OM eindigt onderzoek Grass Company met overeenkomst
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in het proces rond de coffeeshops van The Grass Company met 21 verdachten een overeenkomst gesloten. Daarmee kunnen die strafzaken, wat het OM betreft, worden beëindigd.
De partijen zijn het eens geworden over de betaling van geldboetes (van 20.000 tot 375.000 euro), het vervullen van werkstraffen (in totaal 460 uur) en terugbetaling van in totaal 7,75 miljoen euro als wederrechtelijk verkregen voordeel. Aangezien de verdachten aan de verplichtingen hebben voldaan, vervalt voor het OM het strafvorderlijk belang bij de vervolging.
Het Openbaar Ministerie is met in totaal 21 verdachten (zowel natuurlijke als rechtspersonen) overeengekomen hoe de zaken moeten worden afgedaan. Van vijf verdachten bevinden de zaken zich onder de rechter. Het OM had deze verdachten eerder gedagvaard waardoor hun zaken in behandeling zijn bij de rechtbank. De officier van justitie heeft de rechtbank in Breda maandag gevraagd het OM in de verdere vervolging niet-ontvankelijk te verklaren.
Verdenking
Onderzoek naar The Grass Company, een keten met coffeeshops in Tilburg en Den Bosch, leidde in 2011 tot de verdenking van grootschalig witwassen van minstens 20 miljoen euro, belastingfraude, handel in softdrugs, valsheid in geschrifte en het vormen van een criminele organisatie. Tientallen (rechts)personen werden daarbij als verdachten aangemerkt. Zowel in Nederland als in het buitenland vonden doorzoekingen plaats en werd beslag gelegd op banktegoeden en onroerend goed.
Rechtvaardige uitkomst
Het onderzoek vergde veel tijd en liep behoorlijk vertraging op, mede doordat een van de hoofdverdachten geruime tijd in Thailand gedetineerd zat. Vanwege onder meer het tijdsverloop en de druk op de strafrechtketen heeft het Openbaar Ministerie ervoor gekozen om de zaken af te doen met opleggen van strafbeschikkingen en werkstraffen door transacties aan te gaan en terugbetaling van het wederrechtelijk verkregen vermogen.
De vele gesprekken tussen het OM en de verdachten leidden uiteindelijk tot een afdoeningsovereenkomst die op 29 november 2022 door alle partijen werd ondertekend en door de officier van justitie gezien wordt als een ‘rechtvaardige uitkomst’.