OM eist maximale werkstraf en beroepsverbod voor zorgfraude tegen voormalig bestuurder Rigtergroep
Het Openbaar Ministerie eist de maximale werkstraf van 240 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een beroepsverbod voor 2 jaar tegen een voormalig bestuurder van zorgaanbieders die behoorden tot de Rigtergroep. De zorg werd verleend in Nijmegen en Arnhem. De 55-jarige vrouw maakte zich volgens het OM schuldig aan feitelijke leiding geven aan fraude met persoonsgebonden budgetten, het stelselmatig aanzienlijk minder zorg verlenen en valsheid in geschrifte. “Het gaat hier om geld van de overheid bedoeld voor de begeleiding en ondersteuning van kwetsbare personen. Fraude ten aanzien van dergelijke zorggelden is in maatschappelijk opzicht zeer kwalijk”, aldus de officier van justitie vandaag voor de Arnhemse rechtbank.
De bestuurder werd in november 2019 samen met twee anderen aangehouden en verhoord. Op dat moment waren al langer signalen dat de Rigtergroep niet voldeed aan het verlenen en leveren van de vereiste zorg aan cliënten. Die cliënten zijn mensen met een verstandelijke beperking, psychiatrische problematiek of psychosociale problemen.
Uit getuigenverklaringen van betrokkenen ontstaat een beeld van een bestuurder die de touwtjes strak in handen hield, streng en dominant was en zelf alle (belangrijke) financiële beslissingen nam. Ze was bepalend in de bedrijfsvoering van de Rigtergroep en kon op die manier, zo stelt het OM, frauderen met geld dat was bestemd voor de zorg van kwetsbare personen.
Stelselmatig aanzienlijk minder zorg verlenen
Sinds 2015 zijn gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) verantwoordelijk voor begeleiding van burgers met een licht verstandelijke beperking en/of psychiatrische en/of psychosociale problemen. Een gemeente kan aan deze burgers een persoonsgebonden budget (pgb) beschikbaar stellen voor zorg of ondersteuning. Persoonsgebonden budgetten dienen aangewend te worden voor de zorg of begeleiding van de veelal kwetsbare personen die deze budgetten toegewezen krijgen en dat geld wordt uiteindelijk uitgekeerd aan een zorgaanbieder (zoals de Rigtergroep) die de zorg verleent.
In 2017 concludeerde Bureau Handhaving van de gemeente Nijmegen over de Rigtergroep dat het verstrekte zorggeld niet volledig is gebruikt voor het verlenen van zorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg deed in 2016 en 2017 onderzoek, na signalen dat er minder zorg werd geleverd. Ook in dit onderzoek viel op dat er minder uren werden geregistreerd dan was overeengekomen.
De recherche onderzocht en berekende tussen januari 2016 en april 2017 de situatie van 31 cliënten in Nijmegen. De conclusie van dat onderzoek luidde dat minimaal 17 van hen minder individuele zorguren gekregen dan was overeengekomen, bij een enkeling ging het om ruim 130 uren. Een groot aantal cliënten van de Rigtergroep kreeg zo het aantal zorguren waar ze recht op hadden niet geleverd.
Op die manier is volgens het OM een deel van de zorgbudgetten, namelijk dat deel dat niet besteed is aan de zorg, wederrechtelijk toegeëigend en daarvoor was de bestuurder in hoge mate verantwoordelijk: “Er kan vastgesteld worden dat het zorggeld is verduisterd. De verdachte heeft, gelet op haar rol en positie binnen de Rigtergroep, de feitelijke leiding gegeven aan de strafbare gedragingen.“
Dagbesteding aan eigen woning
Ruim twee jaar lang, tussen januari 2015 en februari 2017, vinden er een aantal banktransacties vanuit de Rigtergroep naar de privérekening van verdachte plaats. Het gaat telkens om bedragen van 3000 euro, in totaal komt het neer op 105.000 euro.
Die bedragen worden overgemaakt voor verleende dagbestedingen op het woonadres van de verdachte. De officier van justitie: “Het is opmerkelijk te noemen dat de tuin van de directrice van de zorgaanbieder tegen forse betaling wordt gebruikt voor dagbesteding aan cliënten. Dit levert op zich al een ongewenste belangenverstrengeling op.”
Maar de dagbestedingen vinden slechts voor een beperkt deel plaats, gedurende een aantal maanden in 2016. Volgens het OM kan een aanzienlijk deel van de overgeboekte bedragen dan ook niet zien op daadwerkelijk verrichte dagbesteding waarvoor een vergoeding gerechtvaardigd is. “Alles overziend acht ik bewezen dat Rigter B.V. en Rigterzorg B.V. een strafbaar feit hebben begaan, te weten misbruik van overheidsgelden voor een ander doel”, aldus het OM.
Valsheid in geschrifte
Tot slot maakte verdachte zich in haar functie als directeur van de zorgaanbieder volgens het OM in drie gevallen schuldig aan valsheid in geschrifte: onder meer door het valselijk opmaken van een zorgcontract voor een jonge cliënte die op dat moment spoorloos was, om zo toch betaald te krijgen van de gemeente.
Het OM over de strafeis: “Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zorgfraude in de zin van feitelijke leiding geven aan verduistering en gebruik van zorggelden voor een ander doel dan waarvoor het was bestemd. Het betreft overheidsgelden bedoeld voor de begeleiding en ondersteuning van kwetsbare personen.”
Er is in de strafeis rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn, aangezien verdachte al in 2019 was aangehouden. Het strafdossier was in oktober 2020 afgerond. Ook kwam de verdachte nooit eerder met politie en justitie in aanraking.