OM eist celstraf tegen directrice Drentse zorginstelling
Het Openbaar Ministerie (OM) in Noord-Nederland heeft een celstraf van negen maanden - waarvan zes voorwaardelijk - geëist tegen een 55-jarige vrouw uit de gemeente Emmen. Zij was directeur van een zorginstelling in Wijster. De vrouw wordt verdacht van het in de nacht van 19 op 20 januari 2018 in hulpeloze toestand achterlaten van een 59-jarige man, waardoor de man is komen te overlijden.
De man was kwetsbaar en hulpbehoevend, waardoor er dag en nacht iemand dicht bij hem in de buurt moest zijn. Daarvan was in de zorginstelling in Wijster geen sprake, terwijl de man net was teruggekeerd van een verblijf in het ziekenhuis. Wel fungeerde de verdachte, die geen enkele zorgopleiding heeft gevolgd, in de nacht telefonisch als achtervang. Dat deed zij vanuit haar eigen woning vlakbij de zorginstelling en dus niet op de plek waar dat zou moeten: bij de bewoners.
Wissen telefoontjes
In de ochtend van 20 januari 2018 wordt de man dood aangetroffen in zijn stoel. Voorafgaand aan zijn overlijden had hij meerdere keren zowel de diensttelefoon van de instelling als de privé-telefoon van de verdachte gebeld. Op beide telefoons bleven de oproepen onbeantwoord.
De verdachte bleek nadien de gemiste oproepen op de beide telefoons en op de telefoon van de overleden man te hebben gewist. Daardoor zou niemand kunnen zien dat zij die nacht gebeld was. Tegen een medewerker heeft de verdachte later gezegd dat zij dat had gedaan om geen onrust te veroorzaken bij de familie van de overleden bewoner van haar zorginstelling.
Gevaarlijke positie
De verdachte wordt niet alleen vervolgd voor het (niet) handelen in de fatale nacht. Ook wordt zij als directrice van de zorginstelling vervolgd voor het niet organiseren van de aanwezigheid van gekwalificeerd zorgpersoneel gedurende de nacht op de locatie.
De instelling had immers de verplichting opgenomen om goed voor de 59-jarige man te zorgen. Daarvoor ontving het ook 60.000 euro per jaar. Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat er al sinds jaar en dag ’s nachts geen personeel aanwezig was bij de bewoners. Dit bleek onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering.
In combinatie met het niet beantwoorden van meerdere telefoonoproepen concludeert de officier van justitie dat de instelling daardoor de man in een gevaarlijke positie heeft gebracht. “Daar komt bij dat het slachtoffer in 2016 al een keer uren in hulpeloze toestand verbleef na een val. (…) Desondanks was er twee jaar later nog geen continue nachtdienst geregeld. Hiervoor was verdachte verantwoordelijk. (…) Opmerkelijk daarbij is dat na het overlijden van deze bewoner de 24-uurs zorg opeens wel geregeld was. Het kon dus wel.”
Geen medische zorg
De schouwarts heeft geconcludeerd, bij gebrek aan verdere informatie, dat de man vermoedelijk is overleden aan een hartstilstand. Omdat er pas maanden na zijn dood een melding is gedaan, heeft er geen uitgebreid onderzoek op het lichaam plaatsgevonden. Toch vindt het OM dat bewezen kan worden dat de dood van de man de zorginstelling kan worden aangerekend.
Immers, de kans op het overlijden is vergroot door het niet aanwezig hebben van personeel en het niet beantwoorden van de telefonische oproepen door de directeur van het bedrijf. Daardoor bleef medische hulp hoe dan ook achterwege.
Onderzoek duurde lang
Het is inmiddels zes jaar geleden dat de 59-jarige bewoner van de zorginstelling is overleden. Dat deze zaak nu pas door een rechtbank wordt behandeld, heeft er mee te maken dat in februari 2023 het dossier pas door het OM kon worden beoordeeld. Het proces-verbaal van de inspectie liet lang op zich wachten. Dat had te maken met het horen van veel getuigen, de corona-pandemie, het verzamelen van een groot aantal medische stukken en de noodzaak van aanvullend onderzoek.
Ook kampt de afdeling opsporing van de inspectie volgens de officier van justitie met onderbezetting. “Met een vrij beperkte club mensen doen zij onderzoek naar doorgaans vrij ingewikkelde medische zaken door het hele land.”
Eisen voor zorg
Het Openbaar Ministerie hecht er tenslotte aan om te benadrukken dat niet iedereen zomaar kwetsbare mensen kan opvangen. Aan de te leveren zorg voor deze mensen worden eisen gesteld en als die niet kunnen worden nagekomen kan dat ernstige gevolgen hebben.
Op maandag 11 maart 13:00 uur doet de rechtbank uitspraak.