeheer, waarbij schending van artikel 9.5.8 lid 6 van deze wet via artikel 1a onder 1 Wet op de economische delicten strafbaar is gesteld.
Deze richtlijn is niet van toepassing op delicten die zijn te beschouwen als zware (ondermijnende) criminaliteit. Men denke hierbij vooral aan het aantreffen van heel grote partijen professioneel vuurwerk en/of regionale en/of grensoverschrijdende illegale handel in professioneel vuurwerk. Dit vergt maatwerk.
Andere misdrijven, gepleegd met vuurwerk, zoals vernieling, brandstichting (explosies), mishandeling en openbare geweldpleging, vallen niet onder het Vuurwerkbesluit (commune vuurwerkcriminaliteit), maar bijvoorbeeld onder de Wet wapens en munitie en/of het Wetboek van Strafrecht. Op dit soort feiten is deze richtlijn niet van toepassing.
De richtlijn bevat richtsnoeren van algemene aard. Het is mogelijk dat deze richtsnoeren in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat van de richtlijn wordt afgeweken. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij het aantreffen van verschillende soorten en/of typen vuurwerk. Het aanpassen van de strafmaat en aldus het afwijken van deze richtlijn is dan dus mogelijk.
Bijkomende straffen
De Wet op de economische delicten biedt, bij veroordeling van bedrijven die bedrijfsmatig vuurwerk verhandelen/verkopen mogelijkheden om bijkomende straffen op te leggen.
Het gaat hierbij om onder meer het ontzeggen van het recht om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, het intrekken van vergunningen, het verbod tot het uitoefenen van een bepaald beroep en het stilleggen van de onderneming. Dit kan bijdragen aan sanering van de vuurwerkbranche.
Maatregelen
Per 01-07-2022 is het mogelijk om op grond van artikel 8 sub d WED de maatregel kostenverhaal te vorderen. Hierdoor kan een veroordeelde door de rechtbank de verplichting worden opgelegd om de kosten van de vernietiging van inbeslaggenomen vuurwerk te betalen. Daarnaast kan ook worden gedacht aan de maatregel, strekkende tot beperking van de vrijheid opgelegd bij rechterlijke uitspraak, zoals genoemd in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, waaronder de meldplicht en het locatieverbod. Deze mogelijkheden zijn niet expliciet opgenomen in deze richtlijn.
Recidive
Deze richtlijn kent een eigen recidiveregeling voor specifiek genoemde feiten. Van recidive is sprake als vanaf de datum van een onherroepelijke veroordeling, de datum van een onherroepelijke strafbeschikking of de datum van het vervallen van het recht tot strafvordering op grond van een transactie als bedoeld in artikel 74 Wetboek van Strafrecht minder dan 5 jaar zijn verstreken na een eerdere veroordeling, een opgelegde onherroepelijke strafbeschikking of een aanvaarding van een transactie wegens een soortgelijk misdrijf. Meermalen recidive geldt voor ieder feit als strafverzwarende omstandigheid en vraagt om een op maat gesneden strafeis.
Strafverzwarende omstandigheden
Voor overige strafverzwarende omstandigheden in het kader van deze richtlijn wordt verwezen naar de Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen.
Lijsten
Het aangetroffen vuurwerk wordt ten behoeve van de strafmaat ingedeeld in de hierna genoemde vier lijsten. De indeling van het vuurwerk in deze vier lijsten is gebaseerd op de algemene gevaarzetting die van dat vuurwerk uit gaat, onafhankelijk van de omstandigheden waaronder het is aangetroffen. De lijstindeling komt terug in de processen-verbaal van het onderzoek van vuurwerk van het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (verder te noemen: COV) Deze lijstindeling correspondeert niet met de categorie-indeling F1-F4 ingevolge de Pyrorichtlijn, zoals doorgaans aangegeven op het vuurwerk zelf en vermeld in artikel 1A.1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit (verder te noemen Vwb):
- Lijst I betreft in Nederland toegestaan consumentenvuurwerk, zoals aangegeven in de Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk (verder te noemen: RAC);
- Lijst II betreft professioneel vuurwerk, dat is ingedeeld in categorie F2 en niet als consumentenvuurwerk aangewezen in de RAC en professioneel vuurwerk F3. Daarnaast betreft Lijst II pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorie T1/T2. Verder is deze lijst van toepassing op handfakkels;
- Lijst III betreft professioneel vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F4, of vuurwerk dat volgens opschrift niet is voorzien van een F-categorie en daarnaast vuurwerk P1/P2, met uitzondering van handfakkels;
- Lijst IV betreft geïmproviseerd vuurwerk (vuurwerk dat zelf is vervaardigd of is aangepast).
Bijzonderheden: bevorderen en/of voorbereiden handelingen ex. art. 1.2.2 lid 5 Vb1
TABEL Te trachten een ander te bewegen om de handelingen in art. 1.2.2 lid 1 t/m 4 Vb te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen (art. 1.2.2 lid 5 onder a Vb). Strafuitgangspunt: de straf uit de tabel voor lijst II, III of IV minus 50%. |
Te trachten zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het verrichten van de handelingen in art. 1.2.2 lid 1 t/m 4 Vb te verschaffen (art. 1.2.2 lid 5 onder b Vb). Strafuitgangspunt: de straf uit de tabel voor lijst II, III of IV minus 50%. |
Voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van de handelingen in art. 1.2.2 lid 1 t/m 4 Vb (art. 1.2.2 lid 5 onder c Vb). Strafuitgangspunt: de straf uit de tabel voor lijst II, III of IV minus 50%. |
1 Bij deze handelingen worden de straffen met de helft verminderd, op basis van art. 91 jo. art. 46, tweede lid, Wetboek van Strafvordering.
Lijst I Verboden handelingen met consumentenvuurwerk
Het gaat dan om de volgende situaties:
- Binnen de toegestane tijd meer dan 25 kilo consumentenvuurwerk voorhanden hebben op een voor het publiek toegankelijke plaats (art. 1.2.4, lid 2 onder a Vwb);
- Buiten de toegestane tijd voorhanden hebben van consumentenvuurwerk (met uitzondering het voorhanden hebben van maximaal 25 kilo op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, 1.2.4, lid 2 onder b VwB);
Deze lijst geldt niet voor overtredingen en/of misdrijven die voortvloeien uit milieubelastende activiteiten inzake vuurwerk, gepleegd door (lokale) vuurwerkhandelaren die op basis van een omgevingsvergunning vuurwerk mogen verkopen. Daarvoor is de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid fysieke leefomgevingsfeiten van toepassing. De reden voor de vergunningplicht is de externe veiligheid, omdat verkopers van vuurwerk immers op bepaalde locaties vuurwerk op mogen slaan.
Voorhanden hebben van
|
First offender |
1x recidive |
t/m 25 kg (buiten toegestane tijd) |
GB € 100 |
GB € 150 |
26 tot 50 kg |
GB € 250 |
GB € 375 |
50 tot 100 kg |
GB € 500 |
GB € 750 |
100 kg of meer |
GB vanaf € 750 |
GB vanaf € 1200 |
Afsteken buiten toegestane tijd |
GB € 250 |
GB € 375 |
NB: verdachten inzake grote partijen consumentenvuurwerk worden vervolgd op basis van art. 1.2.4 Vuurwerkbesluit.
Lijst II professioneel vuurwerk, dat is ingedeeld in categorie F2 en niet als consumentenvuurwerk is aangewezen in de RAC en professioneel vuurwerk F3. Daarnaast pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorie T1/T2 en handfakkels
Dit vuurwerk wordt onderverdeeld in twee lijsten:
- Lijst A: vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F2 en niet is aangewezen in de RAC of rookbommen T1/T2 en handfakkels;
- Lijst B: vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F3.
Lijst A |
|||
Voorhanden hebben |
Ter beschikking stellen/afleveren aan meerderjarigen |
Ter beschikking stellen/ afleveren aan minderjarigen |
|
tot 10 kg |
GB € 400 |
TS 20 uur |
TS 40 uur |
10 tot 50 kg |
GB € 600 |
TS 40 uur |
TS 80 uur |
50 tot 100 kg |
GB € 600 tot € 1000 of TS 20 uur |
TS 80 uur |
TS 120 uur |
100 kg of meer |
TS 60 uur |
TS 120 uur + GS 2 weken vw |
TS 180 uur + GS 1 maand vw |
Tot ontbranding brengen; per stuk |
GB € 400 |
||
Lijst B |
|||
Voorhanden hebben |
Ter beschikking stellen/afleveren aan meerderjarigen |
Ter beschikking stellen/ afleveren aan minderjarigen |
|
tot 10 kg siervuurwerk/ |
GB € 600 |
TS 60 uur |
TS 90 uur |
10 tot 50 kg siervuurwerk/ |
GB € 750 tot € 1000 of TS 20 uur |
TS 120 uur + GS 2 tot 4 weken vw |
TS 180 uur + GS 1 maand vw |
50 tot 100 kg siervuurwerk/ 60-100 stuks (flash)bangers |
TS 100 uur |
TS 180 uur + GS 1 maand vw |
TS 240 uur + GS 6 weken vw |
100 kg of meer siervuurwerk/ 100 of meer stuks (flash)bangers |
TS 180 uur + GS 1 maand vw |
GS vanaf 2 maanden ov |
GS vanaf 4 maanden ov |
Tot ontbranding brengen; per stuk |
GB € 600 |
Lijst III professioneel vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F4 of vuurwerk dat volgens opschrift niet is voorzien van een F categorie en daarnaast vuurwerk P1/P2 met uitzondering van handfakkels.
TABEL |
||
Voorhanden hebben van vuurwerk, ingedeeld in categorie F4 of niet ingedeeld, niet zijnde shells (mortierbommen), vuurpijlen met hoofdzakelijk knaleffect (zoals lawinepijlen, signaalraketten etc), knalvuurwerk |
First offender |
1x recidive |
1 tot 20 stuks |
TS 90 uur |
GS 6 weken tot 3 maanden ov |
20 tot 40 stuks |
TS 120 uur |
GS 4 tot 6 maanden ov |
40 tot 60 stuks |
TS 140 uur + GS 2 weken vw |
GS 6 tot 9 maanden ov |
60 tot 100 stuks |
TS 180 uur + GS 6 weken vw |
GS 9 tot 12 maanden ov |
100 tot 200 stuks |
GS 6 maanden ov |
GS vanaf 12 maanden ov |
200 stuks of meer |
GS 9 maanden ov |
GS vanaf 15 maanden ov |
TABEL |
||
Voorhanden hebben van shells (mortierbommen), vuurpijlen met hoofdzakelijk knaleffect (zoals lawinepijlen, signaalraketten etc), knalvuurwerk, ingedeeld in categorie F4 of niet ingedeeld |
First offender |
1x recidive |
1 tot 7 stuks |
TS 60 uur |
GS 1 maand ov |
7 tot 20 stuks |
TS 120 uur |
GS 3 tot 6 maanden ov |
20 tot 40 stuks |
TS 180 uur |
GS 9 tot 12 maanden ov |
40 tot 60 stuks |
TS 200 uur + 1 maand vw |
GS vanaf 12 maanden ov |
60 tot 100 stuks |
TS 240 uur + 3 maanden vw |
GS vanaf 12 maanden ov |
100 tot 200 stuks |
GS 9 maanden ov |
GS vanaf 12 maanden ov |
200 stuks of meer |
GS 12 maanden ov |
GS vanaf 15 maanden ov |
Professioneel vuurwerk lijst III |
Ter beschikking stellen/afleveren |
1x recidive |
Per aflevering aan meerderjarige |
2 maanden ov |
3 maanden ov |
Per aflevering aan minderjarige |
4 maanden ov |
6 maanden ov |
Voor de strafmaat dient, bij de strafmaat voor het enkel ter beschikking stellen, ook de strafmaat voor het voorhanden hebben te worden opgeteld.
Professioneel vuurwerklijst III |
Tot ontbranding brengen |
1x recidive |
Per keer |
TS 60 uren |
TS 90 uren |
Deze tabel is niet van toepassing indien er door het ter ontbranding brengen van dit vuurwerk schade is ontstaan of als er doden of gewonden bij zijn gevallen.
TABEL Schenden voorschriften betreffende de pyro-pass gegeven in artikel 9.5.8 lid 6 Wet milieubeheer: als marktdeelnemer (fabrikant, importeur en distributeur) in de BENELUX pyrotechnische artikelen verstrekken zonder aan de hand van de pyro-pass, raadpleging van het pyro-passregister en een document als bedoeld in art. 1 lid 1 Wet op de identificatieplicht vast te stellen of de pyrotechnische artikelen worden verstrekt aan een persoon die gemachtigd is de betreffende pyrotechnische artikelen te hanteren of te gebruiken |
First offender |
1x recidive |
natuurlijk persoon (administratieve omissie) |
GB € 750 |
GB € 1100 + taakstraf 60 uur vw |
natuurlijk persoon (calculerend gedrag) |
GB € 1500 |
GB € 2200 + taakstraf 60 uur ov |
rechtspersoon (administratieve omissie) |
GB € 1500 |
GB € 2200 |
rechtspersoon (calculerend gedrag) |
GB € 3000 |
GB € 4500 en/of voorlopige maatregel art. 28 WED |
Lijst IV Geïmproviseerd vuurwerk (zelfgemaakt vuurwerk of vuurwerk waaraan geknutseld is)
TABEL |
|
Zonder erkenning vervaardigen, voorhanden hebben, aan een ander overdragen/ter beschikking stellen, tot ontbranding brengen |
|
Geïmproviseerd vuurwerk |
GS 6 tot 9 maanden ov |
Legenda
Afkortingen
GB = geldboete
TS = taakstraf
GS = gevangenisstraf
vw = voorwaardelijk
ov = onvoorwaardelijk