Celstraffen geëist voor huurmoord Zuidland
Het Openbaar Ministerie heeft donderdag forse straffen geëist tegen twee mannen die verdacht worden van moord in verenging op een 41-jarige man uit Zuidland. Als het aan het OM ligt gaat een 47-jarige plaatsgenoot van het slachtoffer 24 jaar de cel in voor het uitlokken van moord, medeplegen van moord en wapenbezit. Een 37-jarige man uit het Limburgse Weert wordt verdacht van wapenbezit en het doodschieten van het slachtoffer. Hij hoorde ook 24 jaar tegen zich eisen.
Op zondagavond 20 november rond half elf ’s avonds ziet een getuige een man een steegje inlopen in de omgeving van het huis van het slachtoffer. Even later klinken er drie knallen en rijdt een grijs voertuig met piepende banden weg. Korte tijd later wordt het slachtoffer op straat zwaargewond aangetroffen. Ondanks reanimatiepogingen is hij niet meer te redden.
De vermoedelijke schutter crasht na het schietincident op de A15 en als de surveillanten in de auto kijken, zien ze een doorgeladen pistool liggen. Ook blijken de kentekenplaten te zijn gestolen vanaf het parkeerterrein bij de woning van het slachtoffer. Al snel wordt de link gelegd met het schietincident eerder op de avond in Zuidland en wordt de bestuurder aangehouden.
Uit onderzoek in zijn telefoon blijkt dat hij in de buurt van de plaats delict is geweest ten tijde van het schieten. Hij komt ongeveer drie kwartier voor het incident aan op de Maalsteen, de straat waar het slachtoffer woont. Direct na het incident verplaatst de telefoon zich richting de snelweg. Ook worden door het NFI schotresten op de handen van de verdachte aangetroffen. Ook is het DNA van de verdachte op het wapen aangetroffen.
Contact met andere verdachte
Op de telefoon van de Weertenaar worden chatgesprekken aangetroffen met de andere verdachte waar tot kort voor de moord over de uitvoering gesproken wordt. “Probeer zaterdag. Zoals afgesproken. 10 direct en de rest als t klaar is gemaakt. Dus groen licht.” De reactie is kort: “Dat is prima.” Uit verder onderzoek blijkt dat voor de huurmoord een bedrag van 20.000 euro is afgesproken. Dit wordt ondersteund door contante geldopnames van de opdrachtgever.
De Zuidlandse verdachte houdt het slachtoffer, zo blijkt uit de chatgesprekken, al veel langer nauwlettend in de gaten. Eerdere geplande data om de liquidatie uit te voeren kunnen om verschillende redenen niet doorgaan. Het slachtoffer is bijvoorbeeld niet thuis of is al weg.
Motief
In de politiesystemen worden mutaties gevonden waarin de partner van de Zuidlandse verdachte melding maakt van bedreigingen aan haar adres van het slachtoffer. Toen het slachtoffer vast zat was er een hechte band ontstaan tussen zijn partner en de overburen. Tussen de vrouwen ontstond op enig moment zelfs een meer dan vriendschappelijke band en het slachtoffer was daar, nadat hij erachter was gekomen, niet blij mee en sprak de betrokkenen daar op aan. Dit werd door de Zuidlandse verdachte als bedreigend ervaren. De opdrachtgever van de moord zou vervolgens tegen een vriend over de situatie hebben gezegd: “Binnenkort laat ik zien wie ik ben en wat ik kan.”
Zeer ernstig feit
Verdachten hebben zich volgens de officier van justitie schuldig gemaakt aan een zeer ernstig strafbaar feit. “Een gruwelijke moord, waarbij een jonge man, vader van jonge kinderen, uit het leven is gerukt. De nabestaanden ondervinden daar grote geestelijke schade van. De kinderen zijn hun vader kwijt. Zij zullen dit leed hun hele leven met zich meedragen, hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Ik reken dit verdachten zeer zwaar aan. En daarom is alleen een langdurige gevangenisstraf gepast.”