Taakstraf geëist tegen agent voor schenden ambtsinstructie

Het Openbaar Ministerie eist een taakstraf van zestig uur tegen een politieagent van de eenheid Midden-Nederland. De agent wordt ervan verdacht zijn ambtsinstructie te hebben geschonden, door met zijn wapenstok op het hoofd van het slachtoffer te slaan.

Het incident gebeurde 17 december 2022 in het centrum van Amersfoort. De agent was aan het werk in het horecagebied en werd geconfronteerd met een bijzondere situatie. Het latere slachtoffer kwam op de agent af en wilde niet naar hem luisteren. “De verdachte dacht op enig moment ook dat hij werd aangevallen door het slachtoffer, omdat hij een klap op of tegen zijn nek voelde”, legt de officier van justitie uit.

In een reactie hierop deelt de agent meerdere klappen uit met zijn wapenstok. Daarbij liep het slachtoffer ernstig letsel op aan zijn hoofd. “Het verwijt aan de verdachte is niet – zoals je een normale burger zou verwijten – dat hij tegen alle maatschappelijke omgangsregels in met de wapenstok heeft geslagen”, legt de officier van justitie uit. “Het verwijt aan verdachte is dat hij in zijn bevoegdheid geweld toe te passen te ver is gegaan.”

Camerabeelden

De rijksrecherche is na het incident een onderzoek gestart naar het geweldsgebruik door de politie. In het dossier zitten camerabeelden van het incident, waaronder ook van een bodycam van een van de aanwezige agenten. Daarnaast zijn er veel getuigen die hebben verklaard over het incident.

Ook worden in het dossier de handelingen van de agent vergeleken met de ambtsinstructie. Zo wordt agenten aangeleerd om niet te slaan op het hoofd, de ruggengraat of de hals. “Ook wordt er in de trainingen aandacht besteed aan het geven van meerdere slagen achter elkaar”, legt de officier van justitie uit. “Als professional moet je blijven waarnemen, naar de situatie kijken en niet blijven slaan tot er geen beweging meer is.”

Grote metalen wapenstok

Een agent heeft een speciale bevoegdheid om geweld te mogen gebruiken, daar wordt in het onderzoek rekening mee gehouden. De verdachte heeft zelf ook niet gewild om in deze situatie te komen. “Waar burgers zich uit een gevaarlijke situatie kunnen terugtrekken, wordt van opsporingsambtenaren juist verwacht dat zij actief optreden om de situatie te beëindigen”, vertelt de officier van justitie. “Dit betekent dat zij zich in een kwetsbare positie bevinden.”

Toch is de agent, volgens het OM, over een grens gegaan en blijkt uit het dossier dat de agent zijn ambtsinstructie heeft geschonden. “Door met een grote metalen wapenstok bovenhands met een zwaaibeweging – en dus met behoorlijke kracht – te slaan op /tegen het hoofd van het zich onder hem bevindende slachtoffer”, stelt de officier van justitie. “Pas toen de verdachte zijn collega’s ‘stop, stop, stop’ hoorde roepen, stopte de verdachte met slaan.”

Taakstraf

Alles meewegende eist het Openbaar Ministerie een onvoorwaardelijke taakstraf van zestig uur. Ook het slachtoffer in deze zaak is vervolgd voor zijn aandeel in het incident. Hij werd eerder door de politierechter vrijgesproken van het slaan van de agent. Het OM is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak, daardoor is de strafzaak nog niet onherroepelijk.

De Blauwe Kamer van de rechtbank Midden-Nederland doet op 28 oktober uitspraak in de zaak tegen de agent.