Richtlijn voor strafvordering joyriding (2015R023)
Rechtskarakter |
aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO |
---|---|
Van | College van procureurs-generaal |
Aan | Hoofden van de OM-onderdelen |
Registratienummer | 2015R023 |
Datum inwerkingtreding | 1 maart 2015 |
Publicatie in Staatscourant | 2015, 4247 |
Relevante beleidsregels |
Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen (2019A003) |
Wetsbepalingen |
art. 11 WVW 1994 jo. art. 176, lid 2 WVW 1994 |
Bijlagen | - |
Beschrijving
Deze richtlijn bevat het strafvorderingsbeleid van het OM inzake overtredingen van artikel 11 van de Wegenverkeerswet 1994.
Basiscasus/delict
Joyriding
first offender |
1x recidive = dagvaarden |
meermalen recidive = dagvaarden |
---|---|---|
GB € 850 |
TS 80 uur en GS 2 weken vw met een proeftijd van 2 jaar In geval van taakstrafverbod ex artikel 22b lid 2 Sr: GB € 1200 en GS 2 weken vw met een proeftijd van 2 jaar |
GS 2 weken ov |
Gebruikte afkortingen:
GB = geldboete
TS = taakstraf
GS = gevangenisstraf
ov = onvoorwaardelijk
vw = voorwaardelijk
WVW 1994 = Wegenverkeerswet 1994
Sr = Wetboek van strafrecht