Geldboetes en transacties vanwege buitenlandse omkoping

Het Openbaar Ministerie heeft woensdag bij de rechtbank Rotterdam vanwege buitenlandse omkoping geldboetes van 50.000 en 15.000 euro geëist tegen twee medewerkers van de besloten vennootschap DRC in West Betuwe. Tegen het bedrijf eiste de officier van justitie van het Landelijk Parket een geldboete van 225.000 euro.

De verdachten stonden terecht nadat zij eerder niet akkoord gingen met een door het OM aangeboden transactie. In 2016 is met twee medewerkers van DRC BV een transactie overeengekomen voor 5000 en 20.000 euro en een taakstraf van 80 en 40 uur.

In deze corruptiezaak kwamen twee andere bedrijven en een aantal van hun medewerkers in 2020 wel een transactie overeen met het OM. Bij elkaar is dat een transactie van 50.000 euro en in totaal 75.000 euro aan geldboetes – uiteenlopend van 5000 tot 30.000 euro - voor medewerkers. Het gaat om de Nederlandse bedrijven Dutchmed International BV in Gorinchem en het inmiddels failliete Simed International BV in Utrecht.

Wereldbank

De drie ondernemingen en natuurlijke personen worden verdacht van omkoping van een voormalig consultant van de Wereldbank.  Het doel van de omkoping zou zijn geweest om informatie te verkrijgen over de aanbesteding van overheidsopdrachten waarbij de Wereldbank was betrokken.

Vanwege ambtelijke corruptie is de voormalig consultant in 2017 in Engeland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar vanwege 13 verschillende internationale corruptiezaken. Hij zou twee miljoen euro aan giften hebben ontvangen in verband met het toekennen van contracten van de Wereldbank ter waarde van 50 miljoen euro. De Nederlandse bedrijven zijn door de Wereldbank jarenlang geschorst van deelname aan projecten van de bank.

Buitenlandse omkoping

Het Rijksrechercheonderzoek naar de buitenlandse omkoping leidde in 2011 na een melding van de Wereldbank tot doorzoekingen en inbeslagnemingen van administraties en computers. Door de Rijksrecherche is in een zogenoemd ‘joint investigation team’ nauw samengewerkt met de overseas anti-corruption unit (OACU) van Londense politie.

Vanwege onder meer het tijdsverloop heeft het OM gekozen voor transacties en geldboetes in plaats van het dagvaarden van de verdachten.  Ook weegt mee dat de bedrijven door de Wereldbank zijn bestraft met jarenlange schorsingen. Daarmee is de bedrijven aanzienlijke financiële schade toegebracht. Enkele verdachten hangt mogelijk nog een strafzaak boven het hoofd in een ander land vanwege fraude met EU-projecten.

Het strafproces is donderdag voortgezet met de pleidooien van de advocaten. De rechtbank doet 16 maart uitspraak.