OM eist tot vijf jaar cel tegen drie verdachten voor drugsdeal in Bourtange
Een verlaten parkeerterrein in Bourtange. Het is rond half zeven in de ochtend op 14 juni 2021. Een 37-jarige man uit Haarlem, een 47-jarige vrouw uit Rotterdam en een 32-jarige man uit het Duitse Bremen komen samen op een parkeerplaats in Westerwolde. Wat zij niet weten is dat de politie een afspraak vermoedt.
Op het moment dat een politiehond begint te blaffen, grijpt de politie in. Zij vinden in een verborgen ruimte van de auto van de vrouw 30 kg cocaïne. In de auto van de Duitser wordt in twee tassen 250.000 euro aan cash aangetroffen. Deze tassen bevinden zich eveneens in een verborgen ruimte.
Tot vijf jaar cel
De officier van justitie eist in deze zaak tegen de drie verdachten gevangenisstraffen van vijf jaar voor de Nederlandse man en vrouw en vier jaar voor de Duitse verdachte. Ook wil zij dat het aangetroffen geld en de drie auto’s verbeurd worden verklaard. De drie personen worden verdacht van betrokkenheid bij deze deal; daarnaast wordt de Duitser het witwassen van een kwart miljoen euro ten laste gelegd.
"Het dorpje in Groningen"
De uit Duitsland afkomstige man en de vrouw uit Rotterdam ontkennen dat ze wisten dat het hier zou gaan om het aan- dan wel verkopen van cocaïne. In de verhoren zwijgt de man uit Haarlem; ter zitting verklaart hij dat hij dacht een auto te moeten afleveren voor verkoop van die auto.
De Haarlemmer probeerde na het ingrijpen van de politie te vluchten. Tijdens de vlucht gooit hij een telefoon uit het raam. Op die telefoon treft de politie belastende gesprekken aan, onder meer met de twee andere verdachten. Er wordt gesproken over de afspraak en over het rijden naar “het dorpje in Groningen”.
Streng optreden
Over de bestemming van de drugs zwijgen de verdachten. De Duitser verklaart enkel dat hij 1500 euro zou krijgen van iemand als hij het geld in een gehuurde auto naar Nederland zou brengen. De man die hem het geld en de auto aanbood had gezegd dat hij niks met drugs deed. De naam van deze vermeende opdrachtgever noemt de verdachte overigens niet. Er is onderzoek gedaan naar dit verhaal. Naar het oordeel van de officier van justitie is deze verklaring niet verifieerbaar.
“Door hun handelen hebben de verdachten een bijdrage geleverd aan de internationale drugshandel”, zegt de officier van justitie in haar betoog. Zij geeft aan dat het een wereld is waarin veel geld omgaat en grof geweld niet geschuwd wordt. “Verdachten hebben kennelijk enkel gehandeld uit financieel gewin. Tegen dit soort feiten moet streng worden opgetreden. Een forse gevangenisstraf is passend.”