Richtlijn voor strafvordering verkrachting (2024R004)

Publicatiegegevens

Rechtskarakter:

Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 6 Wet RO

Van:

College van procureurs-generaal

Aan:

Hoofden van de OM-onderdelen

Registratienummer:

2024R004

Datum inwerkingtreding:

01-07-2024

Publicatie in Strct.:  

2024, 19865

Vervallen:

Richtlijn voor strafvordering verkrachting (2012R012)

Relevante beleidsregels OM:

-

Wetsbepalingen:

Art. 239, 242, 243 en 254 Sr

Bijlage(n):

-  

Beschrijving

Deze strafvorderingsrichtlijn is van toepassing op schuldverkrachting, opzetverkrachting en gekwalificeerde opzetverkrachting. In het geval van minderjarige slachtoffers dient de richtlijn strafvordering misbruik met minderjarigen geraadpleegd te worden.

Strafmaattabel en strafbandbreedtes

Hieronder is een tabel opgenomen waarbij per basisdelict een strafuitgangspunt/bandbreedte is opgenomen en uitgegaan wordt van éénmalig plegen door één meerderjarige verdachte, zonder dat sprake is van (relevante) recidive en zonder dat rekening is gehouden met de overige omstandigheden van het geval en de persoon van de verdachte. In individuele zaken wordt altijd maatwerk geleverd: feiten en omstandigheden van het specifieke geval worden meegenomen in de strafeis van het OM en in de praktijk zal daarom regelmatig worden afgeweken van de hieronder geformuleerde straf(bandbreedte). Immers zal in de praktijk zelden sprake zijn van een standaardsituatie waarin geen sprake is van feiten en omstandigheden die van invloed zijn op de beoordeling van de zaak. Het OM bepaalt in iedere zaak afzonderlijk of een gevangenisstraf, taakstraf, boete en/of voorwaardelijk strafdeel (evt. met op te leggen bijzondere voorwaarden) passend is. Dit gebeurt vanzelfsprekend met inachtneming van het taakstrafverbod.

In de wet wordt het zogenoemde ‘interactiecriterium’ dat is ontstaan in de jurisprudentie gecodificeerd. Dit betekent dat in de delicten zoals hieronder vermeld ook wordt verstaan het laten verrichten van seksuele handelingen door een kind met de dader of met zichzelf of met een derde en het laten ondergaan van een kind van seksuele handelingen door een derde. Verkrachting omvat dus alle vormen van seksueel binnendringen waarbij het lichaam van een kind is betrokken, waaronder seksuele penetratie van het eigen lichaam of van het lichaam van een ander, al dan niet op afstand (bijvoorbeeld via een webcam).

Onder de tabel is een aantal factoren vermeld die van invloed kunnen zijn en specifiek voor kunnen komen ten aanzien van de strafbaarstellingen waarop deze richtlijn van toepassing is. Deze lijst is niet uitputtend. Algemene factoren die niet delictspecifiek zijn worden uiteraard wel meegenomen in de beoordeling van de strafmaat en kunnen eveneens leiden tot een strafeis die hoger of lager is dan de uitgangspunten in de tabel.

Categorieën

Basisdelict verkrachting, eenmalig, alleen gepleegd, first offender

I Schuldverkrachting (art. 242 Sr)

GS 1 – 2 jaar

II Opzetverkrachting (art. 243 lid 1 Sr)

GS 2 - 3 jaar

III Gekwalificeerde opzetverkrachting (art. 243 lid 2 Sr)

Licht geweld

Zwaar geweld

GS 3 – 4 jaar

GS 4 – 8 jaar

Delictspecifieke factoren
 

Strafverzwarend onder andere:

  • Groepsverkrachting (medeplegen) 
  • Herhalingen handelingen gedurende langere periode (frequentie)
  • Bijzondere bedreigende en/of vernederende setting (lange duur, vrijheidsbeneming, bedreigingen, penetratie met voorwerpen, ongesteldheid, vastbinden)
  • Pleegplaats: publiek domein/woning slachtoffer/meevoeren naar afgelegen locatie
  • Vooropgezet plan (bewuste overweging en voorbereiding) 
  • Geen gebruik condoom
  • Leeftijd slachtoffer
  • (Andere) bijzondere kwetsbaarheid slachtoffer (lichamelijke/geestelijke beperking, beschonken toestand, drugsgebruik)
  • Bijzondere ingrijpende gevolgen (ontmaagding, aanzienlijk geestelijk of lichamelijk letsel, verstoring/impact gezinsleven, verstoren seksuele ontwikkeling, besmettingsrisico HIV, SOA,               zwangerschap tot gevolg
  • Bijzondere gewelddadigheid (ernst/mate), meer dan licht geweld (van toepassing op cat. III)
  • Bedreiging met een (nep)vuurwapen of met een steekwapen  (van toepassing op cat III) (N.b. Wapenbezit apart telasteleggen.)
  • (Ernstige) recidive (zie Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen)
  • Strafverzwaringsgronden zoals vermeld in artikel 254 Sr.



Legenda


GS = gevangenisstraf

Sr = Wetboek van strafrecht