Tien jaar en TBS geëist voor doodslag Mûnein
De officier eist een gevangenisstraf voor de duur van tien jaar en TBS met dwangverpleging tegen de verdachte die begin juni 2020 in een woning in Mûnein een man met meerdere messteken om het leven brengt. Daarnaast wordt hij verdacht van nog twee pogingen doodslag en een bedreiging.
Op 6 juni 2020 omstreeks 19.10 uur komt bij de meldkamer een alarmerend telefoontje binnen. De buurman die het bloedende slachtoffer opvangt belt het alarmnummer en het slachtoffer vertelt dat hij in zijn woning is neergestoken en dat zijn vriend Walter nog in de woning is en mogelijk ook door verdachte wordt gestoken. Daarna wordt hij door de ambulance naar het ziekenhuis gebracht waar hij aan zijn verwondingen wordt geholpen. De partner van het slachtoffer, die ook in de woning aanwezig was en getuige was van de steekpartij kon via het raam naar buiten springen en vluchten. Zij wordt eveneens door de buurman opgevangen.
Verbalisanten zien ondertussen dat een man uit de woning aan de Mounewei nummer 20 komt lopen en in de richting van de openbare weg gaat. Volgens de buurvrouw zou hij de mogelijke dader zijn. De man wordt gesommeerd te blijven staan, waarop hij sleutels en een mes laat vallen en later een telefoon. Hij wordt aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het incident. Boven in de slaapkamer van de woning aan de Mounewei 20 wordt Walter aangetroffen. Hulpverlening mocht niet meer baten, Walter is aan zijn verwondingen overleden.
Omdat al vrij snel duidelijk werd dat verdachte erkende dat hij beide slachtoffers veelvuldig met het mes had gestoken, is de vraag in dit onderzoek dan ook niet of verdachte degene is die de feiten heeft gepleegd maar of, zoals verdachte zelf verklaart, er sprake is van een noodweersituatie waarin verdachte gerechtigd was om de slachtoffers meermalen te steken en zich te verdedigen.
Reconstructie
De politie spreekt uitvoerig met de slachtoffers, getuigen en de verdachte. Ook vindt er een reconstructie plaats en wordt er forensisch en tactisch onderzoek gedaan in en rondom de woning.
Samenvatting van de feiten waar de officier van justitie uit gaat op basis van de aangiften, getuigenverklaringen en het onderzoek door de politie en NFI.
Verdachte komt naar de voordeur toegelopen en praat met Daria over de honden. Hij bukt en pakt een steen die naast de voordeur ligt. Hij loopt naar binnen en heeft een mes en baksteen in zijn handen. Hij komt Remco tegen in de woonkamer, die hem vraagt wat er aan de hand is. Verdachte loopt na een kort antwoord naar boven en kijkt in alle kamers, kennelijk op zoek naar een vrouw. Als Remco vervolgens zegt dat zij er niet is steekt hij hem in zijn hals en oor. Remco struikelt over het matras en wordt meermalen gestoken. Walter komt na hulpgeroep van Remco naar boven, slaat verdachte met een plank en springt op verdachte. Samen vallen zij op de grond en verdachte gooit Walter van zich af. Hierop begint verdachte in te steken op Walter, waarop Remco met een televisie op verdachte slaat. Vervolgens wordt Remco nogmaals gestoken, waarna hij zich met een matras probeert te beschermen. Remco weet vervolgens de slaapkamer te ontvluchten. Walter wordt ondertussen meermalen neergestoken door verdachte. Op het moment dat de vriendin van Remco daar iets van wil zeggen, zegt verdachte dat zij haar mond moet houden en komt met het mes op haar af. Zij besluit om uit het raam te springen. Dan zijn verdachte en Walter alleen. Uit het sectieverslag wordt duidelijk dat de 65 steek- en snijletsels aan de hals, rug, schouders en nek hem fataal zijn geworden.
Noodweer?
De officier: “De door verdachte gegeven verklaring dat hij werd aangevallen door Remco en Walter wordt ontkracht door de verklaringen van aangevers, getuigen en objectief vastgesteld technisch bewijs. De enige situatie waarin verdachte werd aangevallen is het moment waarop Walter heeft geslagen met een plank en op hem sprong. Walter heeft dit hoogstwaarschijnlijk gedaan, omdat Remco werd aangevallen en gestoken door verdachte. Walter gebruikte geweld tegen de ogenblikkelijke aanranding van het lijf van Remco. Verdachte kan zich niet met een beroep op noodweer verweren tegen een door hem in het leven geroepen noodweersituatie. Noodweer tegen noodweer is niet mogelijk.”
Na het incident op 6 juni verblijft verdachte tijdens de voorlopige hechtenis in de PI in Zwolle. Op vrijdag 28 augustus 2020 wordt een medegedetineerde door verdachte van achteren vastgegrepen en met een pen meermalen in het hoofd gestoken. De officier vindt hier sprake van poging zware mishandeling.
De officier: “Verdachte heeft in Munein en in de PI gebruik gemaakt van excessief geweld, zonder een duidelijke aanleiding of signaal. Geen waarschuwing vooraf, geen mogelijkheid om je te verweren en het ergste af te wenden. Wat er in de 10 minuten dat verdachte met Walter alleen in de woning is geweest, gebeurd is kunnen we alleen maar gissen. Duidelijkheid hebben we ook vandaag niet gekregen. Bagatelliseren, de schuld buiten zichzelf leggen en een verklaring afleggen die feitelijk onjuist is. Slachtoffers en nabestaanden willen juist die duidelijkheid, openheid en antwoord op de vraag ‘waarom?”
Vergelding, algehele preventie en rechtdoen aan de gevoelens van onveiligheid en gemis van een geliefde. Een levensdelict, een poging daartoe, bedreiging en een poging zware mishandeling kunnen niet anders leiden dan tot een langdurige gevangenisstraf.
Verdachte neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn daden. Het onvoorspelbare karakter van zijn handelen, zonder signalen vooraf en de enorme geweldsexplosie maken verdachte gevaarlijk. Zonder gedegen behandeling van de stoornissen is verdachte een gevaar voor de maatschappij en in het bijzonder voor de mensen dicht om hem heen. De officier: “Vergelding, algehele preventie en rechtdoen aan de gevoelens van onveiligheid en gemis van een geliefde. Een levensdelict, een poging daartoe, bedreiging en een poging zware mishandeling kunnen niet anders leiden dan tot een langdurige gevangenisstraf. Ik houd bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid en de op te leggen maatregel van terbeschikkingstelling. De officier eist een gevangenisstraf van 10 jaren en een TBS met verpleging van overheidswege.