Eis: voorwaardelijke celstraf, werkstraf en ontzetting uit ambt voor verdachte (34) paspoortfraude

Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag voor de rechtbank Rotterdam een voorwaardelijke celstraf van zes maanden, een werkstraf van tweehonderd uur en ontzetting uit het ambt voor de duur van twee jaar geëist tegen een voormalig baliemedewerkster van de gemeente Vlaardingen en Dordrecht. De vrouw uit Pijnacker wordt ervan verdacht dat ze heeft gefraudeerd met het maken en uitgeven van drie paspoorten. De pasfoto’s kwamen niet overeen met de identiteit van de personen op de reisdocumenten. Het OM en de verdediging hebben procesafspraken gemaakt.

De 34-jarige vrouw was in de jaren 2018 en 2019 via een uitzendbureau werkzaam als baliemedewerkster bij de twee gemeenten. In die periode heeft ze gefraudeerd met drie officieel door de gemeente afgegeven paspoorten, twee in Vlaardingen (in 2018) en één in Dordrecht (2019). Werk dat alleen door een corrupte ambtenaar kan zijn gedaan omdat de ambtenaar de paspoortaanvraag in het paspoortsysteem van de gemeente moet verwerken. 

Onderzoek Rijksrecherche

De fraude kwam aan het licht nadat de Rijksrecherche in oktober 2022 informatie kreeg van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). Die instantie stuitte bij een controle op drie vermoedelijk vervalste paspoorten. Daarop is de Rijksrecherche onder leiding van het Landelijk Parket een onderzoek gestart waarbij op basis van onder meer (gelogde) gegevens van de gemeenten de vrouw uit Pijnacker in beeld is gekomen. Uit een Whatsapp-conversatie uit 2021 bleek ook dat de inmiddels ex-partner van de verdachte degene is die op verzoek van zijn contacten zijn vrouw probeerde te bewegen om bij een gemeente te gaan werken om zo valse paspoorten aan te kunnen vragen.
 

“Ook in dit strafrechtelijk onderzoek is het de rijksrecherche en het OM opgevallen hoe eenvoudig een kwaadwillende ambtenaar paspoorten kon vervalsen. Gebleken is dat voor een belangrijk proces als het aanvragen en uitgeven van paspoorten uitzendkrachten worden ingezet die niet of nauwelijks worden gescreend. Vanuit de gemeenten was er kennelijk onvoldoende toezicht op de medewerkers die het aanvraagproces uitvoerden. Er was bij deze gemeenten te weinig bewustzijn dat het om een afbreukgevoelig proces gaat waar criminelen eenvoudig misbruik van kunnen maken. Dat tekort aan risicobewustzijn werkt corruptie in de hand. Daar is deze zaak opnieuw een verontrustend voorbeeld van”, aldus de officier van justitie.

Voortvluchtige veroordeelde

Twee begunstigden van de valse paspoorten zijn geïdentificeerd. Het gaat om twee mannen met de Belgische nationaliteit, waarvan er één in België is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor een drugsdelict. Hij is nog altijd voortvluchtig. De derde begunstigde is een niet geïdentificeerde vrouw. Op de telefoon van de verdachte zijn afbeeldingen gevonden van het rechtmatige paspoort van een van de aanvragers net als de pasfoto van de onbekend gebleven vrouw.

“Met valse paspoorten kunnen criminelen onder de radar blijven, kunnen ze voortvluchtig blijven, grenzen passeren en zich met een andere identiteit identificeren, bijvoorbeeld bij een controle door de politie. Door het verstrekken van valselijk opgemaakte paspoorten heeft verdachte eraan bijgedragen dat de begunstigden misbruik konden maken van een valse identiteit. De verdachte heeft bovendien misbruik gemaakt van haar ambtelijke functie bij de gemeente Vlaardingen en Dordrecht. Daarmee heeft zij het vertrouwen van de burger in de overheid ernstig geschaad.”

Procesafspraken 

Het OM en de verdediging hebben zogenoemde procesafspraken gemaakt. Het OM vindt dat het maken van procesafspraken bijdraagt aan een efficiënte en effectieve afdoening van strafzaken. Afgesproken is dat de officier van justitie de strafeis verlaagt en dat de advocaat zich dan onder meer niet zal verzetten tegen het bewijs of in hoger beroep zal gaan. Het OM weegt in de strafeis mee dat de verdachte verder geen relevante strafrechtelijke documentatie heeft en dat strafbare feiten al in 2018 en 2019 zijn gepleegd. De rechters hebben uiteindelijk het laatste woord. Zij beslissen of de overeengekomen voorwaardelijke celstraf, werkstraf en de tijdelijke ontzetting uit het ambt ook daadwerkelijk worden opgelegd. 

De rechtbank heeft de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden om nog nader onderzoek te doen.