OM eist 2 maanden gevangenisstraf in doxingzaak

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag een gevangenisstraf van 2 maanden geëist tegen een 56-jarige man uit Katwijk. De man wordt verdacht van doxing: het verspreiden van persoonsgegevens met het doel om iemand te intimideren. Verdachte deed dit via zijn X-account.

Op 22 januari 2024 deed de hoofdofficier van justitie van het Arrondissementsparket Den Haag aangifte van doxing. In berichten die verdachte op 22 en 23 december 2023 op X plaatste, werd een officier van justitie bij naam genoemd. In die berichten stonden onder andere een foto, adres en telefoonnummer.

Intimidatie

Het doel van het plaatsen van deze posts is volgens het OM duidelijk: intimidatie. Verdachte heeft met het plaatsen van de posts beoogd om de officier vrees aan te jagen, ernstige overlast aan te doen, of hem in de uitoefening van zijn beroep ernstig te hinderen.

Inwerkingtreding

Doxing is sinds 1 januari 2024 strafbaar gesteld. Verdachte heeft de posts ongeveer één week daarvoor geplaatst, en de posts na 1 januari 2024 niet verwijderd. Hij wist wat doxing is en wat dat met iemand kan doen.

De officier van justitie ging hier tijdens het requisitoir op in: “Het OM vindt dat verdachte deze posts heeft verspreid en ter beschikking gesteld met het oogmerk van intimidatie. Voor verdachte was al vóór 1 januari 2024 in voldoende mate voorzienbaar dat zijn gedragingen eind 2023 aanleiding konden geven tot strafbaarheid na 1 januari.”

De officier maakte een parallel met de offline wereld. In die vergelijking zijn de posts op X te vergelijken met twee posters achter ramen in de woning van verdachte, die vanaf de straat leesbaar zijn. Deze posters zijn op 22 en 23 december opgehangen, en hangen er na 1 januari 2024 nog steeds, terwijl verdachte weet dat er honderden mensen naar de posters kijken of hebben gekeken. Door het laten hangen van de poster wordt de inhoud verspreid en aan anderen ter beschikking gesteld.

Ondermijnend

“Doxing maakt een inbreuk op iemands privéleven”, zei de officier van justitie tijdens de zitting. “Dat kan tot online en tot offline gevolgen voor de betrokkene leiden. Dit komt doordat het publiceren van persoonlijke gegevens tot actie van anderen kan leiden.”

De officier sprak ook over een potentieel ondermijnend effect op de democratische rechtsstaat. “Het online delen van persoonsgegevens kan tot een groot bereik leiden. Dit betekent dat er een bron is voor kwaadwillenden die zouden willen escaleren met uitingen van een mogelijk nog meer intimiderend karakter. In dit geval is niet gebleken dat dit effect zich heeft voorgedaan. Gelukkig maar. Dat is echter niet aan verdachte te danken. Het had anders kunnen aflopen.”