Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwet- en regelgeving (2023R002)

Publicatiegegevens
Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130 lid 6 Wet RO
Van: College van procureurs-generaal
Aan: Hoofden van de OM-onderdelen
Registratienummer: 2023R002
Datum inwerkingtreding 1 maart 2023
Publicatie in Stcrt. 2023, 5607
Vervallen: Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwetgeving (2018R011);
Richtlijn voor strafvordering vliegen onder invloed (2018R018)
Relevante beleidsregels OM:

Aanwijzing opsporing en vervolging bij voorvallen in de burgerluchtvaart (2020A001);
Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen (2019A003)

Wetsbepalingen:

Art. 11.9 en art. 11.10 Wet luchtvaart (Wlv) art. 62 en 62a Luchtvaartwet (Lvw); art. 33 Besluit luchtverkeer 2014 (BL 2014) art. 3.1 en 3.2 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid  art. 39 Regeling luchtvaartvertoningen (RL) art. 166 Regeling Toezicht Luchtvaart (RTL

Samenvatting

Deze strafvordeingsrichtlijn bevat aanwijzingen voor de sanctietoepassing en het transactie- en requireerbeleid in luchtvaartzaken

1. ACHTERGROND

Er bestaat al sinds 1996 transactiebeleid in luchtvaartzaken. [1] De strafvorderingsrichtlijn waarin dit beleid was vervat, hanteerde een feitcodesysteem voor lichtere luchtvaartfeiten. Gaandeweg is dit systeem losgelaten omdat de feitcodes in de praktijk niet werden gebruikt. Er werden bovendien zwaardere feiten aan de richtlijn toegevoegd. Het onderscheid met de strafvorderingsrichtlijn die sinds 2000 bestaat voor het zogenaamde vliegen onder invloed, is daarom niet meer relevant. Daar komt bij dat beide strafvorderingsrichtlijnen weinig aandacht besteden aan Europese regelgeving. Het toepassingsgebied van de Basisverordening (Bv) [2] is in de loop der jaren uitgebreid, wat ertoe heeft geleid dat meer Europese voorschriften zijn aangewezen als voorschriften waarvan de overtreding een strafbaar feit oplevert. Zo strekt het toepassingsgebied van de Basisverordening zich tegenwoordig ook uit tot vluchten met onbemande luchtvaartuigen (drones). Het voorgaande is aanleiding geweest om de bestaande strafvorderingsrichtlijnen samen te voegen in één strafvorderingsrichtlijn en daaraan nieuwe aanwijzingen toe te voegen. Opmerking verdient verder dat de categorie-indeling, die sinds 1996 voor de bemande luchtvaart werd gehanteerd, enigszins is herzien om aan te sluiten op de internationale en Europese categorisering. [3]

2. TOEPASSING

Deze richtlijn heeft betrekking op overtredingen van voorschriften uit luchtvaartwet- en regelgeving. Het gaat hierbij om voorschriften uit de Wet luchtvaart, voorschriften krachtens de Wet luchtvaart (Besluit luchtverkeer 2014, Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid, Regeling onbemande luchtvaartuigen, Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen, Regeling standaard luchtverkeerscircuits, Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen, Regeling valschermspringen 2010 en Regeling kabelvliegers en kleine ballons), voorschriften uit de Luchtvaartwet, voorschriften krachtens de Luchtvaartwet (Regeling luchtvaartvertoningen, Regeling slepen en reclamesleepvliegen en Regeling Toezicht Luchtvaart) en voorschriften uit het Wetboek van Strafrecht.

In deze richtlijn worden aanwijzingen – uitgangspunten – voor de sanctietoepassing en het transactie- en requireerbeleid gegeven. De daarbij genoemde tarieven zijn afgerond volgens de systematiek van de Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie van parket Noord-Holland is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken. Dit betekent dat alle luchtvaartfeiten (overtredingen en misdrijven) ter beoordeling dienen te worden overgedragen aan parket Noord-Holland.

3. VOORSCHRIFTEN WET LUCHTVAART

DEEL A: LUCHTVAARTACTIVITEITEN ONDER INVLOED

Dit deel ziet op het bedienen van een luchtvaartuig door cockpitpersoneel, het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van inzittenden of lading door ander boordpersoneel of het verlenen van luchtverkeersdiensten onder invloed van psychoactieve stoffen en/of alcohol. Niettegenstaande de beperking in het toepassingsgebied in de Wet luchtvaart (uit art. 1.2, eerste lid Wlv volgt dat de Wet luchtvaart alleen van toepassing voor zover hetgeen bij of krachtens de Basisverordening niet van toepassing is), is dit deel van toepassing op de gehele burgerluchtvaart. Het algemene verbod in punt 7.6 van bijlage V bij de Basisverordening wordt namelijk – gelijk het equivalente verbod in art. 2.12, eerste lid Wlv – geconcretiseerd door het bepaalde in art. 2.12, tweede en derde lid Wlv. [4]

Op grond van art. 2.12, tweede lid Wlv is het een lid van het boordpersoneel verboden werkzaamheden verrichten aan boord van een luchtvaartuig, als hij binnen de tien daaraan voorafgaande uren alcoholhoudende drank heeft gebruikt. Op grond van art. 2.12, derde lid Wlv zijn voor boordpersoneel en (via art. 2.12, zesde lid Wlv) voor onder meer luchtverkeersleiders ‘om redenen van meettechnische aard’ alcoholgrenzen opgenomen. [5] Dit betreft het ademalcoholgehalte (Ugl) of bloedalcoholgehalte (Bag).

In de hierna genoemde categorieën I tot en met III zijn in tabellen uitgangspunten vermeld voor alcoholgebruik. In categorie IV zijn uitgangspunten neergelegd, die gelden voor werkzaamheden onder invloed van een of meer andere middelen dan alcohol of een combinatie van middelen. Categorie V bevat uitgangspunten voor het weigeren mee te werken aan een adem-, urine- of bloedonderzoek, zoals bedoeld in art. 11.6 Wlv. Zowel in categorie IV, als categorie V zijn voorts uitgangspunten opgenomen voor het geval de verdachte verkeerde in kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand. dan wel het geval dat sprake is van recidive. Categorie VI bevat uitgangspunten voor het (doen) bedienen van een luchtvaartuig gedurende een vliegverbod (art. 11.5 Wlv) en het geven van luchtverkeersdienstverlening gedurende een verbod tot het geven van zodanige leiding (art. 11.8a Wlv).

Als alcoholgebruik bij boordpersoneel wordt geconstateerd na een inkomende vlucht, wordt bij de bepaling van het uitgangspunt rekening gehouden met de duur van die vlucht en de gemiddelde afbraaksnelheid van alcohol (één standaardglas alcohol waarvoor 0,25 BAG kan worden gerekend, breekt af gemiddeld af in één tot anderhalf uur).

De uitgangspunten in deze richtlijn worden bij eenmaal recidive verhoogd met 50%, met dien verstande dat die verhoging bij een geïndiceerde gevangenisstraf wordt toegepast op het aantal dagen en niet op het aan de hand daarvan afgeronde aantal weken of maanden.

CATEGORIE I: PILOTEN LUCHTVAARTUIG > 5.700 KG EN LUCHTVERKEERSLEIDERS

De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor piloten (het cockpitpersoneel) van luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van meer dan 5.700 kg en voor luchtverkeersleiders in het algemeen.

First offender

1x recidive (5 jaar), meermalen recidive = maatwerk

Bag

Ugl

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

0.22 t/m 0.28

95 t/m 120

1.100

1.600

0.29 t/m 0.35

125 t/m 150

1.700

2.500

0.36 t/m 0.41

155 t/m 180

2.300

3.400

0.42 t/m 0.48

185 t/m 210

2.900

4.300

0.49 t/m 0.55

215 t/m 240

3.500

5.000

0.56 t/m 0.62

245 t/m 270

4.100

6.000

0.63 t/m 0.69

275 t/m 300

4.700

23

7000

34

0.70 t/m 0.76

305 t/m 330

5.000

31

7.500

46

0.77 t/m 0.83

335 t/m 360

5.500

39

8.000

58

0.84 t/m 0.90

365 t/m 390

6.000

47

9.000

70

0.91 t/m 0.97

395 t/m 420

6.500

51

9.500

76

0.98 t/m 1.04

425 t/m 450

6.500

53

9.500

79

1.05 t/m 1.10

455 t/m 480

6.500

55

9.500

82

1.11 t/m 1.17

485 t/m 510

7.000

57

10.500

85

1.18 t/m 1.24

515 t/m 540

7.000

59

10.500

88

1.25 t/m 1.31

545 t/m 570

7.000

61

10.500

91

1.32 t/m 1.38

575 t/m 600

7.500

63

11.000

94

1.39 t/m 1.45

605 t/m 630

7.500

65

11.000

97

1.46 t/m 1.53

635 t/m 665

7.500

67

11.000

100

1.54 t/m 1.60

670 t/m 695

70

10 wkn

105

16 wkn

1.61 t/m 1.67

700 t/m 725

72

10 wkn

108

16 wkn

1.68 t/m 1.73

730 t/m 755

74

10 wkn

111

16 wkn

1.74 t/m 1.80

760 t/m 785

76

10 wkn

114

16 wkn

1.81 t/m 1.87

790 t/m 815

78

11 wkn

117

16 wkn

1.88 t/m 1.94

820 t/m 845

80

11 wkn

120

16 wkn

1.95 t/m 2.01

850 t/m 875

82

11 wkn

123

16 wkn

2.02 t/m 2.08

880 t/m 905

84

11 wkn

126

4 mnd

2.09 t/m 2.15

910 t/m 935

86

11 wkn

129

4 mnd

2.16 t/m 2.22

940 t/m 965

88

11 wkn

132

4 mnd

2.23 t/m 2.30

970 t/m 1.000

90

11 wkn

135

4 mnd

OBV = ontzegging van de bevoegdheid om aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel / luchtverkeersdienstverlening te geven

CATEGORIE II: PILOTEN LUCHTVAARTUIG ≤ 5.700 KG BEDRIJFSMATIG GEBRUIK EN ASSISTENT-LUCHTVERKEERSLEIDERS

De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor piloten (het cockpitpersoneel) van luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 5.700 kg of minder bij bedrijfsmatig gebruik. Dezelfde uitgangspunten gelden voor assistent-luchtverkeersleiders.

First offender

1x recidive (5 jaar), meermalen recidive = maatwerk

Bag

Ugl

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

0.22 t/m 0.28

95 t/m 120

700

1.000

0.29 t/m 0.35

125 t/m 150

1.100

1.600

0.36 t/m 0.41

155 t/m 180

1.400

2.100

0.42 t/m 0.48

185 t/m 210

1.800

2.700

0.49 t/m 0.55

215 t/m 240

2.200

3.300

0.56 t/m 0.62

245 t/m 270

2.700

4.000

0.63 t/m 0.69

275 t/m 300

3.000

13

4.500

19

0.70 t/m 0.76

305 t/m 330

3.400

18

5.000

27

0.77 t/m 0.83

335 t/m 360

3.800

23

5.500

34

0.84 t/m 0.90

365 t/m 390

4.200

28

6.000

42

0.91 t/m 0.97

395 t/m 420

4.300

33

6.000

49

0.98 t/m 1.04

425 t/m 450

4.400

34

6.500

51

1.05 t/m 1.10

455 t/m 480

4.500

35

6.500

52

1.11 t/m 1.17

485 t/m 510

4.600

37

6.500

55

1.18 t/m 1.24

515 t/m 540

4.700

38

7.000

57

1.25 t/m 1.31

545 t/m 570

4.800

39

7.000

58

1.32 t/m 1.38

575 t/m 600

4.900

41

7.500

61

1.39 t/m 1.45

605 t/m 630

5.000

42

7.500

63

1.46 t/m 1.53

635 t/m 665

5.000

43

7.500

63

1.54 t/m 1.60

670 t/m 695

45

2 mnd

67

3 mnd

1.61 t/m 1.67

700 t/m 725

46

2 mnd

69

3 mnd

1.68 t/m 1.73

730 t/m 755

48

2 mnd

72

3 mnd

1.74 t/m 1.80

760 t/m 785

49

2 mnd

73

3 mnd

1.81 t/m 1.87

790 t/m 815

50

2 mnd

75

3 mnd

1.88 t/m 1.94

820 t/m 845

52

2 mnd

78

13 wkn

1.95 t/m 2.01

850 t/m 875

53

2 mnd

79

13 wkn

2.02 t/m 2.08

880 t/m 905

54

2 mnd

81

13 wkn

2.09 t/m 2.15

910 t/m 935

55

2 mnd

82

13 wkn

2.16 t/m 2.22

940 t/m 965

57

2 mnd

85

13 wkn

2.23 t/m 2.30

970 t/m 1.000

59

2 mnd

88

13 wkn

OBV = ontzegging van de bevoegdheid om aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel / luchtverkeersdienstverlening te geven

CATEGORIE III: PILOTEN LUCHTVAARTUIG ≤ 5.700 KG PRIVÉGEBRUIK EN CABINEPERSONEEL IN HET ALGEMEEN


De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor piloten (het cockpitpersoneel) bij privégebruik van luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 5.700 kg of minder. Deze uitgangspunten gelden ook voor cabinepersoneel, zoals stewards en stewardessen, van luchtvaartuigen in het algemeen (ongeacht het type luchtvaartuig).

First offender

1x recidive (5 jaar), meermalen recidive = maatwerk

Bag

Ugl

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

0.22 t/m 0.28

95 t/m 120

275

400

0.29 t/m 0.35

125 t/m 150

425

600

0.36 t/m 0.41

155 t/m 180

550

800

0.42 t/m 0.48

185 t/m 210

700

1.000

0.49 t/m 0.55

215 t/m 240

850

1.200

0.56 t/m 0.62

245 t/m 270

1.000

1.500

0.63 t/m 0.69

275 t/m 300

1.100

15

1.600

22

0.70 t/m 0.76

305 t/m 330

1.200

18

1.800

27

0.77 t/m 0.83

335 t/m 360

1.400

21

2.100

31

0.84 t/m 0.90

365 t/m 390

1.500

24

2.200

36

0.91 t/m 0.97

395 t/m 420

1.600

26

2.400

39

0.98 t/m 1.04

425 t/m 450

1.600

27

2.400

40

1.05 t/m 1.10

455 t/m 480

1.700

28

2.500

42

1.11 t/m 1.17

485 t/m 510

1.700

28

2.500

42

1.18 t/m 1.24

515 t/m 540

1.700

29

2.500

43

1.25 t/m 1.31

545 t/m 570

1.800

30

2.700

45

1.32 t/m 1.38

575 t/m 600

1.800

31

2.700

46

1.39 t/m 1.45

605 t/m 630

1.900

32

2.800

48

1.46 t/m 1.53

635 t/m 665

1.900

33

2.800

49

1.54 t/m 1.60

670 t/m 695

34

1 mnd

51

6 wkn

1.61 t/m 1.67

700 t/m 725

34

1 mnd

51

6 wkn

1.68 t/m 1.73

730 t/m 755

35

1 mnd

52

6 wkn

1.74 t/m 1.80

760 t/m 785

36

1 mnd

54

6 wkn

1.81 t/m 1.87

790 t/m 815

37

1 mnd

55

6 wkn

1.88 t/m 1.94

820 t/m 845

38

1 mnd

57

6 wkn

1.95 t/m 2.01

850 t/m 875

38

1 mnd

57

6 wkn

2.02 t/m 2.08

880 t/m 905

39

1 mnd

58

6 wkn

2.09 t/m 2.15

910 t/m 935

40

1 mnd

60

6 wkn

2.16 t/m 2.22

940 t/m 965

41

1 mnd

61

7 wkn

2.23 t/m 2.30

970 t/m 1.000

42

1 mnd

63

7 wkn

OBV = ontzegging van de bevoegdheid om vliegtuigen te besturen aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel / luchtverkeersdienstverlening te geven

CATEGORIE IV: WERKZAAMHEDEN ONDER INVLOED PSYCHOACTIEVE STOF, IN KENNELIJKE STAAT VAN DRONKENSCHAP OF DAARMEE GELIJK TE STELLEN TOESTAND

De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor het verrichten van werkzaamheden onder invloed van een psychoactieve stof, in staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand.

Geen strafverzwarende omstandigheden

Kennelijke staat van dronkenschap

1x recidive (meermalen recidive is altijd maatwerk)

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig > 5.700 kg

*luchtverkeersleiders

2.12 lid 1 Wlv

2.12 lid 6 Wlv

6.500

54

85

9 wkn

101

10 wkn

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (bedrijfsmatig)

*Assistent-luchtverkeersleiders

2.12 lid 1 Wlv

2.12 lid 6 Wlv

4.800

38

59

6 wkn

70

6 wkn

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (Privé)

*cabincrew

2.12 lid 1 Wlv

2.12 lid 6 Wlv

1.700

29

42

5 wkn

48

5 wkn

OBV = ontzegging van de bevoegdheid om vliegtuigen te besturen, aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel of luchtverkeersdienstverlening te geven

CATEGORIE V: WEIGEREN ADEMANALYSE, BLOEDPROEF OF URINEPROEF DAN WEL ACHTERAF WEIGEREN BLOEDONDERZOEK

De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor het weigeren van een ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel het achteraf weigeren van een bloedonderzoek als bedoeld in art. 11.6 lid 9 Wet luchtvaart.

Geen strafverzwarende omstandigheden

Kennelijke staat van dronkenschap

1x recidive (meermalen recidive is altijd maatwerk)

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

Geldboete

OBV in weken

Gevangenisstraf

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig > 5.700 kg

*luchtverkeersleiders

11.6 Wlv (jo 11.8a Wlv)

7.000

59

92

11 wkn

109

12 wkn

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (bedrijfsmatig)

*Assistent-luchtverkeersleiders

11.6 Wlv (jo 11.8a Wlv)

5.000

41

64

9 wkn

75

10wkn

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (Privé)

*cabincrew

11.6 Wlv

1.800

31

45

1 mnd

52

5 wkn

OBV = ontzegging van de bevoegdheid om: aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel / luchtverkeersdienstverlening te geven

CATEGORIE VI: WERKZAAMHEDEN GEDURENDE VERBOD

De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd voor het vliegen gedurende een vliegverbod, zoals bedoeld in art. 11.5 lid 4 Wet luchtvaart, en het geven van luchtverkeersdienstverlening gedurende een verbod tot het geven van zodanige leiding (art. 11.8a Wlv).

Vliegen gedurende vliegverbod

11.5 lid 1 en lid 2 jo 11.5 lid 4 Wlv

geldboete

First offender

1x recidive (meermalen is altijd maatwerk)

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig > 5.700 kg

*luchtverkeersleiders

2.800

4.200

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (bedrijfsmatig)

*Assistent-luchtverkeersleiders

1.800

2.700

*Cockpitpersoneel luchtvaartuig ≤ 5.700 kg (Privé)

*cabincrew

700

1.000

DEEL B: OVERIGE FEITEN

Dit deel ziet op andere strafbare feiten die bij de Wet luchtvaart zijn vastgesteld. Deze zijn van toepassing voor zover daarover bij of krachtens de Basisverordening niets is bepaald dan wel voor zover er ruimte voor is gelaten voor lokale regels.

CATEGORIE I: ALGEMEEN TOEPASSELIJKE FEITEN

De feiten in deze categorie zijn van toepassing op alle luchtvaartuigen omdat de Basisverordening daarover niets heeft geregeld of omdat het plaatselijke regels zijn waarvoor de Basisverordening ruimte laat. Voor deze feiten gelden de volgende uitgangspunten.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

(zoals de chauffeur verantwoordelijk is voor de auto waarin hij rijdt)

3.1, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1600

1600

800

425

2

Als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig bewijs van inschrijving

Registratiebewijs

3.1, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2500

2500

1600

800

3

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig bewijs van inschrijving

3.1, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1600

1600

800

425

4

Als eigenaar of houder op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

3.1, tweede lid onder a

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2500

2500

1600

800

5

Als gezagvoerder op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

3.1, tweede lid onder a

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1600

1600

800

425

6

Als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dan wel doen of laten gebruiken dat is voorzien van een vals nationaliteits- en inschrijvingskenmerk,
met het oogmerk het te doen voorkomen dat het luchtvaartuig is voorzien van een geldig kenmerk

Omgekat luchtvaartuig eigenaar

3.1, tweede lid onder b

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2500

2500

1600

800

7

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat is voorzien van een vals nationaliteits- en inschrijvingskenmerk, met het oogmerk het te doen voorkomen dat het luchtvaartuig is voorzien van een geldig kenmerk

Omgekat luchtvoertuig vlieger

3.1, tweede lid onder b

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1600

1600

800

425

8

Een vlucht uitvoeren zonder dat een gezag-voerder is aangewezen

5.6 Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

1600

800

425

200

9

Als gezagvoerder niet voor aanvang van iedere vlucht kennis nemen van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang zijn

Bijv op AIS,

Meteo en gewicht en balansverdeling van het luchtvaartuig

5.8 Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

10

Geen vliegplan indienen voor aanvang van de vlucht waaraan luchtverkeers-leidingsdiensten worden verleend

5.9, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

11

Zonder klaring een vlucht aanvangen waaraan luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend of een gedeelte daarvan uitvoeren

Luchtruim-schending

(bijv airspace infringement)

voor klasse C

5.9, tweede lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

12

Als gezagvoerder de voorwaarden van de klaring niet nakomen

5.9, derde lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

13

Met een luchtvaartuig opstijgen anders dan van een luchthaven

Niet in bezit zijn van een TUG afgegeven door de provincie

8.1a, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 8 Wlv

x

x

1600

800

14

Niet op eerste vordering een bewijs van bevoegdheid, een bewijs van gelijkstelling of een medische verklaring behoorlijk ter inzage afgeven

11.4, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

425

425

200

200

15

Als lid van het cabine-personeel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

11.4, tweede lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

200

200

200

x

16

Als lid van het cockpit-personeel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

11.4, tweede lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

800

800

425

200

CATEGORIE II: FEITEN NIET-EUROPESE LUCHTVAARTUIGEN

De feiten in deze categorie zijn van toepassing op luchtvaartuigen waarop de Basisverordening niet van toepassing is, zoals de luchtvaartuigen die in bijlage I van die verordening zijn genoemd, en op luchtvaartuigen die door exploitanten van derde landen (geen EU-lidstaten) worden gebruikt voor vluchten naar, binnen of vanuit de EU waarvoor internationale ICAO-normen bestaan. Voor deze feiten gelden de volgende uitgangspunten.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch niet langer dan 1 jaar verlopen

2.1, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

2500

2500

1600

800

2

Een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (geen document of document is langer dan één jaar verlopen)

Geen brevet of brevet langer dan één jaar verlopen

2.1, eerste lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging

idem

idem

idem

3

Een Nederlands burger- luchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door erkende autoriteit afgegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Nederlands luchtvaartuig

2.1, tweede lid onder a, b en c

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

2500

2500

1600

800

4

Een Nederlands burger-luchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door erkende autoriteit afgegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (geen document of document is langer dan één jaar verlopen)

2.1, tweede lid onder a, b en c

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging

idem

idem

idem

5

In het logboek onjuiste gegevens of onjuiste aantekeningen opnemen, doen opnemen of toelaten dat zij daarin worden opgenomen;

2.10, tweede lid onder a

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

800

800

425

200

6

Het logboek beschadigen of vernietigen, doen beschadigen of vernietigen dan wel toelaten, dat het wordt beschadigd of vernietigd

2,10, tweede lid onder b

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

800

800

425

200

7

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet luchtwaardig is

3.8, eerste lid onder a

Wlv

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

8

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet voorzien is van een geldig bewijs van luchtwaardigheid

Bewijs is niet afgegeven of verlopen

3.8, eerste lid onder b

Wlv

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

9

Handelen in strijd met de voorschriften of beperkingen van een bewijs van luchtwaardigheid

Bijv. historisch luchtvaart

3.13, derde en vierde lid Wlv

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

10

Als houder van een Nederlands burgerluchtvaartuig er niet op toezien dat het luchtvaartuig zijn luchtwaardigheid behoudt

3.22, eerste lid onder a

Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

4100

2500

1600

800

CATEGORIE III: FEITEN LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING EN VERSTREKKING VLUCHT- OF LUCHTHAVENINFORMATIE

De volgende feiten hebben betrekking op luchtverkeersdienstverlening en de verstrekking van luchthaveninformatie, waarover bij of krachtens de Basisverordening niets is geregeld.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Als luchtverkeers-dienstverlener niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Luchtverkeers-leider

11.4, tweede lid

Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

800

2

Als vluchtinformatieverstrekker niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

( AFIS) Verstrekker vluchtinformatie en alarmering aan luchtvaart-terreinverkeer

(Alleen EHBD buiten UDP)"

11.4, tweede lid Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a,

sub 11 Wlv

425

3

Als luchthaveninformatieverstrekker niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Advies of inlichtingen tijdens de vlucht

(Havenmeester)

11.4, tweede lid Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a,

sub 11 Wlv

200

4

Als bedienaar van een grondstation of een mobiel station in de luchtvaartmobiele band niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Radio op de grond

11.4, tweede lid

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

200

4. VOORSCHRIFTEN BESLUIT LUCHTVERKEER 2014

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Wet luchtvaart zijn voorzien in het Besluit luchtverkeer 2014.
 

Feitomschrijving

Opmer-king

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propeller-vliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

Overige (onbemand luchtvaartuig, drone)

1

Een vlucht uitvoeren in een gebied dat verboden is voor burgerluchtverkeer

2-5 Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2018

9 BL 2014

5.10, vijfde lid Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder a sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

250

2

Als gezagvoerder de voorwaarden van de klaring niet nakomen

5.9, derde lid Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2500

1600

800

425

x

3

Tijdens de vlucht luchtvaartuigen of andere voorwerpen slepen

11, eerste lid Besluit Luchtverkeer 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

800

425

x

4

Ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren buiten de daglichtperiode

18, eerste lid Besluit Luchtverkeer 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1600

800

250

5. VOORSCHRIFTEN REGELING VLUCHTUITVOERING

De volgende uitgangspunten zien op een strafbaar feit dat krachtens de Wet luchtvaart is voorzien in de Regeling vluchtuitvoering.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Als gezagvoerder van een burgerluchtvaartuig niet de in de Regeling Vluchtuitvoering genoemde documenten meevoeren

5 Regeling Vluchtuitvoering

4.8 Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 4 Wlv

800

800

425

200

6. VOORSCHRIFTEN REGELING UITVOERING EN HANDHAVING LUCHTVAARTVEILIGHEID

DEEL A: LUCHTWAARDIGHEID


Dit deel heeft betrekking op voorschriften in de Basisverordening en/of twee daarop gebaseerde uitvoeringsverordeningen, namelijk Verordening 748/2012 en Verordening 1312/2014, die zijn gerelateerd aan de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Niet overdragen bewijs van luchtwaardigheid en typecertificaat samen met het luchtvaartuig, nadat dit van eigenaar is veranderd

Eerdere eigenaar

2 Verordening 748/2012, bijlage I, paragraaf 21.A.179

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

1600

800

425

2

Niet inleveren bewijs van luchtwaardigheid, nadat het is ingetrokken of daarvan afstand is gedaan.

2 Verordening 748/2012, bijlage I, paragraaf 21.A.181

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

1600

800

425

3

Schending zorgplicht eigenaar om alleen vluchten te laten plaatsvinden wanneer luchtvaartuig in luchtwaardige toestand verkeert en/of het onderhoud is uitgevoerd overeenkomstig het onderhoudsprogramma zoals gespecificeerd in punt M.A.302.

29 Bv, bijlage V, onderdeel 6.1 onder a en d, voor zover verantwoordelijk voor permanente luchtwaardigheid

3, eerste lid Verordening 1321/2014, bijlage I, paragraaf M.A.201 onderdeel a, onder 1 en 4

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

4100

2500

1600

800

4

Zonder de juiste kwalificaties onderhoudstaken uitvoeren

Persoon [6]

3, tweede lid Verordening 1321/2014, bijlage I, paragraaf M.A.402 onderdeel a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

DEEL B: BOORDPERSONEEL LUCHTVAARTUIGEN

Dit deel heeft betrekking op voorschriften in de Basisverordening en/of daarop gebaseerde uitvoeringsverordeningen, die over de bemanning van luchtvaartuigen gaan. In categorie I zijn de algemene voorschriften opgenomen uit de Basisverordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsverordening 1178/2011. De categorieën II en III gaan respectievelijk over zweefvliegen en ballonvaren. Weliswaar zijn de algemene voorschriften in de Basisverordening ook daarop van toepassing, maar de uitwerking daarvan is geregeld in afzonderlijke uitvoeringsverordeningen. Voor zweefvliegen is dat Verordening 2018/1976 en voor ballonvaren Verordening 2018/395.

CATEGORIE I: ALGEMEEN

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch niet langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

2

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (geen document of document langer dan één jaar verlopen)

Geen brevet of wel brevet en langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

3

Zonder attest als cabinepersoneel betrokken zijn bij commercieel luchtvervoer

22, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

800

800

800

x

4

Zonder certificaat als instructeur of examinator werkzaamheden verrichten

Wel certificaat doch niet langer dan één jaar verlopen

26, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

5

Zonder certificaat als instructeur of examinator werkzaamheden verrichten

Geen certificaat of langer dan één jaar verlopen

26, eerste lid, Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

6

Niet voldoen aan verplichting om documenten (bewijs van bevoegdheid, medisch certificaat, ID, vliegtijdgegevens) bij zich te hebben en te tonen

geldig bewijs van bevoegdheid en een geldig medisch certificaat

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage I, paragraaf FCL.045

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

800

800

425

200

7

Niet of niet op de juiste wijze vastleggen van details van de gevlogen vlucht(en)

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage I, paragraaf FCL.050

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

800

800

425

200

8

Zonder taalvaardigheidaantekening een vlucht maken waarvoor van de radiotelefoon gebruik moet worden gemaakt

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage I, paragraaf FCL.055

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

1600

800

425

9

Niet beschikken over de vereiste recente ervaring voor commercieel luchtvervoer of vervoer van passagiers

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage I, paragraaf FCL.060

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

1000

10

Negeren beperking bevoegdheden van houder van bewijs van bevoegdheid die 60 jaar of ouder is in commercieel luchtvervoer

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage I, paragraaf FCL.065

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

x

11

Vliegen terwijl betrokkene zich ervan bewust is dat zijn medische situatie zodanig is dat het de vliegveiligheid kan beïnvloeden

20 Bv en/of 29 Bv juncto bijlage V, onderdeel 7.6

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

1600

800

425

12

Werkzaamheden verrichten zonder luchtvaartmedisch advies in te winnen, terwijl dat is voorgeschreven

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

13

Als leerlingpiloot solo vliegen zonder over vereist medisch certificaat te beschikken

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.030

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

CATEGORIE II: ZWEEFVLIEGEN

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Bedrijfsmatig

Particulier

1

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch niet langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

2

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (geen document of document langer dan één jaar verlopen)

Geen brevet of wel brevet en langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

3

Zonder certificaat als instructeur of examinator werkzaamheden verrichten

26, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

4

Niet voldoen aan verplichting om documenten (bewijs van bevoegdheid, medisch certificaat, ID, vliegtijdgegevens) bij zich te hebben en te tonen

geldig bewijs van bevoegdheid en een geldig medisch certificaat

20 Bv

3bis Verordening 2018/1976, bijlage III, paragraaf SFCL.045

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

425

200

5

Niet of niet op de juiste wijze vastleggen van details van de gevlogen vlucht(en)

20 Bv

3bis Verordening 2018/1976, bijlage III, paragraaf SFCL.050

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

425

200

6

Negeren beperking bevoegdheden van houder van bewijs van bevoegdheid die 60 jaar of ouder is in commercieel luchtvervoer

20 Bv

3bis Verordening 2018/1976, bijlage III, paragraaf SFCL.065

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

x

7

Vliegen terwijl betrokkene zich ervan bewust is dat zijn medische situatie zodanig is dat het de vliegveiligheid kan beïnvloeden

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

800

425

8

Werkzaamheden verrichten zonder luchtvaartmedisch advies in te winnen, terwijl dat is voorgeschreven

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

9

Als leerlingpiloot solo vliegen zonder over vereist medisch certificaat te beschikken

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.030

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

CATEGORIE III: BALLONVAREN

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Bedrijfsmatig

Particulier

1

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch niet langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

2

Een luchtvaartuig bedienen zonder geldig bewijs van bevoegdheid (geen document of document langer dan één jaar verlopen)

Geen brevet of wel brevet en langer dan één jaar verlopen

21, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

3

Zonder certificaat als instructeur of examinator werkzaamheden verrichten

26, eerste lid Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

4

Niet voldoen aan verplichting om documenten (bewijs van bevoegdheid, medisch certificaat, ID, vliegtijdgegevens) bij zich te hebben en te tonen

geldig bewijs van bevoegdheid en een geldig medisch certificaat

20 Bv

3bis Verordening 2018/395, bijlage III, paragraaf BFCL.045

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

425

200

5

Niet of niet op de juiste wijze vastleggen van details van de gevlogen vlucht(en)

20 Bv

3bis Verordening 2018/395, bijlage III, paragraaf BFCL.050

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

425

200

6

Negeren beperking bevoegdheden van houder van bewijs van bevoegdheid die 60 jaar of ouder is in commercieel luchtvervoer

20 Bv

3bis Verordening 2018/395, bijlage III, paragraaf BFCL.065

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

x

7

Vliegen terwijl betrokkene zich ervan bewust is dat zijn medische situatie zodanig is dat het de vliegveiligheid kan beïnvloeden

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

800

425

8

Werkzaamheden verrichten zonder luchtvaartmedisch advies in te winnen, terwijl dat is voorgeschreven

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.020 onder b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

9

Als leerlingpiloot solo vliegen zonder over vereist medisch certificaat te beschikken

20 Bv

3 Verordening 1178/2011, bijlage IV, paragraaf MED.A.030

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

800

DEEL C: LUCHTVERKEERSLEIDERS

Dit deel heeft betrekking op voorschriften in de Basisverordening en/of daarop gebaseerde uitvoeringsverordeningen, die over de luchtverkeersleiders gaan.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Als luchtverkeersleider werkzaamheden verrichten zonder geldige vergunning (document is niet langer dan één jaar verlopen)

49 lid 1 Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2

Als luchtverkeersleider werkzaamheden verrichten zonder geldige vergunning (geen document of document langer dan één jaar verlopen)

49 lid 1 Bv

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

3

Rechten van de vergunning uitoefenen terwijl betrokkene zich ervan bewust is dat zijn medische situatie zodanig is dat het de veiligheid kan beïnvloeden

48 Bv

3 lid 1 Verordening 2015/340, bijlage IV paragraaf ATCO.MED.A.020 onder a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

1600

4

Werkzaamheden verrichten zonder luchtvaartmedisch advies in te winnen, terwijl dat is voorgeschreven

48 Bv

3 lid 1 Verordening 2015/340, bijlage IV paragraaf ATCO.MED.A.020 onder b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

DEEL D: VLUCHTUITVOERING BEMANDE LUCHTVAART

Dit deel heeft betrekking op voorschriften in de Basisverordening en/of daarop gebaseerde uitvoeringsverordeningen, die over de vluchtuitvoering van bemande luchtvaartuigen gaan.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervliegtuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

Overige

1

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet luchtwaardig is

29 Bv

Bijlage V, onderdeel 6.1 a, voor zover het de luchtwaardige toestand van het luchtvaartuig betreft

Dagvaarden i.v.m. ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

2

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet voorzien is van een geldig bewijs van luchtwaardigheid

29 Bv

Bijlage V, onderdeel 6.1 onder c, voor zover dit het bewijs van luchtwaardigheid betreft

Dagvaarden i.v.m. ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

3

Vliegen onder invloed van psychoactieve stoffen of alcohol

29 Bv

Bijlage V, onderdeel 7.6, voor zover het betreft het bemanningslid dat onder invloed is van psychoactieve stoffen of alcohol

Zie onder 3, deel A

idem

idem

idem

DEEL E: GEMEENSCHAPPELIJKE LUCHTVERKEERSREGELS

Dit deel betreft voorschriften die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening 923/2012, de zogenoemde SERA-verordening (SERA staat voor ‘Standardized European Rules of the Air’). Deze uitvoeringsverordening heeft betrekking op het algemeen luchtverkeer, nu deze niet alleen op de Basisverordening maar ook op de Luchtruimverordening is gebaseerd. De hierna genoemde voorschriften zijn op grond van art. 1.6 Wet luchtvaart aangewezen als strafbaar feit.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtui-gen met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Propellervlieg-tuigen en helikopters met een toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of meer

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Dusdanig nabij ander luchtvaartuig vliegen dat botsingsgevaar ontstaat

SERA.3205

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

2

Als inhalend luchtvaartuig niet naar rechts uitwijken

SERA.3210, c onder 3

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

3

Geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in de laatste naderingsfase voor de landing

SERA.3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

4

Geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in de laatste naderingsfase voor de landing

Alleen van toepassing bij gevaar

SERA.3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

5

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een IFR vlucht binnen lucht-verkeersdienstverlenings-gebieden F of G

SERA.4001, b onder 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

1600

800

425

6

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een internationale VFR-vlucht

SERA.4001, b onder 5

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

800

425

7

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een vlucht die ’s nachts gepland is, als hij de nabijheid van een luchtvaartterrein verlaat

SERA.4001, b, onder 6

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

8

Een VFR-vlucht uitvoeren onder zodanige weersomstandigheden dat het vliegzicht en de dat afstand van het luchtvaartuig kleiner is dan de voorgeschreven waarden

SERA.5005, a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

9

Tijdens een VFR-vlucht opstijgen van of landen op een luchtvaartterrein in een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel van of op het luchtvaartterreinverkeersgebied of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien de wolkenbasis lager is dan 450 m (1500 voet)

SERA.5005, b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

10

Tijdens een VFR-vlucht starten van of landen op een luchtvaartterrein gelegen in een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel het luchtvaartterreinverkeersgebied of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien het grondzicht minder is dan 5 kilometer

SERA.5005, b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

11

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 100 – 50% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5005, f

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1800

1000

12

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 50 – 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5005, f

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

13

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (minder dan 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5005, f

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1400

600

14

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 100 – 50% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5015, b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1800

1000

15

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 50 – 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5015, b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2300

2300

1600

800

16

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (minder dan 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

SERA.5015, b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2000

2000

1400

600

17

Tijdens een IFR-vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren, dan wel geen tweezijdige radioverbinding tot stand brengen, dan wel niet op de voorgeschreven wijze de positie melden

SERA.5025, b, c jo. SERA.8025

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

18

Ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

SERA.6001, a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1600

800

19

Tijdens een gecontroleerde vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren, dan wel geen tweezijdige radioverbinding tot stand brengen

SERA.8035

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2500

2500

1600

800

DEEL F: DRONE-VERORDENING (VERORDENING 2019/947)


Dit deel ziet op voorschriften in Uitvoeringsverordening 2019/947 die betrekking hebben op vluchten met onbemande luchtvaartuigen (drones). De hierna genoemde voorschriften zijn op grond van art. 1.6 Wet luchtvaart aangewezen als strafbaar feit.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Als exploitant niet de voorwaarden van de open categorie naleven, terwijl geen vergunning is aangevraagd

Veel variëteit, maatwerk geboden [7]

5 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

2

Als piloot op afstand niet de voorwaarden van de open categorie naleven, terwijl geen vergunning is aangevraagd

UAS.SPEC.060 lid 1 onder b

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

3

Als piloot op afstand zonder toestemming van de verantwoordelijke noodhulpdienst een vlucht uitvoeren in de buurt van of in een gebied waar op dat moment een noodhulpdienst actief is.

UAS.OPEN.060 lid 3

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

500

4

De vlucht is uitgevoerd zonder dat de exploitant van de drone is ingeschreven in het exploitantenregister

14 lid 5 of 8

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

100

5

De vlucht is uitgevoerd zonder dat het exploitantennummer is aangebracht op de drone

14 lid 8

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

100

6

Als piloot op afstand geen bewijs van voltooiing kunnen overleggen

UAS.OPEN.060 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

100

7

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren zonder over een bewijs van voltooiing te beschikken voor subcategorie A1/A3

8 lid 1

UAS.OPEN.020 lid 4 dan wel UAS.OPEN.040 lid 3

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

8

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren zonder over een bewijs van voltooiing te beschikken voor subcategorie A2

8 lid 1

UAS.OPEN.030 lid 2 onder a

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

350

9

Als exploitant en/of piloot op afstand een vlucht uitvoeren in categorie A3 binnen 150 meter van een woon-, handels-, industrie- of recreatiezone

7 lid 1

UAS.OPEN.040 lid 2

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

350

10

Als exploitant en/of piloot op afstand een vlucht uitvoeren in categorie A3 en daarbij niet-betrokken personen overvliegen

7 lid 1

UAS.OPEN.040 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

350

11

Als exploitant en/of piloot op afstand niet voldoen aan de beperkingen van een vluchtuitvoering in categorie A2

7 lid 1

UAS.OPEN.030 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

12

Als exploitant of piloot op afstand niet-betrokken mensen of een bijeenkomst van mensen overvliegen met een drone klasse C1 tijdens een vlucht in categorie A1

7 lid 1

UAS.OPEN.020 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

13

Als exploitant of piloot op afstand niet-betrokken mensen of een bijeenkomst van mensen overvliegen met een drone, anders dan klasse C1, tijdens een vlucht in categorie A1

7 lid 2

UAS.OPEN.020 lid 1

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

300

14

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren hoger dan 30 meter boven het aardoppervlak binnen een laagvlieggebied

Veel variëteit, maatwerk geboden

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

2 lid 1 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

15

Als piloot op afstand in subcategorie A3 een vlucht uitvoeren binnen een laagvlieggebied

Veel variëteit, maatwerk geboden

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

2 lid 2 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

16

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in de open categorie binnen de geografische zone van een luchthaven of helihaven

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

3 lid 1 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

17

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in de open categorie binnen de geografische zone van een haven

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

4 lid 1 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

18

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in de open categorie in de geografische zone van een industriegebied en locaties

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

5 lid 1 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

250

19

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in de open categorie in de geografische zone van een beveiligd gebied of een locatie met vitale processen

UAS.OPEN.060 lid 2 onder c

6 lid 1 Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen

1.6 Wlv

3.1 Ruhl

11.9, eerste lid, onder c Wlv

350

Ten aanzien van het onder invloed van psychoactieve stoffen of alcohol besturen van een drone (verboden op grond van UAS.OPEN.060 lid 2 onder a c.q. UAS.SPEC.060 lid 1 onder a, als misdrijf aangewezen in art. 3.2) wordt aansluiting gezocht bij de uitgangspunten voor privépiloten van luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 5.700 kg of minder. Deze zijn weergegeven onder 3, deel A, categorie III.

7. VOORSCHRIFTEN REGELING ONBEMANDE LUCHTVAARTUIGEN

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Wet luchtvaart zijn voorzien in de Regeling onbemande luchtvaartuigen. Deze voorschriften hebben dus ook betrekking op vluchten met drones.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Overige

1

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren boven of in de directe nabijheid van een in gebruik zijnde autosnelweg, autoweg of 80 km/u-weg

6 lid 1

4a BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

250

2

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren boven of in de directe nabijheid van een spoorlijn

6 lid 2

4a BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

250

3

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in een civiel luchtverkeersleidingsgebied

7 lid 1

4a BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

250

4

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren in een militair luchtverkeersleidingsgebied

7 lid 2

4a BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

250

5

Als piloot op afstand een vlucht uitvoeren boven of in de directe nabijheid van een object dat deel uitmaakt van een vitaal proces

8

4a BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

350

8. VOORSCHRIFTEN REGELING STANDAARD LUCHTVERKEERSCIRCUITS

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Wet luchtvaart zijn voorzien in de Regeling standaard luchtverkeerscircuits.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede lid Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

425

200

2

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede lid Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

3

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede lid Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

4

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein het door luchtvaartuigen gevormde luchtverkeerscircuit niet volgen dan wel vermijden

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

5

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

2500

1600

6

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen

Alleen van toepassing bij gevaar

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

7

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein de bocht niet naar links maken tijdens het aanvliegen voor een landing en na het opstijgen

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

425

8

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit

4 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

425

200

9

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

4 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

10

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

4 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

11

Tijdens het volgen van het standaardluchtverkeerscircuit niet de voorgeschreven hoogtes in acht nemen

5 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

12

Invoegen in het luchtverkeerscircuit zonder dat de gezagvoerder kennis heeft genomen van de in het seinenvierkant uitgelegd grondtekens dan wel overeenkomstig aanwijzingen heeft verkregen via de havendienstradio

7, onder a, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

13

De klim of daling naar circuithoogte inzetten binnen het circuit gebied

7, onder b, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

14

Invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden van de landingsbaan, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

7, onder c, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

15

Invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden van de landingsbaan, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

7, onder c, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

x

16

Het luchtverkeerscircuit niet verlaten onder een hoek van 45 graden halverwege het dwarswindbeen

8 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

17

Overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een vlucht verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet

9, onder b, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

18

Gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een vlucht verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet

9, onder b, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

19

Overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een gesimuleerde nood- of voorzorgslanding

9, onder d, Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

1600

800

20

Gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een gesimuleerde nood- of voorzorgslanding

9, onder, d Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5, eerste en tweede Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

9. REGELING NATIONALE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LUCHTVAARTUIGEN

In de Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen zijn onder meer regels gesteld met betrekking tot het gebruik van luchtvaartuigen die niet onder de werking van de EU-Basisverordening vallen. De hierna genoemde verboden zijn telkens gebaseerd op art. 7 Besluit vluchtuitvoering, dat via art. 8 Besluit vluchtuitvoering, art. 4.6 Wet luchtvaart en art. 1 onder 4 WED als overtreding strafbaar is gesteld.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Uitgangspunt

1

Een amateurbouwluchtvaartuig gebruiken voor luchtwerk, vlieglessen, commerciële doeleinden, verhuur of rondvluchten dan wel vluchten boven of binnen een afstand van 100 meter van de bebouwde kommen, gebouwen, industriegebieden, havengebieden of mensenverzamelingen

45

425

2

Als houder van een amateurbouwluchtvaartuig duidelijk in en op het luchtvaartuig aangeven dat het een experimenteel luchtvaartuig betreft waarvan niet is aangetoond dat het voldoet aan de internationale veiligheidseisen voor luchtvaartuigen

45, derde lid

425

3

Met een MLA, MLH, lichte gyrokopter of gemotoriseerd schermvliegtuig luchtwerk verrichten

46, eerste lid, aanhef onder a en b

425

4

Een MLA, MLH of lichte gyrokopter gebruiken tegen vergoeding, met baat of voor commerciële doeleinden

46, eerste lid, aanhef onder c

600

5

Een gyrokopter gebruiken tegen vergoeding, met baat of commerciële doeleinden

46, eerste lid aanhef onder d

600

6

Als houder van een MLA, MLH, lichte gyrokopter of gemotoriseerd schermvliegtuig op een voor elke inzittende zichtbare plaats duidelijk leesbaar de waarschuwing aanbrengen dat het luchtvaartuig niet is gecertificeerd volgens de internationale luchtwaardigheidsvoorschriften en dat het veiligheidsniveau niet is vastgesteld.

46, tweede lid

425

7

Met een amateurbouwluchtvaartuig, MLA, MLH, lichte gyrokopter en een gemotoriseerd luchtvaartuig een vlucht uitvoeren zonder een in het vlieghandboek van de fabrikant vermelde gebruiksbeperking in acht te nemen

Bijvoorbeeld het maximaal startgewicht van het luchtvaartuig

47, eerste lid

425

8

Als gezagvoerder van een amateurbouwluchtvaartuig, MLA, MLH, lichte gyrokopter of gemotoriseerd schermvliegtuig niet iedere passagier voorafgaand aan de vlucht informeren dat het luchtvaartuig niet is gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidseisen

47, tweede lid

425

10. VOORSCHRIFTEN REGELING VALSCHERMSPRINGEN 2010

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Wet luchtvaart zijn voorzien in de Regeling valschermspringen.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Als valscherm geen voorrang verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestelen, vrije ballonenen en luchtschepen

1b, eerste lid Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

2

Valschermspringen buiten een vast valschermspringgebied

3, eerste lid onder a Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

3

Valschermspringen buiten een incidenteel valschermspringgebied

3, eerste lid onder a Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

4

Valschermspringen buiten de daglichtperiode

3, eerste lid onder c Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

5

Valschermspringen wanneer het vliegzicht en de minimumafstand tot de wolken niet voldoen aan de minimum VFR waarden

3, eerste lid onder d Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

11. VOORSCHRIFTEN REGELING KABELVLIEGERS EN KLEINE BALLONS

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Wet luchtvaart zijn voorzien in de Regeling kabelvliegers en kleine ballons.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Een kabelvlieger of kleine kabelballon boven een hoogte van 100 meter boven grond of water gebruiken

2, onder a Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

425

2

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen een afstand van 3 km van de grens van een luchthaven of zweefvliegterrein

2, onder b Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

3

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen een afstand van 5 km van de grens van een gecontroleerde luchthaven

2, onder c Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

4

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen burger laagvlieggebieden, militaire laagvlieggebieden en binnen een afstand van 5 km van militaire laagvliegroutes

2, onder d Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

5

Een kleine vrije ballon oplaten binnen een afstand van 8 km van de grens van een gecontroleerde luchthaven, zonder toestemming van de betrokken plaatstelijke luchtverkeersleidingsdienst

3, tweede lid Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

425

6

1000 of meer sfeerballons nagenoeg gelijktijdig oplaten in strijd met artikel 3 van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4, eerste lid Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014
5.5 Wlv

33 BL 2014
11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

800

12. VOORSCHRIFTEN LUCHTVAARTWET

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten uit de Luchtvaartwet.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Uitgangspunt

1

Houden luchtvaartvertoning of –wedstrijd zonder vergunning

17, eerste lid Lvw

62, eerste lid Lvw

2500

2

Deelnemen aan luchtvaartvertoning of wedstrijd waarvoor geen vergunning is afgegeven

17, tweede lid Lvw

62, tweede lid Lvw

1600

3

Wederrechtelijk binnendringen of verblijf op luchtvaartterrein [8]

62a, eerste lid Lvw

62a, eerste lid Lvw

1000

13. VOORSCHRIFTEN REGELING LUCHTVAARTVERTONINGEN

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Luchtvaartwet zijn voorzien in de Regeling Luchtvaartvertoningen.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

Overige

1

Als vertoningdirecteur tegelijkertijd als deelnemer deelnemen aan de luchtvaartvertoning waarvoor hij is aangewezen.

9, vijfde lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

2

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de publiekgebieden worden beperkt tot één zijde van het vertoningterrein.

13, onder a, Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

3

Als vertoningsdirecteur toelaten dat publieksgebieden worden gelokaliseerd onder de in- en uitvliegsector van het vertoningsterrein.

13, onder a, Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

1600

4

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat demonstratietoestellen en andere apparatuur, wanneer deze worden bijgetankt, ten minste 15 meter van het publiek verwijderd zijn.

13, onder e, Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

5

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat wanneer ballonnen, luchtschepen of balloncilinders worden gevuld met waterstofgas, deze ten minste 40 meter van het publiek verwijderd zijn.

13, onder e, Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

6

Als vertoningsdirecteur een deelnemer toelaten aan een luchtvaartvertoning die niet beschikt over een geldige vertoningslicentie

18, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

7

Als vertoningsdirecteur een deelnemer of demonstratie-toestel toelaten tot een luchtvaartvertoning die niet is vermeld in het vertonings-programma.

niet zijnde deelnemers of demonstratie-toestellen van gelijke soort en kwaliteit ter vervanging van de oorspronkelijk toegelaten personen of toestellen

19 onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

8

Als vertoningsdirecteur geen schriftelijke instructie opstellen en/of tijdig aan de deelnemers toezenden

20, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

9

Als vertoningsdirecteur vertoningsvluchten laten uitvoeren beneden de minimum weersomstandigheden.

21, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

1600

10

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidings-afstanden tussen vertoning-lijn en publieklijn in acht worden genomen.

categorie A demonstratie-toestellen

22 onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

11

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de hartlijn van de baan zich ten minste 75 meter van de publiekslijn bevindt.

categorie A demonstratie-toestellen

22 onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

12

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat zich meer dan 15 meter plus de halve spanwijdte dan wel halve rotordiameter bevindt tussen enig onderdeel van dat taxiënd demonstratietoestel en het publiek.

categorie A demonstratie-toestellen

22 onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

13

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidings-criteria tussen de publieklijn en enig deel van het demonstratietoestel of hun verankeringspunten in acht wordt genomen.

categorie B demonstratie-toestellen

23, onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

14

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat er niet meer dan 35 demonstratietoestellen tegelijkertijd opstijgen.

categorie B demonstratie-toestellen

23, onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

15

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat per etmaal niet meer dan 70 demonstratietoestellen opstijgen.

categorie B demonstratie-toestellen

23, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

16

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat het landingsgebied voor valschermspringers meer dan 15 meter van de publieklijn ligt.

24, eerste lid onder a Regeling luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

17

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat propellers, straalmotoren of rotorbladen stilstaan binnen 250 meter van het doelgebied zolang een valschermspringer met zijn afdaling bezig is.

24, tweede lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

18

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimale afstand tussen enerzijds publiek en anderzijds valschermzweef-toestellen, schermvliegtuigen, zeilvliegtuig, sleepkabel, lier of uitgevierde lierkabel ten minste 30 meter bedraagt.

25, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

19

Als deelnemer er geen zorg voor dragen dat er zich, buiten de bemanningsleden die essentieel zijn voor de vertoningsvlucht, geen andere personen aan boord van het demonstratietoestel bevinden.

32, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

20

Als deelnemer met een demonstratietoestel boven het publiekgebied vliegen.

33 Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

1600

1600

800

21

Als deelnemer met een vrije ballon beneden de toegestane hoogte boven het publiekgebied varen (onderschrijding 50% of meer)

33, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

800

x

22

Als deelnemer met een categorie A toestel de minimum scheidingsafstanden niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

23

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valscherm-zweeftoestel de minimum scheidingsafstanden niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

425

x

24

Als deelnemer met een categorie A toestel de vastgestelde minimum vlieghoogte niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

25

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel de vastgestelde minimum vlieghoogte niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

425

x

26

Als deelnemer met een categorie A toestel met de uitvoering van het onderdeel beginnen voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is bereikt (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

27

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valscherm-zweeftoestel met de uit-voering van het onderdeel beginnen voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is bereikt (onderschrijding 50% of meer)

34, eerste lid onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

425

X

28

Als deelnemer met een categorie A toestel manoeuvre zodanig uitvoeren dat de vertoningslijn wordt overschreden

34, eerste lid onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

425

425

x

29

Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren of rotors in werking hebben binnen 250 meter van het doelgebied van een valschermspringer tijdens een demonstratie

35, onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

30

Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren of rotors in werking hebben indien een valschermspringer in de richting van zijn toestel zweeft

35, onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

800

800

x

31

Als deelnemer met een valschermzweeftoestel, schermvliegtuig of zeilvliegtuig binnen 30 meter van het publiekgebied vliegen

36, tweede lid Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

425

x

32

Als luchthaveninformatieverstrekker niet de vereiste ervaring hebben

37 Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

33

Als luchthaveninformatieverstrekker geen informatie geven aan de deelnemer over calamiteiten op de grond of in de lucht die van belang zijn voor een veilige uitvoering van een onderdeel

38, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

17 Lvw

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

14. VOORSCHRIFTEN REGELING SLEPEN EN RECLAMESLEEPVLIEGEN

De volgende uitgangspunten zien op strafbare feiten die krachtens de Luchtvaartwet zijn voorzien in de Regeling slepen en reclamesleepvliegen.

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (bedrijfsmatig en helikopters)

Luchtvaartuigen met een maximaal toe- gelaten totaalmassa van 5.700 kg of minder (particulier)

1

Een reclamesleepvlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat hiertoe niet gecertificeerd is

3, onder a Regeling slepen en reclame-sleepvliegen

6 Besluit beperking geluidhinder luchtvaartuigen

5 Reclame slepen en reclamesleepvliegen

62, derde lid, Lvw

1600

800

2

Een reclamesleepvlucht uitvoeren van maandag t/m vrijdag voor 08.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

Een reclamesleepvlucht uitvoeren op zaterdag voor 10.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

Een reclamesleepvlucht uitvoeren op zondag voor 11.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

4, onder a Regeling slepen en Reclamesleep-vliegen"

6 Besluit beperking geluidhinder luchtvaartuigen

5 Reclame slepen en reclamesleepvliegen

62, derde lid, Lvw

1600

800

3

Een reclamesleepvlucht uitvoeren waarbij per dag per sleep langer dan 15 minuten boven een zelfde locatie of langer dan 45 minuten boven dezelfde bebouwde kom wordt gevolgen.

4, onder b Regeling slepen en Reclamesleep-vliegen

6 Besluit beperking geluidhinder luchtvaartuigen

5 Reclame slepen en reclamesleepvliegen

62, derde lid, Lvw

1600

TT800

4

Een reclamesleepvlucht uitvoeren waarbij in gesloten verband met meer dan drie sleepvliegtuigen wordt gevlogen

4, onder c Regeling slepen en Reclamesleep-vliegen

6 Besluit beperking geluidhinder luchtvaartuigen

5 Reclame slepen en reclamesleepvliegen

62, derde lid, Lvw

1600

800

15. VOORSCHRIFT REGELING TOEZICHT LUCHTVAART

Art. 96 lid 4 Regeling Toezicht Luchtvaart (RTL) is een voorschrift dat ten laste gelegd kan worden in zaken tegen zogenoemde ‘unruly passengers’. De RTL is een op de Luchtvaartwet gebaseerde AMvB. [9] Art. 96 lid 4 RTL is een voorschrift is in art. 166 RTL aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in art. 62 lid 3 Lvw.

Gedraging

Bijzonderheden

Geldboete

let op:

Roken in vliegtuig

in cabine

“droge” constatering

200

gerealiseerd brandgevaar (schroeiplekken, smeulend papier etc)

500

bij cumulatie met andere gedragingen dan wel bij een echte brand : dagvaarden

in toilet

geeft toe gerookt te hebben en zegt wat er met peuk gebeurd is

200

geeft niet toe en wil niet zeggen waar peuk gebleven is [10]

250

gerealiseerd brandgevaar (schroeiplekken, smeulend papier etc)

500

bij cumulatie met andere gedragingen dan wel bij een echte brand : dagvaarden.

Riemen weigeren vast te maken

geen overduidelijke reden anders dan “riemen vast sign” aan [11]

250

tijdens opstijgen, landen of turbulentie

350

Schreeuwen en/of andere geluidsoverlast veroorzaken/andere passagiers lastig vallen

standaard

300

gevaar voor escalatie [12]

500

gerealiseerde escalatie [13]

1000

bij cumulatie met andere gedragingen en/of feiten meteen dagvaarden

Stiekem drinken uit zelf meegebrachte fles drank

“droge” constatering door crew

150

evidente dronkenschap en/of reeds besloten weigering service door crew

300

Weigeren plaats te nemen in de door de crew aangewezen stoel [14]

300

Weigeren te blijven zitten

300

Weigeren handbagage op te bergen in de overhead bins danwel de bagage onder de stoel te plaatsen

300

Weigering aanwijzingen mbt overige gedragingen

gedrag irritant voor medepassagiers

150

gedrag onwenselijk ivm de veiligheid van personen en/of het vliegtuig

300

  • Bij meerdere gedragingen die niet ophouden na aanwijzingen daartoe door of namens de gezagvoerder: basisbedrag is de zwaarste gedraging en elke volgende is + €100. Maximum is cumulatie van 3 gedragingen, bij meer dan dat direct dagvaarden. (bijvoorbeeld: een passagier volgt de aanwijzingen niet op om te blijven zitten, steekt een sigaret op en weigert te stoppen met schreeuwen: €300 + €100 + €100. Indien hij vervolgens zijn buurman ook nog gaat lastig vallen en daar niet mee wil ophouden na aanwijzing daartoe: dagvaarden.)
  • Leg, indien gepleegd, commune feiten als belediging (denk er aan: is klachtdelict!), aanranding en ontuchtige handelingen en vernieling apart ten laste. Dan is het altijd dagvaarden.

Serieuze bedreiging kan ook een daad van geweld in de zin van 385b sr zijn: beoordeel of de zaak niet moet worden afgedaan op artikel 385b sr. In dat geval bezien of voorgeleiding aangewezen is, in elk geval dagvaarden.

16. WETBOEK VAN STRAFRECHT

In het Wetboek van Strafrecht zijn eveneens diverse luchtvaartfeiten opgenomen. Voor de volgende misdrijven worden verdachten in beginsel gedagvaard:

- Opzettelijke dan wel culpose vernieling van verkeerswerken, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 162 en 163 Wetboek van Strafrecht;

- Opzettelijke vernieling op een luchthaven van voorzieningen die de diensten op de luchthaven verstoort, zoals bedoeld in artikel 162a Wetboek van Strafrecht;

- Opzettelijk dan wel culpoos met een mechanische kracht gevaar veroorzaken voor het luchtverkeer [15] , zoals bedoeld in respectievelijk artikel 164 en 165 Wetboek van Strafrecht;

- Opzettelijke dan wel culpose vernieling van veiligheidstekens voor luchtvaart, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 166 en 167 Wetboek van Strafrecht;

- Opzettelijk dan wel culpoos doen verongelukken van luchtvaartuigen, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 168 en 169 Wetboek van Strafrecht;

- Beschadiging van gebouwen, zoals bedoeld in art. 352 Wetboek van Strafrecht;

- Kaping, zoals bedoeld in artikel 385a Wetboek van Strafrecht;

- Geweld tegen een inzittende luchtvaartuig, zoals bedoeld in artikel 385b Wetboek van Strafrecht;

- Doorgeven valse gegevens die gevaar voor een luchtvaartuig in vlucht kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 385c Wetboek van Strafrecht;

- Gebruik maken van vuurwapen, ontplofbare of andere gemeengevaarlijke stof of voorwerp in of in onmiddellijke nabijheid van een vertrek- of aankomsthal van een luchthaven, zoals bedoeld in artikel 385d Wetboek van Strafrecht;

Dit uitgangspunt neemt niet weg dat, in het bijzonder bij de culpoze delicten, maatwerk van toepassing is. Ten aanzien van overtreding van art. 429, zesde lid, Wetboek van Strafrecht – het zodanig gedragen dat er gevaar voor het luchtverkeer wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of het verkeer in de lucht wordt gehinderd (denk aan een laseraanstraling) – geldt als uitgangspunt een geldboete van € 500.

[1] Strct. 1996, 137, p. 12.

[2] Verordening (EU) 2018/1139 het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad.

[3] De categorie-indeling ging voorheen uit van een onderscheid tussen luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 6.000 kg of meer en luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van minder dan 6.000 kg. Internationaal en Europees wordt een onderscheid gemaakt tussen luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 5.700 kg of meer en luchtvaartuigen met een maximaal startgewicht van 5.700 kg of minder.

[4] Kamerstukken II 2012/13, 33476, nr. 3, p. 9.

[5] Kamerstukken II 1995/96, 24513, nr. 3, p. 11-12.

[6] In geval van een organisatie is meer maatwerk geboden.

[7] Deze strafbaarstelling is breed geformuleerd. Zo geldt als voorwaarde voor de open categorie een vlieghoogte van 120 meter. Als daaraan niet is voldaan, had een vergunning aangevraagd moeten worden. Hierbij kan het met andere woorden gaan om een drone die op 130 meter vliegt, maar ook om een drone die op 3 km hoogte vliegt.

[8] Meer maatwerk geboden bij art. 62a, tweede lid, Lvw (wederrechtelijke toegang tot luchtvaartterrein d.m.v. braak, inklimming, valse sleutels, valse order, vals kostuum of valse/niet aan hem toebehorende toegangspas).

[9] Dat de RTL geen algemene maatregel van bestuur maar een AMvB is, blijkt uit zijn aanhef: ‘Besluit (…) houdende vaststelling van een regeling’.

[10] Indien een passagier stiekem in het toilet heeft gerookt en hij wil niet toegeven dat hij dat gedaan heeft en dus ook niet zeggen waar hij de peuk gelaten heeft, dan moet de crew uit veiligheidsoverwegingen in het toilet gaan zoeken naar de peuk. Immers: als hij ligt te smeulen in de afvalbak is er brandgevaar. Dit kan betekenen dat de crew gedurende het zoeken naar de peuk geen aandacht heeft voor de veiligheid en het welzijn van de overige passagiers en aldus ultiem de vlucht in gevaar brengen. Alleen meenemen als de crew in haar verklaring hiervan melding maakt.

[11] Soms gaat het “fasten seatbelt sign” aan zonder dat er voor de passagier duidelijk merkbare veiligheids-issues spelen. Dwz geen heftige turbulentie of stijgen of dalen. De gezagvoerder kan bijv. daartoe beslissen wanneer het chaotisch is in de cabine en rust weer hersteld dient te worden.

[12] Andere passagiers beginnen zich ermee te bemoeien en de passagier nadrukkelijk aan te spreken op zijn gedrag.

[13] Het halve vliegtuig bemoeit zich inmiddels ermee en er is ruzie/confrontatie met andere passagiers uit ontstaan. Leg bedreigingen en/of beledigingen (indien klachte van gedaan!) separaat ten laste. Indien sprake van escalatie naar fysiek geweld overstappen naar art 385b Sr. In dat geval meteen dagvaarden. Beoordeel of niet een voorgeleiding aangewezen is.

[14] In de meeste gevallen heeft het door de crew aanwijzen van een andere stoel dan de door de passagier zelf uitgezochte veiligheidsredenen. Bijv. iemand die slecht ter been is mag niet bij een nooduitgang zitten want dan kan hij in een noodgeval andere passagiers niet helpen van de uitgang gebruik te maken. Bij een niet volle vlucht kan het reshuffelen van de passagiers worden besloten vanuit de optiek van een betere verdeling van het gewicht over het vliegtuig. De beslissing tot aanwijzen van een andere stoel heeft dus duidelijke safety achtergronden.

[15] Denk hierbij aan laseraanstralingen.