4 ½ jaar cel geëist voor hennepteelt, witwassen, diefstal, faillissementsfraude en wapenbezit
‘Het dossier bestaat uit twee verhuisdozen aan papier, maar de strafzaak is in feite simpel”, aldus de officier van justitie vandaag in de rechtszaal in Almelo. “Deze verdachte heeft een serie strafbare feiten gepleegd en daarvoor moet hij de gevangenis in. En hij moet het wederrechtelijk verkregen voordeel van ruim 6 ton terugbetalen”. Het Openbaar Ministerie verwijt de 56-jarige verdachte uit de gemeente Dinkelland bezit en teelt van hennep, diefstal van elektriciteit, bezit van onder meer een handgranaat, een alarmrevolver en imitatiewapens, witwassen en omvangrijke faillissementsfraude. De officier eiste 4 ½ jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Een tweede verdachte, de boekhouder van de 56-jarige verdachte, hoorde een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden tegen zich eisen. De boekhouder maakte zich volgens het OM schuldig aan het schuldwitwassen van bijna 600.000 euro, zonder daar overigens zelf direct voordeel van te hebben gehad. Bij zijn strafeis voor het witwassen hield de officier van justitie rekening met het feit dat er bijna vijf jaar zijn verstreken sinds de start van het onderzoek.
Hennep en stroom
Tussen 2014 en 2017 kwamen verschillende – al dan niet anonieme - meldingen binnen over vermoedelijke hennepkwekerijen bij de 56-jarige verdachte thuis. De meldingen bleken juist. Op 1 mei 2017 nam de politie zo’n 600 hennepplanten, 400 stekken en 16 kilo hennep in beslag. Uit onderzoek bleek bovendien dat de stroomvoorziening voor het gehele perceel via een illegale elektriciteitskabel plaatsvond. De kwekerijen draaiden op gestolen elektriciteit.
De verdachte zelf heeft over de hennepteelt en diefstal van de elektriciteit geen vragen willen beantwoorden. In januari 2022, vijf jaar na de aanhouding, kwam de verdediging met een schriftelijke verklaring van een voormalig huurder die bekent dat hij verantwoordelijk is voor de illegale activiteiten op het terrein van verdachte. De officier van justitie acht de verklaring ongeloofwaardig en de gang van zaken rond deze verklaring dubieus: “Deze huurder heeft in november 2019 een volledig bekennende verklaring bij een notaris ingeleverd. Zijn verklaring zou de verdachten kunnen vrijpleiten. Maar nee… niemand van de verdachten is daarmee naar de politie gegaan, terwijl huurder in de verklaring heeft aangegeven zelfs onder ede daarover te willen en kunnen verklaren. En nu, jaren later komt de verdachte met deze verklaring aanzetten, lang nadat deze huurder is overleden. Er is overigens ook geen huurcontract en er blijkt nergens uit dat er huurinkomsten waren.”
Witwassen
Financieel onderzoek toonde onder andere aan dat meerdere keren grote contante geldbedragen op de rekening van de sportscholen van verdachte zijn gestort. Deze stortingen werden in opdracht van de verdachte door diens boekhouder gedaan, waarbij de grote bedragen in kleine delen werden opgesplitst om de banken niet te alarmeren. Daarnaast werden diverse schulden van de bedrijven van verdachte contant betaald. In totaal ging het om bijna 700.000 euro. Deze contante stortingen en betalingen hielden op nadat de hennepkwekerij in de woning was geruimd. In een schriftelijke verklaring van de verdachte stelde verdediging dat grote geldbedragen onder andere afkomstig waren van de verkoop van paarden, motoren en een Porsche. “De onderbouwing is niet concreet, valt niet te verifiëren en is op voorhand op onderdelen al onwaarschijnlijk”, aldus de officier die meer dan voldoende bewijs zag voor gewoontewitwassen van crimineel geld door verdachte en zijn boekhouder.
Faillissement
De verschillende sportscholen die verdachte exploiteerde, kwamen in financieel zwaar weer. Op het moment dat beslaglegging door de Belastingdienst dreigde heeft verdachte zelf faillissement aangevraagd om dat te voorkomen. “Dat faillissement leverde echter een langlopend conflict op met de curator, inclusief een gijzeling van verdachte omdat deze weigerde zijn administratie aan de curator beschikbaar te stellen” betoogde de officier van justitie. “Vervolgens bleek ook nog dat verdachte de inboedel van de sportscholen had meegenomen, waarvan een deel later bij hem thuis is aangetroffen. Hij heeft er echt alles aangedaan om het werk van de curator te bemoeilijken. Verdachte heeft lak aan de regels, dit is zeer kwalijk gedrag.”
De officier eindigde het betoog met zijn eis: “Het is een optelsom van een groot aantal strafbare feiten. Alles overziend is hier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4½ jaar passend”. Morgen, donderdag 23 november, krijgen de advocaten het woord.