Richtlijn voor strafvordering vals/vervalst reisdocument (2015R045)
Rechtskarakter |
aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO |
---|---|
Van | College van procureurs-generaal |
Aan | hoofden van de OM-onderdelen |
Registratienummer | 2015R045 |
Datum inwerkingtreding | 1 maart 2015 |
Publicatie in Staatscourant | 2015, 4424 |
Relevante beleidsregels | Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen (2019A003) |
Wetsbepalingen |
art. 231 Wetboek van Strafrecht (Sr) |
Bijlagen | - |
Beschrijving
Deze richtlijn ziet alleen op het voorhanden hebben en gebruikmaken van een vals of vervalst reisdocument of het gebruik van andermans reisdocument. Deze richtlijn kent een eigen recidiveregeling.
Basiscasus/delict
first offender |
mate van recidive |
|
---|---|---|
Voorhanden hebben vals reisdocument/ gebruik van vals reisdocument (ter legitimatie) / gebruik van reisdocument van een ander |
GS 2 maanden |
1x GS 3 maanden 2x GS 4 maanden ov 3x GS 5 maanden ov 4x of meer GS 6 – 9 maanden ov |
Voorhanden hebben vals reisdocument èn oplichting instantie met vals reisdocument of reisdocument van een ander |
GS 3 maanden |
1x GS 4 maanden 2x GS 5 maanden ov 3x GS 6 maanden ov 4x of meer GS 7 – 10 maanden ov |
BijzonderhedenStrafverzwarend onder andere: Er zijn aanwijzingen voor een professioneel opererende organisatie Gebruik ervan leidt tot grote maatschappelijke schade |
Legenda
Afkortingen
GS = gevangenisstraf
ov = onvoorwaardelijk