OM eist gevangenisstraffen voor gijzeling en ‘marteling’ in loods in Acquoy
"Deze casus valt onder de gewelddadige uitwassen van de hedendaagse georganiseerde drugscriminaliteit’’, aldus de officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Arnhem. Drie mannen zouden in april van dit jaar een medewerker van de Antwerpse haven hebben vastgehouden in een loods in het dorp Acquoy. ‘’Het woord martelen komt wel in beeld’’, aldus de officier, die tegen een man van 26 jaar 4,5 jaar gevangenisstraf eiste, en tegen een 22-jarige man 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk.
Het slachtoffer wordt op 30 maart ontvoerd vanuit België en twee dagen later, op 2 april, aangetroffen door de eigenaar van de loods. Het slachtoffer zit met elektriciteitsdraden vastgebonden op een stoel. In de loods is ook een waterput. De man verklaart meerdere keren met water overgoten te zijn, naast dat hij geslagen en gestompt is. Ook werd hij bedreigd met een vuurwapen. Dit alles vloeide voort uit zijn weigering om een rol te spelen bij de invoer van drugs in de Antwerpse haven.
Opmerkelijk is volgens de officier van justitie dat verdachten uit verschillende delen van Nederland komen en geen enkele band hebben met de locatie van de loods. ‘’De locatie is op bijzonder brutale wijze in beslag genomen door betrokkenen, in de verwachting dat de rechtmatige eigenaar van de loods deze ‘gevangenis’ niet zou ontdekken’’, aldus de officier van justitie. ‘’De wijze waarop verdachten vervolgens met het slachtoffer zijn omgegaan, is schokkend: vastbinden, bedreigen met een pistool, het plaatsen in een waterput waardoor het slachtoffer onderkoeld raakte en het, gedurende twee dagen, herhaaldelijk overgieten met water. Het is welhaast filmisch en zeer beangstigend, zo niet traumatiserend voor het slachtoffer. Aan hem kan geen ander ‘verwijt’ worden gemaakt dan dat hij niet wilde zwichten voor een aanbod tot corruptie.’
Het dossier bevat naar de mening van het OM wettig en overtuigend bewijs dat de drie mannen als ‘bewaker’ hebben gefungeerd in de loods, om op deze manier makkelijk geld te verdienen. De officier van justitie heeft voor de strafmaat gekeken naar andere zaken waarin sprake is van ontvoering en gijzeling en komt dan tot een uitgangspunt van 4,5 jaar gevangenisstraf. Ten aanzien van de 26-jarige man ziet de officier van justitie geen reden om hiervan af te wijken. Deze straf is passend als vergelding voor het leed dat het slachtoffer is aangedaan, en als signaal naar de verdachten om zich te ontworstelen aan het criminele milieu. Maar het OM wil ook een signaal afgeven aan de samenleving: ‘’Justitie heeft niet veel wapens in de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit en het bijkomende geweld. Streng repressief optreden is het minste dat gedaan kan worden.’’
Voor de 22-jarige is een afwijkende strafeis passend. Hij heeft als enige verdachte zijn aanwezigheid in de loods (deels) toegeven. Ook heeft deze verdachte een laag IQ en is als gevolg daarvan makkelijk beïnvloedbaar. De reclassering vindt bij deze verdachte begeleiding kansrijk. Alles afwegende vindt de officier van justitie voor hem een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, passend