Doodslag in vereniging: OM eist 14 en 10 jaar gevangenisstraf
De officieren van justitie van het Openbaar Ministerie Noord-Holland (OM) hebben onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 14 en 10 jaar geëist tegen een man van 20 jaar uit Amsterdam en een man van 25 jaar uit Aalsmeer. Het OM vindt het medeplegen van doodslag bewezen. De verdachten hebben samen, op 1 april vorig jaar, opzettelijk een 20-jarige man om het leven gebracht. Het slachtoffer werd op een parkeerplaats in een woonwijk in Hoofddorp op klaarlichte dag doodgeschoten. Uit het onderzoek blijkt dat de 20-jarige verdachte de schutter was en dat de 25-jarige verdachte bij het schieten aanwezig was en vervolgens samen met de schutter is weggereden.
Motief
Uit het politieonderzoek is gebleken dat een financieel conflict tussen de 20-jarige verdachte en het latere slachtoffer heeft geleid tot het fatale schietincident. Het slachtoffer beschuldigde de verdachte van een woninginbraak bij een familielid, als gevolg waarvan het slachtoffer de verdachte oplichtte. De 20-jarige verdachte is vervolgens verhaal gaan halen. Die confrontatie is, na een opmerking van het slachtoffer dat hij niet zou gaan betalen, dusdanig uit de hand gelopen dat de 20-jarige verdachte zijn vuurwapen heeft gepakt en gericht meerdere kogels op het slachtoffer heeft afgevuurd. Eén daarvan bleek fataal.
Confrontatie
De twee verdachten hebben die dag op verschillende momenten onenigheid met het slachtoffer. Eerst treffen ze elkaar bij het Spaarne Gasthuis, later bij een tankstation aan de Paxlaan in Hoofddorp en tot slot op een parkeerterrein aan het Leenderbos. De verdachten zijn samen aanwezig bij deze confrontaties en uit de latere verklaringen van beide verdachten blijkt dat de 25-jarige op de hoogte is van het financieel conflict. Een paar dagen voor het fatale schietincident heeft de 25-jarige verdachte bovendien bij meerdere personen geïnformeerd naar plekken waar het slachtoffer regelmatig zou verblijven, zoekend naar een confrontatiemogelijkheid met het slachtoffer.
Onderzoek
Het bewijs is gestoeld op tactisch onderzoek, camerabeelden en forensische resultaten. Daaruit blijkt dat de 25-jarige verdachte het vuurwapen heeft geleverd aan de 20-jarige verdachte. Uit sporenonderzoek komt verder naar voren dat DNA-materiaal van beide verdachten is aangetroffen op het wapen. Uit de bekeken camerabeelden van het terrein waar het schietincident plaatsvond en de camerabeelden van eerder die dag aan de Paxlaan, blijkt dat de 20-jarige man de schutter is, en dat de 25-jarige medeverdachte de vluchtauto bestuurt. Het motief en de toedracht worden onderschreven door verklaringen die verdachten zelf, getuigen en overige betrokkenen bij de politie hebben afgelegd.
Medeplegen
Het OM gaat uit van medeplegen omdat tussen verdachten sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. De 25-jarige verdachte heeft een actieve bijdrage gehad aan het schietincident, door het leveren van het vuurwapen, het zoeken naar de verblijfplaats van het slachtoffer, en het aangaan van de confrontaties met het slachtoffer. Ook moet hij volgens het OM weet hebben gehad van de aanwezigheid van het wapen. De officier van justitie: ‘’Onder deze omstandigheden aanvaardt de 25-jarige verdachte bewust de aanmerkelijke kans dat de andere verdachte een wapen gebruikt waarbij het slachtoffer dodelijk wordt geraakt’’.
Strafeis
In een woonwijk, op klaarlichte dag, is een jonge vader van twee kinderen, uit het leven geschoten vanwege een nietszeggend conflict. De nabestaanden moeten met dit onvoorstelbaar leed verder leven. Het OM eist 14 jaar tegen de schutter en 10 jaar tegen de medeverdachte voor het medeplegen van doodslag, verboden wapenbezit of het overdragen van een wapen. In de strafeis houdt het OM rekening met de rolverdeling tussen de verdachten. De officier ter zitting: ‘’De schutter heeft meerdere malen op het slachtoffer geschoten en heeft hem al schietend achtervolgd, terwijl het slachtoffer op de vlucht ging. Hij heeft hem van achteren in de rug geschoten, zodat hij zeker wist dat het slachtoffer zou komen te overlijden’’. Ondanks dat de schutter ten tijde van het feit pas 19 jaar was vindt het OM, mede op basis van de bevindingen van het Pieter Baan Centrum, toepassing van het volwassenenstrafrecht hier op z’n plaats.
De rechtbank doet naar verwachting over twee weken uitspraak