Reactie OM op beschikking hof Amsterdam inzake afzien vervolging leden arrestatieteam

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft kennis genomen van een beschikking van het gerechtshof in Amsterdam. In deze beschikking stelt het gerechtshof dat, conform het standpunt van het OM, vijf leden van het arrestatieteam die op 8 oktober 2017 betrokken waren bij de aanhouding van Michael P. niet vervolgd hoeven te worden. Michael P. is later veroordeeld voor het verkrachten en doden van Anne Faber.

In opdracht van het gerechtshof heeft het OM in Noord-Nederland met name onderzoek gedaan naar welke (gewelds)instructie het arrestatieteam had meegekregen, hoe deze tot stand was gekomen en hoe deze te interpreteren was.

Het OM kan zich goed vinden in de uitkomst van de beschikking. Met deze beschikking komt voor alle betrokkenen eindelijk een einde aan een lange periode van onzekerheid.

Het heeft lang geduurd voordat er duidelijkheid gekomen is in deze zaak. Politiemensen zijn als verdachte aangemerkt en verhoord. Dat heeft, begrijpelijkerwijs, een forse wissel op hen getrokken.

Het OM en de politie hebben van deze zeer bijzondere situatie geleerd. Enerzijds is nu afgesproken dat bijzondere instructies aan een arrestatieteam in de toekomst alleen nog schriftelijk mogen worden gegeven. Anderzijds is vastgelegd dat er geen opdrachten mogen worden gegeven en opgevolgd die in strijd zijn met artikel 3 EVRM.

Onderzoek

In het nadere onderzoek hebben leden van het arrestatieteam, andere betrokken politiemensen en Michael P.  hun lezing gegeven op de gebeurtenissen voor, tijdens en na de arrestatie. Daarnaast zijn door de rechter-commissaris getuigen gehoord die betrokken waren bij de (gewelds)instructies aan het arrestatieteam. Tot slot zijn, mede op initiatief van de verdediging, aanvullende medische rapportages opgemaakt.

Het gerechtshof heeft bij de beoordeling de omstandigheden ten tijde van de arrestatie in acht genomen. Op dat moment was het nog niet duidelijk of Anne Faber nog zou leven en waar zij zich bevond. De druk om haar te vinden was enorm. Er was derhalve, en dat schrijft het gerechtshof ook in haar beschikking, sprake van een zeer uitzonderlijke situatie. Immers, de intentie van alle betrokkenen was gericht op het vinden van de jonge vrouw.