Arbeidsuitbuiting komt ook in Nederland vaker voor dan je denkt. Het komt in alle sectoren voor. En altijd gaat het om kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Dwang, geweld, dreiging, afpersing, fraude en misleiding spelen daarbij een rol.
Arbeidsuitbuiting (anoniem) melden
U kunt arbeidsuitbuiting melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie; dat kan ook anoniem. Dit kan ook als u een vermoeden heeft van arbeidsuitbuiting.
Arbeidsuitbuiting is mensenhandel
In de wet wordt arbeidsuitbuiting beschreven als een vorm van mensenhandel. En dat is een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid, het maakt inbreuk op fundamentele mensenrechten.
Arbeidsuitbuiting is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Op mensenhandel staat een gevangenisstraf van 12 jaar, en zelfs levenslang als de mensenhandel de dood ten gevolge heeft. Deze strafdreiging benadrukt dat het gaat om een zeer ernstig strafbaar feit.
Er zijn 4 vormen van mensenhandel:
- Seksuele uitbuiting: gedwongen prostitutie, gangbangs, seksslaven et cetera;
- Criminele uitbuiting: ouders die kinderen laten stelen of mensen gedwongen hennep laten knippen of drugs smokkelen;
- Arbeidsuitbuiting: in alle reguliere arbeidsvormen zoals land- en tuinbouw, au pairs, bouw, horeca et cetera;
- Gedwongen orgaandonatie: dit komt vrijwel niet voor in Nederland.
Omdat mensenhandel een strafbaar feit is, doen opsporingsdiensten strafrechtelijk onderzoek (naar verdachten van) mensenhandel. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie doet strafrechtelijk onderzoek naar arbeidsuitbuiting. De politie en Koninklijke Marechaussee sporen de andere vormen van mensenhandel op.
Het kan ingewikkeld zijn om een veroordeling te krijgen voor mensenhandel. Er moeten namelijk 3 onderdelen worden bewezen:
- De verdachte heeft een ongeoorloofd middel gebruikt bij het slachtoffer. Dit heet ook wel: dwangmiddel. Bijvoorbeeld (bedreiging met) geweld, misleiding of misbruik van een kwetsbare positie. Dit moet ertoe hebben geleid dat het slachtoffer arbeid en/of (seksuele) diensten is gaan verrichten, of hierdoor én voor het verrichten van die arbeid/(seksuele) diensten is geworven, vervoerd, overgebracht of gehuisvest.
- De handelingen zelf, dus het bewegen/dwingen tot het verrichten van werk en het werven, vervoeren enzovoorts.
- (Oogmerk van) uitbuiting. Heeft de verdachte gehandeld met de intentie om het slachtoffer uit te buiten? Hierbij wordt onder meer gekeken naar:
- de aard en duur van het werk;
- de beperkingen voor het slachtoffer door het werk;
- het economisch voordeel dat is behaald door de verdachte.
Dus naast dat er een dwangmiddel, handeling en (oogmerk) van uitbuiting moet zijn, moet er een causaal verband tussen die 3 worden aangetoond. Kortom: is het slachtoffer gaan en/of blijven werken (of vervoeren of huisvesten enzovoorts) door het dwangmiddel dat de verdachte richting het slachtoffer heeft gebruikt?
Iedereen kan arbeidsuitbuiting signaleren en melden. Signalen van arbeidsuitbuiting kunnen zijn:
- slapen op de werkplek;
- je adres niet weten;
- geen voordeursleutel hebben;
- niet beschikken over je eigen paspoort of bankpas.
In de praktijk komen de meeste signalen van partijen als gemeente, politie, Kmar, belastingdienst, ngo’s, vakbonden of via de arbeidsinspecteurs van de Arbeidsinspectie.
Meldingen van mogelijke arbeidsuitbuiting gaan altijd naar de Opsporingsdienst. De melding wordt dan aangevuld met andere informatie uit (politie)systemen en beoordeeld. Levert alle informatie een vermoeden van arbeidsuitbuiting op? Biedt het voldoende aanknopingspunten voor de Opsporingsdienst om op te acteren (omdat een potentieel slachtoffer kan worden benaderd of de informatie leidt tot een verdachte)? Dan wordt de melding verder opgepakt door een rechercheur.
Als ook de rechercheur aanwijzingen ziet van mogelijke arbeidsuitbuiting, bekijkt hij of werknemers daarover willen verklaren en wellicht aangifte willen doen. Daarna wordt beoordeeld of er voldoende mogelijkheden zijn voor de start van een strafrechtelijk onderzoek. Als het tot een strafrechtelijk onderzoek komt, dan staan die altijd onder leiding van een officier van justitie van het OM.
In het politiek-maatschappelijke debat en in de media wordt vaak de term uitbuiting gebruikt. Hoewel uitbuiting een onderdeel is van mensenhandel, zijn deze twee termen geen synoniemen van elkaar. Dit kan verwarrend zijn. Vooral wanneer de term uitbuiting wordt gebruikt om bepaalde ernstige misstanden in arbeidsomstandigheden of in de relatie tussen werkgever en werknemer te beschrijven. Denk bijvoorbeeld aan ondermaatse huisvesting van arbeidsmigranten of zeer slecht werkgeverschap zonder gebruik van dwangmiddelen naar de werknemer. Dit soort situaties zijn schrijnend, maar zijn vaak geen mensenhandel. Strafrechtelijk optreden is dan ook niet mogelijk (tenzij sprake is van andere strafbare feiten).
Als de politie, de Arbeidsinspectie of het Openbaar Ministerie spreken over seksuele, criminele of arbeidsuitbuiting dan bedoelen zij mensenhandel in de zin van het artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Momenteel wordt gewerkt aan het definiëren en de strafbaarstelling van ernstige benadeling.
Aanpak arbeidsuitbuiting
De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie doet strafrechtelijk onderzoek naar Arbeidsuitbuiting. Dat houdt in dat met hulp van (bijzondere) opsporingsmiddelen wordt onderzocht of een verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een strafbaar feit. Bij (bijzondere) opsporingsmiddelen kun je denken aan het horen van getuigen, bankgegevens opvragen, telefoons afluisteren en mensen stelselmatig volgen. De inzet hiervan is pas toegestaan als wordt voldaan aan de voorwaarden uit het Wetboek van Strafvordering. Er wordt dan immers inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de burger. Eén van die voorwaarden is dat sprake moet zijn van een redelijk vermoeden dat een persoon (de verdachte) zich schuldig maakt aan een strafbaar feit. Dit wordt gebaseerd op reeds bekende (en gevalideerde) informatie, bijvoorbeeld uit een melding.
Alle opsporingsonderzoeken wordt uitgevoerd onder het gezag van de officier van justitie. Die beslist – vaak in samenspraak met de rechercheurs – over de inzet van (bijzondere) opsporingsmiddelen, de voortgang (of stopzetting) van het onderzoek, en uiteindelijk de vervolging. Omdat mensenhandel een complex strafbaar feit is, zijn bij de mensenhandel-onderzoeken gespecialiseerde officieren van justitie betrokken. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie valt onder het gezag van de (mensenhandel)officier van justitie van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.
- Openbaar Ministerie
- Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie
- Programma Arbeidsuitbuiting en Ernstige Benadeling van de Arbeidsinspectie
- Koninklijke Marechaussee
- Politie
- Gemeenten
- Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s)
- Belastingdienst
- Taskforce aanpak mensenhandel
- Nationaal rapporteur mensenhandel
- Expertisecentrum mensenhandel en mensensmokkel
- Landelijke expertgroep mensenhandel
- Coördinatiecentrum tegen mensenhandel (Comensha)
- Vreemdelingenpolitie
- Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s, zoals Fairwork)
Omdat álle signalen van mensenhandel moeten worden opgepakt is de vraag is niet of maar hoe we de zaak van mogelijke arbeidsuitbuiting aanpakken. Dat kan in het strafrecht, maar soms ook integraal met andere overheidsinstanties, om slimmer te kunnen optreden. Zo kan de gemeente bestuurlijk handhaven op huisvesting en kan de Belastingdienst ervoor zorgen dat een werkgever belasting gaat betalen. Lees meer:
Niet elke melding van mogelijke arbeidsuitbuiting wordt verder opgepakt door de Opsporingsdienst. Dit is het geval wanneer:
- de initiële beoordeling van de Opsporingsdienst geen vermoeden van arbeidsuitbuiting oplevert (maar wel duidt op andere misstanden);
- geen aanknopingspunten biedt voor een rechercheur om op te acteren.
De melding wordt dan gedeeld met inspecteurs van het programma Arbeidsuitbuiting en Ernstige Benadeling. De inspecteurs van dit programma onderzoeken vervolgens de mogelijkheid om een controle uit te voeren bij de werkgever om arbeidswetten op het gebied van arbeidsmarktfraude te handhaven. Zo kan de Arbeidsinspectie op grond van het bestuursrecht een interventie te plegen, waar dat op grond van het strafrecht niet mogelijk was.
Niet alle ernstige misstanden of vormen van zeer slecht werkgeverschap leveren arbeidsuitbuiting op in de juridische betekenis. Sterker nog, in de praktijk blijkt het zeer lastig om tot een veroordeling van mensenhandel te komen. Daardoor is in veel gevallen strafrechtelijk optreden geen optie, terwijl mogelijk wel sprake is van werknemers die door toedoen van hun werkgever in een schrijnende situatie verkeren en/of ernstig zijn benadeeld. Dit soort situaties vragen om een interventie. Hiertoe heeft de Arbeidsinspectie het programma Arbeidsuitbuiting en Ernstige Benadeling ontwikkeld. Ook brachten we de Monitor arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling (publicatie 2022) uit. Tijdens inspecties controleren de Arbeidsinspecteurs Arbeidsmarktfraude van de Nederlandse Arbeidsinspectie op naleving van arbeidswetten:
- Wet minimumloon en vakantiebijslagen
- Arbeidstijdenwet
- Wet arbeid vreemdelingen
Tijdens deze controles kunnen zij stuiten op signalen van arbeidsuitbuiting of potentiële slachtoffers. In die gevallen wordt direct contact gezocht met rechercheurs van de Opsporingsdienst.