Wel strafbare feiten, geen vervolging Gomarus Scholengemeenschap
In april en september 2021 zijn er aangiftes gedaan van discriminatie en dwang tegen homoseksuele leerlingen door medewerkers van de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. Het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam heeft de aangiftes onderzocht en heeft besloten geen strafvervolging in te stellen tegen de school.
Aanleiding voor deze aangiftes was een artikel in het NRC waarin oud-leerlingen van de school vertelden hoe het in de periode van 2016-2017 was om homoseksueel te zijn op de Gomarus. Het OM is hierop een strafrechtelijk onderzoek gestart. Een van de aangiftes werd gedaan door de Inspectie van het Onderwijs, die ook een eigen onderzoek instelde naar het beleid op de scholengemeenschap.
Strafbare feiten
Uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt dat er in 2016 een leerling door medewerkers van de school gedwongen werd om homoseksuele gevoelens te delen met ouders. Daarnaast is gebleken uit de toenmalige beleidsstukken dat de school specifieke regels had hoe er met homoseksuele leerlingen en homoseksuele docenten binnen de school om moest worden gegaan. Volgens het OM heeft de school de grens van het toelaatbare overschreden. De school was voor LHBTI-leerlingen een onveilige plek. Het OM concludeert dat de school zich schuldig heeft gemaakt aan twee strafbare feiten: dwang (artikel 284 Wetboek van Strafrecht) en het ter verspreiding of openbaarmaking in voorraad hebben van voorwerpen waarin tot discriminatie wordt aangezet (artikel 137e lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht).
Beleidswijziging
In het kader van het strafrechtelijk onderzoek is het bestuur van de Gomarus gehoord als verdachte en heeft de politie met meerdere getuigen gesproken. Het bestuur van de school heeft verklaard een nieuw beleid te voeren. Dit blijkt ook uit het onderzoek. De scholengemeenschap heeft haar beleid aangepast en daarin wordt geen onderscheid meer gemaakt in de behandeling van leerlingen op basis van hun seksuele geaardheid.
Eén van de doelen van het OM bij strafrechtelijk ingrijpen is het ‘delict’ te doen stoppen. Bij het onderzoeksteam zijn geen nieuwe incidenten bekend na 2016 en is het beleid van de school aangepast. Om die redenen heeft de officier van justitie besloten de aangifte met een beleidssepot te seponeren. Dit betekent dat het OM wel vindt dat de Gomarus strafbaar is, maar dat het OM gelet op de gewijzigde omstandigheden in deze strafzaak niet tot verdere strafvervolging zal overgaan.
Alle betrokkenen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Als de aangevers het niet eens zijn, kunnen zij een zogenoemde artikel 12-klacht indienen bij het gerechtshof.