Twaalf jaar cel geëist tegen Utrechter voor doodslag op eigen partner

Het Openbaar Ministerie heeft twaalf jaar cel geëist tegen een 45-jarige verdachte uit Utrecht. Hij wordt ervan verdacht op 24 januari vorig jaar in de Utrechtse wijk Overvecht in hun slaapkamer zijn partner te hebben omgebracht. De 52-jarige vrouw overleed nadat zij tientallen keren met een mes werd gestoken.       

Familieleden hoorden de bewuste nacht rumoer in de slaapkamer van de twee, waarna de 45-jarige Utrechter het huis ontvluchtte. In de slaapkamer troffen ze het zwaargewonde slachtoffer alleen aan. Zij kwam later in het ziekenhuis te overlijden. Politieagenten hielden kort daarna in de buurt de verdachte aan die blootvoets op straat liep, bebloede handen had en in het bezit was van een bebloed mes.

In verhoren heeft verdachte verklaard dat hij weinig meer weet van het incident, maar zich nog wel herinnert dat hij kort na het steken met het mes in zijn handen tegenover het slachtoffer in de slaapkamer stond. Uit het onderzoek blijkt volgens het OM dat de verdachte jaloers was, vermoedde dat zijn partner vreemd ging en een grote controledrang had ten opzichte van het slachtoffer. Het Openbaar Ministerie ziet daarin ook het motief van de man voor zijn daad en meent dat er sprake is van femicide; een vorm van moord of doodslag waarbij een vrouw om het leven gebracht wordt door haar (ex-)partner.

Uit onderzoek in het Pieter Baan Centrum komt naar voren dat er bij verdachte sprake is van een aanpassingsstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol. Uit het onderzoek is volgens het OM niet gebleken dat de verdachte een vooropgezet plan had het slachtoffer te doden. Daarom heeft de officier justitie geen veroordeling geëist voor moord, maar wel voor van doodslag. Het wordt de verdachte door de officier onder meer zwaar aangerekend dat hij niet alleen zijn partner het leven heeft ontnomen, maar dat ook haar kinderen, vrienden en overige familie hun dierbare door zijn zinloze daad voor goed moeten missen.   

Alles afwegend eist het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaar. Daarbij moet worden opgemerkt dat gezien de pleegdatum nog uitgegaan moet worden van het oude maximum van vijftien jaar gevangenisstraf voor het plegen van doodslag.